Een van de dingen waar ik veel aan heb gewerkt in mijn bestaan, is het overbruggen van de afstand tussen mensen. Van dichtbij is het gemakkelijker om te verbinden en elkaar te begrijpen en blijken we allemaal slechts mens in een menselijke ervaring. Aanwezig, eerlijk en oprecht kan je brengen waar je wilt zijn, maar durf je het aan?
Echte intimiteit is niet voor watjes. Intiem contact vraagt iets van je, heeft vaardigheden nodig, omdat nabijheid je doet voelen wat er is, wat er ook is.
Het kan heel prettig zijn, maar het kan ook zijn dat je iets krijgt dat moeilijk te verteren is. Wat doe je dan? Blijf je of ga je? Ga je vechten en klagen? Of kan je ermee omgaan?
Als iemand verteerd wordt door haat, wrok en/of diep lijden, dan zal je geen rozengeur en knuffels vinden als je dichtbij komt. Wat je krijgt is wat er is en wat er is is haat, wrok en diep lijden.
Wat je dan krijgt is een waarheid en een blik in hoe het is om die ander te zijn. Het is aan jou of je daar kunt komen en of je ermee kunt omgaan.
Het helpt als je jezelf al wat ontdekt hebt, want je vermogen om te volgen wordt sterk beïnvloed door wat je verdraagt en je eigen diepgang. Dit contact brengt tal van uitdagingen, maar dat hoort erbij. Het is iets dat je kunt leren.
Iemand die innerlijk in brand staat, kan alleen vuur geven en dan moet je in staat zijn om zelf niet mee in brand te gaan. Dat is wat je dan krijgt en je zult er een omgang in moeten vinden.
Iemand die zijn eigen diepte niet verdraagt en alles dat zwaarder en moeilijker is probeert te vermijden, zal het contact misschien niet eens echt aangaan en je misschien slechts onpersoonlijke algemeenheden en dooddoeners teruggeven.
Als zo iemand alsnog echt wordt over zichzelf kan dat opeens een heel mooi en diepgaand moment opleveren. Soms krijg je parels en diamanten, soms een draai om je oren en brandende emoties.
Het is aan jou om vaardigheden te ontwikkelen om daarmee om te gaan en niet te vluchten zo gauw het moeilijk(er) wordt. Je hebt weinig aan het openen van nabijheid als je die ander alleen maar een teleurstelling gaat geven omdat je de echtheid van zo’n moment niet verdraagt.
Dat wil je jezelf niet aandoen, maar zeker ook niet de ander. Het vraagt dus iets van je. Het daagt je uit in je vermogen om aanwezig te blijven ook als het moeilijker blijkt en je eerst ergens doorheen moet gaan.
Steeds opnieuw zal je in specifieke momenten de waarheid over jezelf moeten ontdekken en daar uitdrukking aan geven.
Je kunt steeds iets delen wat eerlijk en oprecht is en waar, of je zult stil kunnen blijven en rustig ontvangen, of simpelweg meebewegen met de ander op een manier die het vuur niet verder opstookt en misschien zelfs kalmeert.
Je kan vaardig worden in het ontvangen en ombuigen van emoties, niet door ze te ontkennen of weg te duwen, maar door ze oprecht te ontvangen en de bron ervan te herkennen en communiceren.
Doorgaans komen stressvolle emoties uit een verlangen of gemis en de expressie ervan is vaak een onhandige hulpvraag (vermomd als een aanval). Wat is de vraag die erin verpakt is?
Wat beweegt die ander om met de vraag, klacht of aanval naar je toe te komen? Waar zoekt die ander hulp bij? Wordt je gevraagd om een stressvolle emotie te kalmeren? Of is ontvangen en erkennen genoeg? Het is aan jou om het te ontdekken en er iets mee te doen.
Het is duidelijk dat de zender niet staat was om die vraag handiger te communiceren. Het helpt om te bedenken dat de ander moeite heeft moeten doen om het naar jou te brengen en daarin iets zoekt.
Je zult vaardigheid moeten ontwikkelen als je op dat soort momenten in contact wil kunnen blijven terwijl het zich verder ontvouwt. Dat kan spannend zijn en ook bij jou iets kan oproepen.
Velen zullen die moeite niet doen en liever de persoon veroordelen om de emoties die hij of zij gaf. Naar wie ga jij die emotie vervolgens brengen en kan je de vraag van jezelf dan helder maken, of ga je net als die ander je brand doorgeven?
