Ja, waarom niet de wereldwijde hongersnood meteen ook oplossen? En als we dan toch bezig zijn, kunnen we dan meteen ook oorlog, discriminatie en armoede oplossen? En ziekte en dood? Kan dat? En wat te doen met verveling en ergernis? Kunnen we die meteen erbij oplossen? En onrecht en boosheid? Kunnen we boosheid en onderling gekift meteen oplossen? Is dat soms niet belangrijk genoeg?
Waarom laten we huiselijk geweld eigenlijk bestaan en misdrijven? En wat doen we met drugs en alcohol en herrie? Kunnen we herrie ook meteen oplossen? Kun je de planeet vaccineren en niet herrie? We kunnen het toch niet zo laten?
En het broeikaseffect en vervuiling? Wat doen we aan overbevolking? Kunnen dat ook niet oplossen? Waarom doen we daar niet eens wat aan? En wat doen we met files? Kunnen we files en drukte oplossen? Kan dat?
En gebrek aan leuk werk? Kunnen we ook meteen wat aan gebrek aan leuk werk doen? En wat doen we aan angst? Kunnen we angst niet uitroeien? Is dat soms minder belangrijk dan Corona en vaccineren? Hoeveel levens heeft angst wel niet gekost?
Het lijkt misschien gekscherend om dit allemaal te koppelen, maar waarom niet? Hoe kiezen we hierin? Waarom laten we het bestaan? Waarom kunnen we niet meteen alles oplossen als we de wereld kunnen vaccineren?
Er is zoveel te doen en het blijft ook maar doorgaan, die problemen en ergernissen. Ik zeg het niet zomaar, want het is super actueel als ik Facebook bezoek.
Vooral vaccineren natuurlijk, of liever anti vaccineren en anti-“van alles” eigenlijk.
Ik heb de titel van dit schrijven overgenomen van een Engelstalige spanbord dat momenteel rondgaat op Facebook. Het is deel van een enorme stroom van verzet en onvrede daar en helaas lijkt het aanstekelijk.
Ik zie dezelfde mensen dag in dag uit terugkomen met weer nieuwe boze berichten over dit thema en regelmatig blijken ze dan niets anders te delen. Hoe ziet hun bestaan eruit, als dit hun belangrijkste openbare uiting is? Het klinkt boos, maar wat is het lijden dat eronder schuil gaat?
Het zijn ook niet alleen vreemden die deze insteek steunen, ook mensen die ik persoonlijk ken en waardeer zijn tegen vaccinatie en in verzet. Een aantal ontkennen zelfs de impact van het virus en velen met hen prediken wantrouwen tegen officiële bronnen en geloven in bronnen die officieel als onjuist of onbetrouwbaar zijn aangemerkt.
We lijken elkaar ook niet echt meer te bereiken en de gemoederen zijn helaas zo hoog opgelopen dat mensen die zich laten vaccineren, door de anti’s worden gekenschetst als schapen en breindood.
Oke, niet letterlijk breindood, maar iets wat die kant op neigt. Je moet van hen zelf nadenken, wat niet erg subtiel suggereert dat je dat niet doet en slechts volgt, maar vervolgens moet je na dat denken wel boos worden van wat je denkt en tegen van alles gaan verzetten. Hun verhaal is dat je wordt gemanipuleerd, geconditioneerd en bedrogen door van alles en die anderen hebben snode plannen.
Natuurlijk zeggen diezelfde mensen over zichzelf dat ze onafhankelijk nadenken, betere informatie geloven, meer volwassen zijn, onafhankelijk kiezen, niet volgen en nog veel meer.
Deze mensen noemen zichzelf vervolgens ontwaakt en zijn trots op dat feit, en de rest zijn maar domme schapen die niet nadenken en zich laten bedriegen. Vrede kan alleen bestaan als je breindood wordt en alles maar aanvaardt.
De mogelijkheid dat je iets beters hebt om je energie in te stoppen, wordt niet meegenomen in die redenering, noch de mogelijkheid dat je het onderwerp gewoon niet belangrijk vindt, of geen zin hebt in een oorlog met je eigen gemeenschap. Vertrouwen in het bestuur is in elk geval uit den boze. Als je niet boos bent en opstandig, dan ben je gewoonweg niet bewust genoeg, of te goedgelovig, in elk geval niet wakker. Anarchisten aan de macht!!!!
Dat zijzelf een grote groep mensen zijn die elkaar aansteken en richtingen op sturen, staat hun boodschap van “Ik ben geen volger. Ik denk zelf na en kies zelf” niet in de weg.
Van een afstand lijken zij echter evenzeer een volger, en slechts deel van een andere gemeenschap met een ander doel, gebaseerd op andere mensen die hen voeden met andere informatie.
Ook deze groep heeft leiders die de trom slaan en leiders in opkomst, die een graantje mee willen pikken. Deze groep is alleen activistisch in zijn cultuur en is op oorlogspad tegen regels en “onvrijheid”.
Er is geen rust in ontwaakt zijn. De ontwaakten staan op het front om de oorlog te voeren, te voeden en te leiden. Geen seconde rust voor de ontwaakten! Wat voor kwaliteit zit er in ontwaakt zijn, op die manier? Waarom zou je dat willen?
Voor mij is covid niet een dagtaak, of zelfs iets waar ik veel mee bezig ben, of me op wil richten. Ik heb gedaan wat ik persoonlijk kon doen en ben bereid iets te doen om ook anderen te helpen.
Ik zit ook helemaal niet te wachten op burgeroorlog en het uit elkaar breken van de gemeenschap. Ik ben dus een schaap en breindood, in elk geval in de ogen van de verzetsstrijders en rebellen.
In hun verhalen ben ik een willoze trekpop waar anderen aan kunnen trekken. Zij trekken stevig, dus waarom volg ik dan niet? Ben ik toch niet genoeg trekpop?
Maar ik hou wel van rebellen als ze iets meer te bieden hebben dan de destructie van ons bestaan en de afbraak van zo ongeveer alles waar we op vertrouwen. Al degenen van wie ik leer zijn te kenmerken als rebel in hun tijd.
Mensen als Carl Yung en William Reich, waren rebellen tegen iets. Beide zijn begonnen als psychoanalist en beide waren leerlingen van de grootvader van de psychoanalyse, Sigmund Freud. Je kan dat merken aan de rol die dromen hebben in hun werk, iets wat we nu ook in de alternatieve stromingen nog terugvinden.
Ik volg ook de voetsporen van Richard Bandler, die uitermate kritisch was naar psychotherapie en daar een geheel nieuwe benadering tegenover zette die veel beter kon helpen en veel sneller en gemakkelijker naar resultaten leidde. Hij leerde onder andere van andere innovatoren als Fritz Perls, Virginia Satir en de befaamde klinische hypnotherapeut Milton Erikson.
En dan hebben we Bert Hellinger, de grootvader van de familieopstellingen, die je ook hier op deze website kunt terugvinden. Waar Bert mee kwam, was ook geheel eigen en hij heeft aardig moeten weren tegen allerlei reacties en werd buitengesloten uit reguliere disciplines en ook hij was geschoold als psychoanalist en deskundig in groepsdynamicus.
Je kan het werk van Bert Hellingen zien als een vervolg op het werk van innovatief gezinstherapeut Virginia Satir, gestalttherapie van Fritz Perls en de contextuele therapie van de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy.
