Het is wat ons tot mens (of menselijk) maakt, zeggen we. Het brengt ons waarheid en zelfs Goddelijkheid. We verheerlijken ze zichtbaar, wentelen erin, pompen ze op, selecteren onze ervaringen en berichten puur op basis van hen. We bouwen voetstukken voor hen, en nemen ze zelfs tot identiteit. We noemen onszelf graag gevoelig, gevoelsmens, hoog sensitief en niet graag ongevoelig, gevoelloos of harteloos.
Het gevoel in ons lichaam is ons belangrijkste motief, heerlijk om veel te voelen. We vechten voor dat recht, bevechten mensen die niet als onszelf voelen of die onze gevoelens niet aanvaarden of “af proberen te nemen”. Nee, liever dan dat besmetten we elkaar met gevoel en verheerlijken alles wat met gevoel te maken heeft, vooral ons hart is daarin een hoofdrolspeler.
Collectief beschouwen we gevoel als wat ons LEVEND! maakt, en mensen die weinig gevoel tonen krijgen dan al snel het label levenloos, zombie, dood. Heerlijke emoties, bruisende energie door ons lichaam, voluit contact. Hele opleidingen worden gewijd aan het vermogen om steeds meer te voelen, de levendigheid in al zijn vormen. Voelen is is onze intentie, onze levensmissie. Het is heel belangrijk voor ons, ook al vinden we emoties soms ook wat onhandig in ons functioneren (vooral die van anderen natuurlijk).
Emotietolerantie en vaardigheden
Nu hebben we ook een probleem met onze emoties, en daarin zit de erkenning van het feit dat de omgang met emoties een mate van vaardigheid vraagt. Kinderen zijn misschien goed in het hebben van emoties, maar om te stellen dat ze bewust vaardig zijn hun emoties te reguleren en sturen?
En wat te denken van hun vermogen om emoties te verdragen zonder te handelen, of emoties te verbergen en in te houden? Daarvoor moeten ze eerst behoorlijk wat oefenen en bijschaven. Kijk naar een klein kind dat dapper probeert om niet te huilen, en je ziet een kind dat zichzelf zo ongeveer wurgt om een emotie binnen te houden. Emoties inhouden vraagt een ervaren spierreactie.
Zelfs het simpelweg kunnen verdragen van emoties (boven een bepaalde intensiteit) is al een vaardigheid die we moeten leren. Vaak leren we dat als kind van onze ouders en anders kunnen we dat met wat meer moeite proberen in bijvoorbeeld therapie of trainingen. We werken aan “aanwezig zijn” in onze ervaring (synoniem voor gevoel), en aan ons lichaamsbewustzijn en zijn. En daarbij kopiëren, bevestigen en versterken we elkaar, omdat emoties ook behoren tot de groepsidentiteit en cultuur.
Mensen met een lage tolerantie voor gevoelens of met een lichaam of geest die gevoelens teveel en te snel uitvergroot, kunnen ofwel ingedeeld worden als fobisch of psychisch ziek, ofwel modereren hun ervaring en geven zichzelf de afkorting hsp (hoog sensitief persoon).
Ik ben een Hoog Sensitief Persoon
Veel van deze etiketten (diagnoses) geven weinig verwachting tot verbetering (genezing), en ze moeten zich dus vooral afscheiden van de rest van de bevolking of chemische middelen en discipline gebruiken (naast veel rust nemen). Functioneren met een extreem lage emotie-tolerantie of met heel weinig beheersing over je emoties is in het gewone maatschappelijke verkeer erg moeilijk, en in dat gedrag ontvangen en geaccepteerd worden is daar nog moeilijker.
Waarde verandering door context
Gelukkig zijn er ok tal van beroepen en omgevingen die juist voor mensen met zeer lage emotie-tolerantie gunstig zijn. Beroepen waarin gevoelig afstemmen op de ander (energie) een belangrijke gave is en geen gebrek meer. Hun vermogen om wat ze voelen en ervaren heel erg uit te vergroten geeft ze een groot voordeel in die context bijvoorbeeld de context van spiritueel adviseur, goeroe, of medium.