Je kunt niet vaardig zijn in contact als je niet ook vaardig bent in het omgaan met je eigen emoties en innerlijke staten. Contactvaardigheid vraagt dat je genoeg innerlijke reserve houdt om ook in meer uitdagende omstandigheden niet te hoeven vertrekken, zowel innerlijk als uiterlijk.
Contact is hoe we afstand overbruggen. Verbinding is wat ons doet blijven. Verbinding groeit naarmate we meer samen delen en meer in elkaar herkennen.
Ons verlangen naar een intieme verbinding en betekenisvol contact is groot. Het is zo belangrijk voor ons mensen, dat als het te lang onvervuld blijft, het meestal ook niet zo lang goed met ons blijft gaan. Onpersoonlijk contact zal nooit vervullen. Wat we zoeken is persoonlijker dan dat.
Eenzaamheid kan diep pijnlijk zijn en onoplosbaar lijken. Dit soort gemis kan in een wanhopige en gewelddadige vorm naar buiten komen. Het is vaak een verborgen pijn die stil gedragen wordt tot het te zwaar werd en te lang duurde.
Dan hoor je opeens dat iemand zichzelf eindigde, of misschien anderen iets heeft aangedaan. Als zo’n persoon eerder gehoor had gevonden was het misschien niet nodig geweest, maar soms is het geheim ook echt geheim en is nooit geuit.
Hoe spelen aanwezigheid, eerlijkheid en echtheid in contact en verbinding? Waarom is het belangrijk? Het is belangrijk om al die reden die hierboven al zijn aangereikt. Het is belangrijk omdat we nabijheid zoeken, een nabijheid die intiemer is dan wat we doorgaans weten te vinden.
Niet elk contactmoment is gelijk en soms is contact ritueel, of aan regels gebonden (zoals in de zakelijke context). In dat soort context speel je misschien een rol en houdt jezelf (als persoon) buiten beeld. Dat is dan passend voor die context.
Toch zal je ook in die context veel hebben aan dezelfde vaardigheden die afstand overbruggen. Het vermogen om in elk moment eerlijk te delen wat waar is over jou en in je leeft is in elke context handig.
Het zegt niet dat je altijd grenzeloos alles wat in je is zult delen, hoe onhandig ook, maar het geeft je mogelijkheden die ook je keuzevrijheid en doelgerichtheid kunnen ondersteunen.
Stil aanwezig zijn, ruimte bieden zonder woorden, kan je ook nabijheid bevorderen en je iets leren over iemand. Zelfs een beetje aandacht kan al iets openen en voor je het weet merk je dat gesprekken veranderen en dat anderen beginnen te openen en meer van betekenis over zichzelf beginnen te vertellen. Ook dat is nabijheid.
Zelfs rustig en open aan iemand delen dat je hem of haar nog niet vertrouwt en daarom op afstand blijft, kan iets openen. Het vraagt niets van de ander en geeft slechts openheid over jezelf.
Misschien schrikt die ander van de openheid, maar vervolgens kan dezelfde intentie ook terugkomen en iets dat eerlijk is teruggeven. Misschien had die ander hetzelfde, of wist zich nog geen plek/houding te geven, of was een stille bewonderaar die nog niet naar buiten durfde komen.
Als je wederzijds eerlijk, open en oprecht kunt zijn, dan kom je sneller voorbij issues. Voor je het weet is er vertrouwen en heb je ander contact.
Ik leerde dat als ik dichterbij iemand kwam dat ook de ander vaak iets bleek te dragen of ergens mee worstelde. Die ander was niet zoveel anders dan ik en door dat inzicht werd het zachter en gemakkelijker. Voor mij een waardevol cadeau.
Geïnteresseerd en vriendelijk stil blijven, zonder te vragen of eisen, kan dat al openen. Zo’n innerlijke staat straalt al uit en verandert ook iets in de ander. Het is gemakkelijker om naar je toe te bewegen als je zo’n innerlijke staat weet te houden.
Anderzijds hebben we ook in workshops wel mensen gehad die erg zacht, lief en toegankelijk leken tot ze hun mond openden. Van binnen waren ze totaal niet zo en we werden verrast door hoe negatief, afkeurend en boos ze nar buiten kwamen.
Innerlijk waren ze ver van vredig of warm, ze gaven daar slechts uiterlijk geen uiting aan. In dat geval zal intiem contact de stekeligheid die van binnen leeft delen en dan merk je hoe deze persoon eigenlijk van binnen is. Ook dat is waardevol, ofschoon niet perse prettig.
