Traditioneel vertellen we elkaar met kerst boodschappen over vrede en naastenliefde. Ik doe daar daar ook graag aan mee. Kerst staat voor samen en liefde en warmte in een wereld die soms onveilig lijkt en waarin zoveel mensen in de kou lijken te staan staan en lijden. In elk geval op kerstmis mogen allen rekenen op een uitgereikte hand en wat warme traktaties. De geboorte van de grote mensenredder, het christenkind, voor velen en een warm mensenfeest voor anderen.
Kerst is een periode waarin we aandacht geven aan elkaar en waarin we vrienden en familie opzoeken. We zeggen tegen elkaar “Jij hoort er ook bij. Je bent waardevol voor mij!”. Een periode van saamhorigheid van mensen onderling, zij die iets hebben geven aan zij die minder hebben. Naastenliefde, uitreiken, maar ook een warm feest met een kerstboom, slingers, lichtjes, wat lekkers, familie, vrienden, cadeautjes, voor elk wat wils. Zelfs voor daklozen is er een dak.
Ik hou van vrede en van mijn naasten, maar ook van de verren, de verschopten, de onderdrukten en overheersers. Ik hou van slachtoffers en hun daders en van de goedwillende boosdoeners uit liefde, hoe pijnlijk hun gift.
Het is niet gemakkelijk goed doen, en veroordelen is gemakkelijker. Dat doen we naar velen, maar hoe zit het met ons? Zien we onszelf zoals anderen dat kunnen, of kiezen we voor dichte ogen en mijden de spiegel. Het is ook niet gemakkelijk wat je dan ziet, dus wees gerust je bent niet alleen.
Voor allen een plek hier en met kerst denken we daaraan. hebben we dan gewoon wat meer aandacht voor onszelf en elkaar. Ik hou van dieren, soms een beetje meer dan van mensen, maar dan bedenk ik hoe moeilijk een groot brein kan zijn en hoe zwaar we het ermee hebben.
Dan hou ik weer van mensen en doe wat ik kan om te helpen. Ik doe het graag en verzacht dan wat harten. De verbinding, dat is nodig, maar verbinding met wie? Met de rijken of gelijken? Met de armen of verdrukten? Met ons mensen of met dier? Met de zwakken die het nodig hebben? Met wie?
Vrede voelen valt dit jaar wat zwaarder, het geweld lijkt zo dichtbij. Groter om te dragen, gewoon wegkijken is niet zo raar. Dan vraag ik welke prijs betalen we voor die vrede en wie precies mag die betaling doen? Zijn het de mensen in Syrië of Somalië of misschien in Pakistan of Timboektoe?
Hoe kan vrede floreren onder zoveel geweld en pijn? Hoe kan vrede floreren zolang er nog geen eenheid lijkt te zijn? Eenheid tussen volkeren, waardering, respect en eerlijk delen nog daarbij. Kunnen geloven samenleven? Elkaars waarden laten zijn? Of moet er steeds weer strijd zijn, wreedheid en pijn?
Ze hebben daar al zo lang te verduren wat wij hen steeds brengen aan pijn, en hoe moeten zij wel denken dat wij hen ter wille zijn? Het is de oorlog die steeds wint, de gewoonte van het vechten. Mag er ook vrede zijn en vriendschap zonder slechten?
Uit onze angst geboren komt geweld en wreedheid voort, en wij volgen uit onze vrede, onverschillig voor die moord. Blind en doof voor al dat lijden, wanneer worden de slachtoffers gehoord? Het is hun pijn die wij nu mogen voelen, hun kreten die ons hart beroeren. Omdat wij niet luisteren en maar doorgaan, komt hun kreet terug in steeds meer pijn en strijd.
Wie moet er voor ons steeds vechten, wie betaalt het offer keer op keer? Zijn het alleen soldaten en verre burgers of zijn het er veel meer? Welke prijs betalen wij zelf en hoeveel bloed moet er nog vloeien voor onze behoefte is vervuld. Welke prijs voor onze vrede voor onze welvaart en voor ons bemoeien?
