Omdat het nog zo ongebruikelijk lijkt, is het fijn om een citaat te delen van een prominent feminist, die wat tegenwicht geeft aan hoe mannen in de vrouwenbeweging nog onrecht wordt aangedaan. Gelukkig worden steeds meer vrouwen wakker over dit feit, want helaas heeft de cultuur zich zo tegen mannen gekeerd dat het misschien nodig is dat dergelijke geluiden vooral vanuit vrouwen moeten komen.
Ruth Bader Ginsburg
Eerder schreef ik ook al over Ruth Ginsburg, die haar wereld veranderde, maar ook onze wereld. Eerst studeerde ze rechten, maar eigenlijk alleen zodat ze een beter partner voor haar echtgenoot kon zijn. Hij was advocaat en zij wilde hem beter begrijpen en kunnen steunen.
Ze kon zich op dat moment nog niet voorstellen dat ook zij als advocaat voor de rechter zou staan. Dat deden vrouwen toen nog niet. Ze wist ook nog niet dat ze zou opstaan om in de voetsporen van vele andere vrouwenactivisten en vrouwelijke advocaten te stappen, dat kwam pas later.
Ruth was een van de uitverkorenen, in een tijd dat vrouwen nog bijna niet werden toegelaten in rechtenstudies. Ze bewonderde feministen, maar bleef zelf nog op de achtergrond.
Gelukkig veranderde dat begon ze een voor een de vele discriminerende wetten en regels te veranderen. Dat deed ze als advocaat in de rechtszaal, regelmatig voor het federale Hooggerechtshof. Niet alleen gaf Ruth door haar succes meer vrijheid aan vrouwen, in dezelfde beweging bevrijdde ze ook een hoop mannen.
Ruth was een slimme en gedreven vrouw, die op de schouders van velen voor haar ging staan. De strijd om vrouwenstemrecht was al gestreden, maar zelfs capabele vrouwelijke advocaten kregen in haar tijd nog geen licentie om in de rechtszaal te betogen. Het recht was nog echt een mannenbolwerk.
Ze emancipeerde zichzelf op een constructieve manier. Eerst werd ze competent in de wet en werd professor in vrouwenrecht. Daar bewees ze goed te zijn in onderzoek en het schrijven van betogen.
De volgende stap was natuurlijk om ook zelf op te staan, maar daarvoor moest ze zelfvertrouwen vinden en de moed om haar stem te laten horen waar die het meest gehoord moest worden. Autoriteit krijgen in de rechtszaal, respect afdwingen met de kracht van je betoog, vraagt nu eenmaal een andere kwaliteit.
Dat betekende dat ze zich moest gaan voorstellen wat mogelijk was en haar eigen lage verwachtingen zou moeten trotseren voordat ze die van andere zou trotseren. Haar stem klonk vrijwel meteen in de hoge raad, iets dat voor zelfs advocaten met ruime ervaring in de rechtszaal nog intimiderend zou zijn, maar zij was de eerste keer nog niet ervaren.
Misschien moest ze eerst de verontwaardiging voelen van hoe een overheid vrouwen en mannen de keuze ontnam en op hun plek probeerde te houden. Wat ze zou doen was onvoorstelbaar in haar tijd. Het was onvoorstelbaar dat ze zou slagen. Maar het was ook een strijd die gestreden moest worden. Het was tijd dat vrouwen hun nieuwe plek innamen.
Uiteindelijk kwam het punt waarop ze ze haar stem vond en ze sprak vervolgens met rust, kennis en kracht over hoe elke stap van vrouwen was bevochten en dat het tijd werd om de oude beperkingen weg te nemen zodat elk kind de vrijheid kreeg om te worden wat het wilde en kon zijn.
Toen stond ze daar met al haar competentie en de overtuiging en kracht van al haar voorgangers in de rug, elke eerdere vrouw die was gaan staan en had verloren. En onmiddellijk nadat ze ging staan en bleef staan, werd ze gehoord en won aan respect.
Zo werkt dat, als je emancipeert en blijft staan in het vuur. Je moed en kracht genereert respect, maar je krijgt het niet vanzelf, je moet wel blijven staan en je kracht ontvouwen. Ze sprak toen voor haar zaak en voor ALLE mensen. Ze kwam op voor achtergestelden, zowel voor mannen als vrouwen die onredelijk beperkt werden door historische verwachtingen.
Ze is nu 87 jaar en sinds 1993 is ze nu zelf een van de negen rechters van het federale Hooggerechtshof in de Amerika. Ze was slechts de tweede vrouw die deze eer kreeg. Ze heeft zich nooit tegen mannen gekeerd, haar strijd was voor vrijheid en rechtvaardigheid. Ze had ook vele mannen achter haar staan, terwijl ze vroeg om een eerlijke maatschappij voor iedereen. Discriminatie schaadt ons allemaal.
