Zijn we in staat in vrede te leven, samen te werken en samen te leven? Wat zou ervoor nodig zijn om die vrede te vinden? Wat voor lessen en voorbeelden dragen we aan elkaar over en wat zou ervoor nodig zijn om te zorgen dat alles wat je geeft en doorgeeft een inspirerende kwaliteit heeft? Wat zou nodig zijn opdat je alleen nog deelt wat vreugde en hoop in zich heeft omdat het hen iets geeft waar ze naartoe willen, iets waar ze zich aan kunnen optrekken of naar kunnen richten? Ben je bereid om eerst te herkennen wat je nu doet, voordat je kiest hoe en wat je verder doorgeeft?
Je bent mijn held
Ik weet dat er een kans is dat als je verder leest het minder gemakkelijk zult vinden om het in te nemen. Het kan zijn dat je eerste reactie minder prettig voor je zal zijn. Ik weet dat, want merendeels zijn we heel erg opgeleid om op een pijnlijke en straffende manier met onszelf om te gaan, en onszelf te motiveren met schaamte en angst. Je zult dus misschien jezelf op je kop gaan geven, of rechtvaardigingen zoeken, of je vasthouden aan ontkenning. Als dat gebeurt, mag je mild zijn naar jezelf en begrip hebben voor hoe pijnlijk het dan blijkbaar voor je is. Lees het dus als je in staat bent om eerlijk naar jezelf te kijken en te ervaren hoe je hebt geleerd te reageren.
Spiegels kunnen pijn oproepen en schaamte, en die reacties maken leven minder heerlijk in plaats van beter. Ja, ze proberen je te beschermen, maar daardoor is het minder gemakkelijk geworden om nog iets te geven of te leren en je natuurlijke vertrouwen en gulheid te leven. En je hebt hard gewerkt in je leven om weer terug te keren naar die gulheid, naar dat vertrouwen. Heb dus geduld met jezelf en hou rekening met je eigen draagkracht en innerlijke vrede, want die is me erg dierbaar.
Als lezer van mijn blog behoor je tot de dapperen die moedig en met open ogen door leven blijven bewegen. En misschien weet je dat als ik iets in je aanraak (of aanwijs) dat je als confronterend kan ervaren, dat ik altijd eindig met een inspiratie en een alternatief. Pijn is nuttig, en welkom als je hebt geleerd dat het oké is om te voelen. Het geeft je een kans om te ontdekken waar je nog tegen leven in gaat, en welk gemis je nog draagt. Als je stopt om pijn met pijn te bestraffen, dan kan het heel zacht en zelfs prettig zijn om het te voelen. Laten we gewoon eens kijken naar wat de eerdere vragen ons brengen, en wat we eigenlijk willen! Ik ga met je mee! Hoe me maar vast.
Wat leren we onze kinderen?
Wat leren we onze kinderen, door ons voorbeeld en de manier waarop we met hen omgaan? Welk plan en welke instructie geven we hen voor hun levenspad? Wat leren onze kinderen van ons over liefde en over vrede, in relatie tot hoe hun leven zal moeten verlopen? Hoeveel vrede zit er in onze opdracht, en is het geven van een opdracht wel mogelijk binnen vrede?
Opvoeden vol strijd en geweld
Waarom leren we onze kinderen angst en concurrentie, en noemen het opvoeden. We leren hen dictatuur bijna vanaf hun geboorte. We leren hen geweld, maar zeggen dat ze dat niet zelf mogen. We zeggen respect, maar leren onze kinderen dat ze moeten vrezen als ze die opdracht krijgen. We leren hen dat de grootste en sterkste mag afdwingen, opdat ze de grootste en sterkste zullen willen worden.
Strijders in strijd
We maken strijders van onze kinderen, net als wij, leren ze kracht, ambitie, onderneming (een oorlogsinstituut) en volharding. We leerden hen een taal vol met strijdwoorden zoals winnen, succes, scoren, passie en ervoor gaan. We bereiden ze voor op winnen, en laten hen keer op keer verliezen, strijders die hun strijd vermommen onder allerlei verhullende woorden. Per slot, wat is een ondernemer anders dan een strijder?