Hoe meer je in jezelf verdraagt en hoe meer vrede je hebt, hoe gemakkelijker het is om ook zo’n persoon of situatie te verdragen en dragen. Het is gemakkelijk om te vertrekken als je wordt aangevallen, maar als je kunt blijven kan er iets gebeuren dat verrassend is.
Ik heb zelf geleerd hoe snel aanvallen, irritaties en boosheden kunnen omslaan als je ze goed weet te ontvangen. Onder de boosheid ligt dan een frustratie, een verlangen of gemis en als je die weet te vinden kan het zijn dat eronder iets ligt dat veel warmer en zachter is. Dat soort boosheden zijn slechts onhandige vragen.
We maken het niet altijd gemakkelijk om dichtbij elkaar te zijn en zelfs als we fysiek bij elkaar zijn, is de afstand soms heel groot en schijnbaar onoverbrugbaar. We zoeken elkaar ook steeds op, op zoek naar iets, of niets, maar vooral op zoek naar contact, zelfs als het contact niet fijn is.
Steeds opnieuw ontvouwen dezelfde menselijke drama’s en betrekken we anderen erin. Na de ontmoeting begint, vroeger of later, de strijd en is het weer tijd om te breken. We zoeken betekenis en verbinding, maar het is ook waar we worstelen.
Het is een lange reis, maar Inmiddels werk ik met familieopstellingen, heb trainingen gegeven, werk individueel met mensen die hulp zoeken en kan de antwoorden die ik vond gebruiken en doorgeven.
Contact kan heerlijk en stimulerend zijn, maar ook zwaar en vol drama. Ik benader het vaak als een dans waarin je vele ervaringen kunt vinden, soms heftig en energie, dan heel dichtbij en intiem, dan op jezelf en op afstand. Heel verschillende ervaringen onder eenzelfde naam.
Contact kan leeg zijn of betekenisvol, waardeloos of waardig en waardevol, het ligt allemaal aan de deelnemers en als het contact met jou is dan ben jij daar een van.
Dus waar begint het. Wat maakt je aanwezig of afwezig in contact? Durf je eerlijk te zijn en open in contact en wat vraagt dat van je? Is eerlijk altijd wel zo eerlijk? Is het soms ook een stok om mee te slaan en waarmee je anderen op afstand te houdt? Hoe zit het met oprechtheid in contact?
Simpelweg vragen “Hoe gaat het?” kan al veel betekenen. Is er oprechte interesse in een antwoord? Indien nee, was de vraag eigenlijk wel eerlijk? Waren de woorden duidelijk genoeg?
Als het routine was en eigenlijk meer een ritueel, zou je dan kunnen stellen dat je eigenlijk uit contact was terwijl je het vroeg, dus niet aanwezig? Was je misschien heel ergens anders met je gedachten?
Zo’n simpele vraag als “Hoe gaat het?” of “Hoe gaat het met je?” opent al een wereld van vragen als je je verdiept in hoe contact en verbinding werken. Het is een rijk gebied om in te ontdekken.
Persoonlijk vind ik het altijd erg fijn om met kleine groepen te werken. Ik hou van de interacties en het voelt intiemer dan grote groepen. Je komt eerder bij de mens achter het gordijn omdat je in kleinere groepen meer aandacht kunt geven en elkaar meer kunt horen.
In grote groepen kan je natuurlijk ook goed werken, maar de contactmogelijkheden zijn er minder en het maakt de deelnemers wat anoniemer.
In bijvoorbeeld lichaamsgerichte groepen, of opleidingsgroepen, kan je dat compenseren door deelnemers onderling iets te laten doen (subgroepen te maken), of door veel assistenten in de groep te hebben, maar je kunt ook de groepen wat kleiner houden en daarmee wat persoonlijker.
Contact is een deel van wat we hier doen, dus daarin past het om de groepen kleiner te houden en ook om genoeg tijd in te bouwen voor het elkaar leren kennen en interactie. Dat geeft andere uitkomsten, zowel voor de vraagstellers als voor andere deelnemers.
Zo veranderen we al heel snel van een ruimte vol vreemden in een groep die er echt betrokken is bij elkaar en die zelfs ongevraagd elkaar bijstaat. In zo’n groep kunnen we open zijn en mogen ook de minder flatterende kanten van ons karakter naar buiten komen. In zo’n groep kunnen we leren van elkaar en vooral over onszelf.
