Gisteren schreef ik een artikel over pesten, een onbegrepen pijn, met als aanleiding een Ted-lezing van de dichter en auteur Shane Koyczan. Toen dit gedeeld werd, begon er een interessante dialoog op Facebook waarin lezers hun eigen ervaring met pesten naar elkaar deelden. Het artikel werd gelukkig mooi gevonden, er werd veel herkend waardoor tranen vloeiden en harten zich openden. Een eerlijke en open interactie. Heel fijn. Ben je vooral op zoek naar een plan tegen pesten, lees dan mijn derde artikel over pesten “Stoppen met pesten, of liever gezonde verhoudingen?“.
Ik hou ervan als pijn vloeibaar wordt en naar buiten gaat. In die vloeibare pijn worden we echt en is het mogelijk om met elkaar te verbinden in empathie en samen zijn. Dan ontstaan altijd mooie momenten, vaak ook stille momenten. Omdat jij echt bent geworden, kan ook de ander echt worden en dan is het veilig om te delen.
De verbinding moet gevoeld worden, niet alleen gevuld.
Wortels van pesten
Onze ervaring met pesten heeft diepe wortels in ons, en ik voelde me geïnspireerd om een vervolg te schrijven. Het verhaal is nog niet klaar. Er zijn nog woorden te spreken en plekken om naartoe te gaan in onszelf. Delen die we niet eens meer wisten dat we hadden, delen die zonder dat we het wisten nog niet opgelost waren. Hoe weten we dat? Eigenlijk heel simpel, door de emoties en oordelen die we hebben.
Ook rebellie van jongeren is slechts een teken dat ze goed geluisterd hebben naar onze boodschap, die zegt dat vrijheid voortkomt uit hardnekkige en volhardende strijd. Dat je moet opkomen voor wat je belangrijk vindt. Ze tonen slechts dat ze volwassen worden als strijder.
Verder naar volwassen heelheid
Als een onderwerp is geheeld, dan is de herinnering er nog wel, maar niet meer de bijbehorende pijnlijke emotie zoals angst en verdriet. Dan is het gewoon een ervaring geworden, waar we heen kunnen zonder dat we er nog door belast worden. Daardoor weet je dat je uit de pijn bent gekomen, en het goede nieuws is dat je daarna niet meer terug hoeft. Sterker nog, je kunt dan waarschijnlijk ook helemaal niet meer terug. Het is opgelost.
Als de herinnering er nog is, maar je kunt niet meer terug naar de pijnlijke gevoelens die je had, dan weet je dat het is opgelost in jezelf.
Harde oordelen die verzachten
Meestal zijn dan ook de harde oordelen veranderd, is er geen boosheid meer, is het geweld in je opgelost. Op dat moment zit er compassie en begrip in de oordelen, en dat begrip omsluit dan ook de daders en niet alleen de slachtoffers van het geweld dat we pesten noemen. De oordelen zijn dan menselijker geworden en gelijkwaardiger, niet meer de ik ben minder omdat ik de liefde niet waard ben, of juist beter omdat ik onschuldig en spiritueler ben, maar gewoon ik ben mens, jij bent mens, en ik heb herkend in mezelf wat ik in jou ook ervaar.
Ik ben mens, jij bent mens, en ik heb herkend in mezelf wat ik in jou ook ervaar. Ik ben net als jij!
Volwassen vrede na de strijd
Dat is meteen een heel andere ontmoeting dan toen je nog in het gevecht zat. Nu is er meer vrede in je denken en voelen, en blijf je in balans en krachtig zodat je meer adequaat te reageren. Het moeten reageren is ook opgelost, zowel naar andere slachtoffers als naar daders, waardoor er meer vrijheid is. Je zat gevangen in pijn, en nu ben je vrij in medemenselijkheid (ook wel liefde of mededogen genoemd). Je pijn is volwassen geworden en daardoor ben jij een meer volwaardig mens. Groeien voorbij de pijn naar verantwoordelijkheid is een van de verschillen tussen het kind zijn en volwassen zijn.