Wat belangrijk is, in dit verhaal, is dat geen van hen veel tijd en inspanning besteedde aan verzet. Ze waren gepassioneerd om een gemis in bestaande benaderingen op te lossen en waren helemaal geïnvesteerd in het ontdekking en creëren van een nieuwe werkvorm om anderen beter mee te helpen.
Elk van hen heeft daarmee veel goed gedaan en iets toegevoegd aan iets dat we nu nog gebruiken. Elk van hen bracht ons iets nieuws dat waarde had. Als je meer over hun leert, dan zal je ook ontdekken hoe degelijk hun ondergrond was en hoe rijk en breed ervaren ze waren. Dit waren geen oppervlakkige denkers en geen zomaar rebellen.
Zij waren hard op weg ergens naartoe en dat ergens naartoe was helpend aan degenen die hulp nodig hadden.
Hoe zit dat met covid ontkenners? Is hun beweging helpend? Is het redelijk om te ontkennen? Of is het alleen een reactie op regels en ongemak en een impuls die lijkt op wat pubers doen naar hun ouders?
Wat zou er gebeuren als we in plaats van te verzetten zouden samenwerken en ons zouden baseren op degelijke gezamenlijke informatie van waaruit we samenwerkten? Wie heeft er belang bij de splitsing van onze gemeenschap en trekt aan de rebelse touwtjes? Veel vragen. Zijn er ook antwoorden?
De gemeenschap zijn wijzelf en geen bestuur kan bestaan zonder meerderheidssteun en actieve medewerking van de gemeenschap die het bestuurt. Het verzet is dus ook een gevecht met elkaar en als we elkaar niet meer kunnen verdragen, hoe kunnen we dan samen verder?
Samen verder, lijkt niet wat ontwaakten willen, want hoe kan je vrienden maken en elkaar bereiken als je anderen neerbuigende en kwetsende termen toewijst en jezelf verheerlijkt met zoiets als ontwaakt zijn?
Tegelijkertijd doen ze dan iets vreemds, want waarom stop je zoveel energie in woorden als je die ander niet eigenlijk wilt bereiken.
De manier kan heel onhandig zijn, zelfs tragisch destructief, zelfs onmogelijk maken dat we elkaar kunnen te naderen, maar op een kist gaan staan met een luidspreker en de longen uit je lijf schreeuwen doe je niet als je niet de ander in je kamp wil halen of gehoord wil worden. Je vraagt om terug in de groep te mogen, alleen op jouw voorwaarden.
Het is slechts een teken dat je niet wilt leven met hoe het is en invloed probeert te krijgen. Als het jonge kinderen zouden zijn, dan zouden ze gillend en trappend op de grond liggen in de hoop dat ze daarmee hun ouders overtuigen om te geven wat ze willen.
Het kind voelt zich machteloos en gedraagt zich als een dwingeland, maar het is een verzoek om erkenning en hulp, hoe je het ook wilt draaien. Maar de manier is onhandig, te agressief en neerbuigend en maakt dat degenen die niet op een oorlog wachten zich gewoon weghouden en afkeren.
Dus wat dan? Nog harder schreeuwen? De taal en het gedrag nog uitdagender maken, nog meer agressie inbrengen? Nog meer hoogmoed en superioriteit strooien en je actief nog verder afzetten en isoleren? Waar zal het heenleiden?
Tragisch destuctieve manieren om verandering in gang te brengen zijn ons ook niet vreemd. We leren ze al jong (mokken, verwijten, schaamte-inductie) en oefenen ze gedurende ons leven.
We gebruiken die manieren ook liever dan te leren hoe we beter communiceren en eerlijk onze verlangens uitspreken. Dat laatste durven we niet, omdat het kwetsbaarder lijkt en meer van ons vraagt.
Alternatieven van bijvoorbeeld Marshall Rosenberg en Thomas Gordon leren ons hoe het ook kan, maar dat wordt wel geleerd maar te weinig toegepast. Liever lijken we met elkaar te vechten dan elkaar te vinden.
De enig nog mogelijke strategie, vanuit zo’n positie, lijkt dan te zijn om de oorlog te voeren en de ander te overwinnen, wat betekent dat die ander moet buigen of breken om je doel te bereiken. Niemand wil buigen of breken, zeker niet in reactie op een neerbuigende aanval. Er zit wanhoop in de hoogmoed.
Hoe ontsnap je uit zo’n gedachte naar iets wat contact en samen nog mogelijk maakt? Het klinkt alsof de oorlog er al is en in ons woekert en mijn hart bloed onder al die pijn en al dat geweld. Ik wil niet afscheiden, maar kan moeilijk blijven waar zoveel strijdlust heerst.
Het is ook gevaarlijk, want over de wereld zijn tal van voorbeelden van extremisten die met hun boze en wrede boodschappen de toon in een cultuur hebben gezet. Het is niet de vredelievende meerderheid die oorlogen en overheersing in gang zet, maar een activistische gedreven minderheid.
Dat zie je in de Arabische jihad, in Afghanistan, maar het is niet anders geweest in de tijd van Stalin en Hitler. Nazi’s waren ook niet de meerderheid toen ze Duitsland overnamen, maar konden wel de macht pakken en een wereldoorlog in gang zetten. Fanatisme en blinde woede is genoeg.
Verzet en activisme is te bedreigend voor velen en te aantrekkelijk voor anderen. De zelfstandige denkers, zijn niet wijs of bezig met de consequenties van hun daden. Ze kennen hun blinde vlekken en aannamen ook niet. Dat is voor de ouders die hun omstandigheden mogen regelen. Ze schelden op hun ouders, maar vertrouwen tegelijk.
Maar eronder ligt vaak een echt probleem, historisch gezien vaak een economisch probleem, dus er is altijd een kans om het op te lossen en de balans te herstellen, voordat het vuur te hoog oplaait.
Maar nu hebben we een nieuwe factor, want we hebben sociale media die iedereen de kans geeft om zijn of haar brein-dump naar de wereld te brengen. Slechts een paar seconden en een klik op een knop en de wereld weet wat in je leeft.
De filters en drempels zijn weg en waarheid ziet er hetzelfde uit als onwaarheid. Overtuigende websites hebben geen organisatie meer nodig, maar kunnen even gemakkelijk ontstaan uit een schizofreen in een garage. Zelfs de technologie om een personage of stem in een video te veranderen is gemakkelijk te vinden en gebruiken.
Dit soort rebels organiseren en roepen is niet veilig, en als onze bereidheid geen grenzen kent, wij onszelf niet begrenzen, we geen algemeen aanvaarde bronnen meer hebben, dan kan zoiets ontsporen in een massabeweging.
Historisch gezien gaat dat veel gemakkelijker en sneller dan we denken. Individueel kunnen we dat negeren, maar als je veel vergelijkbare individuen op een rij zet, is er een beweging en kan er iets ontstaan dat niet meer beheersbaar is en dat velen in zijn kielzog meetrekt en opoffert.
De gemeenschap is niet veilig voor activisme. Zonder verantwoordelijke volwassenen is het ook niet veilig voor gewapende kinderen. De vraag is nu wie die volwassenen zijn en hoe ze hiermee omgaan, want vooral zij worden nu uitgedaagd.Want activisten zijn evenmin als kinderen echt verantwoordelijk voor het vervolg.