Onveilige wereld waarin we leven
We leren onze kinderen dat de wereld buiten ons onveilig is, en soms leren ze dat de wereld met ons ook onveilig is wanneer onze onvrede teveel grip krijgt. Onze kinderen leren van ons dat ze zich moeten wapenen met kracht en discipline, waarden die ze moeten gebruiken als zwaarden om succes te krijgen in onze wereld.
Al vroeg wapens en bewapening aantrekken
We leren onze kinderen dat ze studeren en hard werken en passie nodig hebben als wapens in een strijd waaruit we zelf niet weten te ontsnappen behalve dan door het verzamelen en beheren van onze goederen en invloed. We leren ze dat vertrouwen en liefde zwak en weerloos zijn en dat ze die moeten beschermen, zodat het goed met hen mag gaan.
Zijn wijzelf zo gelukkig?
We geven ze dat omdat we zelf zo gelukkig zijn, of eigenlijk niet zo heel gelukkig zijn, en we hopen dat als zij beter zijn dan wij, meer kracht hebben, of eerder met veel inzet aan hetzelfde pad beginnen zij meer mogelijkheden hebben (desnoods om als krachtigste uit de stijd te komen). Maar ze zullen niets anders leren dan hoe ze moeten strijden of opgeven. Zijn wijzelf eigenlijk wel zoveel gelukkiger als oude akkerbouwer in de middeleeuwen, of als de verzamelaar die in de oertijd van het land leefde? Is tijd zo onbelangrijk dat we het zo moeten verspillen aan strijd, plicht, en andere onprettige bezigheden? Dragen we ons geluk over of juist ons ongeluk?
Werken als plicht voor leven
We leren hen dat het goed is zoals wij leven, 70-95% voor inkomen dat grotendeels aan verplichte kosten opgaat, maar het alternatief waar we bang voor zijn is op straat leven zonder vrienden zonder geld, voedsel of huis, en dus is het beter zo dan zonder inkomen leren. We zeggen hen en elkaar dat liefde en vrijgevigheid het allerbelangrijkst is, en dat geld niet gelukkig maakt, maar we bedoelen dat binnen de context van genoeg materie.
Vrij voor de 3 W’s (willen, wachten, werken)
We leren ze vrij te zijn en leven, maar pas het meest na hun pensioen, want tot dat moment regeert de plicht en opdracht tot werken en succesvol zijn in strijd. En ze zullen dat moeten volhouden, want we leren ze dat er voortdurend kapers op de weg zijn die willen afnemen wat wij hebben, en zij zullen hebben. Ze moeten hard werken omdat ze vrijheid en rust moeten verdienen (een beeld vol strijd). We willen dat ze verlangen en inzet tonen, maar als ze iets willen, leren we ze dat onze wil voorrang heeft, en dat ze hun wil moeten inhouden.
Vrijheid is toekomst
We leren hen dat vrijheid iets is van de verre toekomst. En we hebben vele instituten opgericht om deze boodschap over te dragen, in te prenten en af te dwingen, al vanaf heel vroege leeftijd. Vrijheid is nooit genoeg hebben of niets willen. Vrijheid is vrij zijn om je strijdperk te kiezen en het geen strijd te noemen.
Genoeg is nooit genoeg
We leren hen vooral nooit genoeg te hebben en steeds meer te vergaren, terwijl we hen vertellen dat niets willen (acceptatie) het grootste spirituele goed is. We vullen hen met verlangens en onvrede zodat ze in beweging zullen komen, en vormen hen met onze beperkende overtuigingen (onze do’s en don’ts).