Opgroeien is pijnlijk, en fysieke pijn heelt het snelst. Daarom zijn door de tijd heen veel overgangsrituelen fysiek pijnlijk geweest, want via de fysieke pijn heelt ook de psychische pijn van het afscheid en het verlies. Het verraad door ouders wordt echter nooit vergeten.
Dankbaarheid en groei
Je dankbaar zijn voor de pijn, en dat moeilijke pad waarop het je heeft gezet, en vanuit die dankbaarheid kan je dan werkelijk aanwezig blijven om degenen die het pijn-pad nog wandelen met een uitgestoken hand en begrip te ontvangen. Niet alleen de slachtoffers van geweld, maar ook de daders, want zijn zij niet net als wij slachtoffers van de oorlog, van het geweld?
Nee, zeg je als je nog in de pijn zit, zij moeten met hun tengels van me afblijven en hun oordelen voor zich houden!!!
Ja, dan is een gedachte. En er zit ook iets in, maar wat het nog mist is werkelijk begrip. Wat maakt bijvoorbeeld dat deze geweldcyclus steeds opnieuw opkomt en blijft opkomen? Wat maakt dat die dader de schuld op zich nam, en zich schijnbaar ongevoelig toonde in zijn gewelddadige daad? Wat voor emotie, pijn of lijden, draagt die dader in zich waardoor hij naar geweld greep? Hoe boos en gefrustreerd of bang moet de dader zijn, om zich zo te verharden?
Het maakt me niet uit waarom hij doet wat hij doet, hij moet er gewoon mee kappen! Als ik hem tegenkom, dan zal ik hem eens een poepie laten ruiken!!!
Ontwikkeling van begrip en mededogen
Dat allemaal zegt de pijn, want er is geen mededogen nog werkelijk begrip voor de dader. En ik zeg steeds hij, maar ook zij doet het, zij die zich gewelddadig toont, en naast de openlijke manieren ook op verborgen geniepige manieren. Wij stellen ons gezamenlijk op voor het gekwelde en buitengesloten de slachtoffers, omdat we onszelf ook slachtoffer achten in een ver of nabij verleden, maar de daders worden buitengesloten en staan eenzaam alleen, worden niet begrepen en mogen zich scharen te midden van hun gelijken: de zondaars!
Op het schavot met die pesters! Aan de schandpaal voor het stadshuis!
Waarom kiezen voor schuld?
Het is geen pretje om schuldig te zijn, waarom zou je dat willen? Waarom zou je niet gewoon die ander negeren, in plaats van het ruwe en pijnlijke contact ermee zoeken? Wat zit er verborgen in deze mens dat die zijn macht zo schaamteloos misbruikt? Waar leert dat kind dat toch?
Waarom toch die ander kwellen, in plaats van simpelweg negeren, of vergeten?
Er zijn veel onbeantwoorde vragen, en het lijkt of pesten er gewoon bij hoort. Zou het kunnen dat kinderen slechts modelleren wat ze om zich heen voelen en zien? Wijzelf zitten toch ook vol oordelen over van alles en nog wat, en hebben veel angst die ons motiveert tot allerlei daden die we niet bij ons vinden horen? Wat doet ons verwachten dat kinderen onze hardheid en oordelen niet oppikken en vervolgens onze oordelen niet gaan leven?
Hoe kunnen kinderen onze hardheid niet oppikken?
Volwassen voorbeeld, alledaags geweld
Als wij schelden op die politici en hen erge ziektes toewensen of dood willen trappen, of wanneer we neerbuigende en harde woorden spreken over buitenlanders, zwervers, werklozen en gehandicapten, als wij harde woorden richten naar degenen die zich misdragen of geweld plegen? Hoe denken we dat kinderen dat horen? Een instructie voor hoe te leven?
