Hij wilde zijn emotie inhouden, en had al zijn kracht nodig, al zijn spieren spanden zich in een poging niet te huilen. Zijn adem krampachtig ingehouden, kaken stevig op elkaar geklemd, alle spieren gespannen, verkrampte houding, ineengedoken. Hij liep hij rood aan, en wanneer hij noodgedwongen toch wat lucht innam ging dat moeilijk en met een snik.
Dit kind wilde het wel uitschreeuwen, maar het was te groot, en hij wilde zich niet zo laten kennen, moest in controle blijven, groot zijn, koppig stand houden. Het was pijnlijk om te zien hoe moeilijk dit kind het had, moeilijk aan te zien hoezeer het zijn best deed om groot te zijn, sterk te zijn, anderen geen grip te geven, overeind te blijven in die emotie. Zo herkenbaar. Te dichtbij.
Een van de belangrijkste manieren waarop we onze emoties tegenhouden, of minder voelen, is via ons lichaam. Door minder in te ademen, of de adem compleet in te houden, en onze spieren aan te spannen, blokkeren we de natuurlijke emotionele stroom. De inademing brengt energie in het lichaam waardoor we meer gaan voelen, en ook ontspannen spieren laten ons meer voelen, dus reguleert het lichaam een teveel aan emoties op die twee manieren.
Een mens die overmand wordt door emoties zie je daarom ofwel heel actief en luid worden om de energie naar buiten te werken, ofwel juist verkrampen en hard werken om zich inhouden. Als iemand niet mag huilen zal hij naast zijn buik en borstpieren, ook zijn kaakspieren en mondspieren aanspannen, om de snik zijn deze mond uit wil letterlijk binnen te houden, en iemand aankijken is dan vaak onmogelijk, dat is te onveilig omdat we dan ook daarin de emotie die niet gedeeld mocht worden overdragen. Hele jonge kinderen moeten hard werken om ongewenste emoties tegen te houden, want alles staat nog wagenwijd open. Ze voelen van alles, en begrijpen nog weinig ervan.
Kinderen die al op jonge leeftijd compleet overwelmd raken door een overdaad aan emotionele energie, proberen die behapbaar te maken voor zichzelf. Ze pikken ook als baby al veel energie op van de ouders, en als de ouders boos zijn, dan kan dat een ware kwelling zijn voor een klein kind. Wat voor de ouders nog dragelijk is, hoeft dat voor een kind niet te zijn. Het kind begrijpt nog niet wat de betekenis is en wat er aan de hand is.
Het kind begrijpt ook nog niet wat het voelt, weet nog niet wat de gevoelens in zijn lichaam betekenen. De koppeling tussen gevoelens, emoties en betekenis is dus iets dat niet vaststaat, maar iets dat geleerd wordt. Ook gevoelens als kou, worden pas later in een kinderleven op waarde herkend. Als gevolg daarvan zie je op een wat frissere dag kinderen die bibberend van de kou, en onderkoeld, toch nat blijven rondlopen en het zwembad in blijven duiken op koudere dagen. En zich niet willen laten afdrogen. Het spel is dan belangrijker dan wat ze voelen, en ze beseffen nog niet dat ze het koud hebben en onderkoeld raken.
Welke emoties toegestaan zijn door de ouders speelt hier ook in mee. Op latere leeftijd blijken mensen substituten te hebben voor de emoties die ze niet mochten voelen, dan weten ze (bijvoorbeeld) niet eens meer dat ze boos zijn en voelen in plaats daarvan verdriet. Of als huilen in hun jeugd zwaar bestraft werd, en ze opdracht kregen om zich groot te houden, leren ze om hun verdriet in te houden door hun adem te stoppen, en gaan misschien boosheid voelen terwijl ze eigenlijk verdrietig zijn.
In de Transactionele Analyse (een therapeutisch model dat naar gedrag en communicatie kijkt) spreken ze dan van een substitutie-gevoel. Iemand kan in dat geval niet eens meer bij de originele gevoelens, weet ook niet dat die gevoelens er eigenlijk zijn, en denkt een heel andere emotie te voelen. Dat was een goede overlevingsstrategie in het kader van de ouders, maar geeft mogelijk veel problemen op latere leeftijd. Gevoelens die niet geuit konden worden onder het regime van de ouders, worden onderdrukt en raken onbewust.