Goede burgers, goede werknemers, goede ondernemers
Onze kinderen zijn klaargemaakt om op te gaan in machinerieën (organisaties en structuren) die wij (en onze voorvaderen) verzonnen en creëerden, en waarin ons denken gevangen zit. We deden dat omdat het oude leven ons te traag en te kwetsbaar was, te natuurlijk. We leren hen hun plicht boven hun wil te stellen, eerst te werken en dan pas te spelen (maar niet te lang, en niet te luid, en vooral geen autoriteiten in beroering brengen).
Welke beperkingen geef je mee?
We leren hen onze angst, onze onzekerheid, onze weg, onze beperking, en hoopten dat zij iets beters zouden creëren, misschien wel ondanks onze lessen. Doe het zoals wij, vertellen we hen in woord en daad, en vind daarbinnen je eigen weg. En vaak moeten ze doen wat we zeggen, terwijl ze minder vrijheid krijgen dan wij hebben, en terwijl wij iets anders doen. https://youtu.be/eKzT-tNoxZ4 We leven onze problemen en beperkingen en vragen vervolgens aan anderen om ze net zo belanrijk te vinden dan wij. We proberen hen naar ons denken toe te trekken (overdracht) zodat we niet alleen zijn.
Mijn probleem is niet zomaar te negeren. Mijn probleem, is niet zomaar een probleem. Mijn probleem is een 5 sterren probleem!
Wanneer gaan ze (samen)leven?
Waar en wanneer precies, gaan we ze leren om prettig met elkaar samen te leven en te delen en samen te werken? Hoe komen ze verder vanuit ons startpunt van angst en strijd? Moeten ze eerst strijden om te leren niet meer te strijden, pas leren wanneer ze moe gestreden zijn zoals wij? Welk voorbeeld moeten ze gaan volgen?
Hoe leren ze over liefde en vrede?
Hoe leren we ze in vrede te leven, datgene waarover we elkaar vertellen dat we dat zo graag willen (terwijl we onze oorlogen voeren)? Is vrede mooi, maar niet realistisch genoeg voor je? Kan je niet altijd in vrede leven, en doen wat je wilt? Moeten je kinderen alvast weten dat het hopeloos is om vredelievend te zijn, omdat je niet weet hoe je in vrede overeind blijft? Moet vrede wijken omdat je in de keuze tussen ambitie (een strijd) en vrede kiest voor ambitie?
Wanneer jij?
Wanneer gaan wijzelf beginnen met leren over vrede, zodat onze kinderen in de praktijk zullen kunnen leren over liefde? Of weet je alles al wat je durft weten? Tip: Geweldloze Communicatie (Marshall Rosenberg), of Liefdevol communiceren (Mindfulness, o.a. Thich Nhat Hanh), zijn goede leer-voertuigen voor als je klaar bent om in vrede te willen leven. Je zult daarna nooit meer meer iets anders horen dan “alsjeblieft” en “dankjewel”.
Ter inspiratie
Een kind dat gul is en anderen helpt, kan een keten van anderen inspireren het voorbeeld te volgen.
✔deel ✔ reageer ✔ vind ik leuk
Marcel
Wonderschoon en inspirerend artikel. Ik vraag me eigenlijk af wat je vind van de rol van de basisschool in de opvoeding. Hebben zij daar een rol in en wat voor eentje?
Hans
Dank voor je reactie en compliment, @marcel Misschien is je vraag een beetje een inkoppertje, maar ik zal graag antwoorden. Dat waar het artikel over gaat en waar ik elders over schrijf (zoals in de artikelen over pesten) kom ik nog niet veel in de praktijk tegen. Het zal zeker helpend zijn als meer mensen uit boosheid en geweld stappen en meer constructief met elkaar omgaan.
Dat wordt des te belangrijker naarmate onze leefomgeving en communicatie steeds meer onthecht raakt van levende organismen (zoals andere mensen) ten gunste van apparaten. We overwegen inmiddels al om de zorg voor ouderen door robotten te laten doen en zijn ook kort bij het punt waarop chauffeurs in de rij van werkzoekenden kunnen aansluiten omdat we aan het doel werken om auto’s zichzelf te laten rijden. Wat is het effect van het uit elkaar trekken van mensen in verschillende omstandigheden en leeftijden opdat ze alleen nog binnen hun eigen categorie bewegen? Wat kost het ons? Wat kost het om elkaar alleen nog te bereiken vanaf grote afstand?