Hier stond ze dan, deze Joodse vrouw, slechts 1 meter 55 lang, voor de imposante rechters van het federale Hooggerechtshof. Ze herinnerde hen eraan hoe de wet niet meer aansloot bij de realiteit van de tijd. De burgers waren al opgestaan en veranderd en het waren de wetten die achterbleven en het onrecht in stand hielden.
Het werd tijd dat ook de wetten zich aan de tijd aanpasten en iedereen een kans gaf om zijn of haar potentieel te bereiken. Dat nalaten, zou de hele gemeenschap schade aandoen, zowel mannen als vrouwen. Zij vocht voor gelijke kansen voor iedereen, niet tegen de mannen. Er is een duidelijk verschil.
Stigma op mannen
De tijden zijn opnieuw veranderd. Veel vrouwen reageren nog steeds alsof ze onderdrukt en achtergesteld worden, anderen lijken dronken van succes en zijn veeleisend geworden zonder iets terug te geven, maar de feiten eronder zijn nu anders.
Nu vrouwen steeds vaker succesvol zijn en verantwoordelijkheid dragen, leiders zijn in hun gemeenschap, sprekers op het podium, zijn het mannen die erom vragen om onder het juk van beschuldiging te mogen. De beweging is gekeerd tegen een groep in plaats van voor gelijke kansen.
De vrouwencultuur is niet erg vriendelijk naar mannen. In een tijd van sociale media en is de cultuur omgeslagen naar een punt waarop mannen al op voorhand verdacht zijn omdat ze man zijn.
De voorkeursplek die aan vrouwen is gegeven om de veranderingen te versnellen, heeft mannen in een lastige positie gebracht en er is veel wantrouwen tegen mannen in het algemeen. “Vrouwen moeten de vrijheid krijgen om volwaardig mee te doen en te leven”, is verworden tot een “Mannen zijn fout en ze moeten uit de macht”.
Ja, het was lastig voor mannen om te merken dat politieke invloeden vrouwen de concurrentie om banen een oneerlijk voordeel, zodat minder ervaren, of minder competente vrouwen de baan konden krijgen, in de hoop dat in hun nieuwe rol zouden groeien. Maar het was verkoopbaar en verteerbaar als een corrigerende maatregel.
De cultuur is doorgeslagen en misschien zijn vrouwen een beetje dronken over het succes van hun groepskracht, omdat we nu een cultuur hebben gecreëerd waarop mannen op voorhand al verdacht zijn en geen bijna geen kracht meer mogen tonen. Degenen die dat trotseren, of fouten maken, mogen rekenen op een horde van aanvallende vrouwen en politiek correcte media.
Als de schuld onterecht was? Dat is dan jammer, wie zal het nog opmerken? De (reputatie)schade is dan al gebeurd. De pijn onder vrouwen was het waard. We moeten vrouwen geloven en mannen wantrouwen. “De toekomst is vrouwelijk”, zegt de betoger. Hoe zit het met de toekomst is van ons allemaal?
Ondertussen hebben we steeds meer moeite om ons met elkaar te verhouden, blijven alle oude strijdpunten maar doorwoekeren, en ik vraag me af: Hoeveel vrouwen zijn zich bewust van hoe dit ons allen schaadt? Kunnen we ons permitteren dat mannen massaal afhaken of aan de zijlijn komen te staan?
Wat kost het ons als de helft van ons zijn plek verliest? Zijn we zo vergeetachtig? Zo kortzichtig? Als ik eerlijk ben, vermoed ik dat het antwoord bevestigend is. We strijden een oude strijd, maar vergeten onze oorsprong, onze geschiedenis.
We vergeten zelfs het waarover het ons allemaal ging. Maar dat is niet nieuw, want we zijn ook vergeten wat onze voorouders voor ons offerden en hoe waardig en krachtig de moeders waren die hun leven opgaven om ons op deze plek te brengen.
Onze vrouwen zijn vergeten wat het betekent om een krachtige vrouw te zijn, hoe vrouwenkracht eigenlijk voelt. Ze emuleert slechts nog het beeld van krachtige succesvolle mannen, omdat het diens positie en kracht is waarnaar we zo verlangen.
Maar met de kracht komt ook de last en de prijs. Het komt ook vrouwen duur te staan want ze hebben nu eenmaal een andere bron van kracht en onze natuur is minder plooibaar op dat gebied, die is door vele eeuwen gevormd in een proces van bijna onzichtbaar bijschaven en proberen wat werkt.
Als we in familieopstellingen naar de plekken kijken, dan zien we waarom het niet goed uitwerkt en wat er nodig is. Daar toont zich de werkelijke dynamiek en plek.
Stagnerende relaties
Hoe komt het dat zowel mannen als vrouwen steeds vaker uiten dat ze moeite hebben om een geschikte partner te vinden? Dit thema maakt relaties en seksualiteit (toch al geen eenvoudige onderwerpen) alleen maar lastiger.