Een ander door Transactionele Analyse in kaart gebracht fenomeen, zijn spelscripts. Wij mensen zijn goed in leren, en als we iets geleerd hebben en daar heel vaardig in zijn geworden dan wordt het een onbewust patroon. Dat patroon kan behoorlijk uitgebreid zijn met gedrag, gedachten, maar ook gevoelens. Als iemand ergens in zijn leven “leert” dat een bepaald gevoel in zijn voordeel werkt (denk: reacties geeft die een behoefte vervullen) dan kan het zijn dat iemand zo’n script opbouwt dat hem of haar steeds naar die situatie of emotie brengt.
Een spelscript hoeft niet perse vrolijk te zijn, en kan over meerdere jaren gespreid zijn. Voorbeelden zijn spelen als “schuldenaar”, “geef me een schop”, “het verkrachtersspel”, of het “ja, maar spel”. Om dat laatste als voorbeeld te nemen: Iemand kan bijvoorbeeld hulpbehoevend “spelen”, om vervolgens van allerlei helpers hulp en advies aangeboden te krijgen, om die allemaal met bezwaren af weren (ja, maar…argument…). Uiteindelijk raken de helpers moe en gefrustreerd, en druipen af. De hulpbehoevende eindigt dan in een bekend “Zie je wel? Het is hopeloos”.
Let wel, een spelscript is geen keuze maar en complexe, automatische, reeks gedragingen en gevoelens die een persoon steeds terugbrengen naar een bekend rotgevoel (het favoriete rotgevoel). Het is dus zinloos om het spel uit te leggen aan de speler. Meer over spelscripts kan je lezen in het bekende boek van Eric Berne: Mens erger je niet (of in het Engels “Games that people play”).
Ook soldaten wordt geleerd om in een houding staan waarin het lichaam relatief weinig voelt. Hun houding is onnatuurlijk recht, de heupen op slot, de schouders naar achteren en borst vooruit, waardoor ze niet meer diep en vrij kunnen ademen, en zoveel mogelijk spieren aangespannen. Aangespannen spieren voelen geen emoties meer, dat is ook waarom we in onze woede minder voelen. Minder voelen is een voordeel voor militairen, omdat ze in een pijnlijke en gevaarlijke arena worden gestuurd.
En waar je in de eerste maanden al begint met jezelf en je emoties op die manier (spierspanning en ademhaling) begint te reguleren, wordt het al snel een gewoonte, tot het een chronisch patroon is geworden. Het lichaam weet nu wat het moet doen om te zorgen dat je alleen de toegestane en behapbare emoties voelt, maar je bent niet meer vrij, en je lichaam zit vol met in spierspanning opgeslagen (ondragelijk) pijnlijke emoties.
Wilhelm Reich (een leerling van de beroemde Sigmund Freud met zijn psycho-analyse) is met zijn emotioneel lichaamswerk (of lichaamsgerichte psychotherapie) begonnen dat soort spierspanningen en adempatronen te verhelpen, en sindsdien zijn er velen die daarop verder zijn gaan bouwen. Het is geen snel pad, maar het herontdekken en bevrijden van je lichaam, is zeker een zinvol pad. Alexander Lowen, een leerling van Wilhelm Reich, is verder gegaan en heeft het bio-energetica genoemd. Hij schrijft over emoties, maar ook over de ontkenning van het lichaam (de traditionele psychotherapie werkte niet met het lichaam, en wijzelf negeren vaak genoeg ons lichaam).
Er is nog een lichaamsgerichte stroming die zich richt op het oplossen van traumatische “bevriezing”. Bevriezing is een natuurlijk verschijnsel bij prooidieren, een van de drie reacties op bedreiging naast vluchten en vechten. Een prooi die door een roofdier vastgegrepen wordt, wordt daarbij tijdelijk stil gelegd door zijn overvoerde zenuwstelsel (het “bevriest” en raakt even buiten westen en wordt slap), waardoor de jager denkt dat het dood is. Een paar tellen later springt het weer op, rilt even met de spieren en rent er vandoor (de richting is willekeurig).
De bevriezing is iets van het zenuwstelsel, en niet een bewuste truc. Bij mensen gebeurt het ook dat iemand bevriest (of op slot gaat) alleen wij reageren na de bevriezing anders waardoor het vaak blijft hangen en een patroon wordt dat in de weg zit. De lichaamsgerichte methode heet Somatic Experience, en komt van Peter Levine. Somatic Experience probeert de bevriezingscyclus af te maken, waardoor je bevrijd wordt van de rest-energie en weer gewoon kunt functioneren. Als je al heel jong bevriest als gevolg van een veel te grote prikkel (of trauma), dan kan het zijn dat je nooit van je ouders hebt kunnen leren hoe je de energie in je lichaam kan hanteren. Zonder zo’n trauma zou je dat gewoon van je ouders of omgeving overnemen.
