Dit is het verhaal van een driftig jongetje en zijn wijze vader. Het is een bekend verhaal met een boodschap over woede, zo’n verhaal dat we graag met elkaar delen. We zullen nooit weten of het waar gebeurd is, of zelfs waar de vader zijn inspiratie vandaan haalde. Zijn geliefde zoon heeft de les echter nooit meer vergeten en zo bleek een schutting het ideale leermiddel. Hier volgt het verhaal van een licht ontvlambare jongeling, die spijkers sloeg in zijn vaders schutting.
Ergens hier ver vandaan leefde eens een klein jongetje met een behoorlijk explosieve aard. Er ging bijna geen uur voorbij, of hij was wel ergens over op zijn achterste benen. Zijn kleren waren nooit goed genoeg, zijn ouders deden zelden iets goed, zijn klasgenoten waren niet lief genoeg, de verjaardagscadeaus niet rijk genoeg. Altijd was er iets mis en zag je hem snel rood aanlopen, waarna hij luidruchtig en fel explodeerde.
Snauw op snauw, verwijt na verwijt, woede op woede. Hij gedroeg zich zeer ongeduldig, onverdraagzaam en in het algemeen deed hij onprettig naar andere mensen. Niemand kon het lang met hem uithouden en velen gingen dus van hem vandaan om verder uit de buurt te blijven. Mensen om hem heen werden behoorlijk moe van al die herrie en zij die herrie wilden voorkomen liepen (zonder effect) behoorlijk op hun tenen.
Boos zijn was het grote talent van dit jongetje, nergens was hij beter in, en als je er niet mee om kon gaan, dan was dat jouw probleem, niet de zijne. Hij mopperde, schold, klaagde en sloeg erop als hij de kans kreeg. Je wordt er al moe van als je het allemaal moet beschrijven. Gelukkig luisterde hij nog enigszins naar zijn vader, een krachtig en verstandig man.
Op een dag vond zijn vader dat er iets moest veranderen en gaf hem een grote zak met spijkers en een hamer. Hij had een goed gesprek met zijn zoon, waarin hij uiteindelijk zei: “Zoon, het is belangrijk dat je leert over je boosheid. Sla telkens als je weer boos wordt een spijker in de schutting.” Dat wilde de jongen wel. Ze hadden een grote tuin met een indrukwekkende schutting.
De eerste dag sloeg de zoon daarom 37 spijkers in de schutting. De tweede dag 40 spijkers, de derde dag 35, maar toen hij zag hoeveel spijkers hij elke dag moest slaan begon het jongetje ook te leren. De week daarna, terwijl hij steeds meer leerde zichzelf te beheersen, daalde het aantal spijkers dat hij in de schutting sloeg dus gestaag.
Het jongetje leerde dat het gemakkelijker was om zijn zelfbeheersing te bewaren, dan steeds die spijkers in de schutting te slaan. Toen kwam de dag dat hij zich helemaal had beheerst en dus voor het eerst helemaal geen spijkers in de schutting hoefde te slaan. Trots liep hij naar zijn vader, en zei “Ik begrijp het nu, ik hoef geen spijkers meer te slaan. Ik kan mezelf beheersen.”
De vader was heel blij met deze boodschap en toonde dit ook aan de zoon. Vervolgens gaf hij opnieuw en opdracht. Hij vroeg de zoon om elke dag waarin hij zich had beheerst, en dus niet boos was geweest, een spijker uit de schutting te trekken. Je begrijpt dat het een tijd duurde eer alle spijkers uit de schutting waren, maar uiteindelijk kwam ook die dag. Trots ging de zoon opnieuw naar zijn vader om te vertellen dat alle spijkers nu echt waren verdwenen.
De vader was apetrots op zijn zoon en dolblij met het bericht. Hij knuffelde zijn zoon bijna dood, oké, figuurlijk natuurlijk. Zijn zoon was nu klaar voor de derde les. Opnieuw nam de vader zijn zijn zoon dus mee naar de schutting. Dit keer gaf hij zijn uiteindelijke les.
Hij zei: “Lieve zoon, je hebt het goed gedaan, maar kijk eens naar de schutting, die zit vol gaten. Deze schutting zal nooit meer hetzelfde zijn.
Als je in woede spreekt, dan blijven littekens achter, net als hier. Je kan een mes in een man steken en omdraaien, maar als je hem terughaalt blijft een wond. Het maakt niet uit hoe vaak je je verontschuldigd, de wond blijft zitten als zichtbare herinnering aan hoe je hebt gestoken. Een verbale wond is dus net zo erg als een fysieke.
Vrienden zijn een groot en zeldzaam juweel. Ze verwarmen je in koude dagen, maken je aan het lachen en helpen je te slagen. Ze geven je een luisteren oor, prijzen je en willen altijd hun hart voor je openen. Als je ooit in nood komt, dan zullen je vrienden er voor je zijn om te op te vangen en je weer overeind te helpen.
Laat je vrienden weten hoeveel je ze waardeert en zorg ook goed voor hen. Dan blijven ze en verwarmen je bestaan.”
De zoon had zijn les geleerd en zorgde voortaan goed voor zijn vrienden en alle mensen om hem heen. Hij is opgegroeid als een warm en prettig mens, die behulpzaam en vriendelijk is naar anderen. Als hij ooit een zoon krijgt, zal hij de les van de schutting ook aan hem leren. Hij is er nog steeds dankbaar voor.
Geef een reactie