De lerares stond op het punt om het jongetje uit de klas te sturen. Hij was vaak erg verstorend aanwezig en was daarom al vele keren door leraren naar de rector gestuurd. Ook nu was hij zo en maakte het onmogelijk om gewoon les te geven. Ze aarzelde echter nog, want dit kon toch niet de oplossing zijn? In plaats van hem weg te sturen, liet ze hem voor de klas staan. Het was een experiment, waarvan ze nog niet wist of het zou werken. Rustig keek ze hem aan en zei: “Geert, je hoort bij ons”.
Dat was nog maar het begin, want vervolgens liet ze, een voor een, alle klasgenoten datzelfde tegen het jongetje zeggen: “Geert, je hoort bij ons”. Nadat de hele klas dit had gedaan, was het jongetje erg stil geworden. De rest van de les zat hij alleen maar stil achterin de klas.
De volgende lessen was de verandering heel merkbaar. Het lastige jongetje was verdwenen en in zijn plaats zat nu een veel rustiger jongetje dat constructief meedeed. Hij speelde met klasgenoten en hielp ze bij hun werk en bij het opruimen. Het ontwrichten en kattenkwaad was in lucht opgelost.
De lerares was familieopsteller
De impuls van deze lerares was niet toevallig. Ze was naast leraar, namelijk ook familieopsteller en dit was het zoveelste bewijs van hoe belangrijk dat systemische werk is. Ze heet Marianne Franke en schreef haar inspirerende ervaringen op in het boek “Jij hoort bij ons!“. Het boek leest heel gemakkelijk en is een aanrader voor familieopstellers en geïnteresseerden in systemische therapie.
Achteraf stelt Marianne dat het gebruik van systemisch werk bij kinderen buiten de opdracht van een leraar gaat. Het boek toont echter vooral aan hoe werkzaam en helpend het is om wel gebruik te maken van de lessen uit systemisch werk. Natuurlijk moet je dan wel weten wat je doet en zelfs dan moet je inderdaad als docent de vraag stellen wat je hierin mag en kan doen, binnen je opdracht en mandaat.
Marianne zelf besloot een wekelijks (vrij in te vullen) uur te gebruiken om haar leerlingen wat ervaringen te geven. Ze deed daarmee precies wat ze later in het boek afraadt. Later is ze gestopt als lerares en zich volledig als therapeut in te zetten voor het helpen van kinderen en hun ouders.
Systemisch werk bij kinderen
Wat deed de lerares eigenlijk met haar klas? Ze liet hen zich, bijvoorbeeld, voorstellen dat een familielid naast hun zat wanneer ze een test maakten, of hun huiswerk. Vervolgens vroeg ze hen om het verschil op te merken naar gelang welk familielid naast hen zat. Met wie erbij konden ze zich beter concentreren of beter begrijpen of onthouden? De kinderen hadden plezier in dat soort opdrachtjes.
Marianne Franke werkte met heel multiculturele klassen Ze zag in hoe belangrijk het voor de kinderen was om verbonden te zijn met hun ouders en voorouders, dus stimuleerde ze haar leerlingen om eerst hun eigen erfgoed en historie te leren kennen en de taal van hun moederland te leren spreken. Ze wist dat haar kinderen dan veel gemakkelijker de nationale taal zouden leren.
Op eenzelfde wijze wist ze ook de ouders te betrekken en kon vanuit een meer helpende en toestemmende houding met hen omgaan. De ouders waren niet gewend om zo betrokken te worden (in plaats van geroepen te worden bij problemen) en wilden op die manier graag betrokken zijn in de opleiding van hun kinderen.
De kinderen bleken erg leergierig en floreerden met deze aanpak. Ze leerden snel en als er problemen waren tussen kinderen, dan vroegen ook de leerlingen zelf om het opstellen van dat probleem. De verhoudingen tussen klasgenoten waren hierdoor uitstekend.
Geert Wilders en het minder Marokkanen proces
Politici lijken soms net mensen. Op 9 december 2016 werd een bekend politicus veroordeeld voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie. Ik heb het natuurlijk over Geert Wilders en het minder Marokkanen proces. Voor de wet zijn Marokkanen een ras, aldus de rechter, en het “minder Marokkanen” was in scene gezet en dus was het niet zomaar een vraag.
Deze Geert verdeelt “ons” Nederland in felle voor- en tegenstanders. Is hij gevaarlijk, of benoemt hij op controversiële en directe wijze slechts een aantal daadwerkelijke maatschappelijke problemen die nodig om aandacht vragen? De discussie is nog lang niet klaar en ondertussen stijgt zijn populariteit alleen maar verder. Is Geert het ultieme kwaad of mag hij juist bij ons horen? Het antwoord is niet zo gemakkelijk als het wellicht lijkt.
Erbij horende Medelanders
Allereerst geeft Geert terecht aan dat het niet alleen om hem gaat maar dat hij een miljoen Nederlanders vertegenwoordigt, misschien wel miljoenen. Die miljoenen achter hem willen gehoor en voelen zich door anderen blijkbaar niet genoeg gehoord, laat staan vertegenwoordigd.
Natuurlijk geldt datzelfde ook voor, tenminste een deel van, degenen naar wie Geert wijst. Wat beweegt de probleemgroep waar Geert naar wijst, bestaande uit moslims, mensen van andere nationale afkomst, asielzoekers, en misschien nog anderen? Hebben ook zij een gevoel dat ze er niet genoeg bij horen?
Ook zij lijken, net als Wilders, hun oorspronkelijke Nationale gewoonten en belangen in deze dialoog te verstarren. Is hun afkeren van de Nederlandse waarden en gebruiken misschien een reactie op onze eigen innerlijke verzet tegen hun aanwezigheid?
Hoe zijn die anderen deel van ons bestaan, van onze leefwijze? Hebben wij als burgercollectief misschien eigenlijk een beetje genoeg van immigranten en hun invloed op onze ruimte en gebruiken? Hebben wij genoeg van dele, net zo genoeg als de relschoppers van ons hebben? Is politieke correctheid de ontkenning van een onderliggend gevoel onder de massa waarvoor geen ruimte was?
Elke relatie begint met een botsing van culturen
Vragen genoeg en, zoals in elke verandering, er zijn velen die naar de verandering toe bewegen tegenover velen die er vandaan bewegen. Waar beiden elkaar ontmoeten is er vervolgens spanning, wantrouwen en strijd. Beiden hebben verlangens die om ruimte en erkenning vragen, beiden ervaren zichzelf als goede mensen.
Zoals in elke nieuwe relatie, vinden er eerst botsingen plaats tussen de wederzijdse culturen plaats. De relatie houdt stand als in die botsende ontmoetingen een nieuwe gemeenschappelijke cultuur ontstaat die vervolgens voorrang krijgt op het oude. De weg daarheen is echter niet zo gemakkelijk en lukt niet altijd zomaar. Soms houdt de strijd aan of wordt onderdrukt maar niet opgegeven.
Eerst loyaal aan de eigen cultuur
Hoe vinden we elkaar terug? In de botsing tussen nationale culturen vraagt het vaak meerdere generaties om naar die gemeenschappelijke nieuwe cultuur te bewegen. Ondertussen strijd elke cultuur voor het behoud van zijn identiteit, manieren en waarden.
Elke deelnemer, elke Medelander, is van nature allereerst loyaal aan zijn eigen oorsprong (de cultuur van de moeders) totdat het nieuwe overtuigend genoeg is om daaraan voorrang te geven. De strijd is natuurlijk niet nieuw, want ook in oude tijden zijn alle culturen gevormd door confrontaties met culturen van overheersers, de verlangens naar vernieuwing van nieuwkomers door geboorte of door immigratie.
Immigratie was soms gewenst, als er bijvoorbeeld arbeiders nodig waren, maar voor de zittende cultuur is dat altijd ook een uitdaging. Als het te snel gaat, dan gaan beide kanten aan de rem trekken en trekken zich weer terug in wat vertrouwd was, terwijl er gestreden wordt voor de eigen ruimte.
Nieuwkomers of dat nu jongere generaties zijn of immigranten, willen meedoen en invloed hebben op zowel de cultuur en hun plek. De uitdaging daarvan wordt groter naarmate de culturen die elkaar moeten vinden verder van elkaar af liggen en er minder sprake is van een gemeenschappelijke oorsprong.
Strijd tussen jong en oud
Elke jongere generatie strijd voor zijn plek, ruimte en invloed. Oudere generaties voelen zich daarin vaak miskend en worden innerlijk boos omdat hun bijdragen en offers onvoldoende (h)erkend zijn. Als dat gebeurt, dan zetten ze de hakken in het zand en verstarren de standpunten wederzijds.
Dat kan flink in de weg staan en soms is dan het begin van een oplossing dat de strijdende jongeren beginnen in te zien wat de uitdagingen, offers en verworvenheden zijn geweest van die ouderen. Misschien kunnen ze gaan inzien waar ze zelf profiteerden van die verworvenheden.
De strijdende jongeren moeten soms net zo goed eerst hun oorsprong begrijpen, waarom het is zoals het is, voordat de gezamenlijke cultuur naar een nieuwe balans kan bewegen.
Van hun kant moeten ook ouderen soms eerst herinneren hoe zij waren toen ze jong waren en dat de behoefte aan plek, vrijheid en invloed meer is dan een afwijzing van het oude. Als zij hun eigen veranderingsdrang herinneren wordt daarin een mogelijkheid gevonden om te kalmeren en ruimte te bieden aan nieuwe ideeën en nieuwe invloeden.
Die ruimte is niet mogelijk, zolang beiden kanten snakken naar erkenning van hun cultuur, motieven, offers en positieve bijdragen.
Cultuurbotsingen tussen groepen
Bij individuele cultuurstrijd is dat allemaal al moeilijk genoeg, als er ook nog groepsbelangen en ambities van slim manipulerende leiders gaan meespelen, dan wordt het vaak alleen maar moeilijker.
Een moeilijk te beantwoorden vraag is in welke mate een leider de emoties van zijn groep uitvergroot en creëert, tegenover hoeveel het gedrag en de keuzen van een leider gestuurd worden door de groep die hij vertegenwoordigt. In de praktijk zal je beide bewegingen terugvinden.
Als het doel eenmaal is bepaald en de groep is gevormd, dan is de leider meestal zo vrij niet meer en moet binnen de cultuur en opdracht van zijn achterban bewegen. Dat zie je ook terug in de keuzen van politici.
De onvrijheid van leiders
Eenmaal tot leider verkozen moet de leider leveren om zijn positie te behouden. De leider is gekozen voor een doel, en zijn opdracht is om te dienen, strijden en offeren en de groep rekent hem daarop af. Daartegenover staat dat hij als hij zijn rol goed genoeg speelt, dat mag rekenen op steun van zijn volgers, zij offeren ook voor hem, soms zelfs hun bloed.
In praktijk houden leider en achterban elkaar dus enigszins gevangen en zijn er invloeden naar beide kanten op. Totdat de nieuwe cultuur een feit is, blijft het in elk geval botsen en dus spannend. Escalatie en geweld liggen altijd op de loer. De leider kan dat vaak niet voorkomen als de onderliggende pijn in de achterban groot en oud is.
Als de leider onvoldoende houvast biedt of niet succesvol is, dan neemt de groep het weer over en gaat zijn eigen strijd voeren, met alle gevolgen van dien. Niet de leider maar de pijn en de mensen die het dragen zijn waar het om gaat. Het is een “gewapende” balans, tot het wordt opgelost.
Is Geert Wilders een racist?
Geert stelt zelf dat hij geen racist is. Voor hem staat vast dat de context van zijn “minder Marokkanen”-vraag al vooraf duidelijk was. Dat maakt de actie op zichzelf niet minder ongelukkig, maar ik ben geneigd hem te geloven wanneer hij zegt geen racist te zijn.
Ik denk dus niet dat zijn intentie over een ras, of zelfs een nationaliteit, gaat en vermoed dat zijn intentie werkelijk slechts is om Nederland te beschermen ongeacht kleur en zelfs religie. Dat is ook wat hijzelf zegt, voor degenen die het kunnen en willen horen. Natuurlijk zijn niet al zijn volgelingen zo genuanceerd of zelfs doordacht.
De erkenning dat bepaalde groepen oververtegenwoordigd zijn in criminaliteit en dat religie een grote risico voor veiligheid kan zijn, maakt Wilders nog niet tot racist, zelfs niet als de maatregelen die hij voorstelt erg fors zijn, zelfs niet wanneer hij zich verpakt in woorden die wel erg direct en mogelijk kwetsend zijn. Hij doet dat niet alleen, zijn collega’s, wijzelf en de media werken daaraan behorlijk mee.
In gesprek met een interviewer, die zelf een gematigde moslim uit Turkije is, toont ook Geert zich rustig en beleefd en vertelt hem dat hij niets van hem te vrezen heeft. Hij heeft geen probleem met goedwillende, goed geïntegreerde, moslims, ongeacht kleur of achtergrond. Hij heeft wel een probleem met degenen die de maatschappij doelbewust willen ontwrichten.
Ik kan me voorstellen dat hij persoonlijk geraakt wordt door het feit dat veel mensen echt denken dat hij een racist is en dat hij die intentie vanuit zichzelf niet heeft. Als hij oprecht is dan moet hij dragen dat zijn intentie door velen niet geloofd of ontdekt wordt. Dat is pijnlijk als hij werkelijk wil dat ALLE Nederlanders veilig zijn en het goed hebben, maar hij heeft ook zijn strijdperk gekozen.