Het is ook altijd de schuld van anderen, niet van de activist. Activisten en kinderen hebben beiden ouders nodig die grenzen stellen en voorwaarden organiseren. De activist is in zijn aard daarvoor te verkokerd in zijn aandacht. Hij denkt maar aan een ding.
Wij mensen vergeten onze eigen beperkingen en rennen enthousiast naar de rand van een ravijn om over de rand te springen. Het vallen voelt heerlijk. Helaas kom de grond er snel aan om ons te herinneren hoe het afloopt. Hopelijk hangen we aan een elastiek.
Soms ontstaat er iets goed uit de chaos, maar de prijs is altijd hoog. Echte verandering zou meer verantwoordelijkheid, kwaliteit en moed moeten vragen dan simpelweg een de klik op een knop.
Is de drempel te laag geworden en zijn er te weinig garanties van waarheid en kwaliteit in wat we delen? Het lijkt onomkeerbaar en we moeten ermee omgaan. We zitten in elkaars beeld en oor.
Waar vroeger publiceren nog een drempel en je langs uitgevers en critici moest komen voor je waardig bevonden werd, is het nu voor iedereen om een publicist te zijn en zich voor te doen als iets heel anders. Het is nu van het volk en het is genoeg als het populair wordt.
De enige garantie die we hebben op kwaliteit is een bron die nog op kwaliteit en inhoud oordeelt, die de rol van verantwoordelijke ouder speelt, maar als we niemand meer vertrouwen behalve die eenling met een anekdote, dan geven we de macht an al degenen die daar dankbaar misbruik van willen maken. Niet het plafond verdwijnt daarmee, maar de bodem.
Dus die engerd in een camper kan zich voordoen als een bloedmooie aantrekkelijke vrouw, simpelweg door anderen te verleiden en te laten aanbevelen. Als genoeg mensen dat doen, dan wordt de fictie opeens echt.
Niets nieuws onder de zon, behalve dat dit soort promotie nu niet meer vraagt dan een aansluiting op internet en een apparaat waarmee je kunt posten. Dat is toegankelijk voor iedereen.
En als je geld hebt kan je tal van mensen inhuren die de hype voor je verspreiden en deskundig eruit laten zien. De grootste leugen kan daarmee waar lijken. Het is wat de complotdenkers zeggen dat overheid doet, maar het kan door iedereen zijn, inclusief door degenen die voeding geven aan complotdenken.
Vrij spel voor oplichters, rebellerende jongeren, hackers, maar ook de politicus die invloed verliest en handig in probeert te spelen op sentimenten, iemand inhuurt om beeldvorming en maatschappelijk sentiment te beïnvloeden.
Als je genoeg probeert en volhoudt is er geen grens aan wat mogelijk is. Sociale media zijn een geweldige infrastructuur voor zoiets. De miljardair kan zomaar een van de werkers worden die onvrede verwoord, simpelweg door dit spel te spelen. Eenmaal lid van de groep, zijn we niet meer kritisch.
Dat geeft veel kansen, maar ook veel vragen en de belangrijkste daarvan is: waar gaan we heen als elke breindump iedereen bereikt? Wat winnen we en vooral wat verliezen we?
Worden we de beste of het slechtste versie van onszelf als de trainingswielen wegvallen en als de ouder een kunstmatige intelligentie wordt die oordeelvrij, maar niet belangeloos, inspeelt op al onze impulsen. Wie leidt ons in zo’n wereld en waar worden we naartoe geleid?
Helaas doet de milde tak van de bevolking er niet toe, als het gaat om de creatie van oorlog. Het is de wreedheid in de harten van een minderheid die dat creëert, of een opdracht die we aan een bestuurder hebben gegeven.
Maar oorlogen kosten veel in menselijk kapitaal en in elk andere opzicht, dus wie wil dat? Wie verleidt de activisten daarheen? Religie is een oud voertuig daarvoor, maar dat lijkt hier niet de motor. Dus wie trekt er dan wel aan die touwtjes? Welk mens of systeem?
Rationaliteit heeft geen moeite met wreedheid, zolang het gaat om mensen die we niet zien of kennen, en afstand maakt veel mogelijk. Zolang we de wreedheid in ons denken niet erkennen en de vertaling maken naar de mogelijkheid dat onze eigen geliefden ermee te maken krijgen, zijn we tot veel bereid.
Principes en egoïsme hebben het al vaak gewonnen van medemenselijkheid. Onze menselijke geschiedenis zit vol van voorbeelden van massamoorden en massale doelbewuste uitroeiing van natuur, dus een onverschillig toezien is het minste waar we toe in staat zijn. daarin hebben we ruimschoots geoefend. Vraag het maar aan daklozen.
Ik zie bijvoorbeeld een bericht dat een lijst geeft met aantal doden door covid met daarachter de totale omvang van de bevolking per land. Vervolgens staat er hoeveel van de totale bevolking overleden is en is de boodschap dat het slechts ergens tussen 1 en 2 procent ligt. Dat valt wel mee, toch?
Ik heb geen idee of de gebruikte aantallen kloppen en hoe oud het is, maar het bericht krijgt alle steun van de verzetsstrijders. We wantrouwen de macht en de machtigen, maar is de vergelijking vervolgens ook eerlijk? Wat zeggen we op zo’n moment tegen elkaar?
Is de boodschap bijvoorbeeld dat het oké is om 600.000 mensen in een land te laten overlijden, als de bevolking groot genoeg is? Moeten we niets doen en de natuur maar zijn gang laten gaan? Dat experiment is gedaan en liep niet zo goed af.
De reactie op het ongemak van de maatregelen is dan een suggestie om de zieken maar te laten sterven. Het zijn toch anderen en niet wijzelf, “Want wij vertrouwen tenminste nog op ons immuunsysteem”. is dat genoeg garantie om niet ziek te worden, of is het slechts dat we hopen aan de goede kant van de statistiek te blijven (tot het anders blijkt uit te pakken)?
Ben je echt bereid om de natuur zijn gang te laten gaan, ook als het jezelf, je kinderen en je familie betreft? Of is het slechts verzet tegen ongemak en regels, en verandert het wanneer het jou persoonlijk en degenen die je lief hebt ook gaat raken? Hoe ver ben je bereid te gaan in je bloedlust?
Is degene die dat deelde zich bewust van wat hij in gang probeerde te zetten? Of maakte hij de vertaling niet naar wat het zou betekenen als een overheid bereid is zijn burgers zonder in te grijpen te laten sterven? Pleiten we in feite voor een ieder voor zich wereld?
Ikzelf zou daar niet willen leven, maar binnen de gemeenschap zijn er velen die die gedachte lijken te steunen en in hun boosheid bereid lijken om alles waar we op vertrouwen in brand te steken, denkend dat dat beter zal zijn.
Zijn we vergeten waar onze relatieve veiligheid op gebouwd is en wat ervoor nodig is om dat te handhaven? Of zijn we inmiddels zo digitaal dat we aannemen dat alleen dat digitale nog telt en alles gewoon door zal gaan, behalve wat we willen afbreken? Hoe kwetsbaar is ons leven eigenlijk? Wil je het gaan ontdekken?