Waarde is niet objectief of intrinsiek, maar een resultaat van een waarnemer binnen een context. Een waarnemer neemt geen waarde waar, maar kent waarde toe, daaro kan ze dus beter een waar(de)toekenner of tenminste een waarde-bepaler worden genoemd. Waarde bestaat slechts binnen de context waarin hij bepaald wordt. Dezelfde vliegtuigstoel wisselt enorm van waarde afhankelijk van de context waarbinnen hij verhuurt wordt.
Zoeken naar steun en passende context
Maar ondanks de steun moet de hsp (of welk etiket ook) een niveau van beheersing over zichzelf en zijn gaven leren. Aangezien het etiket in de nieuwe context andere betekenis heeft en meer status, is daar tenminste genoeg steun en hoop te vinden om dat ook te willen en kunnen. In die nieuwe context is de hsp bijzonder en aantrekkelijk, en wordt al snel soms benaderd als een leider terwijl hij aan de andere kant ontzien en vergeven wordt voor zijn natuurlijke beperkingen.
Cultuurboodschappen
Als je erop let zal je merken dat veel van de boodschappen en verhalen die we delen ofwel proberen ons te leren welke emoties we horen te voelen, ofwel leren hoe we met een ander en elkaar behoren om te gaan. Het vragen om ruimte en begrip, en het ontzien van emoties is daarin erg belangrijk. En terecht, want we weten ook dat emoties snel gevaarlijk kunnen worden. Bij een nieuwe toetreding tot een groep, wordt dat heel actief en intensief door bijna alle groepsleden bij toerbeurt gedaan.
De Godin die je werkelijk bent
Beroepen als energetisch werker, spiritueel (bege)leider, medium of goeroe bieden een context waarin datgene dat een gebrek werd gevonden de andere context opeens een talent van grote waarde is. Hier is veel bevestiging te vinden en kan je goed denken over jezelf, en kan je zelfs verering vinden als “de God of Godin die je werkelijk bent”.
De beleden religie is hier lief(de) zijn voor elkaar, waardoor veranderen niet meer nodig lijkt. Natuurlijk wordt ook hier gestreden om positie en ruimte, en tegen collectieve vijanden, maar dat merk je pas later. Zolang je maar een passende context kan vinden voor jouw specifieke mix aan eigenschappen is dat ook niet nodig. Wij mensen zijn creatief op die manier. We veranderen onszelf, of zoeken naar betere contexten, en beiden is goed. En zo worden we tovenaars en reizigers.
Zelf-rechtvaardiging
Veel van wat we over gevoelens zeggen is zowel waar als dat we het gebruiken als excuus om onze problemen en zwaktes te rechtvaardigen. De persoon die zichzelf gevoelsmens noemt, zegt dat ook om te rechtvaardigen dat hij of zij niet altijd zo gezellig is of handig reageert. De persoon die zich hsp noemt vraagt daarmee ook om begrip en milde reacties, en excuseert zich voor het afhaken, enige botheid in het afkappen, en het terugtrekken.
Opgepast, hypergevoelig
“Doe voorzichtig met mij”, zegt het de erkenning van het etiket vooral, en “Vergeef mij”. Etiketten als hsp vragen allereerst ruimte om onprettige gedragingen onbekritiseerd te laten, maar in sommige omgevingen is het ook een statusverhogende erkenning. Je kan een directe gemeenschapsbeleving krijgen als anderen met herkenning en broederschap reageren omdat zij tot dezelfde groep behoren.
Gevoelsmens
Ook het etiket “gevoelsmens” geven toegang tot zo’n groep. Het vertelt dat iemand regelmatig zodanig wordt overwelmd door gevoelens dat alle remmingen doorbroken worden en er geen andere mogelijkheid meer is behalve de emotie onbegrensd uit te leven.