Duurzame relaties relaties zijn niet meer de norm en vaak nog maar moeilijk te vinden. We lijken de gecompliceerde aanspraken van intieme relaties steeds vaker uit de weg te gaan, door te kiezen voor lat-constructies (samen apart leven). We hebben het zo druk met onze plek in de wereld, dat we er geen lastige emoties bij verdragen.
Eenzaamheid is een toenemende klacht en werelds succes en een druk leven lijken onvoldoende compensatie voor deze leegte. Zijn we te veeleisend geworden en te weinig bereid om elkaar nog te ontmoeten en ontdekken?
Uiteindelijk lijkt de nieuwe balans evenzeer schadelijk voor ons, als de beperkingen van vroeger dat was, alleen nu zijn het vrouwen die het voortouw hebben en mannen die hun plek moeten verkrijgen.
Kunnen we eens kijken naar de effecten deze dynamiek?
Selectie op onveranderbare criteria is slecht voor ons allen
Een maatschappij die mannen vanwege het biologische feit van hun geboorte al tot verdacht bestempelt, terwijl het vrouwen door hetzelfde feit een voorkeurspositie geeft, creëert een tweespalt die beide geslachten en zichzelf geweld aandoet.
Dat is niet anders dan een situatie waarin vrouwen, door ditzelfde biologische gegeven, worden betutteld en van mogelijkheden worden afgehouden.
Het is een gesprek waarin teveel vrouwen niet toestaan dat mannen echt deelnemen, ze zijn zo druk met vechten dat de woorden niet meer aankomen, maar het is een gesprek dat we broodnodig moeten voeren om elkaar weer terug te vinden. Mag het een gesprek zijn, of willen we slechts onze pijn naar elkaar blijven roepen?
De felheid van de reacties geeft blijk van de pijn die is opgespaard, maar we hebben elkaar nu en in de toekomst nodig. Er komen uitdagingen aan die we samen beter aankunnen dan als we als los zand elkaar vooral opzoeken om met elkaar te vechten.
Het goede eraan is misschien dat we onze kracht op elkaar oefenen en daarin kunnen ervaren. Het mindere is de scheiding dien het in onze geest tot stand brengt.
Bert Hellinger constateerde al lang geleden dat vaders er in onze cultuur nogal bekaaid van afkomen. Hoe lang krijgen mannen al de schuld van alle ellende in ons leven? Dat is te groot en kan niet terecht zijn. Wat doen we met de verantwoordelijkheden en taken die we op de schouders van vaders hebben gelegd?
Wat doen we met de rol en verantwoordelijkheid die de moeders en vrouwen in diezelfde situaties hadden? En wat doen we met de biologische feiten en hoe die doorwerken in onze voorkeuren en hoe we ons verhouden? De verhalen zijn veel te gekleurd en veel te selectief.
Ondertussen zoeken beide geslachten naar een nieuwe werkende balans en beide geslachten hebben het moeilijker dan zou hoeven. Maar het is een bekend drama en dus gaan we door alsof het zo hoort.
De balans is inmiddels verlegd, maar in zo’n ongelijk veld is gelijkheid moeilijk te bereiken. Toch is gelijkheid, of misschien beter verwoord gelijkwaardigheid, precies dat wat we eigenlijk willen.
We willen gelijke mogelijkheden en een eerlijk speelveld. Een dergelijk veld geeft niet perse gelijk verdeelde uitkomsten, maar dat is eerlijk en de uitkomst is afhankelijk van de ambities, offers en competenties van de deelnemers. Het heeft dus ook tijd nodig om zijn uitwerking te tonen.
De strijd blijft zich ondertussen, als vanzelf, handhaven en voeden, terwijl niemand van positie wisselt. Het maatschappelijk doel is gelijke mogelijkheden, maar dat is een moeilijk te vinden balans en veronderstelt het oplossen van de strijd tussen de seksen. In plaats daarvan is er een beweging die maar doorgaat en doorgaat, nog geen einde in zicht.
En de winnaar? Niet de spelers, maar de strijd zelf. Die floreert en houdt de beweging in stand. De spelers wisselen pijn uit met pijn. Je ambitie vervullen en een goede plek krijgen is op individueel niveau voor geen van hen gemakkelijk.
Gelijkwaardigheid blijkt moeilijk, strijd comfortabel
Tegen elkaar strijden blijkt uiteindelijk vele malen gemakkelijker, dan elkaar vinden in gelijkwaardigheid, samenwerking en samenleven. Strijd blijft verdelen, houdt verdelende thema’s in stand en probeert slechts, steeds opnieuw, nieuwe winnaars te vinden, en nieuwe verliezers.
Zolang we ons organiseren rondom deze thema’s en in ons denken schuld en onschuld koppelen aan groepslidmaatschap, blijft het thema zich handhaven en lost niets zich op. De groepsidentiteit blijft dan leidend en wordt een bron van individuele identiteit. Het vermeende slachtoffer heeft het relatieve comfort van gerechtvaardigdheid en onschuld. Niemand wil het stigma van daderschap dragen.
