Morgen is het weer 5 december, de dag waarop we de verjaardag van een antieke katholieke blanke man met zwarte knechten vieren. Een puur Nederlands feest, dat nog steeds velen bezighoudt en hopelijk vermaakt. Per slot is het door de eeuwen heen geworden tot een landelijk kinderfeest, met vrolijke taferelen, ceremonies, snoep en cadeaus, en zelfs eigen nieuwsuitzendingen, op televisie en internet. Het leek zo simpel, maar dat is het al jaren niet meer.
Laat ik op voorhand vertellen dat ik niet hang aan het feest, de vorm ervan, of aan de kleur, of geslacht, van Piet. Ik heb eerder geschreven over de verbanning van Piet en hoe vreemd het was om hem zo te behandelen, en ik schreef ook over de chaos die het op de arbeidsmarkt veroorzaakte, maar elk feest mag zich ontwikkelen, zoals het altijd al heeft gedaan en sinterklaas is daarin geen uitzondering.
Idealiter kunnen elkaar ruimte geven om het op eigen wijze te vieren of niet te vieren, maar dat lijkt niet de maatschappelijke insteek van de laatste jaren. Daarmee wordt het een punt van gesprek en wie weet wat daar nog aan goeds uit kan komen. Ik wilde dat eerst even aan je delen, zodat je ook weet waar ik hierin sta.
Hoe het begon
Dat vrolijke speelse verkleedfeest, is niet perse hoe het begonnen is. Het was evenzeer een opvoedkundig feest, waarin de boodschap aan kinderen om zich netjes aan regels te houden veel strenger aanwezig was dan nu. Zwarte Piet was in die tijd een zwarte demon die angst aan moest jagen, niet de vrolijke clown, klimmer en springer die het nu is geworden.
Een feest van discussie en strijd
Gelukkig zijn tijden verandert. Niet alleen is het steeds meer een gewoon feestje voor kinderen geworden, maar het is ook een feest van discussie, waarbij elk met gemak zijn eigen strijdpunt kan terugvinden.
Waarom is Sint blank en niet gekleurd? Mogen vrouwen niet meedoen? Waarom is Sint niet een vrouw? Waarom is Piet zwart en niet blank, groen of paars? Waarom delen we suiker en snoep uit? Waarom moeten kinderen in het boek staan en worden beoordeeld?
Dergelijke vragen zijn niet bedoeld om comfort te geven. Het zijn ook slechts een paar voorbeelden uit de vele mogelijkheden waarmee je een dergelijk feest op volwassen wijze uit verband kunt trekken.
Je hoeft niet erg creatief te worden om een feest te gebruiken als strijdpunt voor een eigen groep of belang. En hoe populairder het is, hoe aantrekkelijker het doelwit. Per slot gaat elke strijd in de eerste plaats over aandacht krijgen voor je behoefte of pijn.
Anderen kunnen dan reageren met “gun kinderen hun plezier en fantasie” en “laat traditie met rust”, want dat is ook nog eens zo. Symboliek hoeft niet aanwezig te zijn om te kunnen projecteren. De betekenis is ook wat je ergens in leest.
Het is dus helaas ook een waar “feest” voor saaie boze volwassenen en al degenen die niet zo houden van verkleedpartijen. Niemand heeft gesteld dat cultuur gemakkelijk hoeft te zijn. Gelukkig is de strijd nog niet verder gegaan als de zwartheid van Piet.
Het Sinterklaasfeest is al flink veranderd
Culturen veranderen door de tijd heen en zo ook het feest van sinterklaas en de rol van de katholieke kerk in onze gemeenschap. We zijn meer seculier sinds de middeleeuwen (de gouden tijd voor de kerk) en het is nu gewoon een feestje waarbij Sinterklaas niet veel meer is dan een wijze oude man in een vreemd kostuum.
De ‘ben je zoet geweest’ zit er nog wel in, maar niet meer met de strengheid die het ooit had. De demonische dreiging is al ver voor mijn tijd veranderd, in de vage suggestie dat stoute kinderen een roe (verwijzing naar lijfstraf) en een vakantie naar Spanje kunnen krijgen.