Veranderend politiek speelveld
Zijn gekozen rol is die van de sterke leider en daarin past geen bakzeil. Zijn achterban heeft flink genoeg van alle nuance en het gezwabber en vraagt ook om dit soort rechtlijnige taal en stevige standpunten. Voorheen riepen ze Pim, nu roepen ze Geert. Verandering is pijnlijk. Een Rechter verandert daar niets aan.
Deze verandering zit er al vele jaren aan te komen, en werd misschien slechts even een halt geroepen doordat een vorig populair opinieleider vermoord werd. Uitstel, maar misschien geen afstel. Rekent het volk af met haar politiek? Het zal niet voor het eerst zijn. Angst en onzekerheid brengt dat omhoog, ofschoon peilingen aangeven dat het niet perse de armen zijn die deze oproer kracht geven.
Andere partijen tonen zich net zo opgewonden en bang als toen Pim eraan kwam. Voor hen vertegenwoordigt Geert de verstoring van een balans die lang binnen hun controle lag. Ze verdragen noch grote woorden, nog grote maatregelen, maar dat is wel waar (in elk geval een deel van) het volk om vraagt.
Het volk roept om gehoor en wil invloed op de keuzen, zeker nu er zoveel grote bedreigingen zijn, of moet ik zeggen: angsten? Het is een verandering die in veel westerse landen momenteel gaande is, niet alleen in Nederland, maar ook verder in Europa en in Amerika. Het ene na het andere land wordt verrast doordat het volk in meerderheid stemt voor het ondenkbare.
Is de oude politiek failliet? Is dit het stervensproces van een oude elite, van na de tweede wereldoorlog, die vervangen wordt door een nieuwe? Heeft de politiek haar volkeren teveel in de steek gelaten en is dit de groep die haar leiders afzet en (ongeacht de consequenties) een nieuwe leider in de zetel plaatst? Het is een riskant spel. Het volk speelt met vuur.
Wat legitimeert Wilders?
Vermoedelijk is Geert daadwerkelijk bang voor wat eraan komt en wil dat probleem erkend hebben. Zijn analyse laat geen andere ruimte en hij is dienstbaar aan een volk dat zich onder druk voelt staan. Zij kozen hem vanwege zijn consistente lijn, en zijn recht voor zijn raap repliek. Een krachtige stem die beweging brengt, in elk geval bij zittende macht en hun steuntroepen. De correctheid voorbij.
Als we ergens bang voor mogen zijn, is het eerder voor onze neiging om dat soort stemmen te onderdrukken, of niet te horen, dan voor de stemmen zelf. Onderdrukken is nooit een eindspel, of het nu in jezelf is of naar de massa. Wat onderdrukt wordt, komt altijd terug en blijkt dan krachtiger dan voorheen.
Niet voor niets trekken zoveel mensen zijn kant op. Ze waarderen zijn rechtlijnigheid en standvastigheid te midden van een opgewonden gevestigde orde die hen negeerde. Ook waarderen ze zijn vaardigheid in de strijd. Ook zij zijn getuige van de onwil van deze elite om Wilders, hun gladiator, te laten meespelen. Logisch dat dit hun standvastigheid alleen maar vergroot en hun getallen doet toenemen.
Geld is niet hun grootste zorg, dat is slechts waar hedendaagse politici zich comfortabel voelen en zich op willen richten. De achterban van Wilders lijkt het veel meer te gaan over een gevoel van veiligheid, over identiteit en over duidelijk gehoord en bovenal vertegenwoordigd worden. Geert geeft hen dat gevoel. Geert is duidelijk.
Het is een mengelmoes van angst over toekomst, het opgaan (verdwijnen) in een groot Europa waarin onze stem nog minder betekent, en de komst van vele vreemdelingen die waarschijnlijk zullen blijven en die komen uit dezelfde oorsprong als het terrorisme dat we zo vrezen. Ze zoeken een stevig onderhandelaar die hun zaak duidelijk voert. Nee is Nee.
De achterban van Geert wil erbij horen en Geert leent zich als hun voorvechter en leider. Natuurlijk zijn andere partijen doodsbang, maar gaat hun angst niet eigenlijk meer over de achterban, die zich rondom Geert kan organiseren, dan over Geert zelf? De linkse partijen hebben het laten afweten en hebben hun vroegere achterban verloren.
Zonder Geert is alles beter
Voor andere partijen is dezelfde achterban zonder Geert aantrekkelijker. Ze is dan doelloos, doet gewoon niet mee, of bestaat uit potentiële kiezers om de eigen partij groter mee te maken. Zonder Geert is alles beter, althans als je arrogant genoeg bent om te denken dat de kiezer je alleen maar verkeerd heeft begrepen of dom is.
Dan denk je dat uitleg geven de weg is naar terugkeer van de achterban, maar dat werkt niet en je wordt dan verrast door de uitkomst van de verkiezingen. Het is de strategie van een verliezende Hillary Clinton in Amerika, maar ook van bijvoorbeeld Groenlinks die denkt dat enthousiasme en een “goed verhaal” genoeg is. Ze hebben niets geleerd van wat zich in Engeland en Amerika heeft voltrokken.
Als je doet wat je altijd deed, krijg je de uitkomst die je altijd al kreeg.
De kiezer blijkt verrassend genoeg niet meer gevoelig voor ratio en een afgewogen verhaal. Ze is bereid de bom in het veld te gooien, zelfs als die bom henzelf doet bloeden. Dat bloeden deden ze toch wel, hun pensioenen, hun inkomenszekerheid, hun gezondheid, de vooruitzichten van hun kinderen, hun maatschappelijke invloed en positie, allemaal lekt en bloed het en de schuld ligt bij hun bestuur, bij de rijken en machtigen, bij de elite.
Dat het wegvallen van Geert de meningen en belangen niet veranderen, dat het de pijn en het bloeden niet wegneemt, wordt dan voor het gemak maar even vergeten. Ondertussen schreeuwt die pijn om genoegdoening en leiderschap. Wie vertegenwoordigt werkelijk nog deze groep als Geert wegvalt? Is er een partij die bereid is zo duidelijk te gaan staan en nee en stop te zeggen?
Andere partijen zijn netjes en verantwoordelijk en richten zich daarom naar binnen en/of vertegenwoordigen slechts oude idealen en groot geld met een sausje om het te verkopen. Zij zijn goed voor het geld, maar minder goed voor degenen die in de knel komen. De politiek heeft de aansluiting verloren en mist de passie die nodig is om gehoord te worden. Ze is gezapig en ingedut, terwijl om ons heen de wereld (en onze hart) in brand staat.
Zonder stem hoeft de macht daarmee niet echt rekening mee te houden. Die macht ligt in werkelijkheid zelfs niet meer in Nederland, al wordt dat nog niet echt verteld of begrepen. Uiteindelijk is het vooral de arrogantie van de macht die het op de knieën dwingt, net als in Amerika, Engeland en andere landen. Het slaapt tot de volgende voorvechter zich aandient, maar dan zijn we gewoon weer net zo geschokt en verrast. Of niet?
De dreiging van islam
Wilders heeft zich als buitenstaander helemaal in de dreiging van islam verdiept en wil, vanuit een gevoel van urgentie en belang, dat we daar tijdig en adequaat tegen beschermen. Hij heeft (of het nu uit opportunisme of betrokkenheid is) goed gezien dat er iets bleef liggen. Helaas kan hij uit teveel voorbeelden putten van de destructieve invloed van islam en de vermenging van islam met werelds bestuur.
Dat is natuurlijk ook niet zijn schuld, de islam heeft als cultuur zijn strengheid en kracht behouden en komt eraan. Dat hebben wij gedaan natuurlijk, door ons in hun gebied in te mengen en onze macht in de vorm van geweld te laten voelen. Eerst stuurden wij ridders met een groot rood kruis op de borst, tegenwoordig sturen we drones en slimme raketten.
Wij zijn en waren daar het gevaar, en als geweld eenmaal normaal is houdt het zich gemakkelijk in stand. Wij hebben het geboren en hierheen gebracht. Als Geert het gat niet had gevuld, was het wel iemand anders geweest. Hij is vooral bedreigend omdat hij een capabel leider en politicus is die de aandacht weet te vangen, vooral omdat hij maar niet weggaat of zich laat kortwieken. Waarom luistert hij toch niet?
Het verval van de Arabische wetenschap door islam
De hoogtijdagen van de islam-cultuur lag zo’n duizend jaar geleden. Rond het jaar 1100 heeft een fundamentele islamitische denker, Imam Hamid al-Ghazali, gezorgd dat een bruisende en vooraanstaande wetenschappelijke gemeenschap veranderd in een religieuze gemeenschap en een wetenschappelijke woestijn.
In de hoogtijdagen tussen 800-1100 na Christus, was Bagdad het centrum van de wereld op het gebied van kennis en multi-cultuur. Je vond er alle religies, moslims en joden naast elkaar, en een smeltkroes van leven en ontdekkingen. Woorden als algebra en algoritme, beide Arabische woorden, en veel namen van sterren herinneren aan die tijd waarin de namen van ontdekkingen Arabisch waren.
Het was de invloed van Imam Hamid al-Ghazali die een filosofie bracht waarin wiskunde tot het werk van de duivel werd en die zorgde dat de islam-gemeenschap een filosofie begon aan te hangen waarin wetenschap het onderspit dolf en sindsdien niet meer meedoet in het voorfront van ontdekkingen.
Zo’n duizend jaar geleden nadat wetenschap door tot ongelovig werd bestempeld, is dat veranderd en sindsdien zijn dus geen ontdekkingen van betekenis meer gedaan.
Neil deGrasse Tyson over het verval van wetenschap in islam culturen
Dr Neil deGrasse Tyson, een bekend astrofysicus, vertelt in de onderstaande presentatie over naamrechten, Nobelprijzen en het verval van wetenschap in islamitische culturen. Hij vraagt zich hardop af hoeveel indrukwekkende ontdekkingen we hebben gemist omdat al die miljoenen mensen kennis en wetenschap als werk van de duivel zijn gaan zien. Wat als zij ook hadden meegedaan?
Een groot verlies voor de mensheid als je het zo bekijkt. Strenge religie richt zich echter op het idee van “leven” na de dood en niet op kwaliteit van leven. Een nuance misschien, maar heel belangrijk voor velen.
Is dat soms waarom Pim Fortuijn voor zijn moord al sprak van een achterlijke cultuur? De christelijke gemeenschap heeft diezelfde religieuze strengheid en de vermenging tussen religie en (werelds) seculier bestuur al eeuwen geleden opgegeven.
Met de komst van de boekdrukkunst begon de Christen zelf te lezen en interpreteren en nam de macht van de Rooms Katholieke kerk af. De Spaanse inquisitie is daarom gelukkig nog slechts iets uit films en verhalen, maar wordt niet meer lijfelijk geleefd.
Onze wetten zijn gebouwd om die macht ook nog verder in te perken en voorkomen dat de lijfstraffen uit de bijbel nog gepraktiseerd mogen worden. Mensen als Wilders zijn echter bang dat er in de toekomst een meerderheid zal ontstaan die de ingebouwde bescherming zullen teniet doen. Zij zijn er niet gerust op dat een religie die nog zoveel uitslaand geweld en bereidheid tot offeren in zich heeft zich zal gaan gedragen.
Het gevolg van deze angst is in beide groepen voelbaar. Ook het fundamentalisme ontleent er kracht uit en voelt zijn bestaan bedreigd. Wat niet mag, krijgt kracht. Terreurgroepen weten dat en willen graag dat wij uit angst de nuance verliezen en moslims gaan achtervolgen en onderdrukken. Zij zegevieren elke keer als wij uit angst handelen of kiezen.
Hoe verstaan we hun bezorgdheid?
Als we de bezorgdheid voor dit soort invloeden niet kunnen verstaan, hoe kunnen we dan Wilders en zijn volgers ontvangen en erbij laten horen? Hoe kunnen we, zonder te verstaan, zonder ons hart te openen, deze scheiding in onze samenleving (en onszelf) oplossen? Natuurlijk kan dat niet.
Natuurlijk wordt de bezorgdheid en urgentie door tegenstanders niet gehoord en specialiseren ze zich vervolgens in het afkeuren van de boodschapper. Zonder boodschapper geen boodschap. Is dat even gemakkelijk? Waarom gaat die toch niet gewoon weg? De bezorgdheid is te moeilijk en daar kunnen ze niet echt iets mee. Je kunt moeilijk openlijk tegen je kiezers zeggen dat je ze dom vindt.
Voorspelbare reacties van keurige administrateurs
Hun enige respons is daarom verontwaardiging en het teruggeven van de geschoktheid van hun eigen emoties als angst en afkeer. Visie ontbreekt, of is meer van hetzelfde afwachten, pappen en nat houden, dat we zo goed kennen.
De politiek lijkt de laatste decennia vooral gericht op een puntje erbij of eraf. De rol van een administrateur in plaats van de visionair leider. Verandering mag, maar zo geleidelijk dat we koken voordat we zelfs door hebben dat het warm geworden is. Ondertussen staan steeds meer burgers in brand.
Natuurlijk zijn ook dat slechts gemakkelijke reacties. En de verontwaardiging is ook gewoon weer gespeeld en tactiek naar de achterban. In werkelijkheid weten ze niet echt wat te doen en kopen daarom tijd in de hoop dat het zichzelf oplost voor de bom barst.
Ondertussen snakt een groot deel van de bevolking naar een oplossing, of op zijn minst een duidelijke stem. Zij zijn de nuance voorbij. Het is gewoon niet genoeg. Wie is het toch die zo’n stem laat horen? Wie schenkt water in de woestijn?