Het is niet gemakkelijk om echt te kijken, te denken aan al dat leed. Hoe moeilijk zou het zijn om daar te leven, je bloed een prijs voor ons geluk? Daar waar pijn de overhand heeft, waar fanatieke mensen wapens hebben, waar kinderen dode, waar iedereen sterft. Daar waar volkeren elkaar bestrijden, met het geloof in de hand en onderdrukking in het hart.
Misschien niet door ons, maar voor ons net zo goed. Wij laten het gebeuren, kijken toe, doen niets. Het zijn regeringen die het doen, denken wij schoon. Dat het voor ons is, dat vinden wij gewoon. Doen wij zelf ook iets? Geven we hen de bons? Kunnen we ons voorstellen dat het ook anders kan? Bereid een prijs te betalen ook hier in ons eigen land?
Geweldloosheid lijkt zo kansloos, zo gewelddadig is de strijd. Wie wil er nog luisteren wie is nog bereid? Geschokt zijn we als het hierheen komt, maar is dat gek of eigenlijk gezond? Is de strijd niet hier begonnen? In ons hart en in ons huis? Mogen wij gaan voelen welke prijs er staat op vrede, op onze wensen, onze bron? Is er vrede aan het einde, daar en hier waar het allemaal begon?
Zoveel geweld en zoveel haat, starre ideeën gewapend met geloof. Veel teveel, er is nog weinig hoop. Hoe gaan we reageren, wat gaan we doen? Nog meer geweld of een knuffel en een zoen?
Het zal wel geweld zijn, want die raast voort. Hoe lang zal het nog duren eer het geweld wordt gesmoord, en we weer luisteren kunnen en zijn gekalmeerd. Ik maak me zorgen, zo heb je al geleerd,.
Ik zou graag vergeten hoe moeilijk de vrede vaak is. Mensen schieten, bommen exploderen, gekte tiert en sterfte alom. Zijn het bekenden dan zijn we geschokt, maar hoeveel sterven zonder gebrom.
Dat kind zoveel jaar geleden, zo gaat het verhaal, kwam sterven voor velen een offer zo het gaat. Ook hier was de massa niet lief voor het kind, hij moest aan het kruis maar dat is nog niet nu.
Nu is het nog een kind, en vieren we met kerstbomen, en kerkdiensten en luxe, maaltijden, en drukte in winkels en hohoho alom. Het is een feestje, de stilte voor de bom.
De bom van ons oordeel, de pijn komt slechts terug. Hoe zullen we het herhalen, of is er meer. We zijn som best dom.
Kunnen we vrede maken?, gewoon voor een keer. Het anders doen, anders denken, de vrede omarmen steeds weer? Zodat vreemden hier welkom zijn en onze gulheid mogen ontvangen. Wijzelf dat willen, goed doen in het dagelijks verkeer.
Onze angst is de vijand, ons hart de juiste plek. Laten we eerst zelf kalmeren, en even temperen onze b<censuur>. Dan is er misschien ruimte voor die andersdenkenden onder ons, voor andere gewoonten, gewoon zoals het kan.
Dan is het kind geëerd die vrede brengen zou, zijn boodschap verstaan en ons verlangen gestild. Geef het kind geen uzi, geen bommen, geen mes, zodat het vrij blijft van wreedheid, en liefde kennen zal.
Het is mijn verlangen dat we vredelievend leven zouden, dat we leren van elkaar te houden, en gastvrij zullen zijn. Het zal nog pijn doen eer we dat bereiken, maar dwingen werkt niet, dat is niet fijn. Dan zijn we vrienden zoals we wel verdienen.
Ik wens je voor nu alle goeds en veel plezier. Laat het goed gaan met ons allen, zowel mens als dier.
Gelukkig kerstfeest! Hier is het nog goed.
Geef een reactie