Op jacht, en leren jagen
Wat gebeurt er als we een kind opjagen met prestatienormen en eisen waaraan het nauwelijks kan voldoen? Wat is het effect als we kinderen leren dat ze zich moeten wapenen voor een strijd die we concurrentie noemen, en vertellen dat de wereld onveilig is en dat ze geboren zijn vanuit een nest van slachtoffers van de rijken? Wat gebeurt er als we groepen of mensen benoemen en dan zeggen dat ze aan het gas moeten?
Het kind moet zich oefenen, om als volwassene een vaardig strijder te zijn. Dat is wat wij het leren, en daarom moet het oefenen in jagen en strijd.
Wat doet het met een kind als we angst verspreiden in de vorm van allerlei schokkend en dreigend nieuws van overal uit de wereld? Wat voor wereld leeft het kind in als elke film, elk verhaal, elk spel, oorlog promoot als amusement, en als we helden benoemen die allemaal strijders zijn die gewonnen hebben in een bloeddorstige strijd? Hoe kan een kind vrede vinden in een dergelijke wereld, en zich vervolgens niet scharen bij ofwel de weerlozen die slachtoffer worden ofwel de sterken die dader worden?
Innerlijk conflict naar dieren
Hoe kan een kind niet horen hoe schandalig wij dieren mishandelen en gevangen zetten? Hoe kan een kind niet verharden, of onverschillig worden, als we het vervolgens die dieren ook nog voorzetten als avondmaaltijd? Wat doet het met het kind als vader een grapje maakt over Flappie die hij nu op zijn bord heeft liggen? Hoe kan het onderscheid maken in het dier dat hij lief heeft en het dier dat hij slechts in gevangenschap houdt om te eten? Hoeveel geweld zit er überhaupt in ons voedsel, en in het geestelijk voedsel dat we delen? Hoeveel aandacht hebben we werkelijk voor het kind, en zijn onredelijke behoeften, terwijl we ook nog als kinderen proberen te leven? Veel vragen, en misschien te weinig bevredigende antwoorden.
Hoe kan het kind liefde voelen naar het huisdier zonder in conflict te komen over dieren die het moet opeten?
Opvoeding, de dictatuur
Hoe kan een hart open blijven terwijl wij het aanvallen met onze opvoedmethoden en ongeduld? Hoe kan een kind zijn emoties leren dragen en beheersen terwijl wij voordoen hoe wij hetzelfde niet kunnen? Hoe kan het kind luisteren naar onze vredelievende boodschappen als wijzelf de oorlog voorleven en het tonen dat we niet goed om kunnen gaan met alles wat we onprettig vinden of wat tegen onze denkbeelden (overtuigingen) ingaat? Hoe kan het kind dapper blijven als het zoveel van onze angst te eten krijgt?
Niet alleen hij doet het, maar zij ook!
Oorlogskinderen, geboren in een dictatuur
Het oorlogskind, geboren uit een dictatuur, gevoed met geweld. We zijn allemaal slachtoffers van een leef- en denkwijze die we generatie op generatie doorgeven. Een denkwijze die pretendeert de waarheid te weten, en te weten wat hoort en goed is, en alles wat afwijkt aanvalt en afkeurt. We noemen het vervolgens opvoeden. En het kind wordt vanaf zijn eerste dag in dat keurslijf gegoten, waarin het ofwel vertelt wordt dat het meer bijzonder is dan anderen, ofwel dat het niet goed genoeg is, en wat het niet hoort, dat krijgt het non-verbaal.
Opvoeden, betekent voeding geven zodat het kind kan groeien. Wat voor voeding geven wij onze kinderen? Welke belangrijke voeding moeten ze zonder doen?
Ongewenst kind
Kinderen weten het als ze ongewenst waren, ook al vertel je ze dat niet, en waar moeten ze heen met die pijn in de dictatuur waarin ze leven? Waar vinden ze uitlaatkleppen en waar vinden ze gehoor en veiligheid? Het is niet gemakkelijk om een kind te zijn in onze mensenwereld het is zelfs niet gemakkelijk om een volwassene te zijn.