80% van nieuwe werkloosheid is een direct gevolg van automatisering en informatisering en moderne bedrijven hebben vaak nog maar relatief heel weinig werknemers, waarvan steeds meer gevraagd wordt tegenover steeds minder bestaanszekerheid. De banen die er zijn, zijn merendeels lager in betaling en niveau, en worden uiteindelijk ook (als het kan) weg geautomatiseerd (zie ook de digitale bestelbalies in McDonald’s als voorbeeld). Tot nu toe dachten we dat creativiteit alleen door mensen gedaan kon worden, maar ook daar naderen we een moment waarin machines dat beter kunnen.
Waarom leven we eigenlijk zo ver van (ook onze) natuur vandaan en denken vooral in technologie? Wat maakt onze oplossingen beter, als je bedenkt dat natuur slechts gematerialiseerde zonne-energie is en dat al onze oplossingen de aarde zelf aan het opeten en verbranden zijn met alle nieuwe problemen van dien.
Waar halen we in de toekomst nog genoeg consumenten vandaan als de productie voornamelijk nog door machines gebeurd en het aantal producenten (en dus geldverdieners) steeds verder afneemt? Hoe bereiden we ons voor op een toekomst waarop de gemiddelde burger niet meer nodig is voor zijn productiewaarde? Dat zijn grote vragen waarop we nog niet direct een passend antwoord hebben, maar waar onze kinderen zeker mee te maken zullen krijgen. Zij zullen nieuwe oplossingen nodig hebben en het is nodig dat ze samenwerken en elkaar gaan vinden.
De belevingswereld van jonge kinderen wordt gevormd door de voorbeelden en leiders waarmee ze in aanraking komen. Dat zijn dus andere jongeren, ouders, leraren en alle voorbeelden die ze via de moderne media langs zien komen. Andere jongeren zijn er om je plek tussen te vinden (met de gevechten en angsten van dien, zoals ook het thema pesten), en de ouders en leraren en media dragen de cultuur van dit moment over en dienen als levend voorbeeld. Dat maakt het belangrijk hoe volwassenen omgaan met geweld naar en tussen kinderen. Als je gaat straffen, dan bevestig je al snel het idee dat als je groter en sterker bent je macht mag uitoefenen over de zwakkeren en zit je alweer middenin de strijd. Strijd deelt mensen in winnaars en verliezers in, in waardigen en onwaardigen, en dat idee kan een handicap vormen. Is dat de manier waarop we met verschillen willen omgaan?
Willen we kiezen tussen mensen en sommige vertellen dat ze meer waard zijn en anderen dat ze minder waard zijn (of mogen hebben)? Dat zijn uiteindelijk de mensen die later naar mensen als mij toe komen om dat idee weer op te lossen. We kunnen proberen om beter om te gaan met dat soort onderwerpen, of in elk geval anders, zodat er een kans is op andere uitkomsten. Maar dan moeten we wel zelf eerst een weg uit onze angst en woede vinden en begrijpen wat de ander beweegt.
De rol van ouders en leraren (en ik schaar daaronder ook de kinderopvang begeleiders maar even, aangezien moderne ouders geacht worden weinig tijd te hebben) is groot en zij hebben grote invloed op de manier waarop kinderen omgaan met de invloeden van hun generatie. De rol van leraar, hoe invloedrijk en belangrijk ook, is een bescheiden rol, want je mag slechts geven met respect voor (en goedkeuring van) de ouders van het kind. Uiteindelijk zijn ouders veel belangrijker omdat zij de oorsprong voor het kind vormen, dus soms moet je eerst de ouders respecteren, binnenlaten en helpen om pas daarna het kind te mogen helpen.
