Weet jij hoe de woorden die dit artikel vormen in mij opkwamen? Of hoe het onderwerp omhoog kwam om over te schrijven? Of zelfs hoe jij dit artikel leest en begrijpt? En als schrijven vanuit flow of automatisch gebeurt, komen de woorden dan van een andere bron als wanneer je erover denkt? We hebben veel kennis maar weten nog niet het begin van hoe de betekenis die we kennis noemen echt ontstaat, hoe we van waarneming tot kennis komen.
We weten evenmin waar kennis en gedachten heen gaan, als waar ze ontstaan, en hebben nog niet ontdekt waar en hoe ze opgeslagen worden (of dat zelfs zo is). Vergeten en loslaten, hoezeer ook genoemd, zijn nog totaal onbegrepen mysterieuze processen, net zo mysterieus als hoe we precies herinneren. We kunnen er enigszins mee werken, en weten dat het bestaat en alledaags is onder mensen, maar dat is dan waar ons vermogen om te begrijpen op dit moment stopt.
Geniën als voorbeeld
Nu denk je natuurlijk dat wetenschappers vaak hoofd-mensen zijn, dat ze niet voelen en alleen maar in hun hoofd leven. Maar dan wist je nog niet dat veel erkende grootste geniën, grote wiskundigen en natuurkundigen, meestal juist uiterst intuïtieve gevoelsmensen zijn. Zij bedachten niet zozeer door redeneren maar voelden kinesthetisch (in hun lichaam) wanneer zij de juiste antwoorden hadden gevonden.
Hun denken had grote onbewuste componenten waarop ze niet zozeer redeneerden maar het antwoord gewoon bij hen omhoog kwam. Misschien zijn zij juist geslaagd in het vinden van nieuwe kennis door hun intuïtieve inborst, doordat zij niet zo vast zaten als wij veronderstellen en veel meer in contact met hun lichaam stonden dan onze vooroordelen ons misschien toestaan te denken.
Er is nog heel veel te ontdekken
Hoe het allemaal precies werkt (en wat we ermee kunnen) is nog redelijk blanco terrein en dus het terrein waar geloof nog volop woekert (zowel onder wetenschappers als spiritueel geïnteresseerde mensen). We zitten vol ideeën maar er is nog weinig eenvoud. Kennis begint echter pas als de eenvoud zich toont. Misschien is er nog veel dat we over onszelf kunnen leren.
De eerste vraag is misschien waar kennis vandaan komt en wat het met eenvoud te maken heeft. Vervolgens kunnen we vragen waar kennis heen gaat. En hoe herkennen we eigenlijk dat iets kennis is, hoe onderscheiden we het van onzin? En is dat belangrijk? Ons brein is zowel onze klant als onze overheerser in dit domein. Ik ben benieuwd…
Waar komt kennis vandaan?
Het mysterie van kennis
Er is nog veel mysterie, en zoals het een mysterie betaamt is ze zowel chaotisch als wonderlijk. Mysterie is super aantrekkelijk voor ons brein dat graag bezig is en niets liever doet dan toeven in chaos en puzzelen, wat slechts betekent dat het eenvoud probeert te ontdekken in (destilleren uit) deze chaos.
Ons brein houdt niet zo van eenvoud want daarin is niets meer voor ons brein te doen, en dus creëren we vanuit eenvoud snel weer nieuwe complexiteit. Gelukkig leidt kennis meestal ook weer naar nieuwe vragen en daarmee breinvoeding.
Onbegrip en onwetendheid
Voor velen is ons lichaam slechts het voertuig voor ons brein. Omgekeerd is echter ook waar, en beiden zijn deel van een natuur die we nog net zo min begrijpen. We zijn veel vergeten wat we er ooit over wisten, en de gemiddelde mens is behoorlijk onwetend als het om dit soort geschiedenis gaat.
Kennisopbouw als proces.
Het proces van kennisopbouw omvat de ontdekking van eenvoud in complexiteit. Het is een mysterieus iets hoe ons brein daartoe in staat is, en of het zelfs een functie van ons brein is of van andere bronnen komt. Maar als het komt, als we deze eenvoud vinden dan zeggen we graag dat we “de kern van” iets hebben gevonden, of we gebruiken vergelijkbare woorden zoals basis of essentie.
Krachtige eenvoud
Het woord kennis lijkt synoniem voor die essentie, maar ook synoniem aan eenvoud, want kennis dient vanuit zijn aard de chaos (onbegrepen waarnemingen) te ordenen en begrijpelijk maken. Kennis ontsluit chaos voor een groter publiek, en is besmettelijk, in die zin gedraagt het zich als een virus die zijn voortbestaan zeker stelt door zich te vermenigvuldigen.
De kracht van een idee is eigenlijk zonder uitzondering evenredig met de eenvoud ervan, eenvoud kan inslaan als een bom en in een moment alles in ons veranderen zonder weg terug (eenvoud vergeten is moeilijk tot onmogelijk). Al heel snel kunnen we ons zelfs niet eens meer voorstellen hoe het zou zijn voordat het nieuwe idee, de nieuwe kennis, er was. Dat is onze hypnotiseerbare aard.