Staat de boodschap je niet aan?
Als in de politiek een boodschap je niet aanstaat en je mist overtuigende argumenten, dan kan je altijd naar de boodschapper wijzen en die onderuit halen. Als ook dat niet genoeg is, dan kan je technische bezwaren aandragen of simpelweg zeggen dat niemand het recht heeft om zoiets te zeggen (geschoktheid veinzen). In elk geval wil je niet in een positie komen dat je inhoudelijk moet reageren.
De Engelse televisieserie “Yes Minister” heeft al tientallen jaren geleden uitstekend het stappenplan van de politieke reactie in kaart gebracht. Het toont hoe ambtenaren omgaan met dit soort veranderzucht omgaan en die neutraliseren met spelletjes en afleidingen. Amerikanen pakken het wat groter aan: Geef mensen een vijand en een oorlog en ze verenigen zich weer. Voor zolang het duurt natuurlijk.
De reactie op buitensluiting in een familiesysteem
Helaas werken de oude manieren niet meer en horen we de roep om actie alleen maar toenemen. De roep wordt wilder, naarmate Wilders meer en meer wordt buitengesloten. In familieopstellingen zien we precies datzelfde. Degene die buitengesloten wordt, mag erop rekenen dat er anderen zullen zijn die van binnenuit het systeem zullen zorgen dat die persoon er weer bij mag horen. Onbewust komen ze redden en offeren daarbij hun eigen bestaan op.
In het praatprogramma van Jeroen Pauw hoorde ik iemand zeggen “Als Geert veroordeeld wordt, dan voel ik me genoodzaakt om in maart voor hem te kiezen. Als hij wordt vrijgesproken, dan weet ik dat nog niet. Het is belangrijk dat hij er is.” Ik begrijp dat sentiment zeer goed. De reactie klopt en zal niet alleen voor die persoon gelden.
Ook mij kunnen op dit moment nog maar weinig partijen charmeren. Vooral de partij van de dieren is goed bezig en toont een zichtbaar consistente inspanning die steun verdient. Ik overweeg echter ook of de openlijke verbanning van Wilders en zijn kiezers niet om een duidelijk signaal vraagt.
Wat je van hem ook mag vinden, je kunt het aantal stemmen wat hoort bij 30 zetels zo niet negeren. De andere partijen moeten net zo goed leren hoe met Wilders te spelen als omgekeerd. We moeten elkaar horen en erkennen.
Is Geert het onbegrepen jongetje in de klas?
Geert moet erbij horen, ook al is hij misschien dat lastige en vooralsnog onbegrepen jongetje in de klas. Democratie betekent dat we het met elkaar moeten doen. Als de machten hem uitspugen, moeten er burgers zijn die hem terughalen en het signaal geven: Ook Geert hoort erbij. Onverstandig van de macht om hem zelf niet erbij te houden. Ik kan alleen maar de mensen in het spel zien en vraag me vervolgens af wat hun beweegt en drijft. Er is veel angst aan alle kanten.
Interessante rebel
Geert is de grote rebel in het politieke spel. Ook daarom heeft hij mijn interesse. Rebellen zijn erg interessante mensen in allerlei opzichten. Wilders toont zich zowel een heel beheerst en kundig, een ervaren “advocaat” en politicus, een provocatief activist voor een doel. Hij toont de doelgerichtheid en gladde rug die je mag verwachten tegelijkertijd met een overgevoelig die hem als underdog verkoopbaar houdt.
Kenmerk van dit soort rebellen is dat ze regelmatig over de streep gaan, of iets onhandigs zeggen. Dat hoort bij het theater. Natuurlijk zullen groepen die zich aangesproken voelen (of die hij bedreigt met zijn populariteit) zijn woorden oppakken als middel om hem te bestrijden, maar ook dat is normaal. Vertrouwd en voorspelbaar en vooralsnog veilig genoeg om van te genieten. Laat ze maar in de haren springen. Politiek is ook vermaak.
Herintreding van het woord belediging
Het woord beledigen heeft voor mij persoonlijk niet echt betekenis. Ik kan me niet echt voorstellen wanneer ik dat woord zou moeten gebruiken. Woorden van andere mensen hebben gewoon niet dat effect op me, en misschien is dat ook cultuur van een tolerant volk dat als handelsnatie geen belang heeft bij dat soort reacties.
De laatste jaren heeft het woord echter nogal een opmars te maakt. Dat komt vooral doordat het populair lijkt in reacties van moslims en moslima’s die wat aangebrand reageren op wat zij ervaren als oneerbiedig, of als een aanval tegen hun religie.
Als christen zou je in dergelijke gevallen misschien je wenkbrauw optrekken, gewoon weerwoord geven, of je simpelweg omdraaien, maar dat lijkt voor aardig wat moslims anders te liggen. Daar wordt respect geëist, en moet je dus oppassen.
Licht ontvlambare moslim
De moslim neemt niet alleen zijn geloof erg serieus, hij eist dat ook hijzelf net zo serieus wordt genomen. Moslims zijn niet gewoon maar speciaal en willen dus zo behandeld worden. Er zit ogenschijnlijk weinig humor of lichtvoetigheid in islam.
De straffen voor overtreding zijn gebruikelijk ook groter, direct afgeleid uit de Koran, en daarmee niet perse wettig. Nu gaat voor islam de wet van God (Allah is slechts het Arabische woord voor God) ook boven de seculiere wet. Dat geld niet alleen voor de Koran als Bijbelverhaal maar ook voor de bijlage die meer beschrijft aan welke regels je als moslim te houden hebt en welke straffen boven je hoofd hangen.
Voor niet moslims, en zelfs tussen verschillende groepen moslims, is het best lastig om met deze serieusheid en aangebrandheid om te gaan. Als de ander snel aangebrand of opgewonden raakt, is een gesprek niet gemakkelijker te voeren. Voor je het weet sta je beiden in brand en wat dan?
Als die ander aanhangers heeft die bereid zijn tot geweld, dan heb je de stammenoorlogen ook hier gebracht. Dat is niet wat we willen. Wij zijn niet meer gewend aan dat soort geweld. Die tijd is hier geweest. Geweld is hier slechts voor misdadigers, leger en politie.
Godsdienstvrijheid Ja, maar hoe om te gaan met het starre eisenpakket en het licht ontvlambare temperament van een groep die anders wil? Licht ontvlambaar geeft net als verhitte politiek gelukkig prachtig theater en dus mooie mediamomenten. Daarom is dat wat we vooral mogen zien.
Zag je dat? Hij gaf haar niet eens een hand! Oh, zie je hoe hij zijn vrouw trapt en slaat, omdat ze simpelweg hem stoort in een gesprek? Oh, en wat was die advocaat toch weer moeilijk in dat praatprogramma. Hij luisterde totaal niet, en bleef maar koppig inbreken en halstarig Koran-versen citeren. Wat een dwarskop. Wil niet eens gaan staan voor de rechter. Dit is toch Afghanistan niet? Hij is toch een Nederlands advocaat? Laat hem eens normaal doen.
Felle reacties intimideren
Een kort lontje van moslims werkt wel, want we schrikken af voor de extremiteit en onbuigzaamheid van de reacties en begrijpen het ook niet echt. Het is meer gaan werken nadat er diverse fatwa’s zijn uitgesproken tegen publicisten en publieke figuren, nadat er moorden zijn gepleegd.
Het geweld is geloofwaardig geworden nadat we hebben gezien hoe wreed en willekeurig de terreur vanuit islam is en nadat mensen beveiligd moesten worden omdat hun leven daadwerkelijk vanwege hun uitingen werden bedreigd. We zijn steeds minder vrij. Grof geweld intimideert, zelfs al is het maar een geloofwaardige dreiging.
Ik kan me voorstellen dat een Geert Wilders, die deze prijs betaalt, alleen maar standvastiger wordt door zijn ervaring. Het bevestigt de strijd die hij in de kern van zijn programma heeft gezet. Geef hem daarin ongelijk, want hij leeft het en wij vooralsnog in mindere mate.
Gênante momenten van de politicus
Ook ikzelf heb soms kromme tenen, of denk “Nou, Geert, is dat nu nodig op die manier? Je bent toch beter dan dat?”. Dat “minder, minder Marokkanen” is daar natuurlijk een goed voorbeeld. Hem voor de rechter dagen en veroordelen lijkt me echter ook overdreven, helemaal als ik naga welke andere mensen allemaal niet aangeklaagd worden en veroordeeld.
Begrijpelijke emotie als je geraakt wordt, maar niet een verstandige oplossing voor een probleem. Een stem wegnemen zal ons niet veiliger maken. Het laatste woord zal ook nog niet gesproken zijn.
Het is duidelijk hoe bang we zijn voor de populariteit en onbeheersbaarheid van de politicus Wilders. Velen vertrouwen niet op zijn mildheid en goede bedoelingen en hij moet zowel met duidelijkheid choqueren (aandacht vragen) als binnen de lijntjes blijven. Voor een rebel lijkt hij me nog erg beheerst en netjes.
Een moeilijke balans, maar waarschijnlijk wordt hij door al dat volgen en aanklagen goed getraind in waar die lijntjes precies liggen. Toch is het ook politieke spel, want we hebben al heel wat gênante politieke momenten mogen meemaken.
Politici zijn niet bang om voor effect te communiceren, altijd op zoek naar de camera en de effectieve oneliner. Wij, het publiek, aanvaarden dat meestal als een gegeven. Wij laten ons bespelen en spelen lekker mee. In een mediatijdperk zijn politici acteurs die media moeten bespelen en daarmee aandacht krijgen en emotie sturen.
Strijder politicus, de politieke gladiator
Al je geen theater kunt brengen, of wanneer je niet overtuigend kunt liegen en rollen spelen, dan red je het gewoon niet lang als politicus. Niet voor niets is het slechts weinigen gegeven om lang in de politiek te floreren en niet voor niets zijn er nog minder mensen die uitblinken door hun visie en leiderschap.
Nederland heeft gewoon niet echt een leiderschapscultuur en politiek is een slangenkuil waarin voor gevoelige mensen geen overlevingskansen liggen. Voor Politiek moet je zowel sterk als buigzaam zijn. De gladiator heeft het niet gemakkelijk.
Politiek is strijd, vaak op het scherpst van de snede. We erkennen dat door uitdrukkingen als de politieke arena. Politiek gaat over het vereniging van (schijnbaar) onmogelijk te verenigen belangen. Ga er maar eens aan staan. We zijn liever betrokken op afstand.
Gladiatoren leren elkaar respecteren als strijders. Maar wees alert als je je ‘vrienden’ je onbeschermde rug toekeert. Vertrouwen wordt beschaamd en is kwetsbaar. Politiek toont een cultuur die weinig integer is. Toont het niet ook de cultuur van de economische markt die we zo graag verheerlijken? Waar zorgen we voor en helpen elkaar?
Waar is die doorsnee vredelievende moslim eigenlijk?
Ik mis de “gewone doorsnee vredelievende” moslim in de openbare dialoog. Waarom houden deze moslims zich zo afzijdig en leven teruggetrokken in hun eigen cultuur? Wat kan het goede zijn, dat uit ditzelfde voort kan komen?
Af en toe wil er nog wel eens een moslim in de media voorbij komen die vertelt dat de extremistische uitleg van de koran niet echt islam is, maar die enkeling staat tegenover een grote schare aan voorbeelden van geweld en onderdrukking waardoor hij niet overtuigd. Het zijn ook slechts woorden. Een zichtbaar sterke en gematigde beweging lijkt er vooralsnog niet te verschijnen.
Willen gematigde moslims soms alleen leven op een afgezonderde eigen plek? Willen ze met rust gelaten worden en vergeten? Zijn ze de hand vergeten wiens voedsel ze eten? Of is er daadwerkelijk een grote groep die er echt bij wil horen en echt met ons leven?
De straffen voor afvallige moslims zijn groter en wreder dan voor “ongelovigen”, dus misschien zijn ook zij te bang om in het strijdperk te treden. Je zichtbaar verbinden aan moslimwaarden, terwijl je ondertussen jezelf afscheid, is dan veiliger en gemakkelijker.
Slechts een handvol dapperen spreekt zich uit. De massa die zich niet uitspreekt, onderscheidt zich daardoor echter onvoldoende van de groep waarvoor wij met recht bang zijn. Ze helpen dan ook niet om die andere groep zichtbaar te maken en te begrenzen. De behoefte om de rangen gesloten te houden naar de buitenwereld is een verkeerde impuls in dit geval.
Het politieke antwoord is … ?
Het uitblijven van een duidelijk hoorbaar geluid uit die gemeenschap van 1 miljoen, baart daarmee zorgen. Hoe geïntegreerd is die groep eigenlijk al? Ook Rutte roept inmiddels dat 20% van de moslims nog niet geïntegreerd zijn.
Op zijn beurt haalt Wilders een onderzoek aan dat zegt dat een meerderheid van moslims aangeeft de regels in de Koran boven de Nationale wetten te stellen. En dan is er nog de zorg van de duidelijke oververtegenwoordiging van moslim-groepen in de criminaliteitscijfers.
Wat doet een overheid met dergelijke feiten? Welk plan biedt een kabinet daarvoor? Beetje meer van dit en een beetje minder van dat en verder maar niemand tegen de schenen schoppen? Het lijkt zo onbevredigend als je met dit soort problemen daadwerkelijk te maken hebt, of bang bent dat het eraan komt.
Waarom krijgen vooral de extremen aandacht?