Hardheid tussen volwassenen, en tussen kinderen?
Wat maakt dat we ons zo verharden naar volwassenen, dat we hen daarin alleen laten en laten worstelen, desnoods laten “verdrinken”, terwijl we ons zo opwinden over het geweld dat kinderen ons nadoen? Is geweld ooit te rechtvaardigen? Zijn volwassenen zoveel minder waard dan onze jongeren? Moeten zij maar zelf kunnen omgaan met hun pijn, angst, frustratie, onmacht, boosheid, en het geweld dat ze aangereikt krijgen? Wie zorgt er voor het gekwelde kind in de volwassene? Is het gevoelige en weerloze kind ooit wel opgegroeid, of slechts ouder geworden? Is het kind niet zozeer gekwetst door het geweld, en behoeftig geworden, maar misschien zelfs gebroken en gestopt met leven?
Wie zorgt er voor het gebroken kind in de volwassene?
Kinderen die “verlaten” worden door de ouders en ouderfiguren, al is het maar kort, en die regelmatig miskend en aan hun lot worden overgelaten, kunnen daardoor zo gekweld worden dat ze bijna stoppen met ademen en uit pure overleving genoodzaakt zijn bijna compleet te stoppen met leven. Ze trekken zich terug, raken afwezig, en overleven door op een heel smalle bandbreedte verder te leven, ondertussen gevangen in een pijn die ze misschien niet eens meer kunnen voelen. Hoe kunnen we daar een ouder kind in alleen laten? Hebben we zoveel pijn van onszelf, zoveel strijd om te voeren, dat we niet even kunnen verzachten om uit te reiken naar dat kind in die ander?
Het verlaten kind leeft incompleet, stopt bijna met ademen om de pijn van het gemis maar niet te voelen. Zelfs boosheid kan het niet meer helpen.
De miskenning in vergeving en liefde
Vergeven zeggen we dan, en liefde, maar met diezelfde woorden doen we anderen geweld aan, doen we de ander tekort, stellen ons boven die ander. Er is geen grotere geweldsbron in de wereld gebleken dan religie, en toch zit in de boodschap waarmee we religie beschermen meestal het woord liefde, zelfs naastenliefde. Het geweld zit ook binnen religieuze gemeenschappen, naar elkaar, door de ambities van leden om naar meer invloedrijke posities of voorbeeldposities te ontwikkelen.
Door vergeving of liefde neem ik de schuld van je af. Maar wie ben ik om jou je schuld af te nemen? Wat ontneem ik je als ik je schuld afneem?
Religie is niet onschuldig
Ook binnen religieuze gemeenschappen wordt hard, en gemeen geoordeeld (naar alles wat afwijkt van de norm), wordt buitengesloten, gekonkeld, en veroordeeld. Dit zijn onze voorbeelden van verheven liefde. Zoals onze ouders voorbeelden zijn van ouderlijke liefde en partnerliefde. Het is heel pijnlijk om te zien wat we elkaar daarin aandoen, en ook kinderen merken dat.
Het zaad van geweld zit ingebouwd in religie, doordat we claimen dat onze religie, of zelfs onze stroming binnen eenzelfde religie de enige juiste is, dat onze God de enige juiste is, dat wij weten hoe te leven, en andere manieren afkeuren. En als we geen religie aanhangen, dan zeggen we misschien hetzelfde maar dan tegen religie. Dan zeggen we dat de God van de religie niet juist is en dat je moet geloven in iets anders.
We strijden voortdurend voor onze overtuigingen, of het nu om geloof gaat of wetenschap of een politieke ideologie. We komen met ons gelijk in de hand. En dan vinden we het gek dat de andere kant precies dat ook doet. Voorheen inquisitie en kruistochten vanuit de Bijbel, nu terrorisme met de Koran in de hand. Allemaal geweld, geboren uit hetzelfde zaad.
