Je hebt deze zin vast al eens gehoord: “Heb uw vijanden lief, gelijk uzelf.” Het lijkt extreem en zelfs naïef en gevaarlijk om van je vijanden te houden. Wie geeft zulk advies? Waarom zou je zoiets willen doen? Wat is het doel ervan?
Het is een ding om anderen te behandelen zoals we zelf behandeld willen worden, maar vijanden liefhebben? Dat gaat tegen al onze impulsen in. Is het meer dan een leuk klinkende theorie?
Kan liefhebben zich richten als je in direct gevaar verkeert van degene die je zou moeten liefhebben? Meestal verwacht je dan andere emoties, die meer activeren.
Christelijke oorsprong
Je hebt misschien al herkend dat deze specifieke formulering komt uit het nieuwe testament van de christelijke bijbel. Het wordt daar doorgegeven door discipelen van Jezus, de hoofdpersoon in dat testament.
Het advies zelf is niet uniek, maar door de lange christelijke historie in onze cultuur zullen we dit soort adviezen wel vaak ook daar terugvinden. Veel denkbeelden hebben elkaar ergens in het verleden gekruist en zijn door diverse bronnen overgenomen. Dus ook de bijbel en onze cultuur hebben vele raakvlakken.
Is het advies van belang omdat het daar staat? Is de bron van belang? Zeker niet. Ik schrijf hier niet om je naar religie te verleiden. Alles van waarde moet op zichzelf kunnen staan en zinvol zijn. Wat is de waarde van vijanden liefhebben, zoals jezelf? Hoe helpt dat ons?
Omdat de bron bekend is mogen we ook een beetje christelijke historie en context verkennen, maar uiteindelijk gaat het over een heel menselijk verhaal vol menselijke motieven en verlangens. Een beetje als de bijbel, afhankelijk van hoe je leest en de tekst begrijpt.
Er zit duidelijk iets in dat velen willen vinden en doorgeven, want we vinden vergelijkbare adviezen op vele plaatsen, niet alleen op plaatsen waar een God vereerd wordt. Dus wat is het dat ons drijft als we wijsheden zoeken en proberen te ontdekken hoe te leven?
Verlangen naar liefde en vrede
Het boeddhisme gaat over het verlangen naar vrede en liefde door zelfonderzoek. Komt dat onderzoek met andere uitkomsten en doelen? Niet echt.
Het boeddhisme geeft een beoefening en een focus, die helpend kan zijn, maar biedt geen god om te volgen. Daar moet je je antwoorden zelf ontdekken. Het schetst meer een weg dan een uitkomst.
Strikt genomen is boeddhisme daarmee een agnostische beoefening, door het ontbreken van een godsbeeld kan het eigenlijk geen religie zijn, en toch ankert het in vergelijkbare ideeën over hoe te zijn en hoe te verhouden.
Het doet dat simpelweg door te mediteren met het doel om zo min mogelijk te lijden. Strijd is een grote bron van lijden en de boeddhist komt dus ongewapend en zou ongevaarlijk moeten zijn. Het idee van vijanden staat daar ver vanaf.
Deze goddeloze “religie” geeft handvaten om onvrede in jezelf te kalmeren. Het nodigt je uit om vrede en meditatie te beoefenen en daarin te onderzoeken waar nog spanning en fricties in je zijn en hoe je die kunt ontrafelen en van misvattingen en aannamen kunt ontdoen. Het is een zachtaardig pad, slecht gericht op welzijn.
Je zou het doel ervan ook liefde kunnen noemen, al is het eindpunt vaak een meer onpersoonlijke liefde, een onthechtheid van het persoonlijke. Net als psychologie spreekt het over zaken als ego en probeert te helpen.
Meer compassie en begrip voor anderen
Het nieuwe testament bracht ons de persoon Jezus, geboren als een Joodse zoon van eenvoudige oorsprong.
De Joodse zoon zou opgroeien tot een Joods predikant, die uit naam van zijn Joodse God de religieuze beoefening van zijn volk onder de loep nam en daaraan een nieuwe betekenis gaf. Een nieuwe betekenis die meer compassie en begrip voor anderen in zich had.
Zijn komst transformeerde de wat strenge God van het oude testament naar een mildere en meer begripvolle versie, die ons via Jezus uitnodigde om meer open te staan voor anderen, meer te zorgen voor zwakkeren en minder onderscheid te maken.
Daarmee begon een nieuw tijdperk waarin velen zich achter deze Joodse “zoon van God” zouden scharen en een nieuwe religie in zijn naam zouden starten. Nog steeds verbonden aan het jodendom, maar ook apart en op zichzelf staand.
Keer de andere wang, heb je vijanden lief, vertrouw op God, het was een pacifistische boodschap die een contrast was in die tijd. De beloning voor goed leven, zou nog steeds pas na de dood ontvangen.
Moedig staan in een geweldloze waarheid
De Romeinen waren heel anders en vereerden krijgers en een heldhaftige dood door moedig te strijden. Hun cultuur was gebouwd rond krijgers en veroveraars.
Christus was dus een groot contrast, want christendom ging over moedig zijn zonder strijd, ietwat vergelijkbaar met de geweldloosheid van boeddhisten, maar dan met en God als hogere macht en leidmotief.
Hij kwam ongewapend, maar ook geweldloze woorden kunnen dreigen als ze inspireren en een bron van kracht worden. Een rebel met ideeën komt met strijd, zelfs als de acties en woorden vrij zijn van geweld, omdat het contrast met wat is erin duidelijk wordt.
Jezus stond stevig als een man in zijn overtuiging, ingegeven door zijn vader, zijn God. Hij was bereid te sterven voor zijn waarheid, zijn leven te geven voor iets groters, zoals elke strijder voor of na hem. Dat alleen al resoneert bij ons mensen.
Opofferen voor de groep, voor iets dat groter is dan onszelf, voor de mensheid. Opofferen voor familie, onze vaders en moeders, onze kinderen, ons volk. Het zijn herkenbare verhalen en iets dat we misschien zelf ook zouden doen, of zelfs willen. Het is zo oud als de mensheid.
Geweldloos verzet
Moedig verzet, inspiratie en leiderschap is wat we kregen en dat het zo wijdverspreid is onderstreept de kracht van zijn boodschappen alleen nog maar.
Het is een formule die we ook in latere tijdperken nog zouden terugzien in leiders die geweldloos opstonden tegen overheersing. Denk Gandhi, denk Mandela, denk Dalai Lama.
Geweld ontvangen zonder het terug te geven. Toon de andere wang. Blijf vredelievend. Ontvang de pijn, die je wordt aangedaan. Blijf staan in je waarheid. Geef aan hen die dat nodig hebben.
Je zou j haast afvragen wat christus zelf zou denken van de huidig christelijke kerken die dat mandaat niet echt meer volgen en soms zelfs aanzetten tot geweld, hebzucht en overheersing.
Een hippie uit het jaar nul
“Heb je vijanden lief” geeft volgers instructie om geweldloos te zijn, niet te strijden, lief te hebben. Het is als en hippie die een bloemenketting rond de nek van een soldaat hangt. Liefde, niet oorlog.
Christenen mogen geen geweld plegen naar anderen en ondergaan geweld tegen hen lijdzaam, in afwachting tot hun verlossing na de dood. Lijden in het leven mag, na de dood komt de beloning.
Een dodencultuur, misschien, maar niettemin geweldloos naar anderen. Het zou niet zo geweldloos blijven (mensen blijven mensen), maar het begon als meedogende geweldloze beweging, vergelijkbaar met de latere hippiebeweging.
Laat het oordelen aan God en zorg voor je medemens, vooral voor degenen die er niet bij mogen horen, of arm, ziek, of gebrekkig zijn. Leef en geef niet uit eigenbelang, maar doe goed voor degenen die dat nodig hebben.
Jezus hield een spiegel voor die niet voor iedereen welkom was.
Jezus de gezalfde
Jezus kreeg de term Christus aan zijn naam. Het woord christus betekent de “gezalfde” en zalven was een ritueel waarmee iemand aan te stellen in een rol. Hij was charismatisch en intelligent en kwam met profetieën en wonderen.
Voor de machthebbers was hij een gevaarlijke rebel, vooral omdat zijn woorden zo resoneerden. Mensen waren opgewonden om hem te ontmoeten en luisterden gretig naar wat hij te vertellen had.
Vooral machthebbers uit zijn eigen gemeenschap zagen daardoor een probleem in deze man. Iemand die volgers trekt uit jouw volgers, is een bedreiging voor jou positie. Hoe het verhaal zich zou ontvouwen was daarvan een gevolg en Jezus zelf voorzag dat ook.
Jezus de vernieuwer
Ofschoon het leven van Jezus een nieuwe religie zou starten, was dat niet zijn eigen doel. Hij kwam uit het Joodse volk en werd een Joods predikant en leraar, die predikte over zijn religie en cultuur. Hij was niet bezig zich af te scheiden, maar te hervormen. Hij deed dat uit naam van zijn God, de Vader. Zijn God was de Joodse God.
Zijn spreken was dus vooral voor, over en naar Joden. Tegen commercie in de kerk en voor compassie en hulp naar anderen, de zieken, armen en zwakkeren. Hij stopte Joden die gretig waren om te veroordelen en straffen. Laat dat maar aan God over. Jijzelf bent ook niet perfect.
Wie zonder zonden is werpe de eerste steen
Jezus
Hij was zo aansprekend als leider en spreker voor zijn volgelingen, dat ze zich christenen gingen noemen, volgers van christus, volgers van Jezus de gezalfde. Na zijn dood en heropstanding bleven ze trouw aan hem en noemden zich christenen.
