Een paar maanden geleden werd hij werkloos. Kees werkte hard in de bouw, tot hij zijn baan verloor. Niet verwonderlijk want in zijn sector gingen al jaren bedrijf na bedrijf omver. En eigenlijk weet hij dat het in andere sectoren net zo moeilijk is. Kees doet erg zijn best, maar voelt zich inmiddels behoorlijk moedeloos en gefrustreerd, omdat zijn inspanning steeds geen baan oplevert, en vaak zelfs niet eens meer reactie krijgt.
In zijn vroegere werk vindt hij nauwelijks vacatures, en elke keer als hij op iets anders solliciteert mag hij blij zijn als hem zelfs wordt verteld dat hij niet gekozen is. Kees is hij nog sterk en gezond, en lijkt bijna kansloos. Als dat bij hem al zo is, hoe zou het anderen dan gaan die minder fit en gezond zijn, misschien beperkingen hebben? Die moeten zich toch helemaal moedeloos voelen? Ondertussen leest hij artikel na artikel, in de bladen en media, waarin staat dat het zo slecht gaat, en dat werkzoekenden maar luie donders zijn die van het systeem profiteren. Ze kennen Kees zeker nog niet?
Kees weet dat hij er alles aan doet, maar dat maakt niet uit voor degenen die dat roepen. Dat willen ze natuurlijk niet weten. Het is gemakkelijk om hem voor luie donder uit te maken. Hij heeft hier toch ook niet om gevraagd? Zijn zij nooit gestruikeld in hun loopbaan? Hebben zij te maken gehad met solliciteren terwijl er zoveel sollicitanten aan de kant staan?
Elke keer als hij weer naar instanties moet, of een brief ervan ontvangt, wordt hij banger en bozer. Zijn frustratie en wanhoop lopen op. Hij was toch een goed werknemer, die altijd zijn schouders eronder zette en anderen hielp? Waarom komt hij dan niet aan de bak? En net als anderen om hem heen, moppert hij zijn frustratie weg, en scheld op de rijken, de bankiers, de grote bedrijven en de overheid. Maar diep van binnen voelt hij zich machteloos en hulpeloos, en kan alleen maar huilen en hopen op hulp van boven.
Kees is bang voor de harde onredelijkheid waarmee werkzoekenden tegenwoordig worden benadert. Hij was het met hen eens, maar hoe hij ook zijn best doet, komt hij gewoon niet meer aan werk. En als hij de kranten leest, dan staat daar dat er wel meer dan 1,2 miljoen mensen zijn als hij en dat er gewoon geen vacatures meer zijn. Ergens stond dat er in totaal maar 124 duizend vacatures zijn. Hoe moeten die 1.2 medelanders daarmee aan het werk komen, en wat voor kansen heeft hijzelf nog nu hij tegen de 50 loopt zonder kruiwagen.
Die rijken zorgen allemaal goed voor zichzelf, meent hij, maar wie helpt hem? Hij staat er alleen voor, en de werkgevers willen hem gewon niet meer. Bij voelt zich vaak erg boos, en raakt steeds meer teleurgesteld in zijn mogelijkheden. Voorheen voelde hij zich altijd machtig en sterk, de verzorger van zijn kinderen en vrouw, maar hoe moet hij zich voelen als hij dat niet meer kan? Dan ben je een nul, toch?
Hij houdt geheim hoe hij zich voelt, zodat hij zich naar buiten toe nog capabel kan voordoen, en geeft openlijk liever schuld aan anderen. De werkgever die hem eruit gooide om meer winst te maken, bijvoorbeeld, en die onbetrouwbare overheid die zo onredelijk is en allerlei dingen vraagt die hem niet zullen helpen. Al die zakkenvullers, die het vol maar uitmelken.
Het punt dat hij selectief was in welk werk hij op reageerde is allang voorbij. Hij is nu allang blij als hij weer werk vindt. En van de overheid krijgt hij alleen maar onbetaald vrijwilligerswerk en boetes als zijn ontevredenheid en frustratie weer even de overhand krijgt. Hij wil gewoon weer dat het goed gaat, dat hij een normaal loon krijgt en gewoon weer naar zijn werk kan gaan.
Hij heeft allerlei gedachten over waarom hij niet aan een baan komt, maar eigenlijk weet hij het ook niet. En schelden op bankiers en overheid doet hem eigenlijk ook geen goed. Hij voelt zich gewoon waardeloos en klein en mislukt als man. Redenen te over: te oud, te veel of te weinig scholing, ervaring is niet specifiek of recent genoeg, hij is geen verkoper, eigenlijk weet het ook niet. En na een diepe zucht, gaat hij maar weer wat vacaturesites langs, en loopt even later richting werkplein van het UWV.
Hoe is het zo fout gegaan, en waarom lukt het niet? Eigenlijk zou hij hulp willen, maar die wordt hem niet aangeboden. Hij moet het alleen maar redden, en krijgt slechts dreigbrief op dreigbrief en veel afkeurende vooroordelen naar zijn hoofd. Niemand lijkt te willen inzien hoe hard hij werkt om weer mee te mogen doen. En niemand gelooft hoe rot hij zich voelt omdat hij aan de kant staat. Luilekkerland, en luie donders, dat is de algemene mening van werkenden. Profiteurs zeggen ze ook vaak. Ze moesten eens weten. Geen fijn bestaan voor Kees, en hij weet nu hoe het iedereen kan overkomen.
Kees gaat verder, maar zijn tred wordt elke stap een beetje zwaarder, en zijn schouders zakken een beetje dieper. Zijn zelfvertrouwen is weg, en hij is meer gaan roken en drinken. Waar hij voorheen genoot van contact met zijn collega’s, samen een biertje drinken, vermijdt hij dat tegenwoordig, omdat zij nog wel werk hebben. Hij weet gewoon niet meer wat hij hen kan vertellen, en voelt zich alleen maar rotter als hij weer moet uitleggen waarom het hem niet lukt.
En hij voelt zich eigenlijk ook te rot om het met zijn vrouw erover te hebben. Ze steunt hem wel, maar hij vind het moeilijk om haar aan te kijken nu hij niet meer voor haar kan zorgen. Leuke dingen doet hij niet meer, het is alsof dat niet meer mag, hij het niet meer verdient. Als hij geen werk heeft, dan mag hij ook geen plezier hebben van zichzelf. Nee, Kees heeft het niet gemakkelijk op dit moment. En eigenlijk wil hij niets meer dan baan, gewoon een baan zodat hij weer elke dag kan werken en geld verdienen voor zijn gezin. En misschien net zo belangrijk, een baan zodat hij zich weer waardevol kan voelen en zichzelf respecteren.
Heb jij nog een vonkje van hoop voor kees? Wat zou hem geven als hulp? Wees in elk geval maar blij als jij nog niet in die omstandigheden zit. Maar denk ook eens aan Kees voor je weer eens van wal steekt over die profiteurs die maar genieten van jouw zuur verdiende geld. Wie gaat Kees helpen?
Geef een reactie