Ooit waren er ook steenkolen voor stoute kinderen, in plaats van snoep, maar is dat nog gebruik? Waarschijnlijk niet.
In feite worden de roe en de Spanje-vakantie slechts nog herinnerd in de traditionele liedjes en niet meer zo in de praktijk. Lijfstraf en het bang maken van kinderen wordt sowieso niet meer zo aanvaard in onze cultuur (in elk geval niet in de openbaarheid).
Sint en Piet zijn slechts nog bedoeld om blij te maken en niet meer om angst in te boezemen. Hun kleding herinnert ons nog aan een oude cultuur die ver in ons geheugen ligt, als we het ons zelfs nog herinneren. Tijden veranderen en de geheugen als gemeenschap is kort.
Een leuke fantasie voor kinderen
Voor kinderen is het vooral een leuk feest met kleurrijk verklede mensen en een als heilige verkleed man op wiens schoot je te horen krijgt dat je vast snoep en cadeautjes zult krijgen.
Het feest heeft ook eigenlijk alles wat kinderen leuk vinden en een beetje angst in het verhaal vinden ze ook wel leuk, want wie siddert er nu niet graag bij een spannend, maar verder onschuldig, verhaal?
De media doen lekker mee met de voorpret en het vertoon, spelen het spel alsof de sint een echte beroemdheid is met een aankomst en verzorging van dien. Allemaal in het teken van spel en vermaak, toch? Net als elk feest is een samenwerking van vele volwassenen en kinderen.
Sinterklaasfeest in opspraak
Zolang je in het wereld van het kind beweegt blijft het leuk, maar onder volwassenen is het inmiddels niet meer zo gemakkelijk. Wij volwassenen zijn het spelen vergeten en misschien hebben we ook teveel meegemaakt om onbevangen naar zelfs een kinderfeest te kijken.
De kleur zwart triggert bijvoorbeeld snel en de discussies zijn dan vaak meer gepassioneerd dan productief. Het vechten dan aan de oppervlakte over symbolieken en betekenissen, maar onderliggend woekert pijn, het verlangen aan erkenning en de wortels ons verleden te eren.
Dat verleden en die wortels zijn echter verschillend afhankelijk van waar je vandaan komt, waar je eerste loyaliteit ligt. Het komt met veel passie en over en weer doen we elkaar onvermijdelijk pijn.
Lange historie betekent ook diepe wortels en loyaliteit
Een van mijn vrienden is erg gepassioneerd over het sinterklaasfeest en kan zich flink opwinden over zwarte Piet. Hij is net als ik opgegroeid in een tijd dat Sinterklaas en Zwarte Piet nog gemeengoed waren en de discussie over kleur nog niet in de mainstream gevoerd werd.
Nederland was toen nog een stuk blanker en dat maakt ongetwijfeld verschil. Op dit moment worden de grote steden bewoond door Nederlanders die in meerderheid niet meer autochtoon zijn. Zowel voor blanke Nederlanders, als voor gekleurde, is dat een andere situatie.
Als een groep groter wordt, is er een grotere aanwezigheid en een luidere stem vanuit die groep. De groep vraagt dan om vertegenwoordiging en wil zijn belangen terugzien in wat en hoe we doen.
Ook deze groep heeft diepe wortels en vraagt om bevestiging van de eigen plek en het belang van diens aanwezigheid. Mogen we er echt bij horen en meer zijn dan een gast die zich moet schikken?
Het is onvermijdelijk dat cultuur verandert en niet alleen door de instroom vanuit buitenlanden. Elke generatie, ook uit de eigen groep, brengt en verandert iets en brengt iets nieuws in. Alles in natuur beweegt en ook mensen en cultuur horen daarbij.
De ervaring en herinnering van de jongere groep is anders dan van hun ouders en de warme herinneringen aan oude rituelen worden misschien (ook daar) niet gedeeld of worden ander beleefd.
Dat is gewoon hoe leven stroomt en we moeten aanvaarden dat verandering erbij hoort. De nieuwe generatie bepaalt wat het wil behouden en wat het wil veranderen en oefent invloed uit, net als groepen immigranten dat zullen doen. Zo wordt de gemeenschap keer op keer opnieuw uitgevonden en gevormd naar de tijdgeest.