Het idee van een christendom
Het idee van christendom ontstond in de tijd van kruistochten, waarin christenen naar de Arabische staten gingen om daar islam te vernietigen. Het is een strijd die al eeuwen wordt gevoerd waarin afwisselend christenen en arabieren de macht nemen over elkaars gebied.
Moslims waren (zijn) bezig een islamitische staat te formeren, een wereldomvattende staat onder islamitisch gezag dat en onder islamitische wetten, geleid door islam. Islam kent geen scheiding tussen kerk en staat. Het doel is daar een staat onder kerkelijke wetten.
Christelijke leiders vonden dat blijkbaar een inspirerend idee en kwamen daarop met het christendom, een christelijke staat waarin christelijke wetten zouden regeren.
Een tijd lang leek het of onze westerse staten zo gevormd zouden worden, onder regie van een Rooms Katholieke kerk. Deze kerk had ooit veel wereldse macht, met alle gevolgen van dien en er zijn vele gelovigen die nog steeds meer kerk in hun staat willen.
Eeuwenlange fricties
De drie-eenheid van jodendom, christendom en islam blijft fricties met elkaar hebben, terwijl beide nieuwe religies, beide gebaseerd op een inspirerend leider, in elk geval deels gebaseerd of geïnspireerd zijn op de Joodse religie.
Maar zo gaat het onder mensen. We strijden voor onze eigen gemeenschap en al deze gemeenschappen zijn groot en hebben lange wortels in de historie.
Latere inspirerende leiders hebben ook weer eigen varianten van dezelfde religies gebracht met grote schare volgers en nieuwe conflicten. Het is een eindeloze beweging. Misschien gaat het meer over onze aard als mens en de zoektocht naar betekenis.
Ooit waren de Arabische staten een smeltkroes van culturen een het centrum van ontdekkingen en toen kwam er ook daar een inspirerend leider die vertelde dat de zoektocht naar wereldse kennis slecht was en opriep om terug naar de religie en haar wetten te gaan. Het gebied is daardoor radicaal veranderd en de rol in de wereld ook.
Moeten we strijd eenzijdig stoppen?
Grote veranderaars schuwen niet om ons te prikkelen met extreme beelden. Dus hoe moeten we “Heb je vijanden lief, zoals jezelf” daarin zien? Moeten we dat letterlijk oppakken? Is het slechts prikkelende retoriek?
Wat betekent je vijanden liefhebben, als het kan betekenen dat je nog steeds de strijd moet oppakken?
Of moeten we eenzijdig stoppen met strijden, waarna onze vijanden met ons mogen doen wat ze willen? Dat laatste lijkt meer iets van een boeddha. Een boeddha is allereerst verantwoordelijk voor zichzelf en vrede is daar het doel.
De prijs van vrede
Boeddhisme geeft geen wapens om een strijd te winnen, geen verweer. Elk geweld, elke strijd, wordt daar gezien als een bron van lijden. In plaats van vasthouden een strijden, winnen of verliezen, laat je het gaan.
Vrede is belangrijker dan winst, belangrijker dan elk bezit ook en dat heeft boeddha zelf ook gedemonstreerd. Hij zelf leefde zonder bezit, zonder bindingen of lasten. Boeddha was een inspirerende zwerver en bedelaar die zich afkeerde van strijd. Zijn vrede was belangrijk voor hem en hij liet het niet verstoren.
Maar geld dat eigenlijk niet ook voor Jezus? Ook die had geen eigen plek en was een gast op zijn reizen.
Het is het pad van vele spirituele leraren dat ze hun bezit opgeven en zich richten op het hogere, terwijl ze zich laten verzorgen door de omstanders. Meer dan de kleding aan hun lijf en een inspirerend verhaal hebben ze niet nodig. De rest wordt door anderen verzorgd, door volgers en degenen die hun woorden waarderen.
De weg van geweld is anders. De prijs van geweld van jouw kant, ook als het in reactie is, komt vroeger of later naar je terug in een vorm van lijden. Dus geweld plegen is niet wat je wilt doen.
Geweldloos is het enige antwoord om lijden te verminderen, ook als geweld van buitenaf komt. Maar het begint in jezelf, met je eigen antwoord op je omstandigheden in het moment.
Als pijn, of lijden, onvermijdelijk is, dan kan je het beter nu nemen, omdat elk alternatief het alleen maar groter maakt. Zelfs uitstel maakt het groter omdat je dan moet omgaan met de angst dat het gaat komen.
Alles van waarde kan je verliezen en vroeger of later gebeurt dat ook. De prijs van vrede is het opgeven van je hechtingen in de buitenwereld, zodat je nergens voor hoeft te strijden. Elke hechting zal je vroeger of later doen lijden.
De prijs van vrede is daarmee het opgeven van je bindingen. Of je daartoe bereid bent is natuurlijk aan jezelf. De meesten van ons vinden dat een te hoge prijs en zijn wat minder radicaal in onze benadering.
Reageren op strijd
Als je alle geestelijke bronnen van lijden kalm weet te houden, dan is elke ervaring dragelijker. Je zal minder lijden wanneer je emoties en gedachten rustig blijven en je niet verzet. Het boeddhistische antwoord op geweld en strijd is dus passief en vooral innerlijk.
Een boeddhist probeert ergens in het midden te verblijven, onbewogen, zowel in de piekervaringen als in de dalen. Niet surfen op de golven, maar beseffen dat je water bent is wat boeddhisten proberen te doen.
Natuurlijk is dat antwoord weinig bevredigend als je wilt winnen, terugvechten, of je bezit wilt behouden, maar dat is niet erg boeddhistisch van je. Misschien staan je emoties nog in brand en voel je het vuur dat je opdrijft. Je bent vrij om je keuze te maken.
Jezelf kalmeren en reguleren
Vrede en liefhebben betekent natuurlijk ook dat je allereerst de oorlog in jezelf moet opmerken en kalmeren. Stressvolle emoties, zoals woede en angst, verstoren je vrede, evenzeer als kwellende gedachten doen.
Eenmaal aanwezig, kunnen ze groeien en verspreiden en dat is helaas vaak wat ere gebeurt. We geven onze stress graag en vaak door aan anderen, simpelweg door erover te delen.
Je innerlijk en je uitingen kalmeren is dus de allereerste taak van een boeddhist. Opgewonden emoties en gedachten zijn verslavend en blijven aandacht vragen, maar als je zelf kalm bent in een staat van vrede, dan zullen ook je uitingen milder en vriendelijker zijn en andere uitkomsten geven.
Je hebt invloed op je innerlijke reacties, dus dat aspect van je lijden kan je leren beheersen. Mediteren en aansluiten bij een gemeenschap van andere beoefenaars is wat het boeddhisme daarin adviseert.
Maar dat doen we ook in religie, waar we bidden en naar kerkdiensten gaan, of anders hebben we daarvoor zelfontwikkelingsgroepen en spirituele groepen. We doen het graag samen.
Vechten doet pijn
Als ons doel is om strijd te verminderen, of op te lossen, dan kunnen we niet terugvechten, want zelfs als we winnen, komt de strijd vroeger of later weer terug. Dus elke actie en reactie die neerkomt op terugvechten zullen we iets mee moeten.
Een rustige geest en innerlijke balans kan helpend zijn. De juiste aandacht kan helpend zijn. Je acties kunnen vrede verstoren als ze onhandig zijn. Daar beweegt zich het boeddhisme.
Bedenk dat ook je woorden en je gedachten een actie zijn, want veel ervan ligt binnen je invloed. Ook je voelen staat onder je invloed en kan je kalmeren. Vasthouden aan iets, al is het een waarheid of je gelijk, kan lijden veroorzaken. Het pad van boeddhisme is onpersoonlijk en vormloos (vloeibaar) in zijn aard.
Als volger van Boeddha zouden we dus eenzijdig stoppen met strijden, maar is dat ook wat de uitspraak over je vijanden liefhebben bedoelt?
Vertrouwen op Goddelijke interventie?
In religie kunnen we zo vertrouwen op de Goddelijke interventie, dat we elke strijd aan de God van onze keuze overlaten. Ook dat is een potentieel pad naar vrede. Er zijn christelijke stromingen die zover gaan en wat het tot een kwestie van geloof maakt hoe je daarin staat.
Als vertrouwen op God je rustiger en vredelievender maakt, zorgt dat je meer compassie toont en je meer hulp bereid naar anderen maakt, je meer opent om begripvol te zijn voor velen, dan lijkt dat een goede plek om te zijn. Dan klink je als een integer mens die goed is voor zijn omgeving.
Ikzelf denk dat er meer antwoord is op de uitnodiging om van onze vijanden te houden. Er zit meer in verpakt en wat mij betreft zullen we uitkomen bij volgende stap, maar daar zijn we nog niet. Wat te doen met het woord vijand?
Wie zijn die vijanden die we lief moeten hebben?
Vijanden zijn doorgaans mensen (groepen) waartegen we strijden, waar we ons van afkeren, waar we ons tegen afzetten, of die we zelfs haten. Dat we iets of iemand een vijand noemen heeft dus onze beweging en relatie al bepaald.
Net zoveel houden van onze vijanden als van onszelf, lijkt niet gemakkelijk. Houden van onze naasten is één ding, maar houden van vijanden? Dat is de opdracht. Ga er maar aanstaan, terwijl alles in je het tegendeel roept.