Slachtoffers worden daders
Ook in familieopstellingen zien we hoe slachtoffers regelmatig doorschieten naar daderschap. Een slachtoffer kan gemakkelijk dader worden door de ander vast te zetten in een vermeende schuld, een corrigerende beweging te blokkeren en zelf geen eigen aandeel te aanvaarden.
Het is een pad waarin eindeloze straffen (wantrouwen, buitensluiten, de ander te kortwieken steeds opnieuw diens schuld in te prenten) te rechtvaardigen. “Tegen zoveel onschuld kan geen mens op” , zou Bert Hellinger daarover zetten.
Het vergeven van schuld is zo mogelijk nog giftiger, omdat ook dat de schuld vastzet. Een dergelijke relatie is onmogelijk en de oplossing is dan om elk het eigen aandeel te “nemen” (erkennen) en elkaar daarna weer te hervinden (verzoening, nieuwe start). Er is niets nieuws onder de zon.
Slachtoffers worden daders, maar blijven hun oude slachtofferschap als deel van hun identiteit vasthouden. Dat is ook geen wonder, want het etiket komt met veel voordelen. Wat blijft, is het geloof in de eigen onschuld, in het eigen slachtofferschap, en dus moet de andere groep wel vastgezet worden in daderschap.
Als één plek bezet blijft, moeten beide plekken bezet blijven, anders klopt het nuttige verhaal niet meer. Verandering is dan onmogelijk.
Slachtoffermentaliteit
Het slachtoffer heeft zich in een hoek geredeneerd en kan er niet meer uit. Het kan geen held zijn zonder ook het slachtofferschap te benadrukken (de vermeende onderdrukking en het onrecht). Het kan de ander niet bevrijden uit de dader rol net zomin als het zichzelf kan bevrijden uit de positie van onderdrukking.
Van emancipatie kan dan geen sprake meer zijn, want de mentaliteit en identiteit blijft hangen aan de eigen beperking, Het slachtofferschap is nodig om de eigen schuld weg te redeneren en een voorkeursbehandeling te blijven claimen. De dader moet dader blijven om dat te rechtvaardigen.
Zolang de ander de positie van schuldige blijft spelen, heeft die geen recht van spreken en kan klein en monddood gemaakt worden. “Mannen zijn te wantrouwen want ze hebben de macht en zijn gewelddadig.”
De onredelijkheid wordt niet gehoord totdat
De een houdt zich klein, de andere wordt kleiner gemaakt en kan, wanneer de onredelijkheid van de slachtoffers steeds duidelijker wordt, zelf ook slachtofferschap claimen. Het verschil is dat van vermeende daders we dit niet willen horen en afdoen als “zielig doen”.
Pas als genoeg slachtoffers ook het onrecht uit de eigen groep herkennen en de ander erbij willen houden, kan er een nieuwe beweging ontstaan. Pas dan is er een kans dat het nieuwe onrecht gehoord wordt door de nieuwe eigenlijke machthebbers.
De negatieve rol van maatschappelijke bescherming
Echte emancipatie kan niet ontstaan vanuit maatschappelijke bescherming. Het kan niet bestaan uit het neerhalen van andere krachtige deelnemers in de gemeenschap. Als leden uit de andere groep moeten krimpen, is de verhouding wel meer gelijk, maar niet doordat de beschermde (vermeend kwetsbare) groep is gegroeid en meer capabel is geworden . Dat is geen emancipatie. Emancipatie heeft geen daders nodig.
Emancipatie is een autonoom opstaan en opgroeien
Uiteindelijk omvat emancipatie het autonoom opstaan en opgroeien van slachtoffers, niet een vraag om toestemming, of een gunst van machthebbers. De groep die wil emanciperen moet de eigen kracht en competentie leren kennen. Het moet zonder de hulp en verzorging van de “sterkere” groep leren bestaan.
Het doel is om volwaardig mee te doen en volwaardig lid te zijn, niet om speciale regels te krijgen of betutteld te worden omdat het anders te moeilijk is. Maar het is moeilijk. Kracht en zelfvertrouwen ontwikkelen is een pijnlijk proces.
Boze slachtoffers zijn agressiever en wreder dan hun daders
Boze slachtoffers zijn gemotiveerd om te groeperen en als groep alles wat anders is aan te vallen. Slachtoffers blijken uiteindelijk agressiever en wreder dan hun daders, of tenminste even wreed. Niet verwonderlijk, want ook zij zijn gewoon mensen met alle gebreken en mogelijkheden van dien.
De agressie kan in eerste instantie helpen door de barrierre te breken van het eigen geloof in de begrenzing waartegen het vecht. Het heeft ook deze kracht nodig, ook als het later een probleem kan worden wanneer de agressie en woede niet kalmeert.