Beperkende opdracht aan het kind
Ik ben zelf als klein kind opgegroeid in Leger des Heils-kringen en zag heel duidelijk het gehuichel en de machtswellust van de leden ervan. Hoe kan je zingen dat je zo blij bent met het geloof terwijl je zo duidelijk toont dat je niet blij bent. Ik kon er niet bij blijven, en vermeed de volwassen bijeenkomsten, tot ik van mijn ouders niet meer hoefde. Ik moest dienstbaar zijn naar anderen, maar kwam zelf belangrijke voeding en veiligheid tekort.
De goedbedoelde opdracht aan het kind heeft het gekortwiekt, zodat het nu incompleet en kreupel door het leven gaat.
De opdracht van doe maar gewoon, dienstbaarheid en gelijkheid betekent voor kinderen dat anderen hoger staan dan jezelf, want zij mogen in het licht staan en floreren terwijl jij dienaar moet blijven. Wij waren voorbestemd om dienstbaarheid als roeping te leven.
Het verrast dus niet, dat ofschoon de kinderen een goede behulpzame inborst hebben, ze geen van allen tot gezonde bloei en grootheid zijn gekomen. Er is geen ruimte voor succes als je alleen dienstbaar mag zijn. Dat is een leven in de schaduw. Hun opdracht heeft ze allen gekortwiekt, en dat is lastig om te overkomen, omdat we een ingebouwde loyaliteit hebben naar onze ouders, en het familiesysteem van herkomst.
Pesten is slechts een weerslag van hoe wij allen met elkaar omgaan
Pesten is geen apart onderwerp, maar slechts een weerslag van hoe wij met elkaar omgaan in het algemeen, en hoe we elkaar indelen in groepen op basis van overtuigingen en oordelen.
Wie haalt het geweld uit het kind?
Wat maakt dat het kind pest? De kans is dat het kind het zelf niet eens weet, niet echt. De kans is dat het kind slechts in oorlog is, en dat die oordeel zich verspreidt. Natuurlijk is pijn niet slecht op zichzelf. Neutraal bekeken is het slechts een vorm van motivatie om je in beweging te laten komen en te motiveren om te ontwikkelen. Pijn in nodig, om tot begrip en volwassenheid te komen, en te verdiepen. Het is dus niet perse slecht die ervaring in je jeugd, slechts een stevige uitnodiging tot groei waarvoor je later dankbaar kunt zijn omdat het je mede heeft gevormd.
Afwezig kind
Met diezelfde neutrale blik kan je constateren dat kinderen die gepest worden meestal behoren tot de kinderen die minder aanwezig waren in hun lichaam, en veel in hun geest leefden. Misschien toonden ze zich wat naïef, goedwillend, schuchter, en wat onhandig in contact, fysiek passief, en vaak eerder creatievelingen en denkers, dan heersers en slaven van hun lichaam (en de daarin gierende hormonen). Misschien waren ze al ingeperkt door de kracht van dominante of anderszins gewelddadige ouders.
Het zullen waarschijnlijk ook geen kinderen zijn die als vanzelf bij een groep hoorden of daar, misschien keerden ze zichzelf daar zelfs wat vanaf. Misschien scheiden ze zich ook wat actief af (en stelden zich boven de anderen) door al de verheven denkbeelden van ouderen te volgen, zoals geweldloosheid of spiritualiteit, of door simpelweg intelligent zijn en graag willen leren en lezen.
Via pesten worden “afwezige” schuchtere kinderen erbij gehaald, uitgenodigd om meer aanwezig te zijn, en mee te doen met de groep. Groepsvorming is een sterke onbewuste drijfveer.