Wie herinnert zich nog echt de wereld zonder supermarkten of zonder computers? Misschien weet je als verhaal nog wel, maar de ervaring is voor de meesten van ons inmiddels ver weg. En wie bedenkt zelfs nog dat de gangen in onze gebouwen een uitvinding zijn geweest vanuit een wereld die wel kamers maar geen gangen kende. In alles wat we doen, en zelfs hoe we het doen zit die eenvoud van ooit ontbrekende kennis verborgen.
Vragen hebben een lange geschiedenis.
Soms duurt het vele eeuwen, waarin mensen vragen aan elkaar doorgeven, eer deze eenvoud zich toont. De eenvoud die we kennis noemen is een patroon (idee over samenhang, een ontwerp) dat tenminste een deel van de chaos verklaart. Hoe opeens het idee er is, is net zo mysterieus als hoe we precies leren lopen of fietsen, hoe een groot deel van de mannen gebiologeerd is door vrouwelijke vormen of hoe verliefdheid precies ontstaat.
We weten dat het er opeens is, en kunnen er iets mee doen, maar verder dan dat… De meest alledaagse menselijke motieven, eigenschappen en gedragingen zijn nog steeds grote wonderen en mysteries die misschien wel nooit helemaal verklaard zullen kunnen worden. Niet voor niets vinden we onszelf, elkaar en relaties het meest interessante onderwerp om mee bezig te zijn. Fijn voor ons brein, want die houdt wel van voeding.
Eenvoud komt vanzelf
Ofschoon we niet weten hoe de eenvoud ons vindt, weten we precies dat het gevonden is wanneer het zich toont. Van het ene op het andere moment komt dan alles samen in een nieuw idee. Opeens is er een nieuwe invalshoek die veel van wat we niet begrepen bij elkaar brengt, iets dat een blinde vlek in onze waarneming was tot het ontdekt werd.
Dergelijke ideeën veranderen onmiddellijk en krachtig ons waarnemen en denken op een manier dat alles verandert. Eureka! Hoe groter de eenvoud, hoe krachtiger de uitwerking! En het leuke van mens zijn is dat enkelen een idee ontdekken en vervolgens het door anderen snel overgenomen wordt tot het gemeengoed is. Het snel en daadkrachtig voortbouwen op ontdekkingen van anderen is misschien wel onze grootste kracht als mens.
Waar gaat kennis heen?
Het verhaal van de honderdste aap
Ook het proces van kennisoverdracht en leren zit vol met magie (een woord voor nog onbegrepen processen), als je het verhaal van de honderdste aap kent. Dat verhaal gaat over een aap op een tropische eilandengroep die leerde aardappelen te wassen voor ze te eten. In eerste instantie namen apen die het gedrag zagen het over, maar nadat 100 apen het nieuwe gedrag hadden geleerd op die manier, bleek opeens dat alle apen op de hele eilandengroep het gedrag vertoonden.
De apen op andere eilandengroepen konden het niet hebben afgekeken, en het lijkt dus dat er andere manieren zijn dan afkijken en contact dat in staat is succesvolle kennis en kunde over te dragen. Leren is daarmee een nog magischer proces dan we al dachten, en het is denkbaar dat we op de verkeerde plekken zoeken naar waar gedachten en herinneringen worden “opgeslagen”.
Morfogenetisch veld als kennisbank
De bioloog Rupert Sheldrake oppert een alternatieve opslagplaats voor gedachten en ideeën, in de vorm van het morfogenetisch veld. In dat idee wordt kennis niet in ons brein zelf opgeslagen of zelfs in ons lichaam, maar in de ruimte om ons heen. En ons brein is slechts een soort radiozender en -ontvanger die daarmee in contact staat.
Ons verborgen geheugen
Dit idee verklaart een aantal fenomenen, zoals waarom we met al onze kennis en apparatuur, en na al ons wetenschappelijk breinonderzoek, nog niet in staat zijn gebleken om een deel van ons brein aan te wijzen als de plek waar ons geheugen zich bevindt. Mogelijk zoeken we simpelweg op de verkeerde plek, en is wat we geheugen noemen slechts een afstemming op iets buiten ons lichaam.
Bestaan mediumschap en telepathie echt?
Het morfogenetisch veld verklaart de mogelijkheid tot afstemmen dat we mediumschap en paranormaal noemen, en ons alledaagse vermogen tot afstemmen op sferen in de ruimte, en emoties en staten in anderen. Het idee van een aura of veld om mensen heen is slechts een vorm en naam van dit fenomeen.
Het vertelt ons niet wat de waarde van deze fenomenen is, en wat we er precies mee kunnen, maar geeft wel een verklaringsmodel van waaruit ze als mogelijkheid worden ingesloten. De waarde van een dergelijk verklaringsmodel is slechts dat we van daaruit onszelf toestemming kunnen geven om het gewoon als ervaring te onderzoeken.
Onbetrouwbaarheid van ons denken
Aangezien wij mensen onze waarnemingen en ons gedrag beperken vanuit onze denkwereld hebben we een model nodig. En eigenlijk is dat een erkenning van een andere eigenschap van ons mensen, namelijk dat we in staat zijn om waarnemingen en ervaringen uit onszelf te creëren los van wat er buiten onszelf voor anderen waarneembaar is. Zonder uitzondering hebben wij dezelfde vermogens als iemand die vanwege zijn hallucinaties in psychiatrische behandeling is.