Cultuur doen we samen
Natuurlijk doen wijzelf ook mee als lid en mede-creator van de cultuur. We laten onze stem horen en vragen aandacht voor dat wat we willen behouden omdat het waarde voor ons heeft, maar we laten ook weten wat we willen veranderen omdat het niet meer past.
Onze ouders zijn aanwezig in onze keuzen en voorkeuren, zoals ook wij aanwezig zullen zijn in de keuzen van onze kinderen. Onze beweging is dus niet van ons alleen en verandering kan daardoor diep in ons doorwerken.
Als de veranderingen sneller gaan dan we willen, of een ander richting kiezen dan we willen, dan reageren we tot we dat aanvaarden. In een democratie is dat iets wat we als bevolking, of gemeenschap, samen doen. Cultuur ontstaat uit die smeltkroes van geluiden en krachten en is dus continue in beweging.
Emigranten, en Nederlanders van andere culturele achtergronden, hebben niet de autochtone wortels en geschiedenis, dus daar komt een geheel ander geluid en een geheel andere kracht of beweging. Dat is onvermijdelijk.
Net zo goed als dat we daarbinnen onze eigen identiteit zoeken en willen behouden. Als we dreigen vervreemd te raken van onze eigen cultuur (denk: de cultuur van onze ouders) dan is de natuurlijke neiging om daarin eerst dieper in terug te trekken, voordat we onszelf toestaan de verandering in te nemen.
Autochtonen en allochtonen hebben daarin eenzelfde beweging, ofschoon autochtone inwoners het misschien eerder als een inbreuk ervaren omdat de nieuwkomer om vrijheden of ruimte vraagt die we als de onze beschouwen.
Een wijs man zij daarover eens: “integratie gebeurt via de baarmoeder en vraagt tijd.” Het zijn de relaties die over de muren van de eigen cultuur of groep ontstaan, die uiteindelijk de cultuur veranderen. Wees dus niet verrast als er wat decennia en generaties overheen gaan eer het wat rustiger wordt.
We zoeken naar een balans en degenen die niet willen bewegen zullen onder druk komen te staan. Het is gemakkelijker als je minder gehecht bent aan het oude. Dan is veranderen minder een gevecht.
Piet mag en zal veranderen
Voor mij persoonlijk mag Piet een vrouw zijn (wat het volgens mij vaker wel is, dan niet) en alle kleuren van de regenboog hebben. Piet was sowieso altijd erg kleurrijk en we zijn het historische oorsprong van de angstaanjagende demon, die hij ooit moest voorstellen, allang weer vergeten.
De nieuwe lichting zal en ander feest bedenken of het feest veranderen naar iets waar kinderen evenzeer blij over kunnen zijn en de volwassenen misschien wat rustiger kunnen blijven.
Mogelijk is zo ook Santa Klaus opgestaan in Amerika, een Sinterklaas die (in plaats van “blackface” geschminkte knechten) een leger van vrolijke elfen heeft. Het zal geen toeval zijn dat de naam zoveel lijkt op sinterklaas. De overgrote meerderheid van de huidige Amerikanen is een afstammeling van Europese emigranten, of is door hen naar Amerika gehaald als slaaf (niet alleen Afrikanen, maar bijvoorbeeld ook Ieren kwamen als slaaf).
Pijnlijke geschiedenis van blackface
De strijd over racisme, slavernij en blackface is heftig geweest. Het ging daar over een segregatietijd, waarin alleen blanken mochten optreden op televisie en voor blank publiek. De muziek van kleurlingen was toen erg populair (blues, rock, gospels, etc.), maar de niet-blanke artiesten mochten zelf niet optreden.
In plaats daarvan werd hun muziek gestolen door blanken die zich vermomden als neger door zich zwart te schminken met grote rode lippen. Ondertussen werden zwarte medelanders nog steeds opgehangen, onderdrukt, arm gehouden en monddood gemaakt.
Zelfs een artiest als Elvis komt uit die segregatie en werd door de industrie naar voren geschoven om “zwarte” muziek te vertolken aan blanken, terwijl gekleurde artiesten buiten de deur werden gehouden.