De manier waarop deze berichten ons benaderen geeft me weinig vertrouwen dat degenen die ze delen het goed van ons allen voor ogen hebben. Er lijkt weinig ruimte voor degenen die anders denken of die nog wel vertrouwen hebben in gemeenschap en overheid. De schapen tellen niet in de wereld van de wakkeren, die mag je opgeven.
Je zou bijna kunnen denken dat het grootste probleem van covid is dat de maatregelen genoeg effect hebben hadden om te ontkennen dat het een probleem is en dat de ziekte nog niet dodelijk genoeg was om scepsis te overwinnen.
Maar het kan natuurlijk ook gewoon zijn dat de reactie een symptoom is van persoonlijke omstandigheden die flink verslechterd zijn en van een gefrustreerd verlangen naar fysiek contact.
Het is denkbaar dat al het verzet en verbaal geweld vooral uitdrukt hoezeer we elkaar missen en als dat zo is dan zou het hier om een tragische en destructieve uitdrukking van een verlangen kunnen gaan.
Per slot wordt de discussie niet getemperd door het feit dat zo ongeveer iedereen in het gesprek al gekozen heeft en geen intentie heeft om van standpunt te veranderen.
Normaal is een gesprek dan klaar en is er geen reden of zin meer om verder te gaan, maar dit gesprek stopt niet en blijft maar om ruimte vragen en oproepen. Het betekent dat we nog steeds naar elkaar zoeken en pogingen doen om elkaar te bereiken.
Hoe pijnlijk ook, de herrie toont daarmee steeds weer hoezeer we de gemeenschap missen en weer vrij willen zijn om elkaar op te zoeken. Ondanks alle problemen in contact en alle verschillen in denkbeelden en achtergrond, missen we elkaar en zoeken een ingang om gehoord te worden.
We werken hard om een plek te blijven houden en erbij te mogen horen. Het schaap en de wakkere zijn dan gelijk in hun wens om weer te integreren. Alleen de voorwaarden en eisen verschillen. De wakkere zoekt geen harmonie, maar opstand, de schapen willen liever een rustige relatie en wat samenwerking.
Maar het is lastig, want als er niet meer te bepalen is wat de echte feiten zijn en we elkaar bronnen en feiten niet vertrouwen, dan leven we niet meer op dezelfde grondslag en is het onvermijdelijk dat we elkaar niet meer kunnen bereiken.
Traditioneel is het de rol van degelijke journalistiek om ons te informeren zodat we samen over min of meer dezelfde feiten beschikken. Journalistiek moet zorgen dat feiten van meningen worden gescheiden en fictie van waarheid. Maar dan moet een bevolking ook bereid zijn deze journalistiek te vinden, steunen en gebruiken. Is dat nog mogelijk?
Er is al vele jaren wantrouwen gezaaid en de komst van sociale media heeft het wantrouwen alleen maar verslechterd. Nu volgen we geen journalisten meer, maar volgen we een kunstmatige intelligentie die besluit wat we onder ogen krijgen en die is gemaakt om ons te binden aan een medium.
Op sociale media krijg je dus niet alleen meer van wat je al zocht, maar krijg je ook een snelle escalatie van datgene. Je gaat namelijk meer consumeren als je boos en opgewonden raakt en als je vervolgens bij een gemeenschap komt die dezelfde emotie ook heeft, dan geloof je vervolgens wat zij je aanleveren, wat zij geloven en hoe zij denken.
Natuurlijk heb je niet echt door hoe je geleid wordt, want kunstmatige intelligentie is de onzichtbare hand (een idee uit de economie) en brengt je slechts in contact met dat wat andere mensen die verder geëscaleerd zijn als jij denken en delen.
Dus wordt kleine boosheid een grotere boosheid en klein wantrouwen een groot wantrouwen. Elke emotie wordt opgeklopt in dat systeem, behalve je rust, want rust en tevredenheid maken je los uit dat systeem en zorgen dat je behoefte aan meer afneemt.
Je mag alles doen en willen, zolang je het maar op die plek blijft doen en willen. Per slot leert dat systeem over jou op manieren die je niet doorhebt en maakt gebruik van het geleerde door uit te vergroten waar je het meest op reageert.
Wij creëren het, maar de onzichtbare hand wint altijd. Het is net als het casino. Zolang je blijft spelen mag je winnen of verliezen, maar in beide gevallen wint de bank en het casino.
Het enige wat je kan doen niet meer meespelen en je scherm uitzetten, maar dan verlies je teveel. De gemeenschap waar je zoveel in vond en met wie je zo gemakkelijk contact had en zoveel steun van ervaarde is alleen daar te vinden.
Het scherm blijft dus aan en we laten ons leiden door de stroom die wordt aangeleverd. Het systeem wint altijd. je kan naar een ander systeem gaan, maar ook dat systeem wint altijd. Er is dus geen escape zolang je blijft meespelen.
Er zijn inmiddels velen voor wie de brand en het ontbreken van gemeenschappelijk vertrouwde informatie geen probleem is. Er zijn er voor wie het juist gunstig is, omdat je een bevolking die geen vaste grond meer onder de voeten heeft gemakkelijk naar oorlog kunt leiden.
Deze mensen voeden anderen met strijdlustige verhalen waarin een andere deel van de bevolking niet te vertrouwen is en gevreesd moet worden. Die verhalen prediken wantrouwen en de noodzaak om de ander af te wijzen en te bestrijden.
Oorlog is altijd al profijtelijk geweest voor tenminste een van de partijen in het speelveld. Meestal is het de partij die niet meer op eerlijke wijze kan winnen die het spel wil verstoren. Een ontheemde en oververhitte bevolking is gevoelig voor dat soort boodschappen.
Er zijn er die baat hebben bij de verdeling en chaos van strijd en die juist dit nodig hebben om een positie te verwerven. Je krijgt macht door een grote actieve groep achter je te krijgen, dus wordt er flink gewerkt en miljarden geïnvesteerd om gebruik te maken van de onrust en die verder op te stoken. Niet iedereen spreekt waarheid, helaas.
En in een digitaal tijdperk waarin nagenoeg iedereen aan het lijntje van sociale media hangt heb je ook nog een ideaal hulpmiddel om elke boodschap te verspreiden. Niet alleen door wat geld te investeren, maar ook door de bereidheid van de groep om het verdere werk te doen en de boodschap verder door te geven en autoriteit te geven.
Maar er is niets tegen te doen. Geloof is niet te bestrijden. We moeten ervaren en ons desnoods branden voor we het vuur begrijpen.
We zijn al een tijd op het punt dat in elk geval een deel van de bevolking bereid is steun te geven aan het gewoon laten sterven van een ander deel van de bevolking. Er is weinig mededogen of bereidheid daar. En liefst wil diezelfde groep ook nog de structuren waar we onder leven afbreken, want die structuren en de mensen die de boot sturen zijn het kwaad in hun ogen.
Zijn we al boos genoeg om de wereld in brand te steken en lachend toe te kijken terwijl alles in rook opgaat? Is het weer tijd om te leren uit de consequenties van destructie? Waren de eerdere oorlogen niet genoeg, of zijn we genoeg vergeten wat toen gebeurde, of maakt het ons niet meer uit?
Natuurlijk verandert het geluid soms als iemand zelf ziek wordt of een nabij familielid overlijdt, maar ook dat is geen garantie. Er zijn genoeg voorbeelden van strijders die zelf ziek werden en tot aan hun sterfbed in ongeloof bleven. Het zijn tragische verhalen.