De eersten zijn het sterkst
De eersten die emanciperen, blijken vaak krachtiger, meer gefocust, koppiger, agressiever en meer capabel, dan wie volgen. Dat komt omdat juist zij de grootste weerstand trotseren en door hun eigen geloof in de hun toegewezen plek die waar ze uit wilden breken.
Deze eersten trotseren het onzeker en moeten het allemaal uit henzelf halen. Er is dan nog niemand anders en de tegenwerking komt zowel van buiten de eigen groep als van erbinnen.
Zij zijn degenen die echt wilden en er alle voor opzij zetten. Het is in hoge mate een strijd tegen het zelf, nog meer dan een strijd tegen een omgeving. De eersten zijn krachtig geworden door de weerstand die ze moesten overwinnen.
Degenen die later komen, volgen in hun voetsporen en hebben het iets gemakkelijker. Hoe eerder ze gaan, hoe meer competentie en strijd er nog van hen gevraagd wordt, maar naarmate meer mensen opstaan, kan de groep elkaar meer gaan steunen en wordt het een kracht die zelfs kan domineren en overheersen.
Daders staan eigenlijk op een zwakke plek
Veel in dit veld is gebaseerd op geloof en geloof wordt niet zozeer gevoed door een feit als door een verhaal. Daders hebben gewoon een minder sterk argument. Feitelijk staan ze zwak, wanneer de onderdrukten niet meer meewerken.
Het is de volger die kracht geeft aan de leider, het slachtoffer geeft zijn kracht aan daders. Na de daad slaat dat om en is de dader overgeleverd aan de willekeur van de groep die het iets aandeed, zelfs al is het bij associatie.
Bijna niemand wil van een dader horen, dus er is geen escape, zelfs als de beschuldiging onterecht is. We vertrouwen kracht niet zo en denken dat slachtoffers eer onvoldoende van hebben. Dus geven we onze afkeuring aan daders en onze kracht aan slachtoffers.
Het is pijnlijk om kracht te ontwikkelen en op te staan
Het opstaan en leren vertrouwen op je kracht is een noodzakelijkerwijs pijnlijk proces. Je staat op uit een relatief veilig en comfortabel bestaan om vervolgens vol in de wind te komen en hoge verwachtingen te ontmoeten.
Als je die uitdaging weghaalt, de tegenwerking en de worsteling om die te overwinnen, dan is opgroeien en je kracht leren kennen veel moeilijker en de uitkomst minder betrouwbaar.
Je plek en respect verdienen
Hulp van buiten de groep werkt als een handicap en staat dit proces mogelijk zelfs in de weg. Hoe kan je kracht leren kennen en weten wat je kan als je geen kracht ondergaat? Hoe kan je weten wat je kan, als je zelf het werk niet hebt gedaan?
Het is als een diploma krijgen zonder het examen te hoeven doen. Je hebt nu het diploma, maar de waarde ervan is gecompromitteerd. Het wachten is op de eerste die je daarop wijst, de eerste die je minder serieus neemt vanwege de voorkeurspositie.
Wilde je alleen de status, de erkenning, of echte waarde, competentie en kracht? Wat doe je met vrijheid, als je nog steeds afhankelijk bent van aalmoezen?
Een voorkeurspositie haalt de lat omlaag en brengt enig comfort in het proces, maar het handicapt zowel de bestaande deelnemers, als degenen die willen emanciperen. Het is fijn om iets te krijgen, maar het vervult meer om het te verdienen of zelf op te bouwen.
Er is nu eenmaal geen substituut voor kracht en competentie en het pad dat nodig is om het te ontwikkelen. Hoe pijnlijk dat gegeven ook mag zijn. Slachtoffers zullen sowieso in kracht boven hun overheersers uitgroeien. Ze hebben geen keuze.
Elke kracht lokt uiteindelijk een tegenkracht uit die minstens gelijk is of groter. Het is een traag proces, maar het is onvermijdelijk. We zorgen voor iemands zwakte, maar we respecteren iemands kracht en karakter. Dat is in onze natuur. Opstaan en blijven staan, ondanks offers, dat dwingt ons respect af.
Een voorkeurspositie is moeilijk weg te nemen
Voorkeursposities creëren een schijngelijkheid die nog onvoldoende is verdiend, of gerechtvaardigd. Hoe kan je ooit weten of je een positie waardig was, of je echt capabel genoeg was, als je belangrijkste kwalificatie was dat je geboren bent in een bepaalde groep?
Vervolgens blijkt het evenzeer moeilijk om de bescherming weer weg te nemen, of zelfs om een moment te kiezen waarop dat kan. Wanneer heeft het zijn werk voldoende gedaan? Hoe klein, of minder machtig, moet de “overheersende groep” worden om te zorgen dat het niet opnieuw keert?