Het was een pijnlijke tijd voor niet-blanken en zelfs de armste en domste blanke stond maatschappelijk boven de meest ontwikkelde en beschaafde neger. Ook immigranten van Chinese afkomst werden erg onderdrukt en mishandeld in dit tijd en dat soort historie is niet snel echt vergeten. Geweldloos waren we nooit.
Nog geen einde in zicht
Na al die veranderingen is discriminatie en de pijn van onderdrukking natuurlijk nog niet opgelost, want de strijd om erkenning en een plek is niet zomaar voorbij. De echte discussie is niet zo gemakkelijk op te lossen en we zien zowel hier als in Amerika hoe snel en gemakkelijk een bevolking zich weer laat opzwepen in een rassenstrijd.
In dat licht is het veranderen van een kinderfeest een peulenschil en nog het minst beangstigend. Als de stemmen verdwijnen betekent dat niet dat ook de harten veranderd zijn. Dat laatste is minder gemakkelijk en we geven onze strijdpunten en loyaliteiten generatie op generatie aan elkaar verder.
Elk van ons blijft voor zijn eigen cultuur strijden, tot er genoeg nieuwe eenheid is en de verschillen oplossen. Ga er maar aanstaan. De balans tussen vele groepen is nog flink in beweging. Gekleurd versus blank, man versus vrouw, jong versus ouder, arm versus rijk, aan stijd is er nooit gebrek onder mensen.
Wie denkt er aan Piet?
Natuurlijk is dat allemaal begrijpelijk, en soms moeten we gewoon even moeilijk doen, maar wie zorgt er voor Piet? Arme Piet heeft het nakijken. Hij moet van kleur of ras veranderen. Is dat nu fair?
Waarom wijzen we naar een gekleurd mens en veroordelen we die in plaats van naar de blanke die hem dirigeert te wijzen?
Inmiddels is het een vrolijk, atletisch en veelzijdig personage, eentje die vrolijk moet maken en snoep uitdelen aan moest jagen.
De eigen cultuur heeft diepe wortels
Mijn vriend is heel gepassioneerd als het om zwarte Piet gaat. Voor de vrijheid om Zwarte Piet te houden, bedoel ik dan, niet tegen zijn bestaan. Natuurlijk voel ik me dan betrokken en als ik hem erover hoor, dan hoor ik ook de diepe wortels en loyaliteit naar het verleden en de eigen cultuur.
Tegelijkertijd wordt ik ook bedroefd ervan, omdat met alle vuur die ik hoor (en voel) in zijn betoog, ik geen enkele ruimte hoor van waaruit een brug naar de andere kant gebouwd kan worden. Het is een betoog, geen gesprek.
Ik moet dus in deze strijd mijn meerdere erkennen en kan er dan alleen maar uitblijven, omdat het simpelweg te pijnlijk is om duurzaam en betrokken in dat vuur te blijven staan zonder uitzicht op een oplossing.
Op een gegeven moment vermoeit zoiets en wil je gewoon niet meer naar het onoplosbare strijdperk terug.
Waarom strijd meestal wint
Dat is waarschijnlijk ook waarom we soms toegeven aan zelfs onredelijke eisen, wanneer er strijd is, of ons onttrekken aan een strijd en vervolgens van een afstandje toekijken hoe anderen maar blijven doorgaan en doorgaan en doorgaan en doorgaan. Het is gewoon te onprettig op die plek en we kiezen een ontsnappingsroute.
Tegelijkertijd is voor anderen die ontsnappingsroute (specifiek het toegeven aan eisen) weer een punt van strijd. Zij wijzen dan op de onredelijkheid van de eisen en het te snel loslaten van iets dat goed was en door hen nog als goed wordt ervaren.
Ze wijzen ook op de manier waarop de ander dwang en chantage uitoefent om dat toegeven voor elkaar te krijgen en dat we uit schuldgevoel mogelijk alleen die stem naar voren hebben geschoven en niet degenen die niet willen veranderen en daarvoor goede argumenten hebben.
De uitkomst is onbevredigend, als de weg niet voldoende is gevolgd.
Het gesprek zelf is belangrijker voor de cultuur, dan de besluiten die genomen worden. Besluiten komen uit macht en positie, niet uit gemeenschap. In een democratie is gesprek belangrijk omdat besluiten door en vanuit het volk moeten komen.