Ons denken geeft toestemming aan ons waarnemen
En dus zetten onze overtuigingen kaders waarbuiten wij ervaringen als fantasie en vergissing afdoen, en waarbinnen wij onze werkelijkheid omschrijven. Alles begint daarmee met de toestemming aan ons brein om waar te nemen en de toestemming om die waarneming de betekenis “werkelijkheid” te geven.
Het is dan wonderlijk dat je innerlijke verklaringsmodel al je dromen, gedachten en waarnemingen meer of minder betekenisvol kunt laten zijn. Veel spirituele zoeken in alles betekenis en hanteren een verklaringsmodel waarin bijvoorbeeld toeval wordt uitgesloten, maar wel een andere kant of een God die alles regelt en bestuurt.
God toont de enorme kracht van ons denken
Het spiritueel verklaringsmodel zit vol met onstoffelijke wezens die voor aanhangers ervan heel werkelijk worden geacht. Vaak genoeg kijken ze naar anderen als onbewuste of verwarde mensen die “de waarheid” nog niet hebben ontdekt, zelfs ontkennen.
Als je hun gedachten en daden beoordeelt vanuit andere verklaringsmodellen dan zal je hen op zijn minst als raar of gek beschouwen, en hun waarheid als hallucinatie afdoen. Voor henzelf is het echter de waarheid die hun leven zin geeft en die hun houvast geeft in moeilijke omstandigheden en gevoelens. Voor henzelf is deze zingeving de manier om te verbinden en liefde te ervaren en doorgeven. Voor hen is het heel belangrijk.
Denken als bron van verdeeldheid en geweld
Als je bedenkt dat er nog steeds veel mensen gedood worden over de vraag welke God werkelijk is en wat zijn opdracht is, dan staat het buiten kijf dat dergelijke kaders heel krachtig en belangrijk zijn in hoe wij als mens kiezen en waarnemen. Het is een tweesnijdend zwaard, want hoezeer het ons ook verbind aan gelijk denkenden het is ook een belangrijke motor voor onenigheid en geweld.
Er wetenschappers die zo verknocht zijn aan de zekerheid van hun vindingen, dat ze actief verzet tonen naar iedereen die claimt in God te geloven, helemaal als het een collega is. Zij noemen zich agnostisch of atheïst, maar hebben slechts de religieuze God verruild voor de ratio van wetenschap. Deze wetenschappers zijn net zo strijdbaar als fanatieke gelovigen om anderen in hun groep te trekken.
Onverdraagzaam brein
Ons brein strijdt hard om zijn gelijk, en we delen elkaar in groepen in op basis van dit denken. Denken verdraagt alles buiten zichzelf vaak moeilijk, en probeert alles te onderwerpen aan zijn macht. En dus vormen we groepen en bouwen muurtjes in zowel ruimte als taal.
En terwijl we elkaar op die manier buitensluiten, bouwen aan de onderwerping van andersdenkenden door hen te overtuigen, overwinnen of vernietigen. En om vrede te handhaven moeten we ons brein daarom begrenzen en zelf het stuur over onze daden overnemen.
Wat maakt wetenschappers zo afkerig van alternatief?
Veel wetenschappers wijzen alles wat maar naar paranormaal ruikt op voorhand af, waardoor allerlei ervaringen die voor veel mensen werkelijk zijn nog niet onderzocht zijn. Hun veronderstelling is dat alles in de materie ligt en dat het daar gevonden moet worden, en het idee van een morfogenetisch veld is gewoon te ver uit hun comfortzone. En om in die comfortzone te kunnen blijven worden zelfs in de natuurkunde variabele waarden soms algemeen verondersteld constant te zijn.
De ontkenning van bewerkelijkheid
Rupert Sheldrake vertelt bijvoorbeeld over de zwaartekracht en over de lichtsnelheid die beide constant geacht worden, maar dat feitelijk aantoonbaar niet zijn. Op deze wijze kunnen wetenschappers rekenen en redeneren, maar ook de variatie vergeten.
In zijn boek The Science Delusion (2012, ISBN 978-1444727920) vertelt Rubert Sheldrake bijvoorbeeld over hoe de zwaartekracht wordt gemiddeld om de grote variaties uit de metingen te halen, en hoe de lichtsnelheid kunstmatig constant gemaakt is door het te koppelen aan de lengte van een meter. Variaties in lichtsnelheid zullen dus nooit meer zichtbaar worden omdat ze worden uitgedrukt in meters per tijd en de lengte van de meter zich aanpast.
Spiritueel maakt het wetenschap niet gemakkelijk
De zweverigheid van degenen die spreken vanuit spiritualiteit helpt natuurlijk ook niet om de brug te slaan naar wetenschap, want dat geeft simpelweg te weinig houvast naar aantoonbare fenomenen. Bovendien wordt vanuit energetisch en alternatief werk wel veel geclaimd terwijl de beoefenaar zelden objectief onderzoek toestaat of zelf verdraagt. Dat is ook begrijpelijk want een deel van hun verkoop is gebaseerd op juist het afzetten tegen de reguliere beoefening, en het ontkennen van de kennis en prestaties die daar zeker wel ook aanwezig zijn.