Er zit niet veel vrede in de suggestie dat het allemaal wel meevalt en het aantal doden minder dan twee procent van de bevolking is. Het misvatting is duidelijk. De hele bevolking is nog niet besmet geraakt en de overheid heeft flink wat gedaan om te voorkomen dat het verder verspreid.
Op die manier kan je van een relatief succesvol beleid gemakkelijk tot een bewijs maken dat het probleem er niet is. En per slot zijn we toch veilig als we nog jong zijn of voelen we ons in elk geval nog veilig, omdat we gezond leven en het juiste geloof aanhangen, toch?
Omdat de ene groep zich op heel andere informatie baseert dan de andere groep is er ook geen mogelijkheid meer om elkaar te overtuigen of te vinden. Reageren met een ander geluid garandeert bijna dat je een lawine van aanvallen over je heen zult krijgt, dus dat is zeker niet mijn hobby.
En beide kanten van het gesprek doen eraan mee. Nog gisteren hoorde ik van iemand die aan de anti-vaccin kant staat hoezeer ze werd aangevallen door mensen die daarover heel boos werden en haar probeerden weg te krijgen, tot op het punt dat ze daadwerkelijk zich niet meer veilig voelde en alleen maar weg kon gaan. De gemoederen zijn gewoon verhit geraakt en de boodschappen zijn niet altijd even verstandig.
Maar ik vraag me wel af waarom we zo in brand staan. Is het gewoon dat we zo bang zijn, of is ons geduld op en begint de afzondering een rol te spelen?
Wat zijn de omstandigheden die maken dat een poging om ons gezond te houden verandert in een angst waarin een vergelijking met Joden in de tweede wereldoorlog valide lijkt voor in elk geval een deel van de bevolking.
Waarom denken beide kanten van het gesprek dat alleen zij bezig zijn met hun gezondheid waarborgen en dat de ander onverstandig kiest? Kunnen we inzien dat wat we willen eigenlijk best overeenkomt en dat we slechts verschillen in wat we bereid zijn te doen om daar te komen?
Ik weet het, een verloren boodschap, want als je in brand staat is voor zoiets geen ruimte en leeft alleen de aanval in je. Maar soms probeer ik het nog. Niet vaak meer.
Ik maak me wel zorgen over onze bereidheid om de anderen los te laten. Als we daar eenmaal mee beginnen is er geen grens meer aan hoe ver we kunnen gaan. dat we voor elkaar zorgen is geen vanzelfsprekendheid, dat is het nooit geweest. Daar moet je voor kiezen en dan nog is het niet gemakkelijk.
Hoe groter de gemeenschap wordt hoe moeilijker het is om menselijkheid en betrokkenheid in onze keuzes te houden. Op afstand lijken wrede keuzen opeens heel redelijk, omdat niet wij maar die onbekende anderen de gevolgen ondergaan en de prijs voor onze keuze ondergaan.
Daarom handhaven we ook een situatie waarin vooral de jongemannen uit de middenklasse en de arme klasse sterven in oorlogen en niet de kinderen van de rijken en zij die invloed hebben. Dat zijn van die lastige feiten die we soms liever negeren, maar eigenlijk best weten.
Het is niet de schuld van de rijken, want wij zijn het systeem en de gemeenschap, maar we vinden het wel een beetje gemakkelijker als zij de schuld mogen krijgen. Per slot zijn zij de grote schouders en hebben meer invloed dan elk van ons apart. Onze macht ontstaat pas in de aantallen en elkaar vinden in dat soort getallen is niet gemakkelijk.
Ik vraag me dus af als ik al die herrie voorbij zie komen… Met wie gaat het zo slecht dat deze emotie nodig is om gehoord te worden? Wie heeft de basis van zijn bestaan bedreigd zien worden, of gaat gebukt onder grote zorgen als gevolg van wat er gaande is?
Staan we met ons allen in brand? Is ons geduld op? Waarom zijn er steeds meer mensen voor wie het bijna een dagtaak lijkt om dit verzet te voeden? Ik kan alleen vaststellen dat het belangrijk voor ze is om deze boodschap te brengen en zich daarin niet alleen te voelen.
Ze zijn geëngageerd om bij te dragen aan het verzet en anderen daarmee aan te steken. Het is hun bijdrage aan onze gemeenschap. In hun ogen doen ze iets goeds voor zichzelf en anderen. We denken allemaal dat we goed zijn. Het is die ander die we wantrouwen.
Maar mijn hart bloed. Ik ken de prijs van strijd en verlies en weet hoe destructief gemeenschappen kunnen worden als ze bloed willen zien. Hoever zal dit gaan? Ik ben niet gerust als ik ervaar hoe vasthoudend en opgewonden we zijn. Ik voel het allemaal.
Mijn hart bloed, zei ik eerder toen ik voor een groot bedrijf werkte in een centraal programma. De bedrijfsonderdelen moesten een verandering doorvoeren en ik werkte centraal om dat in gang te brengen en begeleiden (deel van een programma management).
Ik kreeg carbon copies van een email uitwisseling tussen twee medewerkers van verschillende afdelingen die beide een rol hadden in het doorvoeren van een prijswijziging en beide leek niet bereid om de taak op te pakken en bleef vechten over wie het zou moeten doen. Er was niet veel tijd meer.
Nadat ik het een tijd had gevolgd en had ervaren hoe pijnlijk het was dat twee mensen uit eenzelfde organisatie zo met elkaar omgingen en de taak niet oppakten heb ikzelf een mailtje gestuurd met een cc naar mijn collega programmamanager.
Ik schreef iets in de trend van
Mijn hart bloedt, bij het lezen van jullie uitwisseling. Herinneren jullie je dat je voor hetzelfde bedrijf werkt en dat deze wijziging wel op tijd moet gebeuren?
Hans
Misschien was het iets langer, maar ik ervaar dat soort conflicten als tragisch en het raakt me inderdaad dat we dit doen en dan het gezamenlijke belang lijken te vergeten en slechts bakkeleien over principes.
Maar ik ben een harmoniezoeker van aard, en beweeg slechts in het conflict omdat ik daar soms waarde kan bieden. Ik hou er niet echt van. Ik besef tegelijk dat dit niet voor iedereen zo is.
Mogelijk is het zelf verschillend voor mensen met een introverte structuur (zoals ik) en mensen met een extraverte structuur. De extraverte structuur haalt energie uit wat een introvert energie kost.
Maar als je in brand staat is branden soms het enige wat nog mogelijk is en dan gaat de strijd als een lopend vuur door de gemeenschap. Als eenmaal wapens getrokken worden, dan nemen de mogelijkheden snel af. Gelukkig zijn de wapens momenteel nog meestal slechts woorden en emoties.
De reactie op mijn bloedend hart in die organisatie was gelukkig een geruststelling van de beide kemphanen naar mij toe. Ze gaven aan dat ze er onderling uit zouden komen en zouden zorgen dat de wijziging tijdig werd doorgevoerd. Daarna is het eigenlijk soepel opgelost en waren er geen problemen meer.
Natuurlijk heb ik die start zin nog wel een paar keer mogen horen. Het is niet gebruikelijk binnen een zakelijke setting dat iemand zegt “Mijn hart bloed”. Maar het was een oprecht sentiment en het loste de tweestrijd op, dus ik hou hem erin.