In gesprek worden we een gemeenschap, maar het moet dan wel een volwassen gesprek zijn en niet alleen maar tegenstrijdige emotie die naar elkaar wordt toegegooid. Het moet meer zijn dan alleen maar herrie.
Emoties worden gemakkelijk misbruikt, door degenen die macht en invloed zoeken, dus het is aan ons om een mate van volwassenheid en verstand te vinden.
Het effect van Sociale Media
Helaas helpen sociale media ons daarin niet. Die bieden slechts geëscaleerde versies van onze voorkeuren en meningen aan.
Steeds meer raken we in onze loopgraaf ingegraven en we winden ons vervolgens steeds meer op over wat er gaande is. Allemaal op afstand natuurlijk en niet echt in contact. Dat is dus geen goede bron voor informatie of nieuws, ofschoon we graag denken dat de gemeenschap van onze keuze het beter weet.
Strijden zonder oplossing
Strijders hebben geen oplossing aan toegeven, of opzij stappen. Die blijven betrokken in de strijd en strijden voor de winst van hun kamp. In plaats van informatie zoeken ze argumenten en in plaats van dialoog zoeken ze een platform.
Hoe beide kanten zich vastzet is een voorspelbaar en simpel. Je komt met een gepassioneerde afkeuring van de andere kant en eist vervolgens dat de andere partij eerst moet veranderen en redelijk worden, voordat je bereid bent het gesprek te voeren.
Maak je strijdpunt tot een principe en de ander tot kwaadwillend en onbetrouwbaar en je hebt alle mogelijkheden afgedekt. Je hoeft de ander niet meer te horen, omdat die toch niet te vertrouwen is en je hebt elke mogelijkheid om samen te werken effectief afgedekt.
Als je enige boodschap en oplossing bestaat uit afkeuring en de eis dat de andere partij moet toegeven en veranderen, dan is er geen oplossing. Dan heb je gekozen voor een onoplosbare strijd, waarin je je aan het uitleven bent op de ander (en je omgeving). Dat is een hele onprettige positie om te verblijven.
De ander kan zonder gezichtsverlies niet bewegen en jij ook niet meer, dus de strijd wint het van jullie beiden. Als de prijs vernedering of publiek gezichtsverlies is, dan betaalt niemand die vrijwillig.
Ook ik geef het op
Ook ik moet dan mijn meerdere erkennen als ik hoor hoe mijn vriend zich heeft ingegraven zonder een oplossing mogelijk te maken. Er is emotie, onderbouwd met argumenten.
Er zijn wortels die ik begrijp en waar ik kan invoelen en de vraag lijkt redelijk, maar is tegelijkertijd onrealistisch. Er is nog geen echte bereidheid tot een gesprek, omdat het eigen argument belangrijker lijkt dan het bereiken van elkaar.
De eis dat de ander eerst moet veranderen werkt sowieso niet. Daarbij worden de motieven van degenen die het gesprek publiek voeren gewantrouwd.
Het antwoord moet uit de publieke tafel komen
Dit is dus niet aan ons, maar aan degenen die aan die publieke tafel zitten. Hopelijk staat daar iemand op die de kampen weet te verenigen in iets waar de meerderheid genoeg vrede mee kan hebben. Dat zal nog tijd vragen.
Betrokken bij Piet
Ikzelf heb gewoon met Piet te doen, want hij is het onderwerp van zoveel ophef en dan reist bij mij elk jaar weer de vraag: Wie houdt er eigenlijk nog van Zwarte Piet? Daarin wordt ik dan stil en ben begaan met die arme Piet.
Natuurlijk wijs ik, in het artikel over die vraag, ook graag nog op wat vreemde of opvallende elementen in het gesprek over dit onderwerp en sta ik graag op voor degenen die pijn voelen over Piet, of het nu tegen Piet is of voor het behoud van een historisch Nederlands icoon.
Kinderen houden gewoon van een feestje
De kinderen zal het worst zijn. Snoep, wat enthousiast kindertoneel en een sprookje, zijn altijd leuk voor hen, of het nu een Piet een muis of een gele spons is. Kinderen houden gewoon van de drukte, het plezier, de lekkere hapjes en het verkleden en schminken. Soms een beetje eng gevoel is voor hen ook leuk, zolang het maar binnen het spel blijft.