En dus blijven het gescheiden kampen die elkaar niet vertrouwen. Wetenschap kan niet anders, want diens opdracht is het om te zoeken naar bewijsbare oorzaak-gevolg-relaties, van waaruit bewuste en gerichte creatie door de mens kan plaatsvinden. Zij moeten dus ervaringen verzamelen die herhaalbaar en aantoonbaar zijn, en van waaruit onderzoek kan plaatsvinden. En als het resultaat niet eens exact afgebakend kan worden, dan is dat voor wetenschap lastig onderzoeken.
Ervaringsfeiten zijn noodzakelijk voor erkenning
De alternatieven varen dus niet op dit soort feiten maar op geloof en persoonlijke ervaring, waarvan een groot deel over gevoelens gaan, een onderdeel van ons mensen dat hoogst manipuleerbaar is (denk aan hypnose). Helaas is er wel een strijd om erkenning en geld, en vragen de beheerders van dat geld en die erkenning wel om objectief bewijs van uitkomsten.
De alternatieve beoefenaar heeft gelukkig dan het ongenoegen en de behoefte van zijn klantenkring in de hand om druk uit te oefenen. Het is echter een strijd die op die manier nooit zal rusten. De frustratie bij alternatieven is echter zowel begrijpelijk als onterecht, omdat de oplossing simpelweg het verzamelen van meetbare uitkomsten vraagt. Deze groep zit zichzelf daarmee enigszins in de weg als ze wil professionaliseren.
Een nieuwe stap naar kennis
Rupert Sheldrake wil dat allemaal veranderen. en is bezig om zo wetenschappelijk mogelijk te onderzoeken of telepathie tussen huisdieren en hun bazen bestaat, en of er telepathie tussen mensen onderling bestaat. Een onderzoek gaat dan bijvoorbeeld over of er aantoonbaar waarheid zit in het idee dat je bij het overgaan van je telefoon soms al weet wie er belt zonder dat je dat kunt afleiden.
Met de huidige technologie kunnen dergelijke onderzoeken snel en goedkoop worden gecreëerd. Ook heeft Rupert Sheldrake onderzocht wanneer huisdieren signalen geven dat hun baas naar huis komt, terwijl zelfs zijn baas dat niet vooraf weet. De uitkomsten laten zien dat er iets van waarheid in zit, maar ook dat er geen sprake is van perfect werkende telepathie. Er is dus vooral nog veel te ontdekken.
Waar gaan gedachten heen?
Het mag duidelijk zijn dat we nog niet weten waar gedachten vandaan komen en waar ze heen gaan, en dat mogelijk ons denken daarover nog niet eens de juiste elementen heeft ontdekt. Misschien is ons denken daarover zelfs totaal onjuist. Een idee dat kennis en gedachten in de ruimte aanwezig zijn en door iedereen opgepikt kunnen worden op onverklaarbare wijze is daarmee zo gek nog niet.
In elk geval opent het de deur naar nieuwe ontdekkingen, waarin kennisoverdracht onder lijfelijke ontmoeting en zonder materiele basis een mogelijkheid blijft. Op die manier blijft er in elk geval ruimte voor ons ongelijk, en houden we rekening met de beperkingen van ons denken, van ons brein, van ons geloof.
Nieuwe kennis vinden is gemakkelijker naarmate je minder overtuigd bent van dat je het al weet, we hebben de trekkracht van nieuwsgierigheid naar onze aard en de wereld om ons heen nu eenmaal nodig als leerbasis. Ons brein is van zichzelf al inert (star) genoeg.
Gelukkig zijn er altijd nog de eigenwijzen, creatieveling en kinderen om aan onze kennisboom te schudden. Zij storen zich nog niet aan datgene wat wij al voor waar achten, en durven nog af te wijken.
Van eenvoud snel terug naar chaos
Nadat een nieuw idee is ontdekt, nieuwe eenvoud in de vorm van kennis, zijn we weer heel lang actief met het uitwerken van alle consequenties van deze nieuwe eenvoud. We gaan druk bezig met het maken van nieuwe hulpmiddelen en oplossingen die op deze eenvoud zijn gestoeld. Vanaf het moment dat we de chaos hebben begrepen, kunnen we deze nu zelf her-creëren, en dat doen we zeer actief.
Ook dat her-creëren noemen we vervolgens ontdekken, of uitvinden, maar als je door de rook heen kijkt zal je moeten toegeven dat daarin weinig echt nieuws te vinden is. Vaak is het slechts een nieuwe uitwerking van een al bestaand idee in een product of oplossing. En daarmee maken we vanuit de eenvoud onmiddellijk weer een beweging naar chaos, echter dit keer een chaos van onze bewuste creatie, dit keer een chaos die onder onze controle ligt.
Het brein wil slechts begrijpen om te onderwerpen. Het houdt niet van vrijheid, in elk geval niet de vrijheid van anderen dan zichzelf. Vrijheid is onvoorspelbaar, en onvoorspelbaar is waar het brein voortdurend tegen vecht. Onvoorspelbaarheid heeft ons brein geen houvast, dus is het slechts chaos dat door het brein in eenvoud wordt omgevormd.