Natuurlijk is de begeleiding in zo’n groep belangrijk, want iemand moet het uitlokken en moet kunnen omgaan met de reacties die het oproept en de processen begeleiden, maar als het werkt, dan krijg je ook iets moois.
Vragen hebben de rol om de deelnemers uit te nodigen om meer van zichzelf te tonen, terwijl iets aanwijzen helpt om voorbij de barrières en het masker te komen.
Een begeleider kan bijvoorbeeld subtekst geven en iemands reactie vertalen. Bijvoorbeeld als iemand iets intiems deelde of vroeg en dan een “dooddoener” terugkreeg (iets dat algemeen en oppervlakkig is en de interactie stopzet).
Het mooie is dat vervolgens er meer echtheid kan komen en je diezelfde persoon dan soms iets heel persoonlijks hoort zeggen. Bijvoorbeeld dat hij onder de indruk was van wat de ander deelde en dat hij haar heel moedig vind en dat ook zo willen durven.
Zo verandert tets dat waardeloos is, “een dooddoener”, zomaar in iets dat oprecht en persoonlijk is en meer blootgeeft over degene die eerder niet meedeed. De moed van die persoon en de subtekst waren nodig om daar te komen en het cadeau dat kwam te krijgen. Het helpt beide deelnemers aan een waardevolle ervaring waarin ze iets kunnen leren.
Een begeleider kan ook een verschil benoemen tussen iemands woorden en de demonstraties van gedrag en daar een vraag over stellen. “Je zegt dat je … niet kunt (of moeilijk vind), maar heb je door je het al diverse malen hebt gedaan hier in deze groep? Als ik je … zie doen, dan denk ik dat je er juist heel goed in bent.”
Het kan zelfs een stapje verder door meer aandacht te geven aan de interpretatie-verwarring die het geeft als gedrag en woorden niet overeenkomen. Een oud voorbeeld van dat fenomeen in Gestalttherapie zie je in een sessie met Gloria door Fritz Perls.
Zij vertelt daarin over haar onzekerheden en hij pikt op dat ze lacht terwijl ze dat doet. Hij zegt daarop iets als “Ik geloof je niet, je bent een bedrieger. Je zegt dat je bang bent, maar je lacht erbij.” Hij zegt het rustig en vriendelijk, maar zijn woorden confronteren de tegenstelling en het is een reactie die ze niet verwacht.
Een oprechte reactie van zijn kant, ongetwijfeld, al is het in een sessie ook een manier om iets te openen. Hij blijft aanwijzen tot ze congruent wordt in haar uitingen. Als communicatie congruent is dan klopt alles met de boodschap van de communicatie.
Gloria was niet congruent, want haar lichaam communiceerde (onbewust) iets anders dan haar woorden. Dat maakt haar woorden onbetrouwbaar en onduidelijk en vraagt van een observator om te kiezen welk van de boodschappen als waarheid wordt genomen en om te ontdekken wat ze verhuld.
Als een begeleider zoiets aanwijst probeert hij daarmee te helpen, want vaak wijst het naar iets dat nog onbewust is. Iemand kan een oude overtuiging delen, of een ontwapenend trucje aangeleerd hebben. Waar nodig zal een begeleider dan concrete voorbeelden noemen, zodat wat hij terugbrengt te volgen is.
Het geeft een mogelijkheid om iets te ontdekken dat voorheen nog onbewust was. Als de deelnemer dan met weerstand of boosheid reageert is dat prima, want net als in de sessie met Fritz Perls kan die boosheid helemaal congruent zijn en beloond worden.
Boosheid heeft als voordeel dat het een krachtige staat is en het is beter om met iemand te werken die in een krachtige staat is dan iemand die zich klein en machteloos heeft gemaakt. Hellinger stond nooit toe dat iemand in zo’n krachteloze staat dook.
Krachteloze emoties, zoals depressie, trauma en veel slachtofferschap, vragen om hulp maar laten het helemaal aan de ander. Als zo iemand weerstand krijgt en boos zijn “trauma” begint te verdedigen dan blijkt er nog veel kracht te zijn en daarmee kan gewerkt worden. Kracht ombuigen is gemakkelijker dan kracht vinden waar die ontbreekt.
Nadat de incongruentie, het verschil tussen lichaamstaal, gedrag en woorden is aangewezen, kan een begeleider bijvoorbeeld een experiment voorstellen. Hij kan uitnodigen om al is het maar in deze ontmoeting eigenaar te zijn van de vaardigheid of het talent en ervoor te gaan staan.