Als ouders en leraren in staat zijn het kind te ondersteunen in het ontdekken van zichzelf en zijn of haar weg, en daarin het contact met het kind goed weten te houden, dan kunnen ze veel invloed hebben en zal het kind kunnen floreren op een eigen manier. Dat betekent dat het kind wordt toegestaan om zijn identiteit te ontdekken en daarin te experimenteren en het anders te doen, in plaats van die identiteit opgedrongen te krijgen. Het kind moet dus ook ruimte ervaren om niet mee te werken aan dat wat het niet wil of verdraagt en heeft het nodig dat het daarin erkent en gehoord wordt.
Het is echter de vraag of de leraar en de school vrij genoeg kan blijven om een dergelijke ruimte te bieden. De leraren die in staat zijn een groot licht te zijn, blijken daarom vaak leraren die hun eigen weg zijn gegaan en daarin hebben gekozen om echt een relatie aan te gaan met de leerlingen in plaats van simpelweg te domineren en vormen.
Zij kozen om een open gesprek te hebben waarin zij luisterden en uiteindelijk daarmee het kind wisten te bereiken en inspireren in plaats van te dwingen. Als leerling merk je meteen of je zo’n leraar hebt en mijn persoonlijke ervaring is dat er maar weinig van dat soort leraren zijn en dat hun enthousiasme voor wat ze doen en de bereidheid om te verbinden en geven aan hun leraren een groot verschil uitmaakt. Vaak verbonden deze leraren ook aan de behoeften en oorsprong van het kind en hielpen het om daarin zijn weg te vinden en zelf ook weer te verbinden.
Er zijn scholen die zijn opgezet vanuit het idee van geweldloze communicatie en die geven geen straffen meer, terwijl ze wel hulp bieden aan kinderen. Kinderen die de klas verstoren en anderen belemmeren in het leren krijgen daar ruimte om naar een andere plek te gaan waarin dat oké is en krijgen daar dan begeleiding in wat ze nodig hebben tot ze zelf weer terug willen naar hun klas.
Dat zou een vorm kunnen zijn om dit invulling te geven, maar er zijn er ongetwijfeld meer. Hoe kan een school de leerling voorop stellen in plaats van zichzelf te benaderen als een machine die voorbereid op wat andere “machines” (overheid, organisaties, maatschappij, gangbare cultuur) verlangen?
Hoe kan een school zorgen voor leraren die kunnen inspireren en met de leerling meewerken en het ondersteunen in de eigen doelen, in plaats van het met straf en beloning te vormen of onderdrukken? Hoe vorm je originele denkers en blijf je uit de illusie dat opleidingen en hard werken de enige weg zijn naar een vervullend leven en geluk? Het zijn mooie vragen die opleiders zich mogen stellen.
Ikzelf probeer het op mijn manier, want uiteindelijk ben ik ook een leraar, al zijn mijn “schoolkinderen” op volwassen leeftijd en ben ik vrij om het te doen zoals ik denk dat het goed is en werkt. Als jij betrokken ben bij de basisschool waarnaar je linkt, dan is het misschien een mooi thema om eens over na te denken en je weg in te vinden. Als je weet wat ervoor nodig is om heel verschillende mensen met verschillende toekomsten en achtergronden te laten floreren, dan kan je ontdekken of je gelijk hebt. Het begint met de vraag en de nieuwsgierigheid om een antwoord te ontdekken. Het is belangrijk om de vraag niet te snel te beantwoorden, zodat het een motivatie en inspiratie blijft die je beweging verder richting geeft. Ook een interessante vraag is: Hoe leer je een ander wat je zelf nog niet weet of kan?
Ik wens je daarbij alle succes en hoop dat dit genoeg antwoord is op je vraag. Gelukkig is er altijd hulp voor wie het zoekt, dus je hoeft het zeker niet alleen te doen. Dat zou ook teveel gevraagd zijn van een enkel mens. Geniet van je reis!