Hoe komt het dat je over sommige mensen veel milder oordeelt dan over anderen? Dat je sommige mensen meer vertrouwt dan anderen? Wat maakt het verschil in hoe wij omgaan met leden van ons gezin, vrienden en anderen? Een artikel over de onzen en de zullies… en vooral onze menselijke aard… om in een adem uit te lezen…
Is het je wel eens opgevallen dat je een ander criterium gebruikt om mensen die je nabij staan (of waar je anderszins bij hoort) anders beoordeelt, via een ander criterium, dan mensen van anderen groepen? In de psychologie noemen ze dat het “ingroup-outgroup” principe.
Het blijkt dat als je twee groepen maakt en die iets laat doen dat elke groep over zichzelf veel positiever denkt (waarden, intenties, intelligentie, deugden) dan over de andere groep. Het maakt ook niet uit of de groepen met elkaar mogen overleggen of in contact zijn, het wantrouwen en het relatief negatieve oordeel blijft. Best vreemd misschien…
Of zou het een voor overleving nuttig principe zijn die de groepsbanden bevestigt en verstevigt? Als ik positief gestemd ben over mijn eigen groep, en de andere groep minder aantrekkelijk vindt, dan ben ik minder snel geneigd uit de groep te breken. Een dergelijke innerlijke houding maakt dat ik blijf kiezen voor de eigen groep en probeer die groep voordeel of waarde te bieden.
Evolutionair voordeel
Is dat een keuze, of ben ik evolutionair geprogrammeerd om die gevoelens en die manier van denken te hebben? In opstellingen spreken we dan ook wel van de groepsziel, die door de leden heen werkt. Er is geen bewuste keuze, slechts een illusie van keuze. In werkelijkheid is er een onbewuste, onbedwingbare en vaak zelfs onvoelbare neiging, en vormt ons denken en voelen zich naar die impuls.
Zoogdieren, en daarbinnen de primaten, leven vaak in groepen en in een sociale structuur, en halen hun veiligheid (overleving) vooral uit het lid zijn van een groep. De aantallen beschermen hen tegen extern gevaar. In de kudde of groep zijn vele ogen en oren die gevaar kunnen waarnemen. En door het groepslidmaatschap is het zelfs mogelijk om taken te verdelen, of te specialiseren, waardoor een groot deel van de groep zich met andere zaken kan bezighouden dan speuren naar tekenen van gevaar en het verdedigen. Ook andere diersoorten hebben dat voordeel gevonden.
Het lijkt dus eerder een evolutionair voordeel wanneer je positief over je eigen groep(en) denkt dan anderen, en daarmee je lidmaatschap bevestigd. En de keerzijde dat andere groepen dan minder aantrekkelijk moeten zijn is ook eigenlijk heel logisch. Het is deels door deze keerzijde dat het zo moeilijk is om met andere groepen samen te leven in een steeds vollere omgeving, en waardoor er regelmatig geweld en oorlog uitbarst. En zelfs discriminatie, en het vrijwillig afscheiden van delen van de bevolking in plaats van te integreren, zou als wortel best in dit principe kunnen liggen. De eigen groep heeft trekkracht.
Onbetrouwbaar denken, voelen en handelen
Onze natuur lekt door in ons denken, voelen en handelen, zelfs als we denken dat we ontwikkeld genoeg zijn om het te overstijgen. Heb je wel eens bedacht dat zelfs dit denken (de ontkenning van de eigen aard ten gunste van een meer verheven idee) zelfs binnen hetzelfde principe beweegt en dat we ook daarin (te) positief over onszelf denken en anderen veroordelen? Dat we zo denken omdat het hoort bij de cultuur van de groep waaraan we verbonden zijn? Een misschien onprettig, maar mogelijk ook ware gedachte. We worden nog steeds veelal gestuurd en beinvloed door onbewuste krachten.
Hoe belangrijker de groep (bewust of onbewust) voor ons is, hoe steviger dit principe kan werken, maar ook daar lijkt het een plausibele verklaring te geven. Wij mensen zijn deel van meer dan een groep en de afstand tussen ons en de groep varieert, er is een soort hiërarchie, waarbij de mate van conformatie en opoffering kan variëren, en dus ook de felheid van de strijd als de groep of een groepslid bedreigd wordt. Zoogdieren beschermen niet alleen zichzelf maar zijn ook bereid in zekere mate voor elkaar te zorgen en strijden. Logisch, want zoogdieren (en ook mensen) als ze alleen komen te staan. Die band is het zichtbaarst in de zoogperiode, maar ook daarna blijft de noodzaak tot verbinden. “Alleen ga je dood” is de ingeprogrammeerde mantra.
Familiebanden en familieopstellingen
Om het simpel te houden: wellicht herken je het volgende… gezin gaat voor familie, familie gaat voor vriendenkring, en vriendenkring voor de rest van de wereld. In elk geval als het erop aan komt, en de ware prioriteiten aan de oppervlakte komen. “Kom niet aan mijn kinderen” is vanuit dit evolutionair principe meer dan begrijpelijk. Deze drang om te beschermen kan zo groot zijn dat zonder te denken de ouder zich opoffert in een poging het kind te redden… de uitzondering is die moeder of vader die het niet doet. En ook omgekeerd gebeurt dat vanuit het kind, maar dan veelal onbewust en met minder drama. De familiebanden blijken zo sterk in ons geprogrammeerd dat we zelfs ons leven ervoor geven. Deze banden zijn onverbrekelijk, zelfs ongeacht ons denken. En familieopstellingen tonen dat keer op keer.