Bezig brein
We noemen de controle van ons brein “kwaliteit”, wat zoveel betekent als voorspelbaarheid van uitkomsten. De voorspelling van deze uitkomsten is een projectie van het brein waar onze werkelijkheid zich vervolgens naar moet schikken. Dit creëert de creatieve spanning of stress die ons in beweging brengt. Veroveren en onderwerpen, dat is de wil van ons brein, en daarmee is “begrijpen” slechts een eerste stap, waarna de rest voorspelbaar volgt.
Het brein vernauwt zich keer op keer door het bedenken van doelen als anker voor zijn aandacht en inspanning. Daarmee wint het aan kracht en snelheid, ten koste van al het andere. Een doel is een voor het brein noodzakelijke vorm van houvast, een vlucht uit de vrijheid van chaos.
Via doelen specialiseert het brein zich tijdelijk. Het concentreert zich op het doel, en geeft alles vanuit het doel betekenis, vraagt bij alles slechts “Past dit bij het doel, of niet?”. Als het antwoord op die vraag nee is, wordt het verder genegeerd. Op die manier vereenvoudigt het zijn wereld en de besluiten die het moet maken om die wereld te creëren.
Daarmee is ons brein altijd hongerig en bezig brein, voortdurend bezig zijn wereld te creëren, en daarin vormt het alles wat het tegenkomt om in doelen (ja of nee?) en betekenis (waarde). Zo begrijpen wij onze wereld, zo begrijpen wij onszelf, zo her-creëren we de houvast en controle. Dat daarbij veel complexiteit wordt weggepoetst is alleen maar gunstig voor een brein dat niet houdt van alles wat het niet beheerst.
Deze eigenschappen (doelen en betekenis) waren nog geen deel van de werkelijkheid buiten ons, maar omdat ons brein de heerser over onze zintuigen en lichaam is merken wij het verschil toch niet. Het brein is niets te verwijten, want dit omvormen is zijn kernfunctie: betekenis vinden in een onbeheerste werkelijkheid, eenvoud creëren te midden van chaos. Ons brein leeft slechts zijn eigen aard.
Ons brein dient ons door van ons een dienaar te maken. Het kent daarin echter geen maat waardoor het laatste uiteindelijk overheerst. In die zin doet ons brein ons geweld aan. Datzelfde geldt voor zijn relatie met ons lichaam.
Ons brein stelt geen grenzen aan zijn “machtswellust”, ook wel kracht genoemd, en heeft ook onszelf tot zijn slaven gemaakt. Maar wij zijn niet volgzaam genoeg, en te fragiel, we kunnen ziek worden, beschadigen en in verwarring raken. Daarom zijn de volgende slaven al in opkomst: de intelligente machines. Machines zijn betrouwbaarder en sterker, en zolang wij de machines dienen, dienen zij ons brein.
In loslaten keert de balans en geeft het brein zich (de besturing) over aan ons lichaam. Het lichaam specialiseert in non-verbale signalen en ervaringen en leidt ons via gevoelens. Ons brein is daarin niet verdwenen, maar gereduceerd tot een meer primitieve dienstverlening. We kunnen daar blijven zolang we in de ervaring blijven. Hier bestaan geen woorden, bestaat geen betekenis, alleen de ervaring zelf.
Pas als een krachtige eenvoud is ontdekt kan je werkelijk van kennis spreken. Dat soort krachtige eenvoud laat zich niet zo gemakkelijk omver werpen en is in zichzelf hoogst overtuigend. Een goede vraag is natuurlijk hoe herken je die eenvoud die kennis is, en zich onderscheid van eenvoud in de vorm van onzin, schone schijn en vooroordelen?
Hoe herken je kennis eigenlijk?
Kennis is niet perse eenvoudig te herkennen, want veel van de signalen die op kennis duiden zijn gemakkelijk ook op andere manieren te simuleren. Zo kan je kennis herkennen aan eenvoud, directheid en omvattendheid van het idee, maar dat zou ook gelden voor veel discriminerende vooroordelen en voor onzin.
Je zou kennis kunnen herkennen aan wat je ermee kan, maar ook onwaarheden hebben grote mogelijkheden geopend, en de ideeën met de grootste impact op ons mensen zijn vaak niet aantoonbaar waar. Dergelijke ideeën kunnen gebaseerd zijn op schijnrelaties of slechts ideologie vertegenwoordigen.
Religie en geloof schaar ik voor het gemak ook even hieronder, omdat ook in dat geval het om (voor andersdenkenden) niet toetsbare uitgangspunten gaat die vanuit de kracht van innerlijke (collectieve) overtuiging een eigen werkelijkheid en betekenis creëren.
In die zin wordt de werkelijkheid van zowel politieke overtuigingen als van geloofsovertuigingen niet zozeer ontdekt als gecreëerd. Dit soort stromingen beweegt zich vooral op het terrein van waarden, moraliteit en leefregels, en dus over groepscultuur. Veel betekenis wordt hierbij ontleent aan een innerlijke waarheid en groepslidmaatschap, waarbij de leider vaak al overleden is of mogelijk nooit stoffelijke vorm had, en dus slechts door vertegenwoordiging aanwezig is.
Op het terrein van groepscultuur staat er in algemene zin niets vast en is alles gecreëerd, daarom kan je hier eerder spreken over inspiratie en ideeëngoed dan van kennis. In zekere zin moet kennis om kennis te zijn naast al de andere aspecten een voorspellende waarde hebben.