Het uiten van dit gebrek aan beheersing via dit identiteitsetiket (gevoelsmens) kondigt enerzijds aan wat je te verwachten hebt en dus zal moeten aanvaarden, en anderzijds schermt het met het vermogen tot voelen alsof het een vaandel is dat je moet bewonderen. Impliciet zit erin verpakt dat je bijzonder bent als je kunt voelen, want dat is blijkbaar iets dat niet iedereen kan en doet. Het gevoelsmens moest eens weten, denk ik dan soms.
Opgepast, ik ben licht ontvlambaar en zeer onverdraagzaam naar oordelen en emoties
Het etiket gevoelsmens zegt vooral iets over de draagkracht van deze persoon in het verdragen van emoties. en het ontbreken van voldoende vaardigheid om de eigen emoties bewust te sturen. “If you can’t beat them, join them”, dus BEN ik gevoelsmens en verhef mijn emoties tot doel en geloof.
Laat ik zelf nu toch ook een gevoelsmens zijn? Zelfs een ZHSP (zeer hoog gevoelig persoon), en een hoog ontwikkelde ziel met een fijne trilling! Het is me vaak genoeg verteld, en mijn haarscherpe waarnemingen en groot vermogen tot afstemmen moeten ergens vandaan komen. Dus ik heb al vele levens achter mij en ben alles wat goed is, want anders kan dat niet. Nu zijn er weer anderen die me een vroeg trauma toedichten, dus helemaal weet ik het ook niet.
De grens van een gevoelsmens
Natuurlijk wordt ik soms ook wel van iets anders beticht door iemand die zich veel meer gevoelsmens acht dan mij. Dan ben ik juist weer geen gevoelsmens, en heb ik al helemaal geen contact met mijn hart. Meestal zijn dat de momenten waarop me gevraagd wordt oordeelvrij mee te gaan in een drama met veel emotie, en ik geen zin heb om dat te ontvangen en te gaan bevestigen in iets waar ik anders over denk.
Hoogmoed
“Ga uit je hoofd en naar je hart” wordt dan geroepen, en vervolgens moet ik een “hart-lever” worden. Blijkbaar hebben ze röntgen ogen en zijn bekwaam in het beoordelen wat ik wel of niet voel of ik wel of niet mijn hart volg. Natuurlijk mag ik andersom vooral niet oordelen, wat ik ook weet, zeker na zo’n opmerking. Het is een meer dan hoogmoedig oordeel van iemand die mij zeker niet goed blijkt te kennen, en die zelf zo het eruit ziet nog genoeg te doen heeft. Het is dan soms lastig om de hoogmoed niet meteen terug te demonstreren.
Waar haal je het vandaan?
En op mijn mindere momenten, ook geraakt in mijn innerlijke gevoelsmens en worstelend om overeind te blijven, roep ik dan soms gefrustreerd terug “Waar baseer je die veroordeling op? Hoe kom je erbij dat ik niet voel, of contact met mijn hart heb? Wie denk je wel dat je bent?” Soms gaat het alleen maar van kwaad tot erger, zelfs al heb ik goed door wat het proces hier is terwijl het zich afspeelt. Kennis helpt vaardigheid maar een heel klein beetje, vooral als het om draagkracht en emoties gaat.
Opgepast: Gevoelsmens, nooit spiegelen
Een gevoelsmens (of eigenlijk liever emotiemens) zomaar spiegelen is ook wel het domste wat je kunt doen, vooral als er al signalen zijn dat iemand delen van zichzelf loochent of ontkent. Reken erop dat gezichtsverlies niet gedragen kan worden voor iemand mogelijk al strak gespannen is van angst voor oordelen en reacties.
Het maakt niet uit of die persoon vlak daarvoor zelf een overtuiging heeft geuit die zijn huidige emotie ontkent, ontkracht of bevrijdt, niet van wat die persoon