Niet voor niets heeft Stephan Hausner zijn boek over opstellingen rondom ziektes de titel gegeven ” Zelfs als het me mijn leven kost”. Een boek dat ik voor opstellers van harte aanbeveel. Erbij horen blijkt onze diepste behoefte en die band begint bij onze ouders. De illusie van individualiteit voorbij, blijven we groepsdieren. We zijn alleen intelligent genoeg om onze eigen impulsen en aard te ontkennen. Ons logisch denken past zich aan onze aard aan, en verklaart en ontkent dat naar believen.
Eenheid als oplossing
Samenwerking tussen groepen moet deze afstand overbruggen, de weerstand en wantrouwen die eenheid tegenwerkt overkomen, en eigenlijk kan dat pas als de groepsleden samenvloeien tot een nieuwe groep. Dat betekent dat de twee groepen beiden zullen oplossen en tot een grotere nieuwe kudde of groep worden.
Een nieuw begin, lijkt de enige manier om uit dit principe op te stijgen. En dat is niet zo gemakkelijk, want in de overgang moeten de leden van beide groepen hun drang om de andere groep te wantrouwen en de eigen groep te verheerlijken ook oplossen. Dat is een inertie (denk: weerstand) die energie en tijd kost om op te lossen.
Crisis als krachtvoer
Een crisis wil dat wel plotsklaps voor elkaar krijgen, dan worden vele groepen tot een groep in het oog van de gezamenlijke vijand, maar nadat de vijand is overwonnen, valt deze groep weer uiteen in deelgroepen die verschillende waarden en belangen dienen, en begint het weer van voren af aan.
Eenheid is niet zo eenvoudig, de verdeeldheid is gemakkelijker te vinden. Het principe van evolutie dat de basis is van natuurlijke ontwikkeling heeft variatie ook broodnodig om vernieuwing te brengen. Destructie en creatie hand in hand. En alleen mensen kunnen bedenken dat het niet dezelfde krachten zijn die slechts iets anders aan het doen zijn. De natuur bestaat niet uit recht en hoekig, maar uit chaos en een oneindige en eeuwigdurende variatie.
Voorbeeld: Mahatma Gandhi
Het verhaal van Mahatma Gandhi in India is daar een mooi voorbeeld van de bovenstaande beweging. Met de komst van Gandhi in door Engeland overheerst India, werd het een verenigd India tegen Engeland, en nadat de bevrijding onvermijdelijk leek werd het een felle burgeroorlog tussen inlandse bevolkingsgroepen en een massale volksverhuizing. Dat geweld was niet alleen het gevolg van twee groepen, maar wellicht ook nodig om de eenheid weer te verdelen. Na het wegvallen van de eenheid moesten eigen groepen hun terrein weer afbakenen en de groep binden. Uiteindelijk hebben de groepen weer een eigen grond gevonden door het afscheiden van een groot deel van de islamitische bevolking in Pakistan.
Misschien is het onoplosbaar in complexe sociale culturen, en is het de menselijke aard om groepen te vormen en grote groepen te splitsen in kleinere als dat de behoeften beter vervuld. Wantrouwen, twijfel en angst zijn misschien onze ware natuur, altijd op de loer als tegenkracht tegen de verheven innerlijke zelfbeelden die we onszelf toedichten voor het fijne gevoel. Misschien heeft het zelfs weinig te maken met menselijke aard, maar is het slechts een kenmerk van de natuur waar we deel van zijn.
Uitkomsten of intenties?
Dus wat is eigenlijk het verschil in hoe we naar onszelf en de onzen kijken en naar de anderen? In mijn ervaring is zijn we over de onzen meer geneigd te kijken naar de intenties dan de resultaten. Dat wat we deden was misschien niet altijd netjes of goed, maar we bedoelen het in elk geval wel goed, en onze motieven zijn zuiver. En wanneer we het niet goed bedoeld hebben, dan zijn we tenminste zo integer om ons daarover schuldig en rot te voelen…, toch?
Die anderen worden heel anders beoordeeld, en krijgen vaak de wind van voren of een wantrouwende afstandelijkheid. Zij worden beoordeeld op basis van de uitkomsten, want die smoes van goede intenties en bedoelingen geloven we dan niet, of krijgt nauwelijks gewicht.
Verrassing
Ons denken wordt vervormd door de aard die evolutie ons gaf, door de natuur zelf en de krachten die daarin werken. Na al onze ideeën over de menselijke grootsheid, en verlichting, blijken we toch gewoon nog tot de biologische natuur te horen, en onze instincten te volgen. Had jij het verwacht?
Zeg het voort…
Als je dit artikel waardevol vindt, of wanneer het je raakte of inspireert, wil je me dan helpen om het te verspreiden, door het te delen met anderen? Druk even op de social media knoppen hieronder. Vertel me wat je ervan vond. Ik stel het erg op prijs als je een reactie achterlaat.
✔ Reageer ✔ Deel ✔ Vind het leuk
Geef een reactie