Het gaat hier niet als aanmoediging van buiten, maar als eigen keuze om te doen. De begeleider heeft slechts op gedemonstreerde feiten gewezen en nu mag je kiezen of je het aangaat.
Kiezen om voor dit moment je twijfel, of onzekerheid, af te leggen en moedig in je kracht te gaan staan, gewoon als experiment. Doen alsof je het kan en durft is een goede ervaring, zelfs al is het maar voor nu.
Echtheid in contact brengen, een oprechte en open eerlijkheid, de moed om een masker af te leggen en te tonen wat echt is aan jou, wat je echt drijft en wat je daarin met je mee draagt… ook dat is een vaardigheid die je kunt ontwikkelen.
Jij bepaalt. Je bent de enige die dat kunt bepalen. Het is helemaal aan jezelf.
Alles in mijn koninkrijk is mijn zaak.
Als je merkt hoe goed het kan werken in zo’n groep, dan vraagt je soms af waarom we dat zo vaak niet doen, of kunnen doen, in andere momenten.
Het antwoord daarop is natuurlijk helder. Het is niet alleen dat we vaak niet durven, maar ook dat het vaak wordt ontmoedigd of zelfs onwelkom is. Wat ons het meest belemmert om daarin vrij te zijn is angst voor emoties en reacties op onze eerlijke openheid en of we daarmee kunnen omgaan.
Daarnaast daagt het ons uit om net zo zorgvuldig te zijn als we eerlijk en open zijn, want het is geen wapen om anderen mee om de oren te slaan en weg te jagen. Het stelt eisen aan onze eigen zorgvuldigheid en begrenzing.
Een groot deel van ons opgroeien gaat over het leren reguleren van wat we naar buiten brengen en de sociale regels die daarin gelden. We leren ons terughouden en ons gedrag te beheersen, strategisch te zijn in onze uitingen.
Het is de context waarin we zijn die maakt wat in die context mogelijk is. Het zijn vaak leiders in een groep die de cultuur neerzetten en bepalen wat kan en niet kan. Dat maakt dat het wisselen van een enkele leider zoveel impact op een cultuur kan hebben.
De eerste leiders die we hadden, waren onze ouders, gevolgd oudere kinderen, familieleden van buiten het gezin (grootouders, ooms, tantes), leraren en andere ingehuurde krachten. En dan hebben we nog de enorme consumptie van anonieme leiders in de vorm van de media die we tot ons nemen en die veel van onze beleving steeds meer aan het overnemen zijn.
Het zijn deze leiders die ons gezamenlijk inwijden in de spelregels van ons samenleven, van de groep waarin we zijn geboren en ons leven ontvouwen.
Traditioneel zijn het vooral de moeders die de rol hebben van cultuuroverdracht, omdat zij vanaf de eerste jaren het kind onder hun hoede hebben, terwijl de mannen deels druk in de wereld zijn.
Inmiddels hebben ook veel moeders het te druk met en in de wereld om nog zoveel beschikbaar te zijn voor het begeleiden van hun kinderen. Steeds meer ouders hebben een volle baan en zijn daarmee deeltijdouder voor hun kinderen, misschien niet in gevoel, maar wel in tijd en aandacht die ze/we beschikbaar hebben.
Dat maakt dat steeds vroeger kinderen hun cultuurlessen moeten krijgen van beeldschermen en ingehuurde krachten en minder leren dat familie iets is dat waardevol is. Het lijkt in elk geval niet zonder consequenties en misschien is het deels daarom dat we steeds minder gemeenschapszin vinden en steeds langer en vaker zoeken naar iets dat ons vervult .
“Het vraagt een dorp om een kind op te voeden”, vertelt ons als dat de hele gemeenschap een rol heeft in dit proces. Hoe je ook je best doet als ouder, je kunt het niet alleen doen en je kind heeft meer gemeenschap nodig dan alleen jou. Het heeft voorbeelden en contacten nodig en moet ergens bij kunnen horen.
Door meer voor onszelf te leven, verschuift de rol van opvoeder en ouder gaandeweg meer naar de gemeenschap. Deels door economische omstandigheden gedreven moeten we steeds meer terugvallen op vorming door opleidingsinstituten en organisaties in plaats van door familie.
Natuurlijk is dat deels omdat we verleidt zijn om ouderschap en de rol van aanwezige vaders en moeders voor het kind onder te waarderen.
Onze cultuur vertelt aan jonge vrouwen dat onafhankelijkheid en wereldse prestaties belangrijker is dan een relatie en kinderen. En het vertelt dat vaders straffeloos in ouderschapstijd gereduceerd kunnen worden, tot zelfs een portemonnee op afstand.