Hoeveel verhalen hebben we niet geschreven en gefilmd die over wraak gaan? Hoeveel helden hebben we niet de kop van daders laten inslaan? Hoe weinig moeite hoeven we te doen om in onze media en onszelf de bloedlust te herkennen, als we weer eens opgehitst worden in een politieke arena?
Gelijkheid, dienstbaarheid en eenvoud als opdracht
Mijn vader zou vast trots zijn op dat ik dit thema oppak. Hij heeft zijn leven als christen geleefd en hij volgde zelfs na zijn pensioen nog een schriftelijke Bijbelstudie (ontdekte ik bij het opruimen van zijn bibliotheek). Ik heb de religie niet overgenomen, maar de waarden wel.
Hun leven was gebaseerd op waarden als gelijkheid, dienstbaarheid en compassie voor anderen. Zelfs de minste onder ons is een gelijke, denk maar niet dat je beter bent.
Ze verlangden niet naar grootsheid, roem of rijkdom, maar wilden slechts een dienstbaar leven en een gezin. Het was een goed regel, gevuld met regelmaat.
Wie goed doet, goed ontmoet
De maat van zo’n bestaan zit in het goed dat het doet voor anderen, het heeft weinig glamour en valt niet perse erg op, maar het heeft waarde in zichzelf. Het raakt vooral individuele levens, terwijl het zelf op de achtergrond blijft.
Mijn ouders hadden op jonge leeftijd het Leger des Heils gevonden en vonden elkaar in de kweekschool daar. Ze trouwden als officier in die heilsgemeenschap, mijn vader door mijn moeder omschreven als erg serieus en een goed spreker.
Ze zouden werken in kindertehuizen tot ze zelf kinderen hadden en de zorg voor zijn gezin zou maken dat hij overstapte naar andere dienstbare beroepen, eerst maatschappelijk werk en daarna ouderenzorg.
Dit soort spreuken zit dus ook in de echo’s uit mijn jeugd. Als kinderen groeiden we op in en rond het Leger des Heils van onze ouders. Heb je naaste lief, was een van de kernmantra’s.
Verbonden in menselijkheid
Maar natuurlijk zijn we niet allemaal zo gericht op het naleven van christelijke religie. We zijn met velen en heel verschillen in geloof en praktijk.
Wat ons verbind is menselijkheid en het feit dat we met al onze verschillen ook een gemeenschap vormen en dezelfde ruimte delen. We zijn mensen in een gemeenschap van mensen. We leven een menselijke ervaring.
Daarom kijken we hier dus naar de inhoud en onderzoeken de impact en betekenis van dit soort oude wijsheden, vrij van overwegingen over een God. De spreuk is een voertuig om gedachten en oordelen te onderzoeken.
Heb je vijanden lief. Is dat iets om te doen? Wat kunnen we nog met dat soort wijsheid?
Het ideaal van vrede op aarde
Opvallend is hoe wijdverspreid dit soort gedachten zijn. Elke esoterische stroming heeft iets vergelijkbaars om na te leven, boeddhisten en atheïsten gelijk.
Vrede op aarde is niet te bereiken zonder vrede tussen mensen. Je kan dus gerust atheïst zijn en nog steeds iets vergelijkbaars overwegen en zelfs nastreven. Vrede op aarde is in ons aller belang en vooral in de kerstperiode worden we eraan herinnerd.
Oorlog heeft een reden nodig, vrede eigenlijk nooit
We moeten verleid worden om in een oorlog te stappen, want wie zit er echt te wachten op een oorlog? Een oorlog moet eerst in jezelf zitten voor het de wereld bereikt en onze wens tot zelfbehoud overkomen. Het heeft vele medestanders nodig met eenzelfde bloedlust om van een persoonlijke strijd naar een oorlog te escaleren.
Het verlangen naar vrede en liefhebben is verankerd in een persoonlijke verlangen naar een veilig, vrij en rustig bestaan. We leren dat niet uit een dictaat dat ergens staat, of uit een enkele beoefening. Ook zonder politiek of religie, zouden we dat verlangen kennen, vooral als de omstandigheden van ons leven niet rustig zijn.
Oorlog heeft een reden nodig, vrede eigenlijk nooit. Het verlangen naar vrede, vrijheid en bestaansveiligheid is er al.
Waar willen we van bevrijden?
Waar willen we vrij van zijn? Van woede, angst en verdriet, zou ik zeggen, van alles wat pijnlijk en moeilijk is.
We willen vrij zijn van stressvolle emoties en tegenslagen in ons bestaan (omdat die dat soort emoties triggeren). De rest zijn eigenlijk alleen maar rechtvaardigingen en aanleidingen voor die emoties.
Veiligheid zoeken we meestal binnen onze eigen kring, maar wat als we die kring kunnen vergroten, wat is er dan mogelijk? Wat als de kring alle mensen omvat en alles wat leeft? Heb je vijanden lief? Is dat mogelijk?
Vergroot je liefde en omring iedereen ermee
Boeddha adviseerde om je liefde te vergroten en minder persoonlijk te maken. Maar die had geen religie. Het boeddhisme is op menselijkheid gebaseerd, op de menselijke ervaring, niet op het dictaat van een God. Interessant dat de beoefening tussen beiden dan toch zoveel overeen komt.
Verlangen naar liefde en vrede
“Heb je vijanden lief, gelijk jezelf”, geeft expressie aan ons verlangen naar liefde en vrede en onze neiging om alles wat anders is dan onszelf en onze groepscultuur het etiket vijand te geven. Met vijanden strijden we en vijanden sluiten we legitiem buiten.
Religie probeert ons daarvan af te houden, behalve natuurlijk als strijd uit naam van religie gebeurt. We hebben wat afgestreden uit naam van ons gelijk. Religie probeert ons op een recht pad te houden, met als belofte een ultiem geluk en vrede na de dood. Mocht dat niet genoeg zijn dan is er natuurlijk ook nog de dreiging van eindeloos lijden, als je God niet gehoorzaamt.
Dat gehoorzamen en aanbidden is een probleem in een wereld met vele religies, want welke religie en welke stroming binnen een religie is de juist om te volgen? Religies blijken zowel te inspireren en verbinden als dat ze eindeloze strijdperken blijven vormen. Dat verstoort de vrede ook wel wat.
Maar is dat de schuld van Jezus, of van ons mensen die maar blijven proberen de betekenis, inhoud en beoefening van religie te veranderen naar onze voorkeuren? Er as maar een Jezus, als je gelooft in zijn bestaan, dus wat had hij ons te vertellen?
Heb jezelf lief is het startpunt
Heb uw vijanden lief, gelijk jezelf. Mooi in de spreuk is dat het zowaar veronderstelt dat je jezelf liefhebt. Dat zal voor velen al een uitdagend concept zijn. Allerlei stromingen wijzen hiernaar en vertellen je dat de oplossing is om meer van jezelf te houden (wat dat ook betekent).
Dus als ik mezelf niet lief heb, mag ik dan mijn vijanden ook niet lief hebben?
Waarschijnlijk is dat niet wat er bedoeld werd. Het gaat natuurlijk allereerst over het oplossen van haat en onderlinge strijd, te beginnen in jezelf. Liefhebben is een vredevolle staat, terwijl vijanden de staat van vrede en harmonie verstoren.
Gelijk als mens, maar in andere omstandigheden
Vijanden zijn ook feitelijk net als ons, slechts deel van een andere groep, of ze dienen een ander belang, of dragen een andere motiverende pijn. Dus “gelijk jezelf” betekent eigenlijk ook dat we allemaal gelijk zijn. Allemaal zijn we mens en hebben menselijke eigenschappen.
Je vijand is dus echt gelijk aan jou. Vriend of vijand is slechts een verschil in omstandigheden. Maar onze psychologie maakt dat we onze eigen groepsleden, onze binnenkring, anders beoordelen dan anderen buiten de groep.
We oordelen milder over onszelf dan over anderen
Het is bekend dat we onze eigen daden en motieven altijd goedpraten, terwijl we geneigd zijn negatief te oordelen over andere groepen. Daar is niets rationeel aan. Het is slechts geborgen in onze menselijke aard.
Groepsloyaliteit is een bewust en onbewust motief, op niveaus die we niet eens zelf doorhebben. Van onszelf spreken we veel goed, en verzachten onhandige en pijnlijke gedragingen met positieve motieven, dat doen we minder snel over anderen in andere groepen.
Onbewuste drijfveren en patronen
Daarom hebben we ook familieopstellingen nodig om de verborgen loyaliteiten en patronen te ontdekken. Wat we denken dat ons beweegt is niet altijd wat ons echt beweegt. Veel van onze motieven blijven in ons verborgen en hebben veel te maken met onze biologische oorsprong.
Heb uw vijanden lief, gelijk jezelf. Ons verlangen is naar vrede, maar om daar te komen moeten we iets aangaan en overwinnen. De spreuk wijst naar iets in onszelf, niet naar buiten, dus dat is al een mooi begin.
Wie maakt een vijand?
Ikzelf zou dat nog willen aanvullen. Kan je, in plaats van je vijanden lief te hebben, simpelweg stoppen met vijanden te hebben?
Geen vijanden hebben, is dat mogelijk? Ik denk van wel en kom daar later nog op terug. Een belangrijke vraag is wie bepaalt dat iets of iemand een vijand is? Wat is het gevolg daarvan?
Je vijanden liefhebben is een flinke opdracht, waar we zeker nog niet gevolg aangeven als we die vijand ontmoeten.
Zelfs vandaag zag ik nog een boodschap met de tekst “Zolang we onze innerlijke “vijand” niet liefhebben, zal er geen vrede zijn in de wereld.”