Je kan dus zeggen dat kennis bijvoorbeeld kan gaan over hoe ideeëngoed uitwerkt en hoe de instrumenten daarin bijdragen, maar minder over of de inspirerende ideeën die onze cultuur vormen meer waar zijn dan de ideeën die andersdenkende culturen vormen omdat beide culturen slechts een uitwerking tonen van een verschillend idee. Vanuit hun aard zullen beide groepen slechts de ideeën van hun eigen groep zullen aanhangen en verdedigen. Hier is slechts verschil te ontdekken en moet kennis nog ontstaan.
Kennis verenigt en is niet omstreden, zou je zeggen, maar zelfs dat is niet waar. Groepscultuur is heel goed in staat om gelijkvormigheid onder mensen te creëren, wij hebben een sterke drang tot volgen in ons. En we spelen graag spelletjes naar elkaar, breken ideeën en mensen graag af of bouwen ze op naar gelang ons eigen belang (of onze verveling) dat van ons vraagt. Het bestaan of ontbreken van verschillen is daarom geen betrouwbaar teken van kennis, noch dat de aanwezigheid van conflict en verschillen een teken zijn van gebrek aan kennis.
Elk van ons zal dus zelf een weg moeten vinden om per keer onze weg te vinden. Veel gebruikte methoden is om voorselectie te gebruiken, te zoeken naar een autoriteit die ons vertelt wat waar en onwaar is, of aan te sluiten bij een groep die deze rol speelt. Merendeels gebruiken we meerdere van dat soort methoden om de keuzestress en chaos te verkleinen. Eenvoud is prettig voor keuzes.
Schone schijn-kennis komt met autoriteit
Totdat kennis is ontstaan zijn er waarschijnlijk al velen geweest die claimden kennis te hebben. Te midden van de chaos van indrukken en ideeën, roken velen aan deze kern en begrepen er nog weinig van. En veel van hen konden dat niet vertellen of wisten het niet van zichzelf en verborgen zich achter de autoriteit van hun positie of titel.
Zolang er nog geen betere kennis voorhanden was konden zij de schijn ophouden, en helaas ontstaat kennis niet altijd uit hun hoek, maar kan het van een rebel komen, van buiten de groep. Dan komen we bij het sprookje van de kleren van de keizer, en toont zich de mens in de autoriteit. Velen houden dan nog lang vast aan hun status in plaats van hun ongelijk te nemen.
Zij noemen zich soms wetenschappers, leraren, geleerden, experts of gebruiken een ander woord dat autoriteit veronderstelt, en verhullen met kracht en arrogantie hun gebrek aan kennis door je te overspoelen met een dikke rook van moeilijke woorden en nuances op elke kernvraag die je stelt. Je zult bij hen ontzag en afkeer vinden maar geen herkenning.
Schone schijn-kennis schermt zich af
Vaak zijn deze experts omringd door een mix van gelijken en volgers die vanuit de gedachte dat zij erg veel weten hoopt iets van hun kennis en autoriteit over te nemen. Deze volgers is wat de autoriteit versterkt en geloofwaardig maakt, dus deze “deskundigen” zullen graag volgers hebben en doen er veel aan om ze te krijgen en houden. Ze dulden echter geen twijfel aan hun deskundigheid en vinden de meeste mensen maar dom.
Schone schijn-kennis is niet te volgen
Je kunt dit soort rook gemakkelijk herkennen omdat hun antwoorden zowel veel complexiteit en nuances in zich heeft, als dat hun kennis en jargon moeilijk is te leren omdat het allemaal “zo nauw neemt” en de definities van hun jargon allemaal zo ongrijpbaar en ongedefinieerd is (heb je wel eens het verschil tussen een entiteit en een object proberen te begrijpen?).
Ze creëren daarmee vaak een mix van verwarring en ontzag in combinatie met een gekneusd gevoel in je brein (de neiging om in slaap te vallen). En even zo vaak creëren ze een acute neiging om van hen weg te gaan. Zij onderwerpen of stoten af, ze zijn te vereren maar zijn moeilijk te volgen. En zij zijn nodig zolang echte kennis nog niet gevonden is, zolang de eenvoud nog niet ontdekt is.
Reactie op schone schijn-kennis autoriteit
Vaak genoeg luisterde je naar hun krachtig gebrachte onbegrijpelijke woorden en sociale status, en begin je vervolgens te denken dat zij wel heel slim zullen zijn, of omgekeerd dat jijzelf erg dom moet zijn om dat allemaal niet te weten. Jij, die reageert op hun rook met verering of zelf-afkeuring en begint te geloven in de hypnose die zij je aanbieden. Niet verwonderlijk, want als kind heb je ook autoriteit moeten volgen zonder ze te begrijpen, het is de reflex van veel mensenbreinen.
Ze krijgen daardoor vaak meer status dan ze verdienen, en komen in een positie waardoor hun status meer status creëert. Ze geven hun gebreken en fouten dan door aan anderen in de hoop dat ze niet worden ontdekt. Vroeger of later gebeurt dat echter altijd, dan staat er iemand op en laat weten dat het allemaal niet klopt en komt met een eenvoud waarvan meteen duidelijk is dat hij wel klopt.