Hoe past fulltime moederschap in feminisme? Waarom lijkt het zo afkerend van dat idee en is dat niet een conflict met de eigen oorsprong? Is het zonder effect voor een kind als de vader wordt afgewezen en verbannen?
Het zijn moderne vragen in een cultuur die individuele bevrediging boven alles lijkt te stellen, maar ondertussen ons zelden helemaal bevredigt en woorden als verantwoordelijkheid en plicht liever wil vergeten.
Al deze veranderingen doen het elkaar aan, daarna onszelf, als we ons teveel leren terughouden en teveel inslikken. De wereld, de wereldse gemeenschap, is vaak niet erg steunend, kan wreed en hard zijn, en verlangt veel, dus leren we daarmee omgaan. We leren steeds meer terug te houden en aan te passen aan wat gevraagd wordt.
Wat gebeurt er als een leider aanstuurt op openheid en de maskers en schone schijn confronteert? Dan krijg je mooie momenten en wordt iemand die misschien alleen een dapper masker had getoond opeens erg mooi.
Dan hoor je opeens over de teleurstellingen en pijnlijke momenten en begint iemand “echter” te worden, meer te aarden. In een vorige workshop maakten we dat ook mee.
Nu kennen we allemaal wel momenten dat iemand een persoonlijk “levensdrama” deelt en daarin zichzelf verliest en uit contact gaat. Dat is niet echt fijn om te ontvangen, want de ander is op zo’n moment alleen in contact met de pijn en niet meer echt bewust van de ontvanger.
Zou hij/zij het zelfs opmerken als je er niet meer bent? Mogelijk niet eens, of wel en dan blijkt hoe dwingend het consumeren van “deze maaltijd” eigenlijk was. Als contactoefening is dat geen goede dynamiek, want het contact is belangrijk en vraagt balanceren en zelfregulatie in de boodschapper.
De boodschapper mag niet zomaar dumpen en moet op eigen benen blijven staan en het contact koesteren. De ontvangst is niet vanzelfsprekend en er moet ook iets voor de ontvanger zijn om te blijven. De ontvanger mag ook zelf ontvangen worden en iets van zichzelf brengen. De contactrichting moet kunnen afwisselen, wat het een gesprek maakt.
Het is belangrijk om dit soort echtheid te bereiken, in elk geval om de mogelijkheid te ontwikkelen om zo echt te zijn. Echtheid gaat niet over pijn, maar over uiten wat er ook in je leeft en wat klopt. Het geeft anderen de gelegenheid je echt te leren kennen. Het is voelbaar als iemand daar is, je voelt het verschil zelfs in de ruimte.
Alleen echtheid is nog niet genoeg, want er moet ook contact zijn en dat is meer dan resoneren op emoties. Dat is waar de vaardigheid belangrijk is, want het vraagt van alle contactpartners dat ze genoeg in hun kracht en volwassenheid blijven om zichzelf te dragen en met reacties om te gaan.
Contact betekent dat de interactie zodanig is, dat jij bestaat in het contact, maar ook die ander bestaat. Als een van jullie “verdwijnt” is er geen contact meer.
Contact is een vorm van verbinden, waarin je in de gaten houdt of jij nog aanwezig bent in je uitingen en tegelijkertijd zorgt dat de ander met jou in verbinding kan zijn. In een gesprek betekent dit dat wat je zegt in verband staat met dat wat je ontvangt.
Misschien vraagt het van je dat je iets in je verhaal actief koppelt aan iets dat je net gehoord hebt dat de ander heeft ervaren.
Als jij de vertaling maakt die jouw ervaring koppelt aan de ervaring van de luisteraar, dan vraagt dat niet van de ontvanger om dat zelf te bedenken en dan is het gemakkelijker om betrokken te blijven in wat je zegt. Herkenning is belangrijk en laat zien dat je een brug wilt bouwen en ook de ander belangrijk vindt.
Als je een emotie uit je verleden uit is dat misschien kwetsbaar en dan ben je misschien geneigd in je pijn te duiken en je af te sluiten, of er snel vanaf te willen zijn omdat de gevoelens zo ongemakkelijk zijn. In beide gevallen ga je uit contact en dan bestaat de ander niet meer in dat contactmoment.