Afwezig zijn in je lichaam of anders zijn roept in mensen snel boosheid en agressie op, wat slechts een onbewuste drang is om de ander binnen de groep te halen en voelbaar te maken. Onbewust pakken we het op als iemand niet aanwezig is in zijn lichaam, omdat we die persoon dan minder voelen in het contact. En als we op iets sterk reageren is het op mensen die uit contact gaan, die worden intuïtief onmiddellijk erbij getrokken en dan is agressie een snelle manier.
De manier waarop we mensen naar hun lichaam terughalen heeft niet altijd het gewenste effect. Soms gaat iemand alleen maar verder weg om nooit meer terug te komen.
Het werkt niet altijd goed uit, zoals we weten, want die afwezigheid was misschien al overlevingsgedrag als gevolg van geweld, en nu kwam er alleen maar meer onveiligheid, maar wij zijn als mensen hulpeloos als ons onbewuste ons dirigeert.
Genetische programmering
Ook groepsprocessen zijn een reden waarom we pesten, en waarom we houden van leedvermaak (vooral als het over iemand gaat die het in ons oordeel verdient). Via leedvermaak en pesten bevestigen we ons groepslidmaatschap naar elkaar, en leren we elkaar de groepsnorm en groepscultuur. Dat is in de natuur een gezond selectiemechanisme, waardoor gebreken en afwijkingen uit de genenpoel worden gefilterd. Als sociale dierengroep is voor mensen het behoren tot een groep vanuit de natuur een kwestie van overleving en dus genetisch geprogrammeerd.
Degenen die met je mee doen en meelachen hebben zich kenbaar gemaakt als je groepsgenoten. En ook leiders (inclusief leraren, politici en managers in organisaties) doen het, dus waarom zouden wij het niet doen? Kinderen luisteren naar ons, ook als we onszelf niet meer horen, en zien wat wij niet willen wat ze zien.
Geweld en strijd als een te volgen voorbeeld
Ooit zo’n giftig slangennest gezien als de politieke arena (zelfs het woord arena vertelt ons dat het een plek is waar gestreden wordt)? In veel van onze werkplekken, en zeker in de politiek, is een gladde rug, een kort geheugen, scherpe wapens en een groot vermogen tot overtuigend liegen (te beginnen naar jezelf) een eerste vereiste om te kunnen floreren.
Eigenlijk is elk beroep waarin je afhankelijk bent van populariteit en draagvlak, een beroep waarin liegen en bedriegen in je voordeel werkt. Heb je ooit een verkoper vertrouwd, om achteraf te merken dat zijn verhaal niet klopte? Hoeveel waarde hecht je aan de woorden van een politicus in verkiezingsstrijd?
Waarom leggen we uitgerekend bij kinderen dan de lat zoveel hoger dan bij onszelf?
Alledaagse leugens?
Maar we doen het ook in normaal contact, bijvoorbeeld door ons uiterlijk te veranderen zodat we aantrekkelijker worden. Dan heb ik het nog niet over kosmetische operaties, maar over alledaagse gedragingen als opmaken, kappers, kledingkeuze, accessoires, tattoos, aantrekkelijk gedrag dat niet perse eigen is, dansles, taalgebruik, gunstige licht- en locatiekeuze, de auto die je rijdt, of bijvoorbeeld het sporten voor die strakkere spieren of plattere buiken. Hoeveel van je profiel op een dating-site is objectief waar en hoeveel is het beïnvloedt door je wens om een aantrekkelijke partner te vinden? Is gewoon jezelf zijn een goed advies, denk je?
Misschien de grootste ontkenning is de gedachte dat pijn slecht voor ons is, en dat het iets is wat vermeden moet worden. De realiteit is dat we pijn nodig hebben om te volgroeien, en als we leren ons te verhouden tot fysieke en psychische pijn verdiepen we naar een heel ander niveau van wijsheid en waardigheid.