Het is twijfelachtig of het waar is, maar het wordt met overtuiging gebracht. Ook voorwaardelijkheid kan een valkuil zijn in het bereiken van uitkomsten.
Het veronderstelt nog steeds dat er een vijand is en het woord liefde is nooit erg afgebakend en dan legt het een link naar “de wereld” wat zowel vaag is als erg veel omvattend. En wie zijn er allemaal verpakt in het woord ons? Hoe kan die ons vrede in de wereld blokkeren? Is het een zo afhankelijk van het ander?
Je moet er maar niet teveel over nadenken, want dan blijft er eigenlijk slechts een bak met vragen over en weinig antwoorden. Misschien was het bedoeld als een aanmoediging om het werken aan innerlijke vrede te stimuleren, maar had het dat dan niet beter kunnen zeggen?
Waarom ook innerlijke vijanden creëren als het niet nodig is? De uiting kwam van iemand die non-dualiteit probeert de promoten, maar de vorm is onvermijdelijk imperfect.
Het zijn woorden die ongetwijfeld bij wat mensen zullen resoneren, want als je in strijd bent en verlangt naar vrede en liefde, dan resoneren dat soort spreuken misschien wat sneller.
Verdwalen in vurige emoties
Het verlangen naar harmonie zit in velen van ons diep en we hebben alleen al in onze jeugd zoveel strijd ervaren dat we ervan moe zijn en zijn gaan verlangen naar het einde ervan. De gevoelens die strijd brengt zijn chaotisch en we hebben het al zo druk.
We willen graag liefde en vrede, harmonie en vrijheid, maar we zijn ook mensen. Als mens hebben we emoties en die komen in allerlei vormen en om allerlei redenen omhoog. We strijden veel en snel met elkaar en weten daar dan soms niet meer uit te komen.
Soms verspreiden onze strijd en onvrede zich als een vuur en dan kunnen we elkaar zelfs decennia lang allerlei wreedheden aandoen, steeds opnieuw pijn met elkaar uitwisselen.
Hoe ver is dat van de liefde en de vrede waarover de spreuken gaan? Waar is de wijze die ons voorgaat naar het “beloofde land”, het land waar vrede heerst en we gelukkig en vredig kunnen leven.
Wijsheid van apostel Mattheus
In het christendom krijgen we de opdracht “Heb uw vijanden lief gelijk uzelf” in een context. Toen ik het voor dit artikel las, was ik positief verrast. Het is best een mooie tekst.
Apostel Mattheus [Mattheüs 5:43–44] zegt:
U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten. ‘Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen.
Best een hoop instructie voor een korte tekst. Liefhebben, zegenen, goed doen en bidden en dat allemaal voor mensen die het niet zo goed met je voorhebben.
Het lijkt goed advies als die ander het houdt bij woorden en gedachten alleen, maar het wordt wat uitdagender als die ander op het punt staat je iets aan te doen. Maar wat is het alternatief? Helpt het om iemand te haten die je de keel doorsnijdt? Misschien niet.
Mattheus brengt het in een reactie op de Joodse religie, dat zich baseert op het oude testament, waarin ons wordt voorgehouden om alleen onze naasten lief te hebben en vijanden te haten.
Jezus had een aangepaste boodschap en maakte de Joodse God milder en predikte een opdracht van zorg voor de uitverstotenen, de veroordeelden, zwakken en de hulpelozen. Niet de rijken en machtigen verdienen de hemel, maar de minste onder ons, degenen die gebukt gaan onder iets, of een verder onopvallend leven hebben.
Zou het helpen?
In de film “Bridge of spies” speelt Tom Hanks een advocaat die een Russische spion verdedigt in de koude oorlog. De spion is opgepakt door de Amerikanen en toont zich rustig en wil graag zijn verfmaterialen om een portret van de advocaat te maken.
Op diverse momenten vraagt zijn advocaat hem “Maak je je geen zorgen?”. Een keer ging die vraag over of Rusland hem zou martelen, of executeren, nadat hij is teruggestuurd naar Rusland.
De spion antwoordde steeds met de wedervraag: Zou het helpen? Hij had natuurlijk gelijk, zorgen maken helpt niet. Hij had een goede boeddhist kunnen zijn.
Wijsheid van apostel Lucas
Maar er zijn meer apostelen die deze boodschap doorgeven. De apostelen vormen het eerste promotieteam van deze nieuwe boodschap.
Apostel Lucas bijvoorbeeld (Lucas 6:27-49 HTB). In zijn tekst zitten tal van onze cultuurpareltjes (oude wijsheden) verborgen, van “Wie goed doet goed ontmoet”, tot “de andere wang toekeren” als je geslagen wordt.
De tekst van Lucas bevat een uitnodiging om voorbij de gemakkelijke keuzen te gaan om te doen wat uitdagend is op een plek die je uitdaagt. Het gaat om doen wat juist is, niet om doen wat gemakkelijk is.
Wil je alleen maar goed doen voor degenen die ook goed voor jou doen? Wat is daaraan bijzonder? Weet je wat jij moet doen? Je vijanden liefhebben en goed voor hen zijn. Iets uitlenen zonder erop te rekenen dat je zult worden terugbetaald.
Lucas nodigt uit om niet alleen je vijanden en mensen die je haten lief te hebben en goed te behandelen, maar ook om hen te gunnen dat ze het goed zullen hebben en niet belast worden door hun daden, zonden of herinneringen. “Bid dat mensen die je pijn doen gelukkig mogen worden”, zegt Lucas.
Als iemand u een klap in uw gezicht geeft, laat hem dan begaan en verdedig u niet. Als iemand uw mantel afpakt, geef hem dan ook uw hemd. Als iemand u iets vraagt, geef het hem. Als u iets wordt afgepakt, probeer dan niet het terug te krijgen.
Wilt u dat anderen goed voor u zijn? Wees dan zelf ook goed voor hen. Wat voor bijzonders is het te houden van mensen die ook van u houden? Dat doet iedereen.
En als u goed bent voor mensen die ook goed voor u zijn, is dat zo bijzonder? Nee, dat is heel gewoon. Als u geld leent aan mensen die het u kunnen terugbetalen, wat voor bijzonders is daaraan? Iedereen wil wel geld uitlenen als hij erop kan rekenen het terug te krijgen.
Weet u wat u moet doen? Uw vijanden liefhebben en goed voor hen zijn en hun iets te leen geven zonder erop te rekenen dat ze u terugbetalen.
Heb net zoveel liefde en medeleven als uw hemelse Vader. Spreek geen oordeel uit, dan zal er over u ook geen oordeel uitgesproken worden.
Lucas toont zich een gepassioneerd spreker voor zijn God en zelfs zijn God lijkt zich sinds het vorige boek ontwikkeld te hebben tot een mildere en minder strenge versie.
We worden er opgeroepen naar liefdevolle omgang met elkaar en vooral met degenen die dat misschien moeilijker voor ons maken. Geven aan rijken en vrienden is gemakkelijk genoeg, maar moeten we niet beter zijn dan dat?
Moeten we niet geven om de waarde van het geven, zonder verwachting iets terug te krijgen? Dat is wat Lucas ons voorhoudt. Een betere versie dan onze eigen instincten misschien, minder egocentrisch, minder egoïstisch, meer zorgzaam en hulpvaardig.
Als je in het leven doet wat moeilijk en goed is, zo zegt deze Bijbel, dan zal je na je dood worden beloond met vrede en geluk. Maar Lucas voegt er genoeg voorbeelden aan toe die een direct verband leggen tussen hoe je anderen behandelt en hoe dat hun houding naar jou zal vormgeven.
In de kern van Lucas tekst ligt een verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag en hoe dat zal uitwerken in contact met anderen. Doe beter dan krijg je ook beter terug, of in meer bekende termen: Wie goed doet, goed ontmoet.
Innerlijk liefhebben als weg naar wereldvrede
Maar nu keren we terug naar de eerdere genoemde tekst.
Zolang we onze innerlijke “vijand” niet liefhebben, zal er geen vrede zijn in de wereld.
iemand op Facebook
Als ik zoiets lees, dan komen er al snel vooral vragen op. Dit soort stellingen beogen slechts een resonantie te vinden in de lezer, een emotie, en dat maakt dat ze niet echt bestand zijn tegen onderzoek. De betekenis komt van de lezer die resoneert niet uit de stelling zelf.
Dus hier is dan mijn betekenis en dat zijn vooral wat vragen en overdenkingen. Het begint met het woord vijand. Wat is dat, een vijand? Wat veroorzaakt het gebruik van dat woord allemaal?
Vrede tolereert geen vijand
Het lijkt voor de hand te liggen dat zolang je iets een vijand noemt er zeker geen vrede kan zijn. De taal zelf houdt je dan gevangen in strijd en je referentie is wordt daardoor beperkt. Vijand impliceert conflict en strijd, misschien zelfs oorlog en dat kadert deze stelling al meteen.
De weg naar vrede vraagt daarom van je om vijanden te elimineren,niet door de mensen of groepen iets aan te doen, maar door geen vijand van ze te maken en ze geen vijand te noemen, zelfs niet in jezelf.
Stop met verdelen
Het is vergelijkbaar als met seksisme en racisme, die ook maar blijven doorgaan. Zolang we ons denken en onze ervaringen blijven verdelen in mannen vs. vrouwen, of wit vs. bruin, zwart of geel en groepen, dan zullen deze onderwerpen nooit kunnen oplossen.