Hun complexiteit was echter geleerd onbegrip dat werd verhuld met moeilijke woorden om hun status intact te houden. “Kom van dat voetstuk”, zou je misschien zeggen, maar zo eenvoudig is dat niet. Wij verwachten van allerlei rollen dat ze antwoorden hebben op de meest onmogelijke vragen, en zetten hun uit de rol als ze laten blijken die onvoldoende te hebben. Hun waarde en inkomen hangt dus ook aan die status.
Nieuwe eenvoud herkennen
Soms komt een eenvoud die veel van de complexiteit in een keer helder maakt, de rook wegneemt en veel verklaart. En het leuke is dat deze eenvoud in ons brein allereerst vaak reacties oproept van ongeloof (“Kan het zo eenvoudig zijn?”) en vanzelfsprekendheid (“Ik kan me niet meer voorstellen dat ik dat niet eerder heb ontdekt, het ligt zo voor de hand”). We voelen het in ons lichaam als ontspanning (“Ja, zo is het.”), want focussen op onopgeloste problemen voelt als spanning in ons lichaam (daarom willen we problemen ook graag oplossen).
Of het echt kennis is zal je moeten ontdekken uit ervaring. Kennis overtuigt gemakkelijk en nieuwe kennis die met eenvoud komt heeft een aha-reactie in je omdat het veel verklaart wat nog ergens lag te wachten. Het kan die aha voorkwam uit het feit dat je gewoon een bevestiging van iets dat je wilde horen of dat je toch al dacht, dan is het nog steeds niet zeker of het geen domheid is.
Zelfs een meerderheid biedt geen enkele bescherming tegen domheid, integendeel zou ik haast zeggen. De geschiedenis zit vol van voorbeelden van collectieve domheid, en domme mensenmassa’s. Dus heeft het idee dat je ontving ontwikkeling nodig en ervaring om zich te bewijzen, en zal net als mensen, net als alles in de natuur, uitgedaagd moeten worden om stevigheid te ontwikkelen.
Voedingsbodem en wijsheid
Als kennis een gezonde voedingsbodem krijgt en het genoeg omringd door andere bronnen van kennis, andere ideeën, als je de leerbereidheid weet te cultiveren, dan is er een kans. Het vermogen om kennis te onderscheiden van bevliegingen en wensdromen, is een taak die we hebben in ons leven. Sommigen gaat het al beter af dan anderen, en sommige kennis noemen we wijsheid.
Een kenmerk van wijsheid is dat het terughoudend is en dat het vrij laat, dat het erkent wat deel is van natuur en leven, en dat het streeft naar duurzaamheid en meedogend en doorleefd overzicht. Geen wonder dat wijsheid gekoesterd wordt als iemand het toont. Wijsheid geeft zelden advies dus kan frustrerend zijn voor omstanders.
Ons bezige brein
Alles verandert als iemand eenmaal de kern van chaos heeft weten te ontdekken, de stilte in de orkaan. Dan wordt alles weer simpel. We houden van simpel, van de eenvoud, maar leven in chaos omdat we liever zoeken naar deze eenvoud dan ermee leven. Dat is de aard van ons brein: het puzzelt graag en houdt niet zo van rust.
Je lichaam als barometer (kinesthetische signalen)
Toch heeft zowel je brein als je lichaam rust nodig om via nog onbegrepen processen deze eenvoud te vinden. De eenvoud wordt als je goed kijkt ook niet zozeer ontdekt, maar komt simpelweg omhoog uit de chaos, als een zaadje dat een klein sprietje uit de grond laat komen. Zo gat dat ook met keuzes maken.
Het je al eens gemerkt dat als je piekert over keuzen, het antwoord toen weigerde te komen, dat je er niet uit kwam? En merkte je toen later dat het antwoord kwam toen je met iets heel anders bezig was? En hoe wist je dat je het antwoord had? Precies: je lichaam ontspande zich, en er kwam rust en levendigheid in je lichaam. Het probleem of de vraag liet je los, en je gevoel liet het je weten. Hoe de keuze gemaakt werd ging merendeels buiten je om.
Natuur als sjabloon
Zoek dus niet teveel naar eenvoud, maar ontspan slechts in de alledaagse activiteiten van je leven. De eenvoud weet je dan vanzelf te vinden uit de spelonken van je brein. Vaak helpt het om een tijdje bezig te zijn met de vraag van je keuze, om steeds kleine momenten te hebben waarin je er weer mee bezig bent. Op die manier laat je je onbewuste intelligentie weten waar hij aan moet werken, terwijl jij iets anders doet.
Rust, spel en afleiding is belangrijk. In de natuur floreert alles als het tijdelijk wordt verstoord, en daarna een tijd met rust wordt gelaten. Slimme boeren laten nu maar een paar keer per jaar hun vee in hechte groepen op de graslanden en laten het land verder met rust. En dat blijkt veel beter te werken dan alle biotechnologie die we bedacht hebben. De koe floreert, maar ook het landschap zelf. We hadden het eeuwen lang fout.
Denken als verstoring, en rust
Dat is een natuurlijk patroon dat ook voor ons geldt. In ons geval is werk en studie de verstoring van onze vrije staat, en brengt dus voelbaar spanning in ons lichaam. Piekeren is werk, en is dus ook verstoring. Daar tegenover moet tijd voor herstel staan, dat is de rust. Doe daarom gewoon je dagelijkse taken, neem wat rust, geef aandacht aan de relaties met mensen die je lief hebt, en vertrouw op iets dat zorgt dat het antwoord in zijn eigen tijd komt.