We maskeren onze “leugens” door andere woorden te gebruiken, want wie wil de schuld dragen van zijn eigen onrecht, en ervoor uitkomen dat hij gelogen heeft, maar het is wel de kern van onze manier van leven. En als dat zo is, waarom leggen we bij kinderen dan de lat zoveel hoger, en wijzen naar hun misdraging in plaats van de onze te erkennen?
Eerlijkheid wordt hard bestraft
Inderdaad, liegen is een collectieve praktijk. En als het collectief niet zelf voor het liegen uitkomt, dan wordt het individu dat het wel doet (of door de mand valt) extra hard veroordeelt om afstand te creëren. Onze publieke leiders gaan ons daarin voor. De leugenaar of bedrieger wordt aan de schandpaal genageld en voor eeuwig gebrandmerkt met de smet bedrieger of leugenaar, of erger nog: misdadiger.
Geweld kan vrede niet aanzien. Het is te confronterend.
Onder mensen moet je de indruk ophouden dat je bent zoals anderen willen dat je bent, of in elk geval zodat je krijgt wat je verlangt, ook al weet je diep van binnen dat je zelf ook geen schone handen hebt. Als iemand dan door de mand valt of bekent, moet je snel en hard afstand nemen zodat jouw eigen leugenachtigheid buiten beeld blijft. Volwassenheid is dan vooral een slimme en vaardige verdwijntruc waarbij je afleidt door naar anderen te wijzen. Het bekende verhaal van de splinter en de balk, of de eerste die de steen mag gooien.
Sommige slachtoffers hebben hun pijn, en die van anderen, getransformeerd tot groot leiderschap in karakter en rechtschapenheid. Zij zijn de helden die nog lang resoneren. De oorlogen waaruit hun grootsheid werd geboren omvatte vaak hele volkeren en er was vele decennia nodig om hun karakter te vormen en bij te slijpen tot het krachtige voorbeeld dat ze werden. Ook de holocaust heeft verlichte slachtoffers gecreëerd, naast de vele gebroken en gedode slachtoffers. En ook daders zijn door hun daad soms verlicht geraakt.
Het kind geboren uit oorlog, opgegroeid tot strijder
Het kind, geboren in de dictatuur, geboren uit de oorlog, gevoed met geweld. Ik heb te doen met dat kind, dader en slachtoffer, misschien wel meer met dader omdat hij zo buitengesloten en afgekeurd wordt, omdat de dader zo alleen staat terwijl iedereen zich over het gekwetste kind buigt. De dader kon zijn boosheid niet temmen en zocht een uitlaatklep om het geweld kwijt te raken, zocht verlichting van de angst niet goed genoeg te zijn, keerde zich tegen datgene dat misschien beter leek, minder gewelddadig, en keerde zich daartegen. Geweld kan vrede niet aanzien.
Slachtoffers neigen ertoe het ingenomen geweld zelf te gaan doorgeven op zichtbare en minder zichtbare wijze. Ze worden daders, die in de openlijkheid zich op schone handen kunnen beroepen. Hun onschuld wordt algemeen erkend vanuit hun zichtbare slachtofferschap. De waarheid is dat slachtoffers niet altijd zo brandschoon zijn, en zeker ook een aandeel hebben in een situatie.
Het kind in ons allen
Wij dragen het kind nog steeds in ons, dat kind die we ooit waren en dat onrecht is aangedaan. Dat kind dat niet mocht zijn dat het was en wilde zijn , en hard moest knokken op te overleven, om erbij te mogen horen, om zich welkom te voelen. Het kind dat ook in jou nog niet krijgt wat het zo verlangt, en wat zijn schuld, zijn eigen aandeel, nog niet durft aan te kijken in de schaamte die het voelt. Dat kind dat heel alleen is en slechts doet alsof het volwassen is terwijl het de wonden probeert weg te houden. Dat kind. Je weet wel wie ik bedoel.
De oorlog woekert voort. Zullen we ooit leren?