Strijd beweegt als een levend organisme. Het vindt steeds voeding in zichzelf om te blijven bestaan. Net als een vuur kan het lang smeulen en kracht verzamelen om dan later weer extra fel te ontbranden.
Als gelijkheid ons doel is, zullen we eerst het verdelen moeten stoppen en elk mens als mens benoemen en niet vanuit de groepsidentiteit. Ik ben men, jij bent mens, we hebben onze kwaliteiten, beperkingen en ervaringen, maar in de kern zijn we gelijk.
Als we dan gelijke rechten willen, dan is een oplossing om geen onderscheid te maken in rechten, want dan hebben we ze allemaal. Er is door de decennia heen al veel juridisch werk verricht om wetten te bevrijden van seksistische beperkingen en daarna hebben we geen onderscheid meer in onze menselijke rechten.
Als we maar blijven spreken over man, vrouw, blank of zwart, dan zitten we gelijk weer in de verschillen en de discussies. Geen onderscheid maken, is dan een stuk simpeler. Dan hoeven we ook geen partij te trekken.
Onderscheid aanbrengen kan tijdelijk zinvol lijken om iets te veranderen, maar daarna kunnen we er beter mee stoppen. We hebben al genoeg eindeloze twistpunten die vrienden uit elkaar drijven.
Zonder onderscheid kunnen we naast elkaar staan als mensen onder elkaar. We kunnen samenwerken en elkaar helpen als mens. Strijd en groepsidentiteit zijn verleidingen en daarin mogen we onze weg verstandig kiezen. Vrede maakt geen onderscheid.
Gevangenschap in emoties
Vijanden benoemen is dus een probleem in zichzelf en als we allemaal gewoon mens zijn is dat alvast opgelost.
Eerlijk gezegd heb ik persoonlijk nog geen innerlijke referentie bij woorden als vijand en haat. Er is niets in mij waarmee dat woord resoneert, dus echt begrijpen kan ik die innerlijke staten niet, in elk geval niet vanuit eigen beleving.
Als opsteller begrijp ik hoe haat een vijand of kwelgeest aanwezig kan laten blijven als die persoon er niet meer hoeft te zijn, maar dat is dan in een onbeheersbare beweging van angst of razernij.
Het voelt als een innerlijke verkramping die je wilt vermijden. Er zit een mate van hyperfocus in, maar geen flexibiliteit of vrijheid. Je zit gevangen in een eigen obsessie en dat lijkt ver van fijn. Er is dan geen mogelijkheid tot een oplossing, buiten misschien vernielzucht of bloeddorst, ingegeven door een extreme angst en/of woede.
Voor mij lijkt het heel veel macht om aan iets of iemand toe te kennen. Een vijand is iemand die belangrijk voor me is, die me iets kan aandoen en met wie ik iets moet.
Waarom zou ik zoveel van mijn ervaring in het nu willen inleveren en verslechteren met gedachte en gevoelsreacties, zelfs als die persoon er op dat moment niet is? Data lijkt een flinke investering die ik misschien wil bevrijden voor iets dat leuker is.
Je vijand heeft geen last van je haat, maar je emotie is vastbesloten om daar verandering in te brengen. Dat alleen al is tragisch en je kan beter hulp zoeken als je zo verteerd wordt door je emotie. Ik gun je rustige emoties en prettige omstandigheden.
De waarde van het moment
Ken je het verhaal over een zen-boeddhist die aan een takje aan een helling hing? Onder hem waren wrede woeste katten die hem probeerden te grijpen, terwijl ze omhoog sprongen.
Boven op de helling waren ook woeste roofdieren, dus hij kon niet omhoog en omlaag en het takje was maar zwak en zou hem niet lang houden.
De monnik keek voor zich uit en zag voor zijn ogen in de helling een klein plantje met prachtige bloemen. Hij glimlachte.
Het is een groot goed als je helemaal in het moment kan blijven. Het volgende moment kan slecht uitpakken, maar als je daar na al over fantaseert, dan raak je misschien een goed moment kwijt.
Lijden in momenten waarin lijden niet nodig is, lijkt zo zonde.
Zou het helpen?
Haat als expressie van onmacht
Ooit had ik als kleine jongen misschien genoeg onmacht naar mijn vader om emoties als haat te rechtvaardigen, maar ik heb dat nooit gedaan, of zelfs willen doen. Het zou de situatie niet beter maken.
Ik kon niet goed tegen zijn drift en harde handen op, maar er waren andere oplossingen die me minder zouden kosten. Ik hield niet van strijd. Er is altijd een ander rustiger moment waarop je opnieuw kan proberen en ondertussen iets leukers doen. Ook dat is een oplossing.
Ik kan dus alleen vaststellen dat het om een tragische emotie lijkt te gaan die aan iemand wordt toegewezen. Hoe anders kan iemand van een mens in een vijand veranderen?
De invloed van overdreven taalgebruik
Een vijand moet belangrijk genoeg zijn om het woord vijand te verdienen. Eenmaal een vijand krijgt die persoon of groep veel aandacht we kunnen onze aandacht maar een keer besteden.
Het woord vijand impliceert dat een speciale focus wordt gegeven. Een vijand is belangrijker dan zo maar iemand. Net zoals iemand die een geladen pistool op je richt, meteen je onverdeelde aandacht krijgt, doe je dat met vijanden.
In gebruik lijken we steeds vaker en gemakkelijker voor dit soort grote woorden te grijpen. Vaak gaat het dan om een overdrijvingen van emoties en om oordelen. Het zo ons beter kunnen dienen als we mildere of meer beschrijvende woorden gebruiken, want taal veroorzaakt ook iets.
Velen lijken “haat” en “vijand” inmiddels ook wat lichtzinnig te gebruiken. Vaak wordt het woord haat gebruikt als een alternatief voor woorden als afkeuring, of afwijzing. Daarmee verandert er ook iets in onze ervaring, maar ook in onze mogelijkheden.
Escalatie in ons taalgebruik doet geen goed, ook niet voor onszelf. Het uitvergroten en uit verband trekken van voorkeuren en tegenstellingen door grote woorden als haat te gebruiken doet ons geen goed.
Het krijgt misschien aandacht, maar het helpt niet om elkaar beter te verstaan en bereiken.
Als we van een andersdenkende een vijand maken, verandert dat iets. Met een vijand is een gesprek moeilijker geworden en is de bereidheid om te luisteren minder.
Algoritmes selecteren de grootste emoties
Maar de algoritmes houden meer van haat dan van mildere worden. Hoe extremer hoe liever, want extreem betekent emotie en emotie betekent aandacht. We moeten dus haten en vernietigen om aandacht te krijgen. Wat verliezen we daarin?
Grote taal krijgt aandacht. “Heb elkander lief”, een stuk minder. Aandacht gaat waar conflicten en spanning zijn. We scharen ons om de relletjes, niet om de picknick. We rennen met onze camera naar een brand, maar niet naar een boomplanting.
Helpen we ook als we naar de brand of ramp rennen, of gaat het alleen om de opwinding en de aandacht die we ermee krijgen?
Dus zeggen we dat dat iemand iets haat en krijgen daarom meer lezers en volgers dan. Ze noemen het ook wel Clickbait, een prikkelende titel die niet perse de lading dekt, maar wel zorgt voor klikgedrag.
Hoe bereiken we elkaar nog?
Maar wat veroorzaakt die taal dan vervolgens? Hoe zien we elkaar als we het woord haat tussen ons in zetten? Hoe bereiken we elkaar nog als we het zo vast hebben gezet en zo gepolariseerd en niet meer nieuwsgierig naar elkaar zijn? Hoe zou Lucas daarover denken?
Een verterende emotie kan zo’n brand veroorzaken dat het beter zou zijn om de emotie als een hulpvraag te benaderen en geen olie op dat vuur te gooien.
Kalmeren met aandacht
Als een boeddhistische gemeenschap (een sangha) merkt dat iemand zo in verwarring is of in brand staat van zijn emoties dat gesprekken niet meer werken, laten ze de persoon een tijd met rust zodat die een kans krijgt om eerst te kalmeren.
Het doel daar is om vrede te dienen en herstellen, dus als je luistert naar iemand in een stressemotie dan doe je dat niet om te corrigeren maar om die persoon de kans te geven om die emotie te uiten en weer tot rust te komen.
Je luistert tot je eigen vrede in gevaar komt en moet dan pauzeren om die weer te herstellen. Er is op dat moment vast iemand anders in de gemeenschap die het over kan nemen, of luister je verder op een ander moment.
Op die manier zorg je dat de brand in een persoon niet verspreid door de gemeenschap.
Help zolang je eigen vrede stevig is
In die staat is er ook geen andere mogelijkheid, want het vuur is te groot en alles verterend geworden. Zo’n vuur verslindt alles en iedereen die ervoor bevattelijk is.
Soms is met rust laten dus de enige strategie en beschermt de gemeenschap, maar dat is vaak niet wat we doen.
Dat ik dit zeg en geen persoonlijke beleving heb bij woorden als haat, betekent trouwens niet dat ik nooit frustratie ervaar in contact met iemand, of dat ik nooit de ervaring van strijd heb gehad. Het verschil is simpelweg hoe ik die situaties waarneem en erop reageer.
Mijn eigen streven is altijd om uit de strijd te blijven of een strijd op te lossen, want ik weet dat het met hoge kosten komt.
Ik zoek het liefst naar een oplossing die vredelievend is en stap desnoods tijdelijk terug als de emoties te groot zijn, om op een kalmer moment weer te proberen.