Het maakt dus niet echt uit welke kleur Piet heeft, of dat het feest over sinterklaas gaat. Voordat ze het meemaakten bestond het zelfs niet eens. Het is slechts een cultureel icoon waar we een feestje rond gemaakt hebben en als we een nieuw feestje bedenken en een nieuw ritueel.
Betrokken zijn bij elkaar
Dan zijn het alleen degenen die geankerd zijn in het oude, die daar pijn over hebben. Dat groeit dan vanzelf uit de cultuur, zoals vele oude Germaanse goden niet echt meer in onze beleving bestaan.
Afscheid is onvermijdelijk als je leeft en alles wat ooit belangrijk was gaat uiteindelijk in de vergetelheid (al kan het even duren).
Culturen veranderen met hun tijd en we mogen ook zelf veranderen, of opstaan voor wat we waardevol vinden. Beide is goed om te doen, omdat het een uitdrukking is van onze betrokkenheid bij onze gemeenschap en elkaar.
Vroeger of later moeten we allemaal iets verliezen en achterlaten. Zo werkt het nu eenmaal, maar misschien is het ook wat overdreven als we een vrolijk plaatje met geschminkte verklede mensen als haatspraak gaan blokkeren op sociale media, alleen omdat we zo bang zijn voor de kleur zwart.
Familieopstellen is plek maken voor wie wordt buitengesloten
Als familieopsteller kom ik op voor degenen die buitengesloten worden. In dit geval is dat dus Piet. Degenen die vinden dat hij een symbool moet zijn en daarom maar snel weg moet, worden met rust gelaten, evenzeer als de witte man die de zwarte als knecht houdt.
Als dat de oplossing is, dan kwetsen we evenzeer een groep mensen, dan wanneer de zwarte knecht moet blijven.
Het gesprek is belangrijker dan de uitkomst
Misschien is het gesprek het meest belangrijk en is het slechts een ingang naar een ander onderwerp. Een gesprek dat nog niet tot een einde kwam en belangrijk is, als we een gemeenschap willen zijn. We moeten van elkaar horen waar de pijn zit en wat nog geuit moet worden.
Als we bereid zijn dat gesprek te voeren en open te staan voor de gevoelens en loyaliteiten van elkaar, kunnen we dan ruimte vinden om elk de eigen vorm te gunnen?
Mogen degenen die dit historische toneel leuk vinden, het dan nog even behouden? En mogen anderen het veranderen, als ze dat willen, of kiezen om niet mee te doen? Dat zou zoveel gemakkelijker zijn, maar vooralsnog is dat niet mogelijk.
Het goede is dat degenen die het gesprek gepassioneerd voeren in elk geval communiceren dat ze belang hechten aan erbij horen en deel uitmaken van de gemeenschap. Ze willen gehoord worden en meebesturen.
Ze doen daarmee wat je van burgers eigenlijk graag wil: actief deelnemen en vormgeven aan de toekomst. Dat feit mogen we dus koesteren en beschermen, ook al zijn we het niet altijd met elkaar, of zelfs de vorm waarin we het brengen, eens.
Vrijheid om je eigen vorm te kiezen is belangrijk
We hoeven het niet altijd voor elkaar te beslissen. Soms is het genoeg om voor jezelf te kiezen en anderen dat ook te gunnen. Af te toe stoor je je dan aan elkaar, maar dat is onvermijdelijk als je dicht op elkaar woont en geeft je verlangen aan om erbij te horen.
Als je agressie dan weer wat tempert, kan je misschien eens contact maken en die ander wat leren kennen. Als je elkaar kent en aardig vindt, dan kan je wat meer van elkaar hebben.
De onrust op de arbeidsmarkt als gevolg van de werkloze Zwarte Pieten komen we wel voorbij.
Ik wens je een fijne Sinterklaas, mocht je kiezen om zijn verjaardag te vieren.
Geinspireerd door dit artikel?
Draag bij aan het gesprek en schrijf je reactie hieronder
Geef een reactie