Mijn eigen ervaring met vooral Somatic Experience (S.E.) is dat het veel over lichaamsbewustzijn gaat en grenzen, en dat in het werken er veel aandacht is voor het behoudt van veiligheid en controle. Door bewustwording van je veiligheidsgrenzen, waarbij je die grenzen steeds net even opzoekt en onderzoekt, wordt langzaam je vermogen om met de emoties en situaties om te aan wat opgerekt. Er wordt heel voorzichtig gewerkt omdat de bevriezing zelf vermeden dient te worden, en de onveiligheid die ooit werd afgenomen nu juist binnen je controle moet blijven. Daarom kan het net als alle lichaamsgerichte vormen en langer traject zijn.
Ik begon dit artikel met kleine kinderen of baby’s die zichzelf soms bijna wurgen om niet te huilen. Daar begint het. Het kind voelt iets wat het niet begrijpt en probeert daarin te overleven. Stopt met ademen, spant zijn lichaam alsof het obstipatie heeft, een rood hoofd, gespannen kaken. Het toont de inspanning die het kost om emoties in te houden. Later doen we dat subtieler met al geroutineerde spieren.
Babies (die ongetraumatiseerd op de wereld komen) ademen met hun hele lichaam. Je kunt over heel hun lichaam de ademhalingsbeweging zien, waarna het richting volwassenheid steeds minder wordt, er steeds meer delen door chronische spierspanning niet meer mee-ademen. De onvrijheid begint al bij die baby, en soms al in de baarmoeder, de onvrijheid in het lichaam.
Het is niet duidelijk te scheiden hoeveel van onze gedachten uit het lichaam komen en hoeveel van onze gevoelens uit onze gedachten. Het lijkt een complexe eenheid van lichaam, energie en denken, met de zintuigen als instrument. Dat betekent dat al die elementen kunnen worden gebruikt om iets op te lossen. Omdat gedachten soms volgend zijn op ervaringen van het lichaam, is het belangrijk om in elk geval ook die te leren kennen en het daar op te lossen. Als het lichaam dan herstelt is veranderen ook de gedachten weer.
Het helpt als een kind leert dat alle behoeften en emoties welkom zijn, of in elk geval toegestaan, maar dat is niet altijd zo gemakkelijk. Ouder hebben ook hun eigen verleden en beperkingen, en hun eigen ambities, uitdagingen en problemen, en die zijn snel opgepikt door het kind. En ouder zijn is sowieso een flinke taak en energie-uitdaging omdat je opeens overvoerd wordt met allerlei taken en aanspraken waar je antwoord op moet geven. Wees dus vooral mild naar jezelf als je weer eens gek wordt van het gegil of de drukte, en je overvoerd weet door de vele prikkels en taken. Als je zelf al gevoelig bent, of al belast, dan is het lastig om met al die prikkels om te gaan.
Voor een kind is er niet veel nodig om een trauma op te lopen. Het kan bijvoorbeeld al verschrikkelijk zijn als vader langsloopt en het uitreikt naar pappa, en pappa (of mamma natuurlijk) heeft het niet gezien. Het kind kan door zo’n alledaagse gebeurtenis (zonder opzet) al hartverscheurend verdrietig zijn, en pappa of mamma weten niet waarom. Ook de eigen blokkades van pappa en mamma worden door het kind als voorbeeld genomen, dus als die nooit verdriet of angst mogen tonen, hoe kan het kind dan concluderen dat het voor hem of haar wel oké is?
Het beste wat je daarom voor je kinderen kan doen, is aan jezelf werken en jezelf beter leren kennen, zodat sommige problemen die bij jou horen, of jouw (familie)historie, niet meer door het kind hoeven worden opgelost. Dan zal het kind altijd nog wel problemen en obstakels en uitdagingen tegenkomen, zoals elk levend wezen, maar dan zijn het in ieder geval de zijne, of hare. Verder dan dat moet je maar vertrouwen op het vermogen van het kind zelf om zijn weg te vinden en eventuele problemen zelf op te lossen (of hulp te vragen)
Een mooie taak, ouder zijn, en je groeit er zelf ook in, maar zeker niet een gemakkelijke taak.
Geef een reactie