Wat is het gevolg als we de bescherming weer wegnemen, als blijkt dat de eigenlijke krachten sterker waren dan de luwte die we kunstmatig creëerden? Blijven we kiezen op basis van de feiten van geboorte, of kiezen we op basis van bewezen competentie en kwaliteiten?
De rollen omdraaien
Als vrouw zijn een belangrijk criterium is, dan blijft alles feitelijk bij het oude. In dat geval hebben feministen weinig tot niets bereikt, behalve misschien een voorkeurspositie. Dat was echter niet het doel waarmee het begon en zeker niet wat we nodig hebben als gemeenschap.
Er is al spanning in de beweging, want omarmt vrijheid ook de vrijheid om niet ambitieus of modern te willen zijn en te kiezen voor een leven als partner en moeder? Vele prominente feministen hebben die keuze afgekeurd en willen iedereen aan het front hebben.
In dat geval is feminisme volstrekt mislukt in haar wens vrijheid te creëren en gelijkwaardige kansen voor elk mens. De strijd is dan gereduceerd tot het vechten om macht voor de eigen groep.
Het is een kwestie van tijd tot de strijd zich dan weer omdraait en de nieuwe slachtoffers sterk genoeg zijn om de nieuwe daders van hun troon te helpen. Hopelijk zijn de leiders in de beweging verstandiger dan dat.
De prijs van een vrouwenmaatschappij is te groot
Wat gebeurt er wanneer de voorkeurspositie de andere groep zo krachtig maakte dat de vroegere overheersers nu onvermijdelijk aan de kant komen te staan en nu zelf overheerst en overvleugeld worden? Willen we dat als alternatief eigenlijk? Is onze afkeuring van mannen zo groot?
Als maatschappij zou dat een te groot verlies zijn. We hebben iedereen nodig, maar zolang de voorkeursgroep nog gelooft in de strijd, lijkt het wellicht aantrekkelijk voor hen.
De eigen macht wordt nog niet herkend, of wordt gerechtvaardigd met oude verhalen over onderdrukking. De groep voelt zich nog niet veilig omdat het niet gemakkelijk is om ambities te verwerkelijken. Het fantaseert dat mannen dat in de schoot geworpen krengen en het heeft de andere groep nog nodig om dat verhaal kracht te geven.
Wat een drama! Wat zonde voor ons allen! Waarom zo blijven vechten? We verstaan elkaar wederzijds slecht en hebben elkaar meer nodig dan we graag denken.
Niet in ons belang om groepen buiten te sluiten
Dat we het proces willen versnellen door openingen te creëren is begrijpelijk. De gemeenschap heeft baat bij het omarmen van alle talenten, creativiteit en potentieel. Waar individuen op groepen in de gemeenschap dat vergeten is het de gemeenschap als geheel die daarin corrigerend beweegt.
De gemeenschap corrigeert zich langzaam, in bewegingen die over generaties verlopen, maar van vanuit deze correcties moeten we ook een weg vinden naar ons eigenlijk doel. In een gemeenschap draagt iedereen bij aan het geheel en hoort ieder gemeenschapslid erbij.
Nadat de strijd gevoerd is, de correctie een feit is, moeten we elkaar weer terugvinden en samen een nieuwe groep vormen. Dan moeten we vergeten dat we tegenstanders zijn geweest en herschikken naar een grote groep.
Gelijkwaardigheid betekent gelijkwaardigheid
Emancipatie staat uiteindelijk op zichzelf. Het wil mogelijkheden openen, als die gesloten waren, en vraagt niet om de volgende overheerser te worden (voor zover van een overheerser sprake van zou zijn).
Emanciperende mensen veranderen hun plek en de kracht van hun aanwezigheid. Ze veranderen hun bijdrage en houding, maar dat doel vraagt niet om de ander klein te maken of schuldig.
Als volwaardigheid en gelijke kansen je doel zou zijn wanneer je uit slachtofferschap opstaat, dan zou je ook niet willen dat een ander klein wordt en de rollen omdraaien.
Een ander overheersen is hooguit aantrekkelijk voor boze slachtoffers, maar totaal niet voor geëmancipeerde mensen. Die hebben wel wat beters te doen dan slachtoffers dragen en laten zich niet vangen in een strijd.
Zo veranderen we daders in slachtoffers, door ze klein te maken, en dat zou alleen de rollen omdraaien zonder de dynamiek echt te veranderen. Als slachtoffer willen misschien ook helemaal geen verandering van het patroon.
Misschien komen we niet veel verder dan ons voorstellen dat de ander van zijn troon wordt gestoten en wij de macht krijgen die we zo missen. Het verlangen om de brenger van pijn daarin te straffen en deze klein en machteloos te maken geeft ons dan een uitlaatklep en brengt veiligheid.
Maar het is een verlangen dat iedereen gevangen zet en de spelers van elkaar blijft scheiden. Het is geen brug naar eenheid. Op zijn hoogst is het een pijn die wil dat de ander hem ook ervaart. De veronderstelling is dat daders niet lijden onder de situatie (een misvatting).