Als de ander dat oppakt, zelfs onbewust, zal de reactie zijn om af te haken en misschien zelfs zichtbaar weg te lopen. We reageren zelfs op innerlijke bewegingen van elkaar. Wat de ander doet kan een direct resultaat zijn op iets bij ons, zelfs als we dat nog niet zichtbaar hebben gecommuniceerd.
Als jijzelf het contact met je lichaam hebt verloren en slechts een geoefend verhaal afsteekt, dan voel je minder, maar is er ook minder reden voor de ander om naar je te luisteren en bij je te zijn.
Het is een voelbaar verschil wanneer je dat herstelt en spreekt vanuit contact met jezelf op een manier die relevant is voor de ander. Contact is niet vanzelfsprekend, maar als het er is dan voel je dat het anders is dan slechts praten tegen elkaar.
In workshops oefenen we dat hier soms als de situatie erom vraagt en help ik iemand om te herkennen waar hij/zij wegging en om dan terug te komen en te ervaren hoe voelbaar eigenlijk dat verschil is. Het verschil tussen in contact en uit contact is heel duidelijk als je het eenmaal ervaren hebt.
Als we leven met pijnverhalen dan is de kans groot dat die verhalen vaak worden herhaald in onszelf en naar anderen. We vertellen dan tot we kunnen vertellen zonder er nog veel bij te voelen. Het is een gewoonte geworden, misschien zelfs deel van ons verhaal.
Hetzelfde kunnen we doen met geluksverhalen. Als we liever onze pijn weghouden en net willen doen alsof alles een feestje is en we voorbij ons pijnlijke verleden zijn. We kunnen nog van alles missen, maar hebben geleerd om onze eenzaamheid te verbloemen met een saus van geluk.
Dergelijke woorden zijn dan voelbaar leeg en bevatten te weinig leven en doorleefdheid, maar we delen het graag. Het is een ritueel geworden en heeft geen echte betekenis meer. Het ritueel is beter dan de pijn echt herleven of de eenzaamheid en het eigen falen erkennen.
De uiting is dan als het afspelen van een cd of audiobestand geworden, iets dat je zo vaak hebt afgespeeld (in of buiten jezelf) dat je het zonder contact kan doen. Ofschoon misschien nog steeds kwetsbaar, is het een relatief gemakkelijke manier geworden, een bekende en dus dragelijke ervaring.
Maar wat als het contact belangrijk is? Wat als je hetzelfde zou moeten doen, maar op een manier waarop jij en de luisteraar bestaan in je verhaal en je zelfs bewustzijn blijft houden of de ander is aangehaakt of afhaakt en je uiting daarop afstemt?
Dan wordt het afspelen van die cd een echt gesprek en vertraag en doseer je het verhaal en zorgt dat het relevant blijft voor de ontvanger, door bijvoorbeeld eerdere uitingen van die ontvanger te gebruiken in je verhaal.
Het gaat dan niet meer over het ontrollen van je verhaal en gespannen emoties. Het gaat dan om de nabijheid en je koestert elkaar. In die vorm gaat het over het delen van jezelf zodat de ander dichterbij kan komen en jij ook bij die ander, als die vanuit eenzelfde intimiteit en echtheid beantwoord.
Als contact en verbinding je belangrijkste prioriteit is misbruik je jezelf en die ander niet meer. Dat leidt tot een andere interactie en vraagt iets meer van je dan alleen het afspelen van een geoefend oud verhaal.
Als contact vooraan staat, als verbinding vooraan staat, dan ben jij echt voor die ander en is die ander echt voor jou. Dan is er een moment waarop je niet meer alleen bent en echte nabijheid ontstaat.
Je dumpt dan niet zomaar pijn en ellende bij die ander, want je respecteert elkaar en draagt jezelf in wat je deelt. Dumpen doe je een gewaardeerde vriend niet aan, die is per slot geen vuilnisbak.
Ofschoon je normale verhaal en de emoties een gebaand pijnlijk pad voor je is, is die ander dan belangrijk genoeg voor je om allereerst jezelf en die ander te blijven ervaren en niet in je verhaal te verdwijnen. Je kan vragen en delen, maar je dient wat er op dat moment is. Het is waardevol en dat wil je laten bestaan.
Laten we wel zijn, als je pijnverhaal een automatisch verhaal is geworden, omdat het zo vaak is herhaald, dan is het niet alsof het vertellen ervan je zoveel goed zal doen.
Het is eerder als het opzoeken van een bekende pijn en het herhalen en oefenen van die emoties, dan dat het echt iets voor je oplost. Het is niet een weg naar heelheid. Een boeddhist als Thich Nhat Hanh spreekt in die context over het oefenen van een pijnlijke emotie.