In het vuur staan
Het is niet gemakkelijk om in het vuur te blijven staan, het kost je altijd iets. Soms kost het veel.
Ik weet niet of mijn reactie een kwestie is van een gezegend en voorspoedig leven, of dat ik gewoon anders ben in dat soort situaties, maar bij mij werkt het dus zo. Het is hoe ik reageer op tegenstellingen en emoties.
Zelfs als jongeling was ik al zo en zocht naar andere antwoorden en meer begrip voor anderen. Uitbarstingen van woede heb ik altijd als een verlies ervaren. Als je daar eenmaal bent heb je onderweg al veel steken laten vallen.
Vaak is dat dus niet het moment om iets op te lossen, maar ik heb later geleerd om het te ontvangen op een meer productieve manier.
Dat moet ook wel in het beroep dat ik koos. Die keuze komt ook voor mijzelf met uitdagingen, want het vuur is ook waarom mensen hulp vragen.
De moed om zachtaardig en hulpvaardig te blijven
Ik spiegel me graag in een personage als Newt Scamander in de “Fantastic Beasts” filmreeks. Hij toont zich verlegen en introvert, een persoon wiens reacties steeds komen uit zachtmoedig en hulpvaardig, ook als omstandigheden een strijd onvermijdelijk maken.
Het is duidelijk dat Newt geen strijd in zijn hart heeft en dat is waar elke strijd begint. Het maakt hem anders dan velen en dus ook ietwat onbegrepen en geïsoleerd. Het is niet gemakkelijk om een Newt te zijn en de druk van je groep te weerstaan.
Waar anderen in strijd schieten, blijft Newt vol compassie en reikt uit naar het lijden van degenen die lijden om daar hulp te bieden. Zijn enige motief voor strijd lijkt zorgzaamheid te zijn en bescherming van anderen en hij aarzelt heel lang voor hij partij kiest.
Newt reageert niet met angst en geweld schieten als hij iets of iemand niet begrijpt, maar beweegt naar voren en probeert zorgzaam te helpen en dat andere te leren kennen. Hij is een boeddhist zonder boeddha, iemand die andere wezens waardeert om hun verschillen en die buiten de schijnwerper probeert te blijven.
Newt toont zich vredelievend tot het einde, maar ook krachtig, want hij houdt stand waar anderen wijken. Hij weerstaat druk vanuit de eigen groep en blijft trouw aan zijn waarden. De plek van Newt is bij alles wat niet past of afgewezen is en alles wat onbegrepen is. Daar helpt, beschermt en verzorgt hij en bouwt vriendschappen op.
Net als een boeddhist ervaart hij de pijn in strijd en lijden en probeert dat te verzachten. Hij doorziet hoe strijd zelf een bron van lijden vormt en geen oplossing. Strijd is het resultaat van angsten en misverstanden, van onbegrip.
Natuurlijk is hij daarom anders dan de meesten, meer teruggetrokken, meer afgezonderd, meer op dieren gericht dan op mensen, maar ook belangrijk juist omdat hij zo anders is en integer. Hij dient alle leven, niet alleen zijn eigen groep.
Ik herken veel in Newt, al is het maar een verlangen om een zachtaardig mens als Newt te zijn. Strijd en oorlog hebben een plek, maar zouden zoveel mogelijk vermeden mogen worden.
Gaat het wel goed met ons?
Het is best tragisch hoe gretig veel mensen zijn om in strijd en oorlog te gaan. Gaat het wel goed met ons?
Dit soort overwegingen vormden de intentie van waaruit ik De Witte Prins begon. Ik wilde expressie geven aan een liefde. Dat daagt natuurlijk ook uit om betekenis te geven aan het woord liefde.
Kracht is een vereiste
Liefde en vrede moeten krachtig en stevig zijn, om betekenis te hebben. Ze moeten ook een prijs kosten, want daaruit blijkt hun waarde en oprechtheid. Hoe hoger de prijs was, hoe duidelijker hun kracht en waarde is.
Geven waar het moeilijk is, past dan goed in het woord liefde, terwijl geven waar het gemakkelijk en welkom is, niet zoveel betekenis heeft. Als liefde je iets kost, is het waarschijnlijk de moeite waard.
Menselijke waardigheid
Het is denkbaar dat ik minder bereid ben om anderen hun menselijkheid af te nemen door woorden als vijand te kiezen. Ik kan geen vijand zeggen en ook een mens blijven zien en dat laatste is belangrijk voor me.
Niet voor niets is dit oorlogstaal, want in oorlog willen we niet meer dat we een mens zien.
Maar het is niet zonder prijs, want als we de mens niet meer in anderen zien, doet dat ook iets met onszelf. Ook wij worden daardoor minder menselijk en vaak meer geneigd tot wreedheid. Het is niet fijn om daar te zijn.
Dienstbaarheid en roeping
Natuurlijk is het ook deel van de cultuur van mijn oorsprong. Dienstbaarheid en roeping waren daar kernwaarden en je werkte om anderen te helpen, niet voor jezelf.
Het leven van mijn ouders ging niet over hun zelf maar over over roeping en wat ze voor anderen konden betekenen.
Ze leefden op een manier die in systemisch werk wordt geadviseerd als oplossing voor mensen die de dood van een ander hebben veroorzaakt. Zo’n leven is betekenisvol en heeft waarde, maar het is geen licht leven.
Het is al ietwat tragisch dat een christelijke organisatie zich een leger noemt en de leden verdeelt in soldaten en officieren, maar je vind wel meer oorlogstaal in christelijke organisaties. Dat is oude testament, niet het nieuwe testament. Taal is belangrijk.
Vijanden en haat vragen om een oplossing
Als woorden als vijand en haat in je leven, dan zal je er iets mee moeten. Deze woorden verkrampen niet alleen je lijf, maar ook je denken, je voelen en je aandacht. Misschien heb je simpelweg iets verkeerd begrepen en te snel en onhandig gereageerd, maar nu zit je met de gebakken peren.
Quotes om het woord zetten helpt dan niet echt, want dit is nog steeds het woord dat je koos, te midden van zoveel andere mogelijkheden. Je bent in strijdwoorden gestapt, in het kielzog van zoveel denkers en religie, en nu moet je een weg naar buiten zien te vinden.
Wat is de weg om deze etiketten te herstellen en je emoties te kalmeren?
In het vuur zitten
In het vuur zitten, noemen ze het in het GRIP project in de gevangenis van San Quentin. Het is een praktijk die mannen helpt om hun razernij en geweld op te lossen en te veranderen in iets dat helpend en meer bescheiden is.
Anderen noemen het ook wel meditatie, want in het vuur zitten komt daar vanuit mindfulness en dus boeddhisme. In dit geval blijf je aanwezig en alert tijdens de ervaring van een stressvolle emotie en denkwijze.
Je moet misschien eerst in het vuur zitten en je volledige geweld, woede en onmacht doorleven, om te ontdekken wat je allemaal hebt veroorzaakt en vooral vernield met de expressie ervan.
Het is niet gemakkelijk om in het vuur te zitten, want je vindt daar wat je waarschijnlijk al heel lang probeerde te vermijden.
Elke gedachte aan slachtofferschap en elk excuus over omstandigheden moet je misschien eerst verwijderen, om bij je eigen bijdragen en aandeel te komen, zodat je verantwoordelijk kunt zijn voor dat wat je deed (of naliet) en dat wat je daarmee aandeed, afnam of veroorzaakte.
Geen van ons is perfect en dat is een kracht
Ik zou kunnen stellen dat ik anderen liefheb en een beter mens ben, maar dat is zeker niet het geval. Ik ben niet onder alle omstandigheden een Newt en ik ben zeker niet altijd zo dapper als ik zou willen zijn. Mijn aard is schuchter en misschien eerder angstig dan dapper.
Ik zou mezelf dus eerder een held op sokken noemen, omdat ik vaak met mijn angst toch kracht verzamel en stappen maak om te gaan waar het moeilijk is en goed te doen.
Het komt niet vanzelf en soms komt het niet en bijna altijd is er een prijs om te betalen. Gaan waar het moeilijk is betekent gaan waar je kunt leren en bruggen bouwen. Dat is belangrijk om te doen.
Bewustzijn van imperfectie en twijfel zijn helpende krachten en ze zorgen uiteindelijk dat je gemakkelijker zult kunnen omgaan met anderen die ook imperfect zijn net als jij.
Zondaars kunnen het goed hebben met elkaar, zei Bert Hellinger ooit, en ik kan me daarin vinden. Perfectie is saai en daar is niets te doen. Leven is imperfect en onvoorspelbaar, maar juist daardoor interessant en leuk.
Leven vraagt een prijs van elk van ons
De intentie van liefhebben is er. De intentie om er te zijn voor anderen ook, maar dat is niet gemakkelijk. Vaak genoeg zijn er momenten van terugtrekken en worstelen met de ervaring.
Liefde komt niet met gemakkelijke keuzen en emoties. Liefde kost. Liefde en leven zijn een en dezelfde.
Liefde krijgt expressie in pijn en offers
Als je liefde beperkt tot alleen zachtheid en gemakkelijke gevoelens, dan doe je het zwaar tekort. Dat soort liefde is in de praktijk erg onbetrouwbaar en vluchtig.
Vaak genoeg is liefde uitermate pijnlijk en drijft je vooruit naar wrede woorden en pijnlijke schadelijke daden. Er is veel tragedie in wat we doen uit naam van liefde en veel lijden is daar verankerd. Zelfs boeddha erkende dat er geen liefde is zonder pijn.
Welk liefde drijft jouw vijand?