Helaas is ook sindsdien mijn hart nog regelmatig aan het bloeden. En ik ga dan naar waar het conflict leeft ook al wordt ik niet perse ontvangen en richt de strijd zich dan soms mijn kant op. Het is ook nodig dat er onder ons rustige mensen zijn die dat blijven doen, ook al kost het wat.
We moeten blijven proberen om bij elkaar te blijven en bruggen te vinden en bouwen om samen verder te kunnen. We kunnen niet elk ons terugtrekken op een eigen eiland. De gemeenschappelijkheid heeft ook waarde en we komen er allemaal vandaan.
Maar we moeten het ook doseren zodat onze draagkracht niet teveel overschreden wordt en we genoeg tijd hebben om na de strijd weer te herstellen.
Ook bij het lezen van zoveel onvrede en oorlogszucht bloedt mijn hart. Het is zo pijnlijk hoe boos zo velen lijken te zijn en hoe zwaar velen het lijken te hebben. Ik ben bang voor waar ze heen willen, denk niet dat het iets prettigs zal geven, maar ik ben niet alwetend en hou rekening met mijn ongelijk.
Ik hoop op wijsheid uit een onverwachte bron, aangezien het niet van de wakkeren lijkt te komen. Daar lees ik slechts opgewonden bloedlust en minachting voor de slapers.
Ik hou ook niet echt van het conflict, ook al moet ik beroepsmatig regelmatig in het vuur gaan staan om iemand daar te ontmoeten. Ik weet dat het erbij hoort en dat conflict een plek en functie heeft, maar het kost me gewoon teveel. Helpen vraagt van me dat ik ga waar de ander is en van verdergaan, maar ik wil daar niet wonen.
De oorlog in de woorden is duidelijk en we vechten met elkaar, terwijl we elkaars informatie en doelstellingen afwijzen. Het lijkt alsof we zo ver van elkaar af staan en het niet mogelijk is om weer bij elkaar te komen en dat is een zwaar gegeven. Het drukt op me en alles in me roept op om ver weg van deze strijd te gaan.
Maar dan doe ik niets anders dan degene die roept dat 2% overlijden door een virus geen probleem is en eigenlijk best goed. Zolang het maar de juiste groep is, denk ik ook, want als zijn eigen kinderen zouden zijn dan zou de beoordeling vast anders zijn, en is een enkele dode al genoeg om bergen te verzetten.
Ik hou dus liever iedereen erbij en probeer uit te vinden wat goed is om te doen en hoe we elkaar weer een gemeenschappelijke basis kunnen geven. Ik kan dat zeker niet als eenling oplossen. Daar zijn velen voor nodig en velen die veel vaardiger zijn op allerlei terrein als ikzelf.
Antwoorden vinden is niet gemakkelijk als je elkaar niet meer echt ontvangt en steeds bestoken met angst, afkeer en woede. Dat het gebeurt is een teken dat op enig niveau de nood hoog is, maar we verliezen elkaar als we alleen nog over thema’s kunnen vechten en elkaar als mens niet meer ontmoeten.
Het is belangrijk genoeg dat we elkaar niet kwijtraken en dat we herinneren dat we een gemeenschap wilden zijn. Daar mogen we iets voor doen, desnoods iets opgeven. De prijs van het alternatief is te hoog.
Maar in alle eerlijkheid wordt ik soms ook zelf erg moe van hoeveel klaag- en aanklaag-energie er rondom het onderwerp vaccineren rondgaat. Dus ik kan daar niet meer lang blijven en soms wordt ik zo moe ervan dat ik toch weer in de pen kruip en nog meer van hetzelfde aantrek. Het is een vreemd patroon. Het liefst zou ik dan sociale media en alle medemensen achter me laten.
Het geeft me dan geen vreugde meer en ik wil niet bijdragen aan nog meer destructie of vechten tegen de aard van wie we lijken te zijn. Vaker angstig en bloedlustig dan in vrede en in balans. Ik heb dan weer tijd nodig om te herstellen.
Gedachten komen dan in me op. Is dit het beste wat we kunnen? Is dit de beste besteding van onze tijd, van ons kunnen, van onze ruimte? Waarom vervuilen we onze ruimte zo en zijn zo in gevecht met elkaar? waarom kiezen we voor zoveel conflict met elkaar? Mijn hart bloed en bloed en bloed en het lijkt uitzichtloos.
Het is de onzichtbare hand die dit aanstuurt, maar het zijn wij die bereidwillig hieraan meewerken end e oorlog daadwerkelijk in gang zetten en blijven voeden.
De wakkeren zijn daarin niet wakker en laten zich leiden en lijden evenzeer. Alleen de hoogmoed en triomf van beter zijn dan de slapers en het lid zijn van de verzetsgroep geeft hen nog iets goeds. Ze hebben het er druk mee. Covid geeft ons daar blijkbaar veel tijd voor.
De stelling waar dit verhaal mee begon heb ik ook op gereageerd. Het kreeg wat steun en een verzoek om het met bronvermelding te mogen delen, dus schrijf ik er hier nog wat verder over. Hieronder lees je wat ik erover te zeggen had. Neem het voor wat het waard is. Je mag het hebben.
Wat mij betreft zijn dit soort stellingen veel te gemakkelijk en te vol suggestie. Ik sprak al over hoeveel activisme er is op het moment, maar elk activisme maakt dezelfde denkfout, doordat het rebelleert in plaats van organiseert en opbouwt.
In zijn aard is de focus van een rebel negatief gericht (verzet, in plaats van creatie) en er zit een impliciete erkenning in dat een ander de macht heeft (wat in zijn aard een slachtoffergedachte is).
Het betekent ook dat de eigen mogelijkheden, macht, invloed en verantwoordelijkheid zwaar onderschat, of zelfs ontkent wordt. Waar het verzet zich richt tegen politiek, maatschappij of massa getuigt het ook van onbegrip, want wie zijn de mensen die onder die woorden schuil gaan?
Eigenlijk is het meer een strijd tegen de medeburgers, dan tegen de macht, want de macht is niet autonoom, maar wordt gecreëerd door die medeburgers en jijzelf.
Zonder actieve steun van een groot deel van de gemeenschap is de macht machteloos en dat toont dat de macht die we onderkennen niet een eigenschap is van een persoon of kleine groep waan wie we hem toedichten, maar van de gemeenschap die deze geeft.
het verzet van Gandhi (ja die) was ook helemaal gebaseerd op dat idee. Het is de burger zelf waar de macht ligt, niet de leider. Leiders buigen onmiddellijk voor de wil van het volk als die helder spreekt en een duidelijk besluit neemt en dat opvolgt.
Als de burger niet meer meewerkt dan zakt elke structuur onmiddellijk in elkaar. We moeten daarom niet onze leiders overtuigen, maar vooral elkaar en daarvoor hebben we elkaar nodig.
Gandhi voorspelde dus doodleuk dat de Britten uit zichzelf zouden kiezen om te vertrekken uit India om het simpele feit dat 100.000 mensen geen miljarden mensen kunnen besturen als die miljarden niet meewerken.
Macht wordt gegeven door medewerking en steun van de massa, niet genomen of opgedrongen door enkele machtigen. Geloof is daarin een krachtig instrument, maar uiteindelijk kiest het volk.