Het is beter als je leert hoe je de gevoelens in jezelf kunt reguleren en dragen terwijl je in contact bent. Dan kan je gelijk ook beter ontvangen, want een deel van de stoorzender in contact en communicatie is dat we het zo lastig vinden om gevoelens te verdragen en dragen.
Hoe vaak escaleren contactmomenten niet omdat een van beiden of beiden de gevoelens niet meer verdragen en daarom herrie gaan maken vol met wijzende vingers?
Als in contact een deelnemer zo in brand vliegt en de ander kan eerste hulp bieden, dan is er nog wel uit te komen, maar wat als beiden luidruchtig om zorg vragen en innerlijk in brand staan? Wie kan dan nog helpen en zorgen dat het kalmeert?
Een contactprobleem bij escalaties is dat alle deelnemers ontvlammen en gaan reageren op elkaar en geen van hen heeft nog ruimte over om de hulpvraag te beantwoorden.
Dit soort aanvallen zijn eigenlijk hulpvragen om uit lastige emoties te komen en als iedereen vraagt en er is niemand die kan geven of ontvangen, dan is er slechts nog brand tot het contact explodeert en iedereen in zekere mate gewond afdruipt.
Als je in staat bent om helemaal echt te zijn en jezelf te dragen in wat je deelt, dan doet dat iets met jou, maar ook met de ontvanger. Oprechte eerlijkheid nodigt anderen ook uit om datzelfde naar je toe te brengen.
Het betekent niet dat wat gebracht wordt altijd lief, prettig of gemakkelijk zal zijn, maar als je daarmee kunt omgaan, dan wordt alles een stuk prettiger en kom je snel dichter bij elkaar.
Natuurlijk is dat niet de enige sleutel, want ook helderheid over grenzen en wat van jou is en wat niet van jou is helpend en nodig, maar het is wel een belangrijk puzzelstuk. Je volledige aanwezigheid doet al iets.
Aanwezigheid in je lijf, aanwezigheid in het moment, aanwezigheid in het contact. Dat maakt jou echt, dat maakt de ander echt voor jou. Je hebt veel mogelijkheden als je dat alleen al kunt.
Ook de ontvanger zal het voelen als je echt bent in contact, voelt de verbinding en jouw aanwezigheid en misschien raakt dat die ander en opent die vanzelf iets dat gesloten was, opent spontaan de watersluis zonder dat je ook maar een woord zegt.
Het is als vanzelf gemakkelijker om betrokken te zijn als je zo bent. Je woorden en aanwezigheid beginnen voelbaar te resoneren en wat je zegt zal meer gewicht hebben.
Dezelfde aanwezigheid en eerlijkheid krijg je misschien ook terug en dat kan spannend zijn, maar ook heerlijk, want dan kan je echt ontvangen en ontvangen worden, dan is er eerlijkheid en echtheid, wat dat laatste ook voor je betekent.
Erbij horen begint met dit soort misschien wat ongrijpbare elementen. Echtheid is in de eerste plaats iets dat in jezelf plaatsvindt. Het is een staat waarin je in contact blijft waar je anders misschien weggaat en dingen ervaart om ze zelf te moeten dragen.
Het vraagt misschien in het begin wat moed van je en het aanleren van wat innerlijke en uiterlijke vaardigheden, maar dat is goed te doen. Het is aan jou en niet aan de ander om het te leren en te doen. Het is jouw eigen koninkrijk en jij bepaalt in jouw koningkrijk.
Wat het je geeft is de mogelijkheid om iets van waarde te ontdekken en dicht(er)bij te komen en niet meer alleen te zijn. Dat zijn schijnbaar kleine cadeaus, maar als mens missen we nog zoveel op dat vlak.
Het kan zijn dat het van je vraagt om meer volwassen te worden en dat kan je uitdagen, maar het is een mooie reis die je niet alleen hoeft te doen. Eenmaal aan de andere kant zal het je veel geven, misschien veel meer dan je dacht.
Het zijn terugkerende elementen in de workshops en eigenlijk alle activiteiten hier. Als je de lessen leert, dan begint alles zich te ontvouwen en op te lossen. Dan zal misschien ook het zoeken en de onrust verdwijnen en meer in balans raken.
Ik gun het je graag. Misschien zien we elkaar in een van de workshops of elders, dan kunnen we samen echt zijn.
Graag tot dan!
Geef een reactie