Bedenk dat antwoorden en problemen sowieso een tijdsaspect hebben. De meeste “problemen” lossen zich vanzelf op (raken ingehaald of achterhaald) wanneer je niets doet. Dus waarom dan niet gewoon ontspannen en ze hun gang laten gaan? Je verliest veel tijd en energie met piekeren. In de natuur heeft alles meer rust dan dat er gewerkt en verstoord wordt. Ons brein heeft ons menselijke kwalen als productiviteit en doelgerichtheid gebracht.
Laat het los!
Je aandacht verleggen is een goede invulling voor degenen die roepen “Laat het los”, maar wees mild als je brein je niet los laat, hij is gewend de macht te hebben. Laat je gewoon vasthouden zonder er iets aan toe te voegen, en doe ondertussen gewoon een praktische taak die niet teveel aandacht vraagt, of zoek een afleiding waarin je relatief in kunt ontspannen. Na een tijdje wordt het dan vanzelf beter en komt er ruimte.
Het zijn de momenten waarop je er niet mee bezig bent die je de antwoorden zullen brengen, de momenten waarop je simpele arbeid verricht, in de tuin werkt, slaapt en uitrust of gewoon plezier hebt. Deze momenten voeden je lichaam en geven je de rust waarin de eenvoud ruimte krijgt om zich te tonen. En soms wanneer je het niet eens meer verwacht komt er een antwoord op een vraag. Misschien wel als je lekker dommelt na je nachtrust en de dag je nog niet bereikt heeft.
Het is wel leuk leven zo, want alles wordt voor je gedaan, althans alles wat met keuzen te maken heeft. Het is dan slechts nog jouw taak om je met andere leuke en noodzakelijke zaken bezig te houden en op te merken wanneer een antwoord in je opkomt. Oke, opletten… niet voor iedereen al zo gemakkelijk natuurlijk 😉
Hou maar van de eenvoud in je dag. Dat maakt je leven veel simpeler en voelt prettig.
Ursula Koopmeiners
Hallo Hans, hoe is het met je??
Bedankt voor je nieuwe verhaal.
Vanaf: Je lichaam als barometer, zat ik op het puntje van mijn stoel: o zo waar en heel herkenbaar…..
Ik kan je niet meer bereiken via je mail adres….
Groetjes, Ursula.
Hans Schuijff
Een reactie hier is ook erg welkom, Ursula. Fijn dat er nu een lezerservaring onder het artikel staat, en ik ben blij te lezen dat je het artikel gewaardeerd hebt en dat je herkent wat ik schrijf. Dankjewel voor de terugkoppeling.
Ik weet niet waarom je denkt dat je e-mails niet aankomen, maar ik heb vier e-mails van je ontvangen met deze reactie erin. Alles werkt dus gewoon. 🙂
Fijne dag en groetjes, Hans
Viviane
Ik geef mezelf een pluim omdat ik dit artikel tot het eind heb gelezen. Meestal neem ik niet de tijd om lange artikelen te lezen. Nu heb ik mezelf een enorme dienst bewezen om dit toch te doen. Ere wie ere toekomt, de auteur wist mij uitermate te boeien. Naarmate ik verder las boeide dit artikel mij steeds meer én werd het voor mij … eenvoudiger.
Ik kreeg gaandeweg antwoord op heel wat (ongestelde) vragen.
Ik vond dit artikel én mooi én leerzaam en wil graag wat van deze wijsheid delen o.m. via mijn blog ‘365 dagen verwondering’, uiteraard mét bronvermelding.
De grootste eye-opener vind ik dan weer de passage over LAAT HET LOS. Wat ik daarin lees is zo herkenbaar én tezelfdertijd ontlokt het bij mij de reactie “ah, dààrom!”
Van harte dank. Viviane
Hans Schuijff
Dankjewel, Viviane, voor je reactie en compliment. Ik besef dat dit artikel niet perse eenvoudig is, en er zit een spanningsboog in waarin lezers zich in het eerste stuk waarschijnlijk wat bewust wordt van spanning in hun lichaam, om pas later weer te ontspannen.
Die spanningsboog heb ik ook zelf gevoeld tijdens het schrijven. Het is een reis die we aangaan. Fijn dat je de reis hebt gemaakt, en tot het eind hebt gelezen, en dat je daarin waarde hebt gevonden.
Je eert me met je reactie en vraag, en het zou me natuurlijk ook eren als je het artikel wilt doorverwijzen en aanhalen. Ik dank je daarvoor op voorhand. Een citaat heeft altijd weer een andere uitwerking dan het hele verhaal, zoals een foto niet de hele reis is, maar het geeft ook dat beetje meer… en dat “beetje meer” ben jij.
Dat “beetje meer” kan nieuwsgierig maken en ontsluiten wat anders misschien niet gevonden (of begrepen) zou worden. Dat “beetje meer” kan waarde zichtbaar maken en de verbinding leggen. Dat beetje meer is wat ons inspireert naar een volgende stap.
Ik vertrouw op de stroom die ons beiden verbindt en inspireert. Geniet van je reis.
groetjes, Hans