De vijand van je keuze, door welke liefde wordt die gedreven? Wat voor liefde was het dat jou ertoe dreef om die ander een vijand te noemen? Voor wie is die vijand goed en helpend? Er is altijd liefde, vooral in pijn en conflict. We dienen allemaal.
Het kan een tragische of zelfs destructieve expressie van liefde zijn, maar is dat niet vaak hoe liefde uitwerkt? Is veel pijn niet slechts een keerzijde van wat we liefde noemen?
Hoogmoedige liefde
Liefhebben van iemand met wie je in strijd bent, kan gemakkelijk hoogmoed en betutteling verbergen. De gedachte is dan dat ikzelf naar een betere positie kan gaan en daarin vrede ervaren.
Ik ben zelfs zo goed dat ik mijn vijand vergeef en eenzijdig de strijd stop. Er is nu niets meer om te doen, niets meer om op te lossen, want ik heb besloten dat ik niet meer strijd.
In die gedachte heb ik weinig overgelaten van mijn vijand en ben ik daardoor zelf minder mens geworden. Heb je dat door?
Ik ben nu opeen onbereikbaar voetstuk gestapt als de god die ik van mezelf heb gemaakt. Het is niet eerlijk, noch is het een waarheid.
Het was slechts een kwaadaardige truc die ik gebruikte, waarin ik de volledige schuld weggaf en mijzelf schoonmaakte. Als die ander het doorheeft zal hij de gift afwijzen met boosheid. helemaal als ik de truc gebruikte in een situatie waarin die ander geen schuld had.
Dus nu ben ik de onschuldige en die ander is dat niet meer. Er is geen mogelijkheid tot herstel naar gelijkwaardigheid (het goedmaken), want die heb ik door te vergeven weggewoven.
Ziet die ander niet in hoe sereen ik nu ben? Waarom blijft die ander toch worstelen of strijden met me?
Hoe kan het dat die ander zich niet eens dankbaar aan mijn voeten stort, in het aangezicht van mijn sereniteit, goedheid en de vergeving. Waarom lijkt die ander alleen maar bozer te worden?
Het is een wonder en als je zo denkt dan heb je duidelijk nog niet door wat de beweging van vergeving doet en hoe je uit een strijd komt. Dit is in elk geval niet de weg.
Jouw verheven ik is uit contact gegaan door jezelf op een voetstuk te plaatsen. Als je eenmaal in strijd bent beland is dat geen oplossing. Je zult het eerlijk moeten aangaan.
Het belang van een eigen aandeel
Als ik kies om mijn vijand lief te hebben dan maakt dat me minder menselijk. Ik neem nu geen eigen aandeel en geen schuld meer en poets mijn eigen imperfectie weg. Ik dissocieer dan van mijn ervaring en expressie en ben daarna niet meer bereikbaar op dit punt. Hoe kan de ander niet boos worden als ik die oneerlijke truc gebruik?
Maar liefhebben kan ook helpen, wanneer het betekent dat ik besluit om niet meer terug te slaan, maar wel beschikbaar blijf om het contact te ervaren, om het geweld en de pijn van de strijd moedig te ondergaan. Dat is wat o.a. Jezus en Gandhi ons voorhielden.
In contact blijven geeft de ander een kans om nog steeds expressie te geven aan zijn stressvolle emoties, tot het genoeg kalmeert om naar nieuwe inzichten te gaan en nieuw gedrag.
Maar wie doet dat? Wie staat er in de rij van een Gandhi om geslagen te worden met stokken en geschopt met harde laarzen? Wie wil de strijd ontvangen in plaats van geven en voeden?
Respect groeit waar je moed en kracht toont
Respect groeit als je blijft staan op zo’n manier, wanneer je stopt met vechten en uitdagen, wanneer je moedig bent en de prijs van het geweld simpelweg aanvaardt.
Maar wie is dat respect waardig? Wie staat of zit in dat vuur? De meesten van ons betalen liever niet dat soort offers, dus vrijwillig naar het front gaan is er niet bij.
Ik denk ook dat het niet altijd goed is om eenzijdig naar liefhebben te gaan. Vaak zal dat soort liefde uit contact zijn en vol met hoogmoed. Hoogmoed kan zitten in de stiekeme gedachte dat ik beter ben dan jij, omdat ik je liefheb terwijl je dat niet verdient.
We kunnen veel beter proberen om uit de hoogmoed te blijven, door onze eigen imperfecties en schuld eerlijk te erkennen.
Afstemmen op de staat van anderen
Het lijkt helpend om in contact te blijven met een vermeende vijand (of strijder) en zonder terug te slaan af te stemmen op de expressie van die ander.
Dat kan betekenen dat je naar eenzelfde volume en kracht gaat, maar je expressie laat ontvangen in plaats van klappen uit te delen. Het heeft weinig zin om rustig te fluisteren als iemand tegenover je uit zijn dak gaat en voluit schreeuwt.
Actief luisteren in combinatie met dezelfde energie is dan meer helpend. Zoiets als op vol volume en vergelijkbare toon terugzeggen “Je voelt je ontzettend gefrustreerd en onmachtig en je wilt dat ik weet hoe rot dat voor je voelt en hoe hard je werkt”. of iets vergelijkbaars wat past in wat die ander deelt.
Die ander zal in zo’n geval je meer kunnen horen en snapt dat je probeert te ontvangen en begrijpen. Als je verkeerd hebt “gegokt” krijg je dan een herkansing doordat die ander je gaat corrigeren.
Als je het goed hebt dan zal de emotie en het volume snel dalen en merk je dat die ander eigenlijk niet zo kwaad was en gewoon een mens in stress was. Het enige wat nodig was is iemand die de moeite nam om te luisteren en te laten weten dat de boodschap ontvangen was.
Als je schrikt van emotie, volume of kracht dan kom je niet op dat punt en vertaal je een gebrek in een negatief oordeel. Het kan ook anders.
Je kan vaardiger worden in contact en het omgaan met emoties, maar dat vraagt dat je ook je eigen emoties leert dragen en desnoods parkeren en bereid bent om wat ongemak te verdragen.
In contact ons eigen geweld ervaren
We kunnen in dat contact ook ons eigen geweld ervaren en misschien ontdekken dat een vijand simpelweg menselijk is, met menselijke expressies, loyaliteiten en verlangens.
De strijd was slechts een onhandige expressie van een verlangen, of een emotie, en die ander is dus eigenlijk net als ik. Simpelweg menselijk in een menselijke ervaring, binnen een menselijke context. Een mens als ik, hoe kan ik dat veroordelen?
Dus hoe wordt je een boeddha zonder uit contact te gaan? Dat is een lastige balans die waarschijnlijk ook boeddha niet per se wist te vinden. Zijn doel was om zoveel mogelijk innerlijke vrede te handhaven, maar als dat je doel is ga je onvermijdelijk uit contact met emoties van anderen.
Een boeddha is onbereikbaar geworden
Verlichting kan inspireren, maar niet meer ontmoeten. Een boeddha is onbereikbaar geworden, net als een God alleen nog maar aanbeden en vereerd kan worden omdat het niet gelijkwaardig is.
Waarschijnlijk moet je dus juist geen boeddha zijn om vrede in strijd te bereiken. Misschien moet je een beetje een masochistisch zijn, die bereid is ongewapend en zonder agressie in een strijd te stappen en de ervaring ervan ondergaat.
Leren onder vuur
Als je wilt leren uit strijd, wilt leren staan in het vuur, dan moet je eerst het vuur ondergaan en de pijn voelen in die ervaring. Vaardigheid ontstaat pas later als je leert om niet in brand te geraken, of je terug te trekken.
“Moeilijke” mensen kunnen je daarin helpen, mensen die je beschrijft als vijanden en fout. Misschien kan je daar nog iets halen, iets wat je nog niet begreep.
De grote beweging
Maar het is niet gemakkelijk, want als de strijd echt een oorlog is en je genoeg geweld ondergaat, dan die ervaring je meer overhoop halen dan enig mens zomaar kan afschudden. Die ervaring is dan collectief en fysiek en mentaal uitermate uitdagend.
Oorlogen zijn grote bewegingen waarin je als individu eigenlijk geen invloed meer hebt. De grote bewegingen trekken hele volken mee in hun kielzog en dat zal je dan moeten ondergaan met elk van ons.
Wie uit zo’n ervaring komt met vrede en medemenselijkheid heeft iets bijzonders gedaan. Strijd heeft een functie daarin, want voor stevigheid in vrede heb je eerst flink wat geweld, strijd en worsteling nodig.
Het is net als de vlinder die uit de cocon moet worstelen om zijn vleugels te vullen et bloed. Zonder de worsteling zal het nooit een volwaardige vlinder zijn, zal het nooit kunnen vliegen.
Worstelingen en obstakels zijn noodzakelijk zodat ook jij krachtig en waardig kan worden. Het is hoe een kind een volwaardige volwassene wordt en een waardevol lid van een gemeenschap.
Grote obstakels als groeikans
Zelfs uit de zwaarste omstandigheden, zoals Auschwitz in de tweede wereldoorlog, vind je Joodse mensen die er met een schoon hart en zonder haat zijn gekomen.
Anderen zijn nooit meer overeind gekomen uit hun ervaring of zijn hun leven lang in en strijd blijven hangen, soms verteerd door hun verleden, maar er waren er ook die zonder strijd uit die ervaring kwamen en hun leven verder in vrede en dienstbaarheid wisten te leven.