Ga er zelf maar eens aan staan, om dit soort thema’s op te lossen! En daarin ook nog een volk tevreden te houden en bereid om de gevraagde offers te geven. Dat is geen gemakkelijke opgave.
En dan heb ik het nog niet eens over de onwaarheid binnen de stelling. Er is veel op af te dingen, ofschoon er ook iets voor te zeggen is als je afvraagt waarom velen mogen sterven door honger en ziekte als het ver weg is, maar veel minder mensen niet door ziekte als het onze eigen gemeenschap betreft.
Omdat rebelleren tegen iets is en alleen verzet creëert, is organiseren om te rebelleren vooral verloren energie. Echt iets opbouwen dat een verschil maakt, is een heel ander verhaal. Dat vraagt een positief en aantrekkelijk doel en de wens om iets te verbeteren door iets nieuws op te bouwen. Simpelweg afbreken wat je niet bevalt is daar niet genoeg. Dat is te simpel.
Als je energie stopt in een positieve richting en de beperkingen vergeet, die je hebt bedacht, dan is er opeens veel mogelijk.
Maar dan begint het werk pas echt en mag je ontdekken dat de problemen waar je naar wijst, nog steeds min of meer onoplosbaar blijken. Niet vanwege de machtigen, maar simpelweg door de aard van ons mensen.
De redenen voor armoede en honger zijn moeilijk op te lossen, omdat ook daar mensen zijn en regeren. Mensen blijven mensen. Het bij elkaar brengen van belangen op de kleine schaal van een relatie is al moeilijk en soms onmogelijk, dus hoe wil je dat doen op grote schaal in regio’s die niet willen meewerken?
Waarom is het ook zoveel aantrekkelijker en gemakkelijker voor ons om iets af te breken, in plaats van iets op te bouwen? Waarom zijn de meesten van ons zo bereid dat wat er is te onderschatten en te vergeten wat we wilden en waardeerden, simpelweg omdat het niet meer nieuw is?
Waarom vergeten we op welke schouders we staan en veroordelen die schouders zelfs om het werk dat gedaan is om alles wat we waarderen mogelijk te maken? Wat maakt dat we degenen afkeuren die bouwen en gebouwd hebben aan dat waarop onze veiligheid en bestaan is gefundeerd? Wat is dat in ons? Het lijkt ondankbaar en ondoordacht.
Mogelijk komt er weer wat goeds uit al het verzet en de culturele oorlog die ermee gevoed wordt. Alles is mogelijk, maar al het nieuwe komt met een prijs en die wordt historisch door gewone burgers betaalt.
We krijgen dus uiteindelijk de rekening voor al de destructie en wat we met onze cultuur doen. Als we oorlogzucht hebben dan zou het zomaar kunnen dat het komt.
Om het af te maken is de stelling ook onjuist. Het eerste deel suggereert dat we in staat dat we in staat zijn om de hele wereld te vaccineren. Dat blijkt niet het geval, zelfs niet hier in het rijke westen..
Op het moment wordt het als positief gezien als we zelfs in westerse landen al rond de 75-80 % van de mensen bereiken, want velen hebben er politiek baat bij om het verzet te voeden en onvrede op te kloppen. Velen zijn bereid dit zover als ze kunnen te duwen richting burgeroorlog, wat de consequenties daarvan ook mogen zijn.
Voor elk argument is inmiddels veel onderbouwing te vinden, en wat waar is wordt daarin gekozen door de groep waar we ons bij aansluiten en onze al aanwezige neiging om de macht te wantrouwen.
Het lijkt aan te haken bij een oud patroon uit onze jeugd, waarin we vrij waren om ons te verzetten zonder oog voor consequenties. Maar we kunnen niet altijd vertrouwen op de aanwezigheid van een verstandige ouder die alles weer goed maakt en zorgt dat er ruimte is voor dit soort gedrag.
Uiteindelijk zijn de volwassenen onder ons degenen die deze rol zelf moeten aannemen en verantwoordelijkheid mogen tonen voor de samenleving waar we deel van uitmaken.
Maar zonder degelijke journalistiek, met een degelijke reputatie, zijn onze feiten op drijfzand gebouwd. We kunnen kiezen en geloven, maar zonder degelijke vertrouwde bronnen waar we het over eens zijn, is er geen basis onder onze gemeenschap, kunnen we geen grootsheid bereiken, slechts oorlogje spelen met elkaar.
Er is heel veel geld en publiciteit gestopt in desinformatie om een bevattelijk deel van de bevolking in leugens te laten geloven. En als je dan elke groep vertelt dat de andere groep liegt of niet wakker is, dan is het cirkeltje rond en wordt het een onoplosbare tegenstelling die beide groepen graag verder verspreiden.
Geen grootschalige campagne is compleet zonder de actieve en bereidwillige medewerking van veel burgers en zonder de hoogmoed om te denken dat de ander dom of kwaadaardig is en wijzelf in het gelijk staan. Het is een zwakte van ons brein dat we gemakkelijk slecht denken over mensen uit een andere groep en positief over leden uit onze eigen groep, maar we mogen beseffen dat wat er ook is, het gedragen is door de gemeenschap die het in stand houdt, niet een enkele leider, of organisatie.
Vooral de rechtse politieke stroming toont zich bevattelijk voor kwaaddenken en verzet, omdat in die groep al tientallen jaren in boosheid en wantrouwen is geïnvesteerd.
Die gemeenschap is nu een dankbare voedingsbodem voor politici die opstand willen gebruiken om invloed te krijgen. En het helpt als de volgers van die rebelse boodschappen, er niet meer in geloven dat normale media waarheid spreken.
De rest is zorgen dat er andere betrouwbaar overkomende boodschappen rondgaan waar die groep dan wel in kan gaan geloven en het cirkeltje is rond. Hoe bepaal je in een digitaal tijdperk nog wat waar is? Is gevoel genoeg? Of steun van je groepsgenoten?
Voor dat laatste zijn we zo bevattelijk dat er in de marketing wordt gesproken van sociaal bewijs, wat betekent dat bewijs van waarheid of kwaliteit wordt overgenomen van de waarde die anderen eraan hechten.
Op een gegeven moment weten we dan niet meer wat waar is en laten we onze werkelijkheid bepalen door de media waarin we onderdompelen die geen enkele garantie voor waarheid bieden en zelfs die intentie niet hebben.
Dus waar vind je dat we in moeten investeren en wie zal het gaan oplossen? Als deze stelling uit echte betrokkenheid is gekomen, dan heb je vast al iets ondernomen in de echte wereld, toch?
Ik zag toen ik nog in Dordrecht woonde regelmatig een tafel staan met een gaarkeuken. Toen ik er ging polsen, bleek het een initiatief te zijn van een lokale ondernemer (een Turkse bakker), die zelf geld investeerde en anderen erbij had gehaald om de daklozen en verslaafden een warme maaltijd te bieden in koudere tijden. Ze hadden gezorgd voor geld, voedsel en mensen om te zorgen dat dit mogelijk was en stonden daar gewoon, zonder ruchtbaarheid of reclame.
Me dunkt dat zoiets een veel constructievere reactie is op honger, dan het delen van elk bericht op een sociaal medium. Ik hoop dus dat je ook zoiets zult doen en niet alleen berichten post.