Hoe komt het dat we in het publieke domein vooral die moslims tegenkomen die zich uitermate aanvallend en afgesloten opstellen en die bijvoorbeeld geen hand willen schudden? Is dat omdat het aantrekkelijke media oplevert en aandacht trekt door verontwaardiging? Is dat winstbejag van een media die commercieel is en dus leeft van aandacht?
Als ik in mijn eigen leven kijk, dan zijn dat niet de moslims die ik tegen kom. Is dat een cultuurverschil, of is er meer? Ik spreek hierover wel eens de eigenaar van de lokale Donner-zaak, zelf een moslim uit Afghanistan. Hij vertelt dat hij alleen maar vrede wil en in een moskee alleen gaat bidden. Hij niet naar de boodschappen daar, omdat hij toch geen Turks verstaat. Hij wil graag moslims in zijn zaak gewoon Nederlands spreken, zodat het ook veilig is voor mensen die de andere talen niet spreken.
Ik heb geen reden om hem te wantrouwen. Gewoon een lokale ondernemer die dagelijks werkt voor zijn brood. Waarom zou ik ook? Normale burgers zitten helemaal niet te wachten op uitslaand geweld en oorlog, ze begrijpen ook dat zijzelf daarvoor de grootste prijs betalen. Niet iedereen is een extremist. We zijn slechts bang omdat we niet weten wie de extremist is. Welke prijs betalen we daarvoor?
Turkse gastarbeiders
Als kind leefden er gastarbeiders in ons huis. Het waren rustige vriendelijke mensen. Ik heb dus nooit problemen ervaren in het contact of ook maar een gedachte gehad over onveiligheid. Regelmatig at ik een hapje bij een van hen mee. Het was dagelijks hetzelfde pittige eenpansgerecht met wat brood, maar erg lekker.
Ook latere contacten met moslims zijn nooit moeilijk geweest, ofschoon hun geloofsbeoefening wel een zekere afscheiding uitlokt. Mijn ervaring is echter positief, deze mensen waren harde werkers en rustige gastvrije mensen. Een vrouw die mijn moeder hielp is het huishouden is tot de dag van vandaag in contact gebleven en altijd even enthousiast en hartelijk.
Ik heb door die ervaring dus nooit reden gehad om zo boos of bang te zijn. Als je elkaar leert kennen, is dat ook moeilijker. Als ik mijn eigen ervaring naga is geloof, ras of geslacht ook nooit aanleiding geweest voor discriminerend onderscheid. Als ik op iemand reageerde, dan was er altijd een aanleiding in het gedrag of de houding van die persoon.
Grote angst heb je vooral voor mensen die je niet in je leven hebt. Wat je niet kent, is moeilijker te vertrouwen. Dan spelen verhalen een rol in je beeldvorming. De huidige media stemmen dus wel angstig doordat ze vooral dreigingen uitvergroten.
Ik weet echter nog niet of ik banger wordt van het idee dat Isis mogelijk hierheen komt, of van de reacties van mijn medelanders. Ik vermoed dat laatste. Groepen die bang zijn kunnen tot onverstandige daden in staat zijn en steken elkaar daarin aan. We zouden gemakkelijk iets kunnen creëren wat erger is dan datgene wat we vrezen.
Sociale media, de dood voor gemoedsrust
Het lijkt soms wel een uitslaande brand, en vaak ligt eronder niet veel meer kennis dan wat mediabeelden en onderbuikgevoel. Hier is duidelijk de sociale media aan het werk. Wat maakt dat we zo snel geneigd zijn om gedeelde Facebook berichten voor waar aan te nemen? Is het de passie van de schrijver die vol angst zat en die dus emotioneel duidelijk in brand stond? Maken we elkaar niet gek met al dat gepost op Facebook en ander media? De een na de ander staat in brand.
Terug op het eigen eiland
De vraag is echter nog niet beantwoord: Wat maakt dat veel moslims niet echt samen leven met niet-moslims en zich liever terugtrekken in een eigen subcultuur met overdadig aanwezige religieuze rituelen? Durven ze niet? Beheersen ze de taal niet genoeg? Zijn wij Nederlanders niet prettig genoeg?
Dat terugtrekken in eigen cocon, doen wij ook graag. Het maakt het onderlinge vertrouwen niet gemakkelijker. Het geeft onbedoeld een voedingsbodem waarin minder prettige ervaringen en verhalen snel gaan woekeren. De uitdaging is om elkaar te vinden.
Een moslim in de hand….
Ik stelde daarom ook voor in reactie op weer zo’n brandbericht om in plaats van die berichtgeving te volgen een paar moslims op te zoeken in te leren kennen. Als je mensen uit elkaars groep kent en waardeert, is er pas echt een mogelijkheid om een gezamenlijke cultuur te bouwen.
Bekend maakt vaak geliefd. De waarneming van binnenuit is altijd anders dan de waarneming van buitenaf. Kan het probleem zijn dat we elk teveel op het eigen eiland blijven hangen, terwijl we slecht fantaseren over elkaar? Wie geen deel is van je leven, is gewoonweg onbekend en dus minder te vertrouwen.
Extremistische Imams
Imams doen de reputatie van hun geloofsgroep regelmatig helaas weinig goed, als ze weer eens betrapt worden op het prediken van een meer kwaadwillende en extreme interpretatie van hun geschrift terwijl ze in media roepen dat ze vreedzaam en goedwillend prediken. Ze doen dan precies wat ze prediken, want hun interpretatie van islam zegt dat je tegen ongelovigen mag liegen en dat je die moet uitroeien.
Volgens een moslima aan een gesprekstafel zijn imams in de moslim gemeenschap niet meer dan iemand die de koran uit zijn hoofd heeft geleerd en wordt geraadpleegd. Haar vader is imam, maar dat maakt hem niet tot iemand die gevolgd moet worden. Imams zijn geen officiële autoriteiten of geschoolde mensen, zoals bijvoorbeeld meneer pastoor dat in de beleving van Christenen nog wel is of was.
Christenen zouden zo’n gewelddadige interpretatie van God’s opdracht niet meer luisteren, maar veel moslims lijken nog niet zo geëmancipeerd. Vooral in ontevreden jongeren lijkt het soms nog een voedingsbodem te vinden. Sommigen reizen naar Isis af om daar het vak te leren of mee te strijden.
Daarnaast zie je ook bij moslims dat ze hier veel strenger in de leer zijn dan veel moslims in het midden oosten. Het is deels dus ook een reactie op het leven in een “vreemde” omgeving en cultuur waardoor deze groep de eigen cultuur wat meer gaat benadrukken om het gevoel van identiteit niet te verliezen. Hoe meer wij afkeuren, hoe meer zij dit moeten doen.
Datzelfde zie je ook bij Nederlanders wanneer die emigreren naar het buitenland. Identiteit en cultuur zijn een belangrijk lijntje naar onze ouders en voorouders.
Imams veroordelen voor aanzetten tot geweld?
Zouden we die ‘foute’ Imams, net als Wilders, ook voor de rechter moeten slepen? Durven we dat wel? Of geven we hen een onaantastbare positie, ingegeven vanuit onze angst om te tornen aan vrijheid van religie of voor hun geloofsgemeenschap? De geslotenheid van de gemeenschap en de Turkse of Arabische spreektaal in moskeeën, maken het wel moeilijker om goede informatie te krijgen over wat precies gepredikt wordt.
Imams en extremisten die vriendelijk gedrag vertonen aan de buitenkant, om vervolgens mensen te doden of haat te prediken, geven voeding aan onze angst en wantrouwen. We vragen ons dan al snel af wat er woekert in die gemeenschap.
Wat is het dat wij nog niet weten en dat beschermd wordt door hun behoefte om de gelederen gesloten te houden? Niet weten is echter niet weten. Het is geen informatie. We hoeven elkaar niet te voeden en op te winden met allerlei wilde speculaties.
Hoe kunnen zij bij ons horen als wij niet bij hen horen?
Als wij niet bij hen horen, hoe kunnen zij dan bij ons horen? Nederland is meer dan een plek, het is bovenal een gemeenschap en een cultuur.
Dit probleem treft ons toch allen? Niet alleen de niet-moslims maar ook de moslims die vrede en vreedzaam samenleven als doel hebben? Niet alleen de aanhang van Wilders, maar alle Nederlanders. Willen we niet allemaal hetzelfde, als het gaat om vrede, vrijheid, en het recht op een rustig welvarend bestaan? Willen we het geweld importeren?
Pijn van buiten, voedt pijn van binnen
Misschien zijn er mensen die geweld willen, mensen die geen vrede willen, maar dat is dan vaak een teken dat ze al in oorlog leefden. Oorlog komt uit pijn en boosheid dat al in onze harten leeft, uit onvrede of onverdraagzaamheid naar verschillen.
Oorlog komt vooral uit angst voor je bestaan, een plek, zekerheid en hulpbronnen. We vechten omdat we loyaal zijn aan onze ouders en voorouders, maar ook aan onze kinderen en de zekerheid en veiligheid van hun bestaan. We staan in brand eer we voor oorlog kiezen, of we zijn voor de gek gehouden door een overheid of media die ons verkeerd informeert.
Hoe kan je anders een ander volk zoveel leed aandoen? Hoe haal je die pijn uit een mens, helemaal als het oud en cultureel gegrond is? Integratie is net als het aangaan van relaties niet gemakkelijk, de historie komt mee en ontmoet elkaar.
Leiders laten vaak hun volk bloeden voor niets meer dan een idee. Het zijn niet altijd de grote wonden die het meest bloed verspillen. Ook het drup, drup, drup van een klein sneetje dat open blijft is gevaarlijk.
Vertrouwen moet groeien
Zonder eerlijkheid en openheid komen we er niet uit. Vertrouwen moet groeien. Eerlijkheid wordt pas bewezen als er bewijs van zelfregulatie ontstaat in een moslimgemeenschap die bereid is om ons te betrekken in het oplossen van deze problemen. Dat vraagt vertrouwen.
Wat kan de (moslim)gemeenschap naar emancipatie bewegen? Zit er nog teveel onderdrukking daar, of is ze in zichzelf al naar binnen gekeerd en doet loyaliteit het werk? Is er nog niet genoeg vertrouwen dat ze mogen bestaan?
Integratie of synthese van culturen
Is het niet tijd voor een beter antwoord? De problemen rondom die gemeenschap stapelen zich op en toont dat er hulp nodig is. Nieuwe generaties passen niet in het oude, maar misschien ook niet in het onze. Nieuwkomers beginnen nog pas aan de reis naar integratie of zo je wilt synthese. Wat te doen?
Niet gek als Wilders vraagt om instroom te stoppen, zo lang we nog niet goed kunnen omgaan met degenen die we al hebben ontvangen. Hij lijkt op zoek naar meer mogelijkheden om gedrag consequenties te geven en naar tijd om problemen op te lossen voor het opvoeren van de cultuurclash die we nu al ervaren.
De nieuwen (voor zover ze nog echt nieuw zijn) willen niet echt aanpassen, maar de zittende garde wil ook niet. In theorie wel (want dan voelen we ons een goed mens) maar niet te direct en niet teveel. Negeren en doorduwen helpt niet. Het lijkt soms op een patstelling die niemand echt wil oppakken. Ondertussen zijn er reële problemen.
Met elkaar leven als uitdaging
Vooralsnog leven we meer langs elkaar dan met elkaar en precies daarin daagt Wilders ons uit. Het langs elkaar leven werkt niet omdat we dezelfde ruimte delen en de ontmoetingen dan niet goed gaan. Kunnen we samenleven als moslim en niet-moslim? Wat doen we als dat niet goed gaat?
Hoe komt het dat zoveel Marokkaanse jongeren ontsporen en niet mee kunnen of willen? Wat gaat daar fout zodat ze niet integreren en volwaardig meedoen, zelfs als ze hier geboren zijn?
Is het misschien ook in Nederland zo dat kinderen van Marokkaanse oorsprong thuis alleen nog maar Marokkaans leren spreken, zodat ze al op hun eerste schooldag zoveel achterstand hebben dat ze dat niet meer inhalen?
Moeten Marrokaans-Nederlandse ouders nog leren dat het voor de toekomst van hun kinderen, hier in Nederland, nodig is dat ze ook de Nederlandse taal leren? Is het probleem dat thuis alleen Marokkaans gesproken en geleefd wordt? Worden de kinderen teveel aan hun lot gelaten en hebben niet echt ergens aansluiting behalve bij elkaar?
Of is er iets in de cultuur van migranten dat blokkeert dat ze nog niet meedoen? Is het iets in ons dat hen kansen onthoudt, houden we ons terug in het delen met die ander? Of is het misschien dat veel migranten nog geloven terug te keren naar hun moederland en dus (ondanks langdurig verblijf hier) slechts hier logeren met hun hart en eerste loyaliteit nog in het moederland? Zijn ze hier al wel?
Maak het bespreekbaar
Ik heb geen haat, zelfs geen afkeer, maar wat ik vooral mis is iemand die zich dit soort vragen stelt en iets minder dan idealistische antwoorden formuleert. Het moet ook iemand zijn die niet meteen overstuur raakt van boze verwijtende woorden en kan blijven horen.
Wat niet besproken kan worden, lost zich ook niet op. Erkenning is de eerste stap naar die oplossing. Als we het antwoord niet weten, dan moet het daar maar beginnen.
Geert roept op om meer en zwaardere mogelijkheden om deze problemen te lijf te gaan en misschien hebben we die nodig, maar we moeten niet denken dat zwaardere consequenties alleen het gaat oplossen. Cultuur laat zich niet forceren op die manier.