De pester heeft het nakijken
Het slachtoffer leert van de dader dat kracht en geweld nodig is om te overleven, dat het nodig is om sterk te zijn en dat winnen goed voelt en van je verwacht wordt. We jagen elkaar op, geven het geweld door, leren genieten van geweld. De cyclus herhaalt zich. Ondertussen doen we wat hoort, praten we voort, keuren af, en proberen plannen te maken om te informeren en bij te sturen. Wie informeren en bijsturen? Het kind natuurlijk, en vooral de pesters. Zij hebben onze afkeuring verdiend en moeten de pijn gaan voelen die ze de anderen aandeden zodat ze stoppen. Wie heeft de oorlog in het kind bracht? Wie heeft hun het ooit aangedaan? Wie haalt de oorlog uit dit kind? Dat kind dat eenzaam en alleen staat?
Stilte.
Het is niet altijd wat het lijkt
Gelukkig weten we ook dat pesters niet perse anderen pijn doen uit kwaadaardigheid, maar vaak ook pesten uit onvermogen. We weten dat ze soms gewoon niet om kunnen gaan met de gevoelens die door hun lichaam gieren, de prestatiedrang, de angst, zelfs de liefde, of iets dat ze zelf niet eens door hebben. Zij voelen misschien dat ze er niet helemaal bij horen, en compenseren dat door irritant gedrag of door het aanwijzen van een zondebok, of ze vechten tegen de neiging in henzelf om te zijn wat ze niet mogen zijn (zoals homoseksueel, intelligent of vredelievend).
Als we het verhaal en de dynamiek niet kennen, maken we van het kind een monster, en van de leraren en ouders incompetente onverschilligen, terwijl het kind gewoon worstelt met zijn plek en het omgaan met emoties en zijn lichaam. Het is niet eenvoudig om te oordelen, behalve als je veel buiten beschouwing laat en je eigen geweld de overhand laat nemen.
Het enige wat je als ouder, leraar en anderszins betrokkene zou kunnen doen is misschien om je geest open te houden en aandacht te hebben voor alle betrokken kinderen. Je wordt wat nederiger als je de dader in jezelf hebt ontdekt en je oordelen hebt onderzocht, en dan is het gemakkelijker om te horen en zien wat er aan de hand is.
En misschien kan je doordringen tot een aantal van hen, en hen helpen om te leren wat je zelf zo moeilijk lijkt te vinden. En door hun voorbeeld kan ook jij weer wat leren. Ik wens je succes daarbij, en open mijn hart voor jou en alle kinderen die moeten opgroeien onder de omstandigheden die ik hierboven heb geschetst. Het is een schijnbaar onmogelijke taak om te helen in een wereld die vol zit met angst en geweld.
Ik hoop dat de medemenselijkheid, maar vooral de eerlijkheid en het mededogen het uiteindelijk zal winnen in een strijd die eigenlijk geen strijd is. Ik moet geloven in een liefde die zowel pijn als blijdschap omarmt en de oordelen overstijgt, een liefde die het welzijn van de mens en het dier en het leven zelf boven een principe stelt. Leef met de bereidheid om te leren en zien, dan is er hoop.
Daar waar harten zich verbinden, en behoeften mogen zijn, leeft compassie.
Ik zou het erg op prijs stellen wanneer je hieronder een persoonlijke reactie opschrijft. Deel iets van je eigen ervaring, of simpelweg wat er in je opkomt bij het lezen van dit stuk. Wie weet, help je er een collega-innerlijk kind mee. En als je op zoek bent naar hulp, dan mag je me daarvoor benaderen.
Graag hoor ik ook van je als je wilt samenwerken voor verbetering. En wie weet wat daaruit kan ontstaan. Een gemeenschap opbouwen is alvast een goed startpunt. Schrijf je in elk geval in voor de nieuwsbrief. zodat ik je kan informeren. Ik wens je alle goeds.
✔Deel ✔Reageer ✔Vind ik leuk
Geef een reactie