Als maatschappij zou de prijs van een dergelijk onrecht, in termen van verloren investeringen en gemist potentieel, veel te groot zijn. We kunnen en mogen niemand buitensluiten, niemand achterlaten.
Doris Lessing over het onrecht van vrouwen naar mannen
Het onderstaande citaat is van de in 2013 overleden Britse auteur Doris Lessing. Ze ontving in 2007 de Nobelprijs voor literatuur en werd beschouwd als een prominent feministe. Het citaat zou grotendeels nog passen in onze tijd, misschien zou het punt over kinderopvang bijgesteld kunnen worden.
Ik merk dat ik in toenemende mate geschokt ben door het onbedachtzame en automatische neerhalen van mannen, wat nu zo deel is van onze cultuur dat het nog maar nauwelijks wordt opgemerkt.
Er zijn geweldige dingen bereikt door feminisme. We hebben nu ongeveer gelijkwaardigheid, in elk geval op het gebied van loon en kansen, ofschoon er nog bijna niets is gedaan op het gebied van kinderopvang, de werkelijke bevrijding.
We hebben alom vele prachtige, slimme, krachtige vrouwen, maar wat gebeurt er met mannen? Waarom moest het ten koste gaan van mannen?
Ik was in een klas met negen- en tien-jarige kinderen, meisjes en jongen, en een jonge vrouw vertelde deze kinderen dat de reden waarom we oorlogen hebben is de aangeboren gewelddadige aard van mannen.
Je kon de kleine meisjes zien, glanzend van zelfgenoegzaamheid en verwaandheid, terwijl de jongetjes daar ineengedoken zaten, zich verontschuldigend voor hun bestaan, denkend dat dit het patroon van hun leven zou worden.
De leraar probeerde mijn blik te vangen, denkend dat ik deze rotzooi zou goedkeuren. Dit soort dingen gebeurt alom in scholen en niemand zegt er iets van.
Het is een soort religie geworden die je niet mag bekritiseren, omdat je dan een verrader wordt van de grote zaak, iets wat ik niet ben.
Het is tijd dat we beginnen om te vragen wie deze vrouwen zijn, die continue rommel spuien over mannen. De domste, nauwelijks opgeleide en nare vrouw kan, zonder dat iemand protesteert, vuil spuien over de liefste, vriendelijkste en meest intelligente man.
Mannen lijken zo geïntimideerd dat ze niet terug durven vechten en het wordt tijd dat ze dat doen.
Doris Lessing
Ik zeg: Amen.
Geinspireerd door dit artikel?
Draag bij aan het gesprek en schrijf je reactie hieronder
Peter Weenink
Hoi Hans, bedankt voor het delen van jouw kennis.
Vooral de citaten van Doris Lessing en Ruth Ginsburg spraken me aan. In de loop van de tijd hebben in Amerika meerdere mensen goede uitspraken gedaan. Helaas is er in het Amerika van nu is weinig van binnengekomen.
Hoewel ik optimistisch ben over de beweging onder de jonge generatie.
Overdenking:
In mijn kring, mijn voormalige echtgenote, mijn kinderen, kleinkinderen en vrienden, is er gelijkwaardigheid. Daar ben ik dankbaar voor.
Gisteren na een bezoek aan Erika (je kent haar als verhalen vertelster) stuurde ze me: Het was een dag met een gouden randje. Daar ben ik dankbaar voor.
Het is in de kring geven en ontvangen.
Hans Schuijff
Hallo Peter,
Wat fijn dat je de moeite hebt genomen om je reactie te schrijven en dat je het artikel hebt gewaardeerd.
Ik lees dat je in jouw leven een mooi netwerk van mensen om je heen hebt en dat je gelijkwaardigheid en warmte ervaart. Fijn om zo’n netwerk te hebben en het onderscheid je van velen die daar nog een grote behoefte hebben.
Je doet dan vast ook veel goed en misschien is dat deels de uitkomst van een mooie zoektocht en je lange ervaring met leven, jezelf en de omgang met andere mensen. Levensvaardig worden is ook een reis die we allemaal doorlopen.
Het eerste deel van je reactie kan ik alleen maar beamen. Er zijn mensen die wijze uitspraken deden en op pijnplekken drukten. Die zijn hard nodig, omdat de massa niet zo gemakkelijk leert. Er zijn ook tekenen van hoop en verandering in de generatie die doorgaans het meest vrij is en daarom de veranderingen in gang brengt en energie geeft.
We zullen op enig moment ontdekken wat daarvan het effect is. Hoopvol blijven, terwijl we deelnemen en een voorbeeld (voor)leven van onze positieve intentie, is wellicht het belangrijkste wat we kunnen doen. Wat dat aangaat helpen we elkaar verder en ik ben blij dat we deel zijn van elkaars kring.
Tot gauw weer!