Het verschil kan zijn dat zij hun eigen menselijkheid en die van anderen overeind wisten te houden. Misschien wisten ze onderscheid te maken tussen de daden en de mensen die deze daden verrichten en zagen in dat die mensen niet zoveel anders waren dan jij en ik.
Maar er wordt ook gewezen naar hoe ze nieuwsgierigheid in leven wisten te houden, zelfs onder de zwaarste omstandigheden. Gisteren was moeilijk. Hoe zou vandaag verlopen? Nieuwsgierigheid is levenslust en dat heeft hen geholpen.
Waar ze in slaagden was in elk geval om hun ervaring niet zwaarder te maken dan het hoefde zijn. Ze konden erna gewoon weer verder. Hoe je verder gaat na een ervaring, hoe je reageert op iets, daarin kan je veel doen.
Hoe bijzonder dat de grootste zielen opstonden uit d e zwaarste perioden in onze mensheid. Groot kwaad gaf ook geboorte aan groot goed.
Vijandschap is een relatie
Je hebt veel geïnvesteerd in iets of iemand, om hem een vijand te noemen. Als je trouw bent aan die investering, dan mag je die relatie ook goed afronden. Als jullie moedig en vaardig bleken kan het zelfs respect en broeder- of zusterschap hebben gebracht.
Strijders kunnen een goede vijand soms erg respecteren en na de oorlog kunnen ze dan soms als gelijken en vrienden verdergaan. Op zijn minst deelden ze een unieke ervaring.
De aard van liefde
We kunnen spreken over liefde alsof het slechts zacht en poezelig is, maar ik zie van die liefde eigenlijk maar weinig terug in opstellingen. Het is de vorm die het meest vluchtig is en de minste betekenis lijkt te hebben, maar het is de gemakkelijkste vorm waar de meesten van ons nog naar verlangen.
De andere vorm van liefde, die ik merendeels terugzie in familieopstellingen, is een liefde die een prijs heeft en expressie krijgt in persoonlijke offers. Die liefde is vaak onbewust, uit zich niet in gevoelens, maar zit vol met waardigheid en betekenis.
We zien tal van mensen grote offers geven, tot aan hun leven en gezondheid, voor ouders, grootouders, kinderen, of wie dan ook in de eigen familie, en ze zijn helemaal in harmonie met dat offer
Ook depressie kan geluk zijn als het een expressie is van dat soort liefde. Op een diep niveau zijn we dan in harmonie en koesteren de depressie omdat het een uitdrukking is van onze verbinding en liefde.
Keer op keer blijken we uitermate trouw aan deze oorsprong en we geven meer en vaker dan we ons bewust zijn.
In harmonie met ons familiesysteem
Alles wat klopt met de regels en behoeften van ons eigen familiesysteem lijkt ons vrede en harmonie te geven. We houden vast aan die liefde, hoe zwaar het ons leven ook maakt.
De verbinding is wat ons leidt en waar deze liefde uit voortkomt. Als hoe we zijn en leven in harmonie is met wat deze verbinding van ons vraagt, dan zijn we op diep niveau in rust en gelukkig.
Gemakkelijke liefde
De zachte poezelige vorm van liefde zie ik slechts terug in momenten en die momenten gaan altijd weer voorbij, om vervangen te worden door weer iets anders.
Het was slechts een gemakkelijk moment dat ons een warm gevoel gaf of wat rust. Misschien kregen we even een luisterend oor, of een knuffel, of deelden een intiem moment en dat voelde goed.
Misschien dachten we eindelijk niet meer alleen te zijn en dat het altijd zo zal blijven. Het is zo vluchtig als onze emoties en gevoelens zijn en vroeger of later verandert er dan iets en denken we dat de liefde weer verdwenen is of voelen we ons teleurgesteld en verdrietig.
Dat is ook waarom we vaak mensen horen klagen over teleurstellingen in liefde, vrienden die geen echte vrienden zijn, enzovoort.
Dan waren er verwachtingen die niet uitkwamen en oordelen we dat liefde als vanzelf aan die verwachtingen voldaan zou hebben. Maar dat is een vorm van magisch denken. Geen realiteit kan daar duurzaam aan voldoen.
Liefde die gemakkelijk is en ons weinig kost, blijkt doorgaans behoeftig. Dat soort liefde wankelt en sneuvelt vaak en snel. Uiteindelijk is dat geen liefde waar je op kunt bouwen.
Nee zeggen op een verzoek kan al genoeg zijn om dat soort liefde teleur te stellen en breken. Als het liefde was geweest, als je echt mijn vriend(in) was, dan zou je er voor me zijn geweest, zeggen we dan.
Wat we kregen was dan niet niet zo meegaand, beschikbaar en gemakkelijk als we dachten en liever dan die realiteit te aanvaarden en met onze gevoelens om te gaan, geven we het maar op. Dus het was geen liefde? Hoe was de liefde van jouw kant in dat geval?
Een minder gemakkelijke liefde die kost
De andere liefde is geen gevoel en niet gemakkelijk. Die vervult ons tekort niet voor ons, zelfs niet tijdelijk en komt met een prijs. Die liefde ontdekken we door te kijken naar de diepere loyaliteit en patronen.
Dat doen we hier met familieopstellingen en daarin kan je zowel deze liefde ontdekken, als je relatie met je eigen oorsprong herstellen en kalmeren. Soms krijg je vooral helderheid, maar vaak opent het mogelijkheden en kalmeert stressvolle emoties. Je kan het een keer ontdekken.
De liefde waar je op kunt bouwen, is steviger en doorleefd. Dat soort liefde komt met verantwoordelijkheid en is bereid een prijs voor zijn bestaan te betalen. Het hoeft niet eens bewust te zijn. Je voelt niets bijzonders als het gewoon is wie je bent, toch?
Die liefde zien we ook in bijvoorbeeld ouders die werken en offeren voor hun gezin en kinderen, kinderen die een emotionele last helpen dragen voor hun ouders en die hun ouders verzorgen.
Zelfs als dit geven komt uit verantwoordelijkheidsgevoel en plichtgetrouwheid, is het ook een expressie van liefde. Dat soort liefde heeft niet echt een keuze, het is geankerd in onze bron van leven, in onze stamboom.
Als we onder het tapijt kijken, blijkt wat er is altijd te kloppen met die stamboom, soms ingegeven door onopgeloste gebeurtenissen, gedragingen of gevoelens in het verleden van die stamboom, zelfs als het iets is waar we op bewust niveau geen enkele weet van hebben.
Het zijn krachten die door ons heenwerken en waar we eigenlijk geen keuze in hebben.
Liefde door dik en dun
Er zijn veel meer voorbeelden van dat soort liefde, maar het is minder gemakkelijk dan de zachte poezelige versie waar je snel en vaak in was teleurgesteld.
Als je dat soort liefde vindt, liefde door dik en dun, dan ben je een rijk mens. Dan heb je een liefde gevonden die het waard is om te koesteren en beschermen.
Dat is wat kinderlijke liefde onderscheid van ouderlijke liefde. De ouder kent de prijs van liefde en is bereid om die te betalen. Maar zoals gezegd betalen we op dieper niveau allemaal en hangt daarin veel af van onze stambomen wat daar nog om oplossing vraagt.
Alles komt en gaat, de onzekerheid is tijd
Natuurlijk is er niets in je leven dat gegarandeerd zal blijven. Alles heeft een begin en een einde en als de liefde in je leven niet vertrekt, dan ben jij wel de liefde in een andermans leven die zal vertrekken. Dat is nu eenmaal zo. Leven heeft zijn eigen bewegingen.
Conclusie: menselijkheid is de sleutel
Zo eindigen we dit onderwerp voor nu. Er hangt veel aan, maar dat is goed. De sleutel ligt, zoals vaak, in je eigen menselijkheid.Als je daaraan expressie geeft en je blijft de menselijkheid herkennen in anderen, dan heb je geen vijanden nodig.
Dat betekent de imperfecties in anderen verdragen en zelfs toestemmen, vieren en omarmen, terwijl je ook je eigen imperfecties en tekortkomingen herkent en erkent.
Je bent niet perfect, niemand is dat, en dat is positief. Imperfecties maken ons interessanter en ons leven rijker. We hoeven daar niet krampachtig over te doen. Je bent slechts de perfecte expressie van jou en die is steeds in verandering.
Bouw dus geen vijanden, maar bouw je eigen menselijkheid en geef dat expressie in een liefde die stevig is en betrouwbaar. Dat vraagt wat moed, maar vooral eerlijkheid.
Heb je vijand lief is een mooie expressie, maar uiteindelijk bepaalt die ander niet zelf of hij of zij een vijand is voor jou. Dat kan alleen jij! De ander kan je niet welwillend zijn, maar jij bepaalt hoe jij die ander ziet en benoemt. Misschien is het een vriend in vermomming, of slechts iemand die niet zo handig is.
Ooit schreef ik over radicale liefde en echte vriendschap, wat ruwweg betekent dat je zelf besluit te leven alsof je een vriend bent en dat niet van anderen laat afhangen. Je geeft dan expressie aan jouw liefde, terwijl je anderen vrij laat om hun eigen spoor en gedrag te kiezen.
Dat vraagt wat meer autonomie van je, maar misschien is het een goede weg om eens te proberen.
Als je altijd de mens blijft zoeken in jezelf en anderen, dan zal je in elk geval minder snel in extreme gedachten en emoties verzanden en dan hoef je waarschijnlijk ook geen vijanden meer lief te hebben. Laat het strijden maar aan anderen.
Ik wens je bovenal een goede reis!
Tot gauw!
Geef een reactie