Even pas op de plaats
Het lijkt dat Geert de kraan wil sluiten om het dweilen te vergemakkelijken. Dat begrijp ik en misschien heet hij gelijk dat het nodig is. Soms moet je nee zeggen, ook als de regels zeggen dat je dat niet mag. De Europese structuren zijn niet voor elk land goed en we hoeven niet te denken dat wij het enige land zijn dat dit soort wereldomspannende problemen kan dragen. Wij zijn in verhouding ook maar erg klein.
Geert geeft daarmee zowel een verstandige bestuurlijke overweging als een stem aan een bevolkingsdeel dat angstig en veranderingsmoe is. Geert heeft op vele momenten aangegeven dat hij alleen een probleem heeft met Nederlanders die zich crimineel misdragende en die proberen de samenleving te ontwrichten. Hij zegt “kleurenblind” te zijn.
Projecties van een herinnering
Is het misschien vooral een herinnering aan slechte tijden die ons hem zo doet wantrouwen, wanneer hij vraagt om hardere maatregelen en tijd?
Zijn we vergeten dat ook die slechte tijden toen ontstonden doordat een bevolkingsgroep in een land zich niet vertegenwoordigd voelde en vervolgens eigenwaarde ontleende aan een sterke leider? Zijn we vergeten dat het toen een combinatie van falende leiders en armoede was die een groep heel boos deed worden en zo in brand zette dat de wereld het moest vergelden?
Een beetje Europese Economie
De politiek-econoom Mark Blyth vertelt gepassioneerd over de economische geschiedenis en hoe de ontwikkeling en samenwerking tussen en binnen economieën gebeurt. Hij illustreert geloofwaardige ingebouwde wetmatigheden die de problemen verklaren die we momenteel vaststellen.
Je moet er wel goed bij blijven als je hem hoort, want hij vertelt veel en praat snel. Het verhaal is echter ook voor niet-economen (zoals ik) redelijk goed te volgen als je er wat moeite voor wilt doen. Ik hoorde hem vertellen over de Brexit en hoe hij dat verklaard en bij Google heeft hij een heel verhaal gehouden over economische geschiedenis en economie voor dummies.
Zijn analyse van de Euro en de grote banken leert dat de Euro eigenlijk is opgericht omdat het goed is voor Duitsland en dat het alle andere landen economisch automatisch tot een verlengstuk maakt van Duitsland. Zolang zij niet volledig deel zijn van Duitsland is dat een probleem omdat de economie van de andere landen niet op dezelfde manier werkt.
Het economisch succes van Duitsland gaat dus ten koste van de economieën van de andere landen, en omdat het nu een eurogebied is geworden drukt hun verlies weer op het succes van Duitsland en Nederland, die daarmee de slecht draaiende landen moeten sponsoren. Hij vervolgens een grafiek zien dat het overschot van Nederland en Duitsland samen zo ongeveer gelijk is aan het tekort van andere landen.
Alle Eurolanden samen zitten dus vast in een zogenaamd Zero-sum-spel, wat betekent dat ze in een patstelling zitten waarin succes voor de een onvermijdelijk verlies voor de ander betekent en ze samen geen stap verder komen.
Blyth kijkt vervolgens naar de schuldenlast van grote banken die allemaal hebben ingezet op staatsobligaties van slecht draaiende eurolanden zoals Griekenland en Portugal, die nu geen geld meer waard zijn. Het verlies kan echter niet meer worden gecompenseerd door hun Nationale bank en dus drukt het op het land waar de bank is gevestigd.
De banken wisten dat ze sowieso te groot waren om niet door hun land geholpen te worden als het fout ging. Ze hebben gespeculeerd op kosten van het volk en hadden niet gerekend op het verdwijnen van de nationale centrale banken. Opeens waren ze deel van Europa en bleek de ECB in Duitsland niet genegen om een individueel land uit de brand te halen door bijvoorbeeld nieuw geld te drukken.
Individuele landen hebben door de euro hun vermogen verloren om de eigen banken te redden of de economie uit het slop te halen doordat ze zelf geen centrale bank meer hebben en ook geen geld meer bij kunnen drukken. Niet de landelijke economie maar Europa is nu waar sturing op gericht is. Dus kan alleen nog een regime van bezuiniging ingezet worden waardoor een land onvermijdelijk alleen maar dieper in de ellende zakt.
Alle Europese landen zitten dus vast in een schuldenlast die afhankelijk is van Duitsland, maar Duitsland lijkt als enige goed te draaien omdat het vooral een export economie is grotendeels binnen Europa. Andere landen hebben door het voorgaande geen concurrentiepositie meer tegenover Duitsland en komen daarom in een neerwaartse spiraal. Ze worden aangestuurd alsof ze Duitsland zijn, maar zijn anders.
Ook Nederland heeft een bancaire schuld die vele malen groter is dan de totale Nationale begroting. Dat is een onmogelijke situatie en wij hebben daarom geen profijt van ons overschot, omdat er aan de andere kant een even grote ongedekte schuldenlast ontstaat die elk overschot weer opeet tot het hier ook compleet vastloopt. Veel Europese landen, inclusief Nederland, zijn dus belast door schulden die onmogelijk af te lossen zijn en zijn eigenlijk failliet zonder dat ze dat al door hebben.
Helaas voorspelt Blyth decennia recessie voor veel Europese landen, waarvoor geen echte oplossing beschikbaar is. De ellende van de euro is niet zomaar terug te draaien door kleinere landen, omdat de andere valuta niet meer bestaat en ze hun eigen drukpersen hebben ontmanteld.
Euro- critici hebben dus gelijk, dat het een ramp-verhaal is. Wat ik eruit onthoud is dat ik deze man meer zal volgen, omdat hij verstandige taal spreekt met een dik Schots accent.
Hij stelt haarscherp dat democratie een systeem is dat is opgezet is om de bezittingen van rijken te beschermen maar dat de armen en arbeiders in de steek laat. Het werd verkocht als goed voor armen, maar je ziet dat de vertegenwoordigers van de arbeiders verschuiven naar het midden, omdat daar het geld zit, en dat ze de arbeider dus in de steek laten. Dat hadden ze natuurlijk niet verteld.
Het democratisch / kapitalistisch systeem buit aan de ene kant uit, door meer uit werkers te halen wat het teruggeeft, en legt daarna de rekening bij de onderklasse. Hijzelf heeft zich opgewerkt uit die onderklasse omdat hij het onredelijk vond dat de rekening door de rijken op die manier werd betaald.
Democratie en kapitalisme dienen vooral de 1% die er superrijk door is geworden. Hij waarschuwt die rijke 1% die met hun huizen op rijke stranden leven (zijn hedge fund vrienden). Je kunt zo’n plek niet beschermen: uiteindelijk zal de 99% je komen halen en de rekening terugbrengen.
Hij rekent even voor, dat de bonussen die beleggingsfondsen een paar jaar na de huizencrisis en de bail-out uitkeerden ongeveer 28,4 miljard was, terwijl de totale uitgaven aan alle minimum lonen bij elkaar rond 40 miljard lag. Er is niets geleerd.
Kapitalisme is nog vrij jong in verhouding tot voorgaande manieren om arbeid en goederen te verdelen, dus het heeft nog niet de kans gehad om zich volledig klem te laten lopen. De andere systemen hebben dat al wel gedaan. Het volk heeft ook toen met revolutie gereageerd en de macht en hun bezit teruggenomen.
Heel interessant om de verhalen en kennis van deze man te ontvangen. Het is zo’n rijke verzameling dat ik niet meer dan een klein stukje eruit aanhaal. Hij heeft het echt door, daar ben ik inmiddels van overtuigd.
De bom erin
Zou de opkomst van Geert Wilders, Donald Trump, Nigel Farage en anderen inderdaad de beweging van de arbeider zijn die de 1% waarschuwen en boos genoeg zijn een bom in het veld te gooien? Erbij horen betekent ook eerlijk delen en samen voor uitdagingen staan. Dat past echter niet erg bij het ideaal van de individuele mens zoals democratie en kapitalisme graag predikt.
Echt kiezen voor het land waarin je leeft
Is het echt zo onredelijk om te vragen, dat als je een Nederlands paspoort wilt, dat je dan ook kiest om ook echt volwaardig mee te doen. Is het onredelijk om nadat je gekozen hebt voor dit land, om dan te verwachten dat je je eerste loyaliteit bij het welzijn van alle Nederlanders legt? Geert spreekt mensen met niet-Nederlandse wortels hierop aan, ook andere parlementsleden zoals Uzu van de partij Denk.
Voorbeeld: Uzu van Denk
Uzu lonkt met zijn Denk ongegeneerd naar de Nederlanders met Turkse, Marokkaanse en Afrikaanse of Surinaamse wortels. Hij vertelt hen dat ze niet vertegenwoordigd zijn en biedt ze aan om als slachtoffers van discriminatie en onderdrukking bij Denk te komen. Als zij geloven of willen geloven biedt hij ze een platform.
Vervolgens gedragen ze zich als activisten in de kamer en gaan voor effect. Hij schroomt dus niet om andere Kamerleden met wortels in Turkije of Marokko uit te zonderen en hun stemgedrag te etaleren op sociale media en youtube, met als boodschap dat ze jou als Turk of Marokkaan niet vertegenwoordigen. Eigenlijk is hij daarmee een beetje de Geert van de buitenlandse wortels.
Op zichzelf weinig mis mee, al is het niet handig om daarmee de Turkse, Marokkaanse of Surinaamse agenda op de voorgrond te zetten en een boodschap te geven die eerder discriminatie creëert en verscherpt dan dat het emanciperend. Dergelijke acties kunnen prima de suggestie wekken dat een probleem bestaat terwijl dat niet uit feiten hoeft te blijken. Het is slim spel, maar gewaagd. Het speelt in op sentiment en emotie.
Ook Silvana past prima in dat plaatje en probeert met dezelfde tactieken effect en aandacht te bereiken. Zij discrimineren en distantiëren zelf, terwijl ze de ander ervan beschuldigen. Ik hoop dat kiezers slimmer zijn, maar als er ook in die groep pijn zit, dan komt het zo wel omhoog.
Wat hier enigszins wel mis mee is, is dat Uzu blijkbaar denkt dat het nodig is om op de vlakte te blijven waar het kwesties betreft die in de moederlanden plaatsvinden. Het is duidelijk dat hij ver wil blijven van kwesties die Turken of Marokkanen zouden kunnen afkeren. Hier toont zich dus de leider die gebonden is aan de regels en emoties van zijn gekozen achterban.
Uzu weigert dus een standpunt te nemen over genocide in dat moedergebied, en weigert te oordelen over de snelle en gewelddadige reactie van Erdogan na de mislukte coupe in Turkije plaatsvond. Als het gaat om het onmiddellijk gevangen zetten van 1000 rechters binnen dagen na de mislukte coup, dan hoor je Uzu er niet over. Sterker nog, hij valt de rest van het parlement aan die concludeert dat zoveel rechters zo kort na een coup gevangen zetten niet past in een democratie en meer lijkt op een dictatuur.
Natuurlijk wordt hij op dat soort thema’s regelmatig uitgedaagd. En als je zijn reacties volgt, dan gedraagt hij zich meer als een Turkije vertegenwoordiger in een parlement waarin hij Nederland zou moeten vertegenwoordigen. Hij laat daardoor openlijk twijfel bestaan over waar zijn eerste loyaliteit ligt en wat zijn agenda daarin precies is.
De tactieken zouden best bij Geert kunnen passen, al is mijn indruk dat Uzu er nog een schepje bovenop doet als hij hoofdelijke stemming afdwingt om vervolgens collega parlementsleden te etaleren als zijnde afvallige groepsleden die niet de groep van hun wortels vertegenwoordigen terwijl Uzu vindt dat ze dat wel moeten.
Uzu maakt daarmee Turken en Marokkanen van zijn collega’s, in plaats van Nederlanders, en natuurlijk vinden die collega’s dat niet leuk. Terecht of onterecht. Integratie wordt in dat geval misbruikt voor politieke doelen en de kiezer heeft het laatste woord (zoals het hoort in een democratie).
Natuurlijk valt Uzu, waar en wanneer het maar kan, Geert aan. Ze zijn de tegenpolen in het parlement. Maar Geert is niet zijn collega’s. Hij zegt gewoon recht voor zijn raap “Nee, jij bent geen Nederlander, want jij zit Marokko hier in het parlement te vertegenwoordigen in plaats van Nederland”. Hij spreekt zijn collega daarmee aan op zijn eerste loyaliteit en opdracht.
Andere parlementariërs steunen zo’n uitspraak natuurlijk niet, jonge hond Groenlinks is er als de kippen bij om schande te spreken en te zeggen dat iedereen met een NL paspoort voor hem Nederlander is, maar mist daarmee bewust het punt.
Opvallend is dat de grote partijen vervolgens wel bezorgd om staatsgeheimen en gevoelige informatie met zo’n parlementslid te delen. Ze vertrouwen er dus ook niet op dat zijn eerste loyaliteit bij Nederland ligt.
Maar zeg nu zelf… maakt het feit dat Geert deze kwestie gewoon uitspreekt hem dan tot racist of is het juist goed om iemand op zo’n wijze met zijn gedrag te confronteren en uit te dagen? Ik kan een dergelijke directheid wel waarderen en heb liever dat het wel uitgesproken wordt. Dan kan je er in elk geval net zo open op reageren.
Voorbeeld: Amerikaanse naturalisatie
Ik kijk ook naar de Naturalisatie van immigranten in Amerika, dan lijkt dat precies wat ze daar beogen te doen. Mensen zweren daar naar de vlag en moeten de normen van het land kennen voordat ze erkend worden.
De immigrant in Amerika moet eerst duidelijk maken dat hij echt een Amerikaan wil zijn, voordat hij de Nationaliteit krijgen. Hoe slecht een Amerikaan het ook heeft, doorgaans toont hij zich trots op zijn staatsburgerschap en onderschrijft de basiswaarden, zowel de oude import als de nieuwe. Best bijzonder dat vele nationaliteiten zich zo verenigen.
Het hart laat zich niet beteugelen
Het zijn lastige kwesties, want hoe verander je een hart als je hier noodgedwongen heen kwam en je hart nog elders verbonden is en bloedt voor je thuisland en cultuur? Hoe het ook zal gebeuren… Grote of snelle veranderingen komen nooit van mensen die bang zijn voor grote golven. Hoe moeilijk hun uitdaging ook is, het moet in de openheid komen om te kunnen helen.
We moeten erkennen dat het thuisland en de familiewortels belangrijk zijn voor nazaten. Daar ligt hun oorsprong en daaraan zijn ze noodzakelijkerwijs loyaal. Als we ze dat afnemen dan geven we hen geen andere optie dan deze oorsprong actief opzoeken en zich afkeren van onze dwang.
Eerst loyaal aan de eigen oorsprong, dan die van de ander
Het is vergelijkbaar met het verhaal van Marianna Franke, die haar leerlingen stimuleerde om over hun herkomst te leren en de taal van hun voorouders, voordat ze echt in het land van hun geboorte konden zijn en de taal van dat land konden leren. Zij wist dat ze hun oorsprong moest omarmen voordat zelfs zij wisten dat ze dat zelf ook moesten.
Wij moeten daarin net zo goed iets doen als zij. Als wij hun oorsprong niet kunnen aanvaarden, kunnen zij evenmin de onze omarmen. Wij moeten ons evenzeer bewust worden van onze roots en daar onze kracht en onze trots in vinden.
Maar daarna moeten we dan wel met elkaar samenleven en samen een werkzame manier overeen komen om dat te doen. Dan kunnen we misschien samen trots zijn op wat we delen.
De les van succesvolle ondernemers
Het is niet onredelijk om groei af te remmen naar een beheersbaar niveau. Elke bekwame ondernemer en veranderingsmanager zal beamen dat je wel kan groeien, maar dat het evenzeer belangrijk is om het tempo van de verandering te managen.
Er zijn veel bedrijven aan hun succes failliet gegaan door deze les niet te leren. Hun groei ging zo snel dat de organisatie het niet kon bijbenen en ze daardoor de afspraken niet meer konden nakomen. Landelijke politiek is uiteindelijk een vorm van bestuur en daar hoort bij dat je veranderingen voldoende beheerst laat plaatsvinden.
De kraan sluiten voor het dweilen
Natuurlijk willen we hulp bieden aan degenen die het nodig hebben, maar we zijn ook verantwoordelijk voor elkaar en voor de stabiliteit van onze samenleving als geheel. Dus als velen het moeilijk vinden om in te schikken en ruimte te maken, of bang zijn voor hun toekomst, dan is dat iets dat ons allen aangaat.
Dweilen met de kraan open, is gekkenwerk en dat hou je niet lang vol. De kraan moet dus beheerst worden en de geluiden van medelanders moeten gehoord worden. Niemand wil inleveren, maar met aandacht is er veel mogelijk. We kunnen kiezen voor elkaar en met elkaar.
Erkenning van cultuurverschillen en het gezamenlijke belang
De cultuurverschillen zijn groot en mensen die vluchten komen meer voor welvaart en veiligheid (voor henzelf of hun kinderen) dan om hun leefwijze en waarden op te geven. Dat mogen we gerust beseffen en hen enige tijd geven om te wennen aan de nieuwe omstandigheden.
We moeten zorg dragen voor de veiligheid van hen die er al zijn, en die die zorg nodig hebben. Maar we moeten ook grenzen kunnen stellen aan gedrag. Duidelijkheid is nodig over regels en afspraken en dan vragen nieuwe omstandigheden soms om nieuwe maatregelen.
Ik heb die wijsheid niet in pacht, maar erken dat het moeilijk is en dat het aandacht en maatregelen zal vragen. We willen misschien teveel het beste jongetje van de klas zijn. Soms is iets minder best zijn ook wel goed.
What about Europa in dit geheel?
Het is ook goed als er wat meer kritische geluiden en feiten over de Europese Unie mogen bestaan, en dat die vragen echt volwassen en inhoudelijk worden beantwoord. Diezelfde politiek wil ook niet echt een duidelijke analyse neerleggen van hoe dat Europa voor Nederland uitwerkt, en ook daarin lijkt Geert Wilders een van de voormannen die deze discussie wel wil aanslingeren.
Ik gaf je daartoe hierboven al wat context via Mark Blyth. Het zijn dit soort verhalen met hun feitelijke onderbouwing die ons kunnen leiden in een toenemend complexe wereld. Doemdenkers vertellen vaak maar een deel, maar dat geld ook voor de fanclub die wil dat het er liefst gisteren kwam. We vinden niet zomaar het ware verhaal.
De media laat het helaas te vaak afweten. Zij is een amusement industrie geworden in plaats van specialist te zijn in serieus nieuws. Daarmee hebben zij hun oude waarde verloren. Ook daar moet iemand inspringen en misschien wordt dat wel steeds meer Wikileaks
Waar de burger zich uitspreekt, blijkt de politiek niet te willen of kunnen luisteren. Hoe zit dat eigenlijk? Waarom vertaalt een massaal nee zich niet in een politiek nee, maar liever in een “ja, toch maar wel”? Niet alleen wordt die burger daarmee niet gehoord, maar politici vrezen het antwoord inmiddels zo dat ze liever maar niet meer vragen.
Wat proberen onze politici geheim te houden? Is nationale politiek soms irrelevant geworden in de Europese Unie? Het volk vraagt een sterkere onderhandelpositie en meer nationale autonomie. Soms wil ze een onredelijk voorvechter die minder netjes is dan politici traditioneel lijken te zijn.
Waarom blijft politiek investeren in een weg die de meerderheid van de meeste Europese volkeren duidelijk niet willen om te concluderen dat het slechts een kwestie is van dat ze het gewoon niet begrijpen? Hoe serieus wordt democratie dan nog genomen?
Het volgende filmpje over Brexit suggereert dat Engeland verstandig is geweest om uit de EU te willen. Ook is Europa volgens Nigel Farage alles behalve democratisch en ontworpen om de burger buiten spel te kunnen houden.
Wat je hoort is allemaal niet best, maar we blijven ondertussen doorstomen op die hopeloze weg. Waarom eigenlijk? Wie kan dat nog uitleggen? Help, Mark! Help, Nigel! Nigel lijkt zo gek nog niet. Ook een omstreden politicus die recht voor zijn raap analyses strooit.
Er gaan enorme bedragen rond en de schulden en risico’s zijn inmiddels zo hoog dat Nederland ze niet eens meer kan dekken. Wie begrijpt dat nog? Wie past er op het huishoudboekje? Wie durft nog te kiezen en zich onredelijk op te stellen in het belang van Nederland en de Nederlander?
Het keurige en redelijke jongetje is niet de beste onderhandelaar. De burger heeft dit beter door dan de politici zelf. Sommige veranderingen kunnen alleen maar als iemand koppig zegt “Het kan wel!” en het vervolgens gewoon doet.
Syrië als Europees probleem
Europa heeft gezorgd dat de instroom vanuit Syrië, die deels het gevolg is van ingrijpen door Amerika, sterk is gegroeid. Dat heeft consequenties ook voor Nederland die in toenemende mate onvrij wordt onder de regelzucht van Europa. Als dat niet besproken kan worden, inclusief de consequenties en prognose van de EU en ons lidmaatschap eraan, dan komt er geen rust in de tent.
De burger wil meer betrokken zijn bij dat soort grote keuzen en wil ook gehoord en geïnformeerd worden, en terecht. Als de Oekraine enquête iets heeft geleerd, dan is het dat. Europa is niet goed voor het democratisch gehalte van het bestuur en heeft ook grote nadelen. Die moeten besproken kunnen worden zonder dat er allergische en afkappende reacties op komen uit het nationaal bestuur.
Waar zijn ze zo bang voor?
Een volwassen land verdraagt dergelijke discussies gewoon. Momenteel worden dergelijke onderwerpen omringd met veel ideologie en weinig feiten, het wordt tijd dat het feitelijker en realistischer wordt. De oproep voor een parlementaire discussie over dat onderwerp, zou misschien nog zo slecht niet zijn.
Geert is niet zo angstaanjagend als hij wordt geportretteerd
Als ikzelf in de tweede kamer debatten en interviews Geert keer op keer hoor uitspreken (naar wie het maar wil horen) dat het hem alleen gaat om eenieder die de wet overtreedt en die de Nederlandse samenleving bewust ontwricht, dan volg ik hem in zijn zorgen.
Als ik hem keer op keer hoor zeggen dat mensen die van goede wil zijn en die integreren en bijdragen aan de samenleving niets van hem hoeven vrezen, dan geloof ik hem. Hij vertelt moslims bij herhaling dat ze niets hoeven vrezen als ze zich gewoon aan de Nederlandse wetten houden. Willen we graag dat Geert een tweede Hitler is, of horen we zo slecht?
Kan het zijn dat deze man slechts een boodschapper is van een bevolkingsgroep die er ontzettend moe van is dat andere politici een probleem onvoldoende duidelijk benoemen en onvoldoende krachtig optreden? Is hij slechts een luide klokkenluider die aandacht vraagt voor een probleem dat steeds dreigender en grimmiger wordt?
Wie vertrouwen we minder: hem of elkaar? De politieke partijen zijn nog niet bereid om hun failliet in te zien en de problemen bij hun naam te noemen. De burger is het die de klappen krijgt en die veranderingen moet realiseren en verwerken.
Geert een tweede Hitler?
Mocht je in Geert een volgende Hitler willen zien, denk dan eens wat een Hitler geweest was als zijn volk niet achter hem stond en niet had meegewerkt. Stel je eens voor dat Duitsland heel Europa overwonnen zou hebben, maar dat geen ander land collaborateurs leverde en niemand had meegewerkt ongeacht de dreiging of straf?
Zijn we niet vooral bang voor wat wijzelf bereid zijn te doen, de buren naast je en jijzelf? Is het niet het volk dat de beweging eigenlijk inzet en niet de leider de het koos? Hoeveel vertrouwen heb je in de mensen om je heen? Hoeveel in jezelf?
Aanvallen en onderdrukken maakt kracht sterker
Geert wordt continue aangevallen en het gevolg is dat we hem sterker maken en misschien wat grimmiger. Dat is wat er gebeurt als je iemand die zich zorgen maakt belemmert om een probleem op te lossen. Onderdrukking en buitensluiting maakt kracht alleen maar krachtiger. Het gevecht is niet met Geert, maar met Geert en een paar miljoen bezorgde en opgewonden Medelanders.
In zijn boodschap aan moslims nuanceert Wilders al vele jaren dat het hem gaat om de inhoud van het boek en niet om de moslim als mens. Hij heeft niets tegen die moslims die gewone rechtschapen burgers zijn met goede bedoelingen en bijdragen aan de maatschappij. Hij wijst keer op keer naar degenen die dat niet zijn en daarin proberen de gemeenschap te ontwrichten.
Zijn het niet vooral de opgewonden standjes die reageren op Geert die de indruk wekken dat hij zo fout is? Of vermijden we zo graag conflicten dat we liever verhullende taal horen?
Heilige boeken
Natuurlijk hij wijst naar een religieus boek en dat ligt altijd gevoelig, vooral als dat boek ook nog aan een meer gewelddadige buitenlandse groepering is gekoppeld. Wat haalt Geert allemaal naar ons land door zich zo openlijk uit te spreken, en welke mensen choqueert hij hiermee?
Christenen en andere religies kunnen misschien plaatsvervangende schaamte voelen en angst over dat het ook hun boek had kunnen zijn, maar moslims voelen zich geraakt als hun boek zo wordt bedreigd.
Al met al voelt niemand zich gemakkelijk waar het religie aangaat. Je mag er eigenlijk ook niet aankomen, ook al weten we wel dat veel van het geweld op de wereld een relatie heeft naar die kleine set boeken en het gebied waarin ze geboren zijn.
Heilig voetstuk
Vanuit onze historie geven we deze boeken en religieuze ambtsdragers een voetstuk en benaderen ze met misschien wat meer eerbied dan ze soms verdienen. We vragen niet aan deze ambtsdragers of ze dit waardig zijn of verdienen, maar geven het op voorhand.
We zijn niet gewend aan Imams die geweld prediken, maar aan de christelijke voorlieden die liefde prediken en daarmee onze portemonnee en arbeid willen.
Er is een tijd geweest dat we niet anders durfden omdat er te zware straffen op ketterij stonden, en alles wat machtshebber niet welgevallig was toen tot ketterij bestempeld werd. Er was een tijd dat we continue onderdrukt werden en moesten volgen en slikken, een tijd waarin bidden, kinderen krijgen en kerkbezoek een kerkelijke plicht was die seculier werd afgedwongen.
Toen waren wij zoals de cultuur van veel Arabische landen nu nog is. Toen Katholieke bestuurders, nu moslim bestuurders, die regeerden vanuit religie en kerken met een enorme seculiere macht.
Dictaturen kunnen dat gemakkelijker dan democratieën, maar sommige democratieën zijn verdekte dictaturen, waarin de leider heeft vals gespeeld om de macht langer vast te houden. Doorgaans heeft zo’n leider een wurggreep op defensie maar vooral ook media, zodat het volk niet teveel merkt van wat er gaande is.
Natuurlijk sparen we graag elkaars gevoelens door niet aan elkaars religie te komen, want deze groepsverbinding ligt gevoelig en explodeert gemakkelijk. Religie ligt na aan het hart en heeft een sterke verbinding met de cultuur van onze moeders. Daarom zullen we vaker wel dan niet de religie van onze moeders overnemen en mogen we niet aan elkaars religie tornen.
De macht van religieus denken
Religie geeft een gemeenschap veel macht over individuele beoefenaars. Een gemeenschap die een sterker leider met kracht en overtuiging volgt, kan individuele beoefenaars dwingen dat ook te doen. Het is dan gemakkelijker om te geloven dat die macht alleen over liefde gaat. Dat sust ons geweten een beetje.
Wilders betoogt het tegendeel, waar het over de moslim religie gaat en dat is lastig. Hij wil het zelfs geen religie noemen, maar spreekt van een ideologie. Het is een aanval tegen iets dat moslims dicht bij het hart ligt en verbonden is met onze moeders en vaders. Zoiets mag niet aangevallen worden. Dat ligt te gevoelig.
Natuurlijk weten we rationeel wel hoe het boek ook gebruikt is en nog wordt. Dat kunnen we alleen rijmen als het geweld een reactie was op een aartsvijand, als het een opdracht was van onze eigen God (als we zo streng in de leer zijn dat we dat nog willen volgen), of als het heel ver weg plaatsvond waardoor we de consequenties niet echt hoeven voelen en zien.
Helaas zijn ook onze leiders niet altijd zo betrouwbaar en integer gebleken en zijn we hiermee dus vaak gemanipuleerd en belogen. Onze God en ons Heilig boek, zijn vaak als excuus gebruikt voor effect of legitimatie.
Samen leven leidt tot samenleven
Boodschappen van Wilders krijgen voeding in het gebrek aan een zichtbaar gematigde gemeenschap moslims die het goed met ons voor heeft. Een dergelijke gemeenschap zien we gewoon niet als groep, hooguit kennen we mensen die zo zijn.
Zolang we niet samenleven, kunnen we daarom nog niet goed samen leven. Vertrouwen ligt dan te kwetsbaar en er zijn te snel voorbeelden van vertrouwensbreuk en geweld om ons gemoed rustig te houden.
Met (sociale) media is een voorbeeld snel de wereld rond. Je hoeft maar iets op Facebook of een filmpje op Youtube te plaatsen en het is beschikbaar voor iedereen. Ook een eigen website is zo gemaakt.
Het proces tegen Wilders
In het proces tegen Wilders ging het Wilders alleen om die Marokkanen die onze samenleving ontkennen en ontwrichten, maar dat was niet wat dat ene optreden expliciet zei. Hij koos voor een show om kiezers te activeren, en daar past die nuance niet in.
“Willen jullie meer of minder Marokkanen?” was wat hij vroeg, en het antwoord was vooraf voor hem geregeld. Een scanderend “Minder, minder, minder”. “Dat gaan we dan regelen”, was de afsluiting van dit optreden. Het klinkt als alle Marokkanen en daarmee gaf hij een wapen aan zijn tegenstanders.
Zoals te verwachten blijft hij ook na het proces staan voor zijn zaak. “Nederland moet weer Nederland mogen zijn. Stoppen met dat excuseren en buigen. Het is ons land! Nederlanders dienen zich als Nederlanders te gedragen.” Een vaardig en actiegericht politicus met stevige woorden met erin ook angst en een gevoel van urgentie.
Wat willen we horen?
De verleiding is om weg te kijken, om niet te willen horen. Als woorden teveel schofferen of schokken, dan willen we niet horen en met de woorden, duwen de boodschapper en diens verzoek weg. We horen dan met dichte oren of volgen met gesloten verstand slechts onze emoties.
Het probleem is dat oproepen die niet schofferen, of schokken, ook geen aandacht krijgen. Er is teveel ander luid geroep, dus dat maakt escalatie in uitingsvormen tegelijk een probleem als een noodzakelijk instrument. Wilders gebruikt dat instrument goed en gooit er zo mogelijk nog een schepje er bovenop om de boodschap over te brengen, maar dat maakt hem ook kwetsbaar.
PVV-aanhangers aan het woord
“Waarom voel je je niet vertegenwoordigd?” is een logische vraag aan PVV-aanhangers. Er komt weinig meer antwoord dan ontevreden onderbuikgevoel en de stelling dat politici niet te vertrouwen zijn omdat ze niet bij hun woord blijven en na de verkiezingen compromissen sluiten.
Geert lijkt vooralsnog meer dan anderen wel bij zijn woorden en standpunten te blijven. Precies wat we willen? Het is gemakkelijker bij je woord blijven als je niet in een kabinet stapt. Is hij straks nog wat we willen?
Rampsensatie of schadenfreude (leedvermaak) is mensen niet vreemd. Brandjes en rellen krijgen bovenmatig veel aandacht, met als gevolg dat alle media (inclusief de sociale) vol staan van vooral angst-, onvrede en verzet oproepende boodschappen.
Iedereen heeft wel een eigen thema waarvoor hij aandacht vraagt, een thema dat passie verdient en urgent wordt geacht en te verschrikkelijk om te laten voortgaan. Tevredenheid, rust en stabiliteit krijgen gewoon geen aandacht te midden van zoveel opschudding. Sociale media maakt van ons allemaal een redacteur en publicist. Gezellig!!!!
Wil je aandacht, dan moet je dus opvallen en opschudden. Dan helpt het als je een partij hebt wiens achterban daarop zit te wachten en die smult van het omver gooien van de vermeende Goliath en de heilige huisjes. De rebel kan goed gedijen in deze tijd.
Het Succes van Geert Wilders
Geert heeft zich inmiddels ontpopt tot een groot demagoog, leider en verbinder. Hij heeft bereikt wat geen andere partij kon: Hij heeft alle andere partijen verenigt in één krachtig gemeenschappelijk standpunt en daarbij heeft hij natuurlijk ook een grote groep die hem steunt, financiert en volgt. Een politiek walhalla?
Als opgewonden kippen in een hoenderhok duikelen partijleiders over elkaar naar de microfoon en roepen zonder uitzondering “schande” en “Met jou willen wij niet spelen!”. “Hoe kun je dat nu zeggen, Geert?” Geert blijft gewoon staan, een krachtig baas over zijn eigen woorden en agenda. Vriend en vijand in hypnose.
Onvrijheid van politici
Die anderen hebben natuurlijk vooral een probleem met hun eigen achterban, die ofwel over de thema’s van Geert erg verdeeld is, of Geert net zo hard verkettert en dat in hun leiders terug willen horen.
Er is in zo’n situatie weinig bewegingsruimte om iets anders dan de eigen ideologie te roepen. De politici zijn net zo goed gevangen in zichzelf als in de rol die ze gekozen hebben. Zijn ze leiders of volgzame vertegenwoordigers op zoek naar hun meerderheid? Misschien beiden. Leiders die, door schuld, of geheel buiten hun schuld, te weinig succes leveren, worden zonder pardon vervangen of staan alleen.
Rituele geruststellende dans
Wat een toeschouwer vervolgens mag zien is een voorspelbare rituele dans met dezelfde terugkerende rituele standpunten en antwoorden. Geert op het podium, de anderen aan de interruptiemicrofoon.
Meestal staat vooraan de onvermoeibare Geert-vechter Alexander Pechtold, met een duidelijk Geert-trigger. Direct gevolgd door “jonge hond” Jesse Klaver (die graag Amerikaanse politici nadoet, maar qua statuur nog wat mag groeien). Natuurlijk volgen ook de ander fractievoorzitter wanneer die nog even een gemakkelijk puntje willen scoren naar de achterban.
Voor een rebel neemt Geert toch een geruststellend stabiele plek in. Ditzelfde ritueel herhaalt zich keer, op keer, op keer, en niemand die er echt wakker van ligt. Tot er weer verkiezingen zijn, natuurlijk.
Als je debatten bekijkt, lijkt het vooral uit te stralen dat je in de politiek vooral tegen elkaar spreekt en liever niet met elkaar, althans niet in de openbaarheid. Standpunten veranderen eigenlijk zelden en veel meer dan een saaie geruststellende dans lijkt het niet. Het publiek draait zich merendeels af, of vecht lekker een robbertje mee aan de zijlijn. Underdog Geert, tegen de rest.
Onderhandelen doe je buiten de camera
Wanneer standpunten en achterban teveel verschillen, moet overeenstemming in het geheim plaatsvinden, ver weg van de camera’s. Sommige problemen mogen ook gewoon niet benoemd worden.
Als je vervolgens nauwkeuriger kijkt, vooral naar de kleine momenten, dan herken je dat het gewoon collega’s zijn die zich best met elkaar verhouden. Het is maar spel is voor effect. Geert moet weg, of veranderen, dat is de inzet van het publieke spel, zoveel is wel duidelijk, maar hij hoort er als collega ook gewoon wel bij. Hij is er ook al lang en dus enigszins een insider, zo niet helemaal.
Is Geert slecht?
Ik geef toe, als iemand onverdeeld verketterd wordt, dan wordt ik regelmatig nieuwsgierig naar die persoon. Mijn mensbeeld staat eigenlijk niet toe zomaar te geloven dat iemand alleen maar slecht is of het kwaad.
Daarnaast ben ik niet voor niets familieopsteller en ben dus geïnteresseerd in de bewegingen van mensen in systemen (groepen). Ik ken de bewegingen van groepen die buitensluiten, het is een van de kernthema’s in systemisch werk.
Rebellen omarmen het anders zijn
Daarnaast hou ik van rebellen. Zij zijn de dapperen en de wanhopigen die verandering brengen door hun kracht in te zetten. Ze gaan het aan! Zij ontlenen ook kracht uit hun positie als buitenstaander en underdog. Bovenal ontlenen zij kracht uit hun overtuiging en komen met passie.
De aanraking met een rebel is dus altijd krachtig en verhit, maar het waren ook vaak de rebellen die de veranderingen hebben gebracht waarvan we nog steeds profiteren. Rebellen zijn zo waardevol als ze onhandelbaar zijn.
Beroemde rebellen
Als je in het verleden op zoek gaat naar bekende rebellen, dan kan je er vele vinden. Jezus was een rebel in zijn tijd en misschien de profeet Mohammed uit de Koran ook wel. Mahatma Gandhi was een rebel, Nelson Mandela en Steve Biko waren rebellen.
Ze rebelleerden allen tegen een zittende macht die ze wilden veranderen, soms met geweld, maar vaak met een boodschap van verdraagzaamheid en gelijkheid voor allen. Hun volgelingen gingen ver met hen mee, maar uiteindelijk waren zij vaak ook wat te extreem voor de achterban en die pakte dan de krenten uit de pap en kozen verder voor hun eigen belang of emotie.
Heilig zijn is best vermoeiend en zeker niet gemakkelijk, veel mensen vinden het niet vol te houden. Deze rebellen dienden een belang voor hun volk en kregen daarom volgers en invloed. Ze mochten bogen op langdurige gevangenisstraf en vaak ook martelaarschap door hun dood.
Ook de therapiewereld kent zijn rebellen: Richard Bandler, de grondlegger van NLP, Bert Hellinger, de grondlegger van Familieopstellingen, en Wilhelm Reich, de grondlegger van lichaamsgerichte psychotherapie, zijn en waren rebellen.
Ook Osho was zowel een liefdesprediker als een anti-establishment rebel, die prat ging op zijn innerlijke underdog en anders zijn en die wereldwijd gevolgd is en nog steeds wordt. Zijn heiligheid zette hem op een enorm voetstuk bij zijn volgers en nog steeds.
Hem werd hoger bewustzijn toegedicht en een energetisch Boeddhaveld, en ik stel me voor dat hij daar wel de humor van heeft kunnen inzien. Hij speelde zijn rol meestal goed. Zeker is, dat hij veel beweging bracht en dat zijn volgelingen veel hebben geëxperimenteerd met creatieve werkvormen. Het is goed om een goeroe te zijn. Hij werd met rijkdom overladen tot op het punt dat het hem niets meer zei.
Al deze mensen brachten grote bewegingen die nog steeds voortbestaan. Ik zal je een geheim vertellen: ook de witte prins is zo’n rebel en evenzeer een zonderlinge eenling. Van daaruit ontstaat zijn waarde. Hij mag het niet verliezen. Zo heb ik hem bedacht.
Wat rebellen ons geven
De lijst rebellen is eindeloos en hoe moeilijk het omgaan met rebellen ook is, ze zijn heel belangrijk voor ons voortbestaan.
De eerste gift van de rebellen die ik hiervoor noemde was conflict en strijd, hun tweede gift is waar we hen om herinneren: nieuwe verbindingen, schare volgers en gelovigen en vooral de deuren die zij openden in de vorm van kennis, culturen of methoden. Zij waren de veranderaars die we ons herinneren. De massa verdwijnt in vergetelheid.
Krachtige leiders zijn altijd rebellen en waar ze voor staan is doorgaans heel duidelijk. Velen verzamelen zich om zo’n leider en nieuwe leden worden door de groep geworven. Sociaal bewijs is het krachtigste argument van de leider. Hoe meer volgers, hoe belangrijker de leider.
Vaak zijn rebellen de eerste die een gebrek in het huidige ontdekken en dat belangrijk genoeg vinden om daar een grote verandering voor te brengen. Rebellen zijn vaak visionaire mensen, die het anders willen doen en hun kracht daarvoor mobiliseren. Soms is een enkel inzicht of idee al genoeg voor een heel leven en daarna.
Waarde van de noodzakelijke eenling
Rebellen zijn ook eenlingen van aard. Degenen die herinnerd worden kunnen echter niet alleen zijn. Alleen te midden van een massa, dat is aard van een rebel. Het zijn per slot de massa’s volgers en tegenstanders, die hun moeten herinneren. Het zijn diezelfde massa’s die hun nalatenschap creëren en de veranderingen doorvoeren. Geert doet het goed, in de zin dat hij beiden heeft gevonden.
Veel grote en innovatieve verworvenheden zijn de uitkomst van deze zeer eigenwijze, vrijwel onhandelbare, rebellen. Die uitkomst kwam niet zomaar en heeft altijd een prijs gekost van velen (inclusief en vooral henzelf). Zij kozen voor een leven dat niet comfortabel en rustig was, maar werkten hard aan waar ze in geloofden of waar ze naar zochten.
De buitenstaander is nodig voor verandering
Rebellen zijn de buitenstaanders van hun tijd en zonder die buitenstaanders en hun wangedrag krijgen we ook de uiteindelijke creaties niet. Doorsnee mensen neigen naar comfort en rust en blijven binnen de grenzen van de groepscultuur, dus daar komt die verandering niet vandaan.
Leiderschap komt niet gemakkelijk naar boven. Velen dromen ervan, maar vinden het gemakkelijker om in de schaduw van leiders te volgen in relatieve veiligheid en relatieve rust van de groep. Rebellen hebben dat privilege opgegeven of verloren door zich uit te spreken en anders te gedragen. Zij zijn leiders door noodzaak, omdat ze niemand hebben die ze kunnen of willen volgen.
Geboren uit pijn?
Natuurlijk kan je ook analyseren dat ze een trauma hebben gehad, handelden vanuit psychische pijn, of anderszins niet normaal zijn geweest, maar dat is hier niet zo belangrijk. Als je kijkt naar wat ervoor nodig is om iets groots te creëren dan moet je al snel vaststellen dat een gezond weldenkend mens dat nooit zou kunnen of willen.
Creatie en grootsheid komt nu eenmaal van de buitenbeentjes en mensen met afwijkingen in de psyche en de wil. Hoe ze ook zo zijn geworden, ze zijn nuttig en noodzakelijk vanwege dat feit. Sommige veranderaars moesten over lijken gaan voor iets waar we generaties daarna nog steeds profijt hebben. Mensen offeren zich nu eenmaal voor doelen en andere mensen. Dat is onze aard.
De noodzakelijke rebel
Een feit is dat rebellen in elke tijd belangrijk zijn en dat zij brengen wat niemand in een groep kan brengen: grote verandering. Onze reactie spreekt vervolgens overduidelijk: Wij houden eigenlijk helemaal niet van grote verandering. Daarom hebben rebellen kracht en eigenwijsheid nodig. Zij zien wat wij nodig hebben maar nog niet willen. Hun visie creëert onze toekomst.
Veranderingen brengen risico’s en offers, ze herverdelen datgene wat we waardevol vinden en bezitten. Merendeels praten we daarom liever over verandering, dan dat we echt verandering aanbrengen. Een crisis moet daarom wel erg groot en duidelijk zijn willen we echt in beweging komen.
Rebellen brengen die crisis, vaak door simpelweg anders te zijn en te bestaan. De reactie van een groep, naar iemand die anders is en weigert aan te passen, is erg krachtig. Zij verdedigt haar cultuur. De rebel moet ofwel slim zijn ofwel nog meer kracht mobiliseren om door deze tegenkracht te komen. Beiden tegelijk is wenselijk, misschien met wat wijsheid en overzicht erbij.
Geert vult het gat van Pim Fortuijn
Nu wil ik natuurlijk niet zeggen dat Geert de grootsheid heeft van de andere namen die ik noemde, zijn rol in de geschiedenis moet nog maar blijken. Zijn kundigheid is al erkend (beste politicus 2015, om maar iets te noemen).
Als gezicht en boodschap is hij al een internationale spelen. Tegen alle verwachtingen in, vulde hij het gat dat door de moord op Pim Fortuijn werd geslagen in de politiek en de bevolking. Helaas voor de zittende ploegen, opnieuw een dreigende rebel met een missie.
Pim vertegenwoordigde hoop voor een groot deel van de bevolking dat zich onvoldoende vertegenwoordigd voelde. Door de gevestigde orde werd hij gevreesd als een rebel die deze orde zou kunnen veranderen.
De reactie was dus ook toen stevig, zo stevig als Pim duidelijk was. Ook Pim ging niet zomaar opzij en had teveel aanhang. Het lastige was ook dat hij beslagen ten ijs kwam. Dat is ook bij Geert het geval. Het volk kiest zijn voorvechter en rebellen spreken velen onder ons aan.
Doelen vragen om persoonlijke offers
Doorzettingsvermogen en volharding vragen om respect. Grote doelen bereiken, vraagt een even grote bereidheid om persoonlijke offers te brengen voor de zaak. De prijs voor grootsheid wordt niet zelden in bloed betaald, vaak genoeg het bloed van de leider. Geert speelt zijn rol vooralsnog met inzet en volharding.
Gaan andere partijen met Geert samenwerken?
De standvastig van de Nee! tegen samenwerken met Geert onder de andere politieke leiders is indrukwekkend. Vooral als je bedenkt hoe vloeibaar de standpunten en ruggen van politici normaal zijn, vooral wanneer er macht te verdelen is.
We moeten daarom nog maar zien of de nee zich handhaaft wanneer Geert inderdaad de meeste steun blijkt te krijgen onder de Nederlandse bevolking. Zullen andere partijen ook die stem van hun volk durven negeren, zoals ze ook bij referenda en enquêtes hebben gedaan?
Het zal moeten blijken. Ik denk zelf dat de soep minder heet zal zijn als hij nu gepresenteerd wordt. Het hangt ervan af, zullen we maar denken.
Als je de debatten een beetje nazoekt (bijvoorbeeld op YouTube) dan zie je gelukkig ook een ander beeld. Geert blijkt vaak emotioneel stabieler en zakelijker, dan degenen die ritueel en plichtmatig op hem reageren.
Soms zie je dat hij steun krijgt van de andere lijsttrekkers en daarvoor dan netjes bedankt. Ook zijn er momenten dat zo ongeveer de hele kamer in de lach schiet door een van zijn recht voor zijn raap typeringen. Van hem hoef je geen slappe taal te verwachten en ook geen gezwabber in standpunten. Geert is alles behalve saai en niet te beroerd om de lachspieren van zijn collega’s te stimuleren.
Toneel voor de achterban
De reacties zijn, net als de presentatie van Geert, slechts toneel voor de achterban. Als je oplettend bent, dan ontdek je al snel (bijvoorbeeld door kleine reacties naar iemand die iets aangeeft) dat Geert gewoon rustig en beheerst blijft en slechts stevige woorden gebruikt.
Ook zijn er genoeg momenten waarop de collegiale verhoudingen kunt waarnemen, momenten waarin ze gewoon met elkaar overleggen en door een deur kunnen.
Wat als
Ik vraag me daarom echt af: Wat als Geert gewoon een mens is, die slechts op krachtige wijze een aantal grote problemen oppakt waar de anderen maar omheen zwalken omdat de kost te heet is?
Wat als niemand anders genoeg urgentie geeft aan een daadwerkelijke bedreiging van een andere cultuur? Hoe belangrijk is het dat Geert voluit bij ons mag horen?
Hoe zou Geert veranderen als hij van alle Kamerleden zou mogen horen: “Geert, we begrijpen wat je probeert te doen voor Nederland. Jij hoort bij ons.”? Wat zou dat kunnen veranderen in zowel Geert als de verhouding met zijn collega’s?
Natuurlijk is het ondenkbaar, maar is het daarmee verkeerd? Bij die andere Geert werkte het. In het boek van Marianne heette hij natuurlijk geen Geert.
De nieuwe schooldirecteur
Toen de school van Marianne een nieuwe directeur kreeg, bleek die behoorlijk verstorend aanwezig. Hij brak met grote regelmaat in tijdens lessen en leek niet echt in verbinding te staan met de leraren. Op zijn minst een slechte timing.
Er werd dus in het lerarenteam flink op hem gemopperd en niemand wilde met hem te maken hebben. Hij was de olifant in de porseleinkast, een bekend personage dat door veel managers ook gespeeld lijkt te worden. Ook Marianne stoorde zich aan zijn gedrag. Hij hoorde er duidelijk niet bij. Geen leraar die hem aanvaarde.
Op een dag, niet lang daarna, trakteerde een van de leerlingen van Marianne omdat ze jarig was. Toevallig was de nieuwe directeur die dag ook jarig en, ja hoor, ook tijdens die les, barstte de directeur weer binnen met het gebruikelijke kabaal.
Het jarige meisje pakte haar traktatie en liep naar hem toe. Ze zei “Ik hoor dat u ook jarig bent vandaag, net als ik. Wilt u ook een gebakje? Van harte gefeliciteerd.”.
De directeur nam het gebakje aan en was er een beetje stil van. Ook hij hoorde erbij. Zonder verder iets te zeggen (waarom was hij gekomen?), vertrok hij en is daarna niet meer tijdens lessen binnengestormd.
Onze les: Erbij horen is heel belangrijk, ook voor directeuren.
De familieopsteller in mij
Als familieopsteller heb ik een beetje te doen met Geert. Hij doet zwaar en impopulair werk en betaalt daarvoor grote offers. Ondanks zijn stoere provocerende woorden, lijkt hij ook niet echt op een slecht mens. Waarschijnlijk heeft hij het goed voor met ons.
Ik vraag me dus af: Wat als Geert gewoon een goed mens is, die slechts wijst naar een aantal problemen die niemand met genoeg urgentie wil oppakken? Wat als Geert de ziener is? Mag Geert voluit bij ons horen? Kunnen we zijn angst en verlangen erkennen, ook in ons?
Ik hou sterk rekening met een positief antwoord op die vraag en hou ook mijn hart vast voor het vervolg. In elk geval moeten we betere antwoorden vinden, liefst antwoorden die we gezamenlijk en in openheid gaan opzoeken.
Ondertussen gun ik Geert de belangrijke plek en rol die hij al heeft en wil ik graag ontdekken wat zijn kwaliteiten, contacten en kennis voor goeds kunnen doen voor heel Nederland.
Als ik zonder wantrouwen kijkt, dan lijkt hij zijn hart best op de goede plaats te hebben, dan is Geert bereid om te zorgen voor ALLE welwillende en goed bedoelende Nederlanders. Hij lijkt ook te willen zorgen voor onze ouderen en zwakkeren en vraagt om eerlijker en rationeler bestuur.
Ik waardeer het als Geert zegt: “Ik ben er allereerst voor de Nederlanders”, omdat ik het versta als een kleurenblinde opmerking. Ik ben er voor ons Nederland, is een belangrijk startpunt voor een Nederlandse politicus. Het zou eigenlijk vanzelf moeten spreken, maar is het niet perse.
Als hij in potentie een tweede Hitler mocht blijken, dan vraag ik aan alle Nederlanders, met mij, om hem te begrenzen, zodat ook hij in gareel blijft.
Wij, niet hij, zijn de wekelijke macht, dus we hebben alleen elkaar te vrezen. Het is tijd dat we dat doorkrijgen. Wij zijn het zelf die moeten emanciperen en opgroeien. Wijzelf moeten die duurzame toekomst bouwen, vol vrede en welvaart voor allen. Daarvoor hebben we elkaar en elkaars goede wil nodig.
Geert, ook jij hoort er helemaal bij
Dus ik zeg hier: Geert, ik ben superblij dat ook jij er bent. Je vertegenwoordigt een bevolkingsdeel dat zich al lang in de steek gelaten voelde en die ben je goed aan het terughalen. Je doet daarmee belangrijk werk, ook al ben ik niet altijd blij met je methoden of woorden. Ik zie wat je aan het doen bent. Geert, je hoort bij ons.
Ik vertrouw erop dat je bent wie je zegt te zijn en dat je wilt dat het met alle Nederlanders, ongeacht afkomst of kleur, goed gaat. Ik heb je dat horen zeggen.
Vind alsjeblieft een manier om meer samen te werken met andere partijen zodat jullie er samen uit kunnen komen. Ook zij horen erbij. Beloof je dat je dat zult doen?
Alvast dankjewel!
ps. Strafadvocaat Theo Hiddema
In het interview hieronder geeft strafadvocaat Theo Hiddema zijn analyse, gebaseerd op zijn ervaring met immigranten uit moslim-culturen en hun nazaten. Hij toont zich al jaren voorstander van Geert Wilder en tegenstander van het gebruik van strafrecht om de democratie tegen een politicus te beschermen.
Integratie van Turks / Marokkaanse moslims is kansloos, volgens hem, omdat ze niet willen en vooral omdat ze bijna alleen partners kiezen uit de eigen gemeenschap, liefst nog uit het land van oorsprong. Integratie vindt plaats onder de lakens. Het verlenen van gratis hulp ondermijnd de waarde van de gift en creëert een afhankelijke gemakzuchtige instelling. Het ondermijnt zelfrespect.
Geef een reactie