Groetjes,
Hans
Hilda
Een mooi en waardevol artikel. Ikzelf ervaar dat veel vrouwen in leidinggevende posities er van uitgaan dat ze nog strenger, krachtiger, neerbuigender, en doortastender zouden moeten zijn dan mannen
Het is een ‘ gevecht’ tussen wat ze graag zouden willen en wat ze zich zelf toestaan oftewel wat ze denken dat de maatschappij hen toestaat.
Deze vrouwen vinden zichzelf feministisch maar slaan de plank werkelijk mis.
Heel erg jammer dit te ervaren.
Hopelijk worden ook deze vrouwen die eigenlijk in een soort van slachtoffer rol zitten aangeraakt door hun omgeving door te mogen zijn wie ze ten diepste zijn.
Hun eigen leider!
Hans Schuijff
Dank je Hilda, fijn dat je het artikel waardeerde.
Je analyse van vrouwen in leiderschapsposities is waarschijnlijk nog incompleet, maar het is een mooi voertuig voor het zoeken naar hoe te zijn en wat de invloed van omstandigheden is. Ik kan me voorstellen dat het mogelijk ook voor mij een mooi vervolgonderwerp kan zijn. Wat is de ware aard van een vrouw? Hoort dat er ook bij?
Mijn eigen ervaring is dat leiderschap ontwikkelen voor elk mens vol uitdagingen en leerpunten zit. Dat is voor vrouwen zo, maar in gelijke mate ook voor mannen. Het is gewoon een moeilijk veld met veel verschillende krachten en belangen die op je inwerken. Ik zou dus niet te snel aannemen dat mannen zo zijn omdat ze echt zo willen zijn, terwijl het vrouwen verwart en van zichzelf vandaan brengt. Verantwoordelijkheid is gewoon niet gemakkelijk.
Voor vrouwen zijn dat soort posities ook niet echt nieuw, hooguit hoe het zich manifesteert in de wereld. Als ik me bijvoorbeeld afvraagt hoe het moet zijn geweest als moeder van een groot gezin in vroeger tijden. Wat als ze haar man verliest? Of wat als ze boer en boerin zijn en beiden vele taken en verantwoordelijkheden hebben die ook nog op tijd moeten gebeuren? Boerengezinnen waren altijd groot omdat de kinderen ook werknemers waren en konden zorgen voor een comfortabele oude dag.
Vrouwen die in dat soort omstandigheden leefden, waren vaak heel sterk, doortastend, hardwerkend en weerbaar. Misschien ook wat stug en niet zo geneigd met hun gevoelens te koop te lopen. Ze zijn door omstandigheden gevormd en droegen ook op vele fronten verantwoordelijk. Ze moesten leiderschap vertonen, onderhandelen, regelmatig streng zijn en initiatief tonen en alles laten doorgaan. Ook veel fysiek werk, hoorde erbij en als de man wegviel moesten ze de taken van de man erbij nemen.
Ze waren verantwoordelijk voor inkomen, inkoop, voeding, huishouden, verzorging en ze moeten die kinderen ook nog een goede start te geven. Het is best vergelijkbaar met het leiden van een bedrijf, behalve dan dat ze eigen baas zou zijn en haar uiteindelijke beoordeling een kwestie van leven of dood was. Als de boerderij niet in bezit was, maar gepacht, dan zou er ook nog een financier meespelen die het veld moeilijker zou maken.
Het is hun eer dat we zoveel vergeten zijn over hun worstelingen, inzet en offers, maar waren zij daardoor misschien ook vaardiger en krachtiger dan wij? Ik vraag me vaak af of de feministische vrouw wel waardering heeft voor de vrouwenkracht die toen is voorgeleefd. Er wordt zo negatief geoordeeld over deze vrouwen, vaak uitsluitend vanuit een modern verhaal over onderdrukking. Miskennen we hen daarmee? Zijn we het contact verloren met deze kracht?
Natuurlijk moeten kinderen in dergelijke gezinnen ook meewerken en krijgen ze meer taken en verantwoordelijkheden naarmate ze ouder zijn. De eerstgeborenen moeten vaak vroeg volwassen worden en een ouder zijn voor de rest. Er is minder tijd voor henzelf, maar hun plek is duidelijker dan het nu vaak lijkt. Ook kinderen leerden daar hoe ze hard moeten werken en hun rug rechten. En in zo’n leven leer je ook wie je bent en waar je thuishoort, dus identiteitsproblemen zullen minder spelen. Je bent in een boerenleven meer verbonden met de grond en als vanzelf dus meer geaard.
Overwegingen als zijn wie je ten diepste bent is dan niet zo aan de orde. Dat is voor mensen in andere omstandigheden. Misschien zijn dat ook wat nieuwere thema’s, omdat het moeilijker voor ons is om het antwoord te weten.
Dank voor het onderwerp en je gedachten. Het is een mooi onderwerp om een verder in te duiken. Zoals je merkt roept het ook weer wat op.