Als je wilt dat honger stopt, verzin dan gerust een initiatief en wordt de leider die we zoeken. Als je betrouwbaar bent en reputatie opbouwt, zullen velen je willen steunen en meedoen. Maar het zal tijd en een betrouwbare inspanning vragen en je zult moeten volhouden.
Ik had het eerder over Gandhi, maar ook die volgde die boodschap. Een van zijn verrassingen was dat als je het goede doet, er vanuit allerlei hoeken opeens mensen en hulp komt. Hij leefde ons moedig voor hoe dit werkt, ofschoon het niet altijd gemakkelijk of snel is.
Maar het is mogelijk om van alles te posten, eindeloos te klagen en mopperen en daar aandacht en steun mee te verzamelen zonder dat er echt iets hoeft te gebeuren. Onoplosbare problemen zijn altijd een goede basis om het gezag mee aan te klagen. Waarom hebben ze niet meteen alle lijden opgelost en jouw eigen emotie erbij?
Het is maar waar je voor kiest. Vaccinatie onvrede is niet mijn thema. Als we willen helpen zijn er betere mogelijkheden en voor mij is dat onderwerp eigenlijk gesloten omdat we al gedaan hebben wat we konden en willen meewerken aan een oplossing niet aan een burgeroorlog.
Het is lastig, want ik ben noch journalist, noch ben ik viroloog aan het voorfront van deze uitdaging, nog ben ik een liefhebber van onrust en strijd. En omdat ik in het algemeen vertrouwen heb in anderen op mijn pad ben ik niet snel met wantrouwen, zeker niet naar mensen die grote verantwoordelijkheden dragen. Die hebben het al zwaar genoeg.
Dus wat blijft er dan nog over? Zo ongeveer alles, dacht ik zo. Zullen we dus maar iets zinvols gaan doen met de tijd die ons rest en werken aan iets dat ons leven prettiger en waardevoller maakt?
Ik vind je daar graag en garandeer je dat het een stuk prettiger daar is, of je nu wakker bent, of een schaap als ik. Dat laatste ben ik namelijk best blij mee, aangezien inwoners van Dordrecht traditioneel schapenkoppen genoemd worden omdat Dordrecht ooit een aanlegpunt was voor boten met schapen (zo heb ik me wel eens laten vertellen). Ik woon er niet meer, maar het is een prettige reminder.
Het is gewoon dat ik me soms wat zorgen maak, over jou, over mij, over ons. We hebben elkaar nodig, zelfs als we dat niet altijd gemakkelijk vinden, of willen en er is maar zoveel tijd om iets goeds in te doen. Laten we elkaar weer opzoeken en vinden en het oplossen.
Tot gauw? Ik wacht nog even tot je er weer bent. Tot gauw!
Kea van de Kamp
Dag Hans,
Dit is de eerste keer dat ik een artikel van je lees. Het zegt mij iets over wie jij bent. Mooi.
Maar mijn gevoel zegt wel: probeer niet iedereen, die zich zorgen maakt over wat er momenteel gebeurt, over een kam te scheren.
De ongekende censuur die we momenteel aantreffen is voor mijn gevoel wel een teken aan de wand. Het is bijna onmogelijk om nog genuanceerd, of met enige scepsis, te kijken naar wat er momenteel aan de hand is, zonder gelijk als wappie of onverantwoordelijk/ asociaal weggezet te worden. Dit zijn letterlijk de woorden van onze minister! Alles heeft een keerzijde…
Hans Schuijff
Hallo Kea,
Dank voor je reactie en het compliment. Dat het mogelijk is om genuanceerd over deze kwesties te spreken en schrijven is misschien al bewezen met de artikelen die ik deel, maar het is natuurlijk zo dat je ook soms wat zou kunnen schrikken van de felheid van sommige reacties. De gemoederen lijken aan alle kanten wat verhit, dus we zullen ermee moeten omgaan.
De reacties op iemand die vaccinatie zinvol vind, op een sociaal medium, of het soort dialoog dat ik inzet, kan als vaak eerst rekenen op felle en snelle reacties van degenen die vaccinatie wantrouwen of bewezen slecht vinden. Toch is er ook veel behoefte aan een plek waar iedereen kan delen en we elkaar kunnen vinden.
Ik merkte dat ook toen ik een paar dagen terug een uitnodiging deed op Facebook. Ik nodigde uit om de naam van iemand te noemen die het leven had verloren, of dat nu door Corona was, of door een vaccin of door andere redenen.
Het was een zachte uitnodiging waarbij was gevraagd om alleen dat te delen: De naam van een verloren dierbare. De uitnodiging had ook al erkend dat er zowel overleden dierbaren waren door vorona als door het vaccin daartegen (ik wist van iemand die dat meemaakte).
Ook hier waren de eerste reacties wat strijdbaar tegen maatregelen en ik was bang dat dit anderen zou ontmoedigen in deze zachte uitnodiging.
Maar toen waren er ook anderen die kwamen vertellen over iemand die ze wilden eren en hadden verloren. Het werd een mooie verbindende gesprekslijn met vooral zachte gevoelens, van zowel mensen die gevaccineerd kwamen, als van mensen die bewust ongevaccineerd waren gebleven.
Voor mij maakte het ook niet uit. Verlies door een ziekte is even tragisch als verlies door een ongeluk of een bijwerking. Voor de nabestaanden is er een dierbaar persoon verloren, misschien een partner, een zus, een ouder, een broer. In verlies kunnen we verbinden. Net zo goed als we dat kunnen als we elkaar vinden als gemeenschap.
Maatregelen als er een probleem is, zijn nodig, maar ik ben niet in een positie om daar wetenschappelijke antwoorden op te geven. Dat geldt ook eigenlijk voor de meesten van ons. De informatie is gewoon elders.
Maar we kunnen kiezen om elkaar te blijven vinden en een gemeenschap te zijn. Elkaar te steunen in tegenspoed en angsten. De eerste uitdaging is om elkaar vast te houden en een gemeenschap te blijven. We kunnen naar elkaar toe bewegen in plaats elkaar te bevechten.
Daarna kunnen we steun geven aan mensen in onze directe omgeving en als het spannend voor ons wordt, kunnen we iemand erbij zoeken bij wie we welkom zijn en die ons helpt, of gewoon even opvangt. We moeten wel daarom vragen.
Als we alleen dat al kunnen doen, voor elkaar, dan zijn we al aardig op weg. Stoppen met knokken is ook een goed iets en wat zachter en vriendelijker communiceren met elkaar. Vertellen over wat er bij je persoonlijk speelt en vragen om wat je daarin zoekt.
Ik ben altijd blij als we elkaar als mensen kunnen ontmoeten. En als ik mag helpen dan doe ik dat graag.
Soms gaat in deze tijd een groepsactiviteit misschien niet door, door angst, of regels. Daar moeten we dan mee omgaan, maar als het doorgaat is het altijd een mooie en fijne dag met veel warmte en nabijheid.
Voor mij is dat genoeg. Voor het overige hebben we geduld nodig en moeten we steun geven aan degenen die het voor ons moeten regelen. Hoe meer we dat doen, hoe sneller we weer op een goede plek zijn.
Ik wens je succes in wat je te doen hebt en in het omgaan met reacties.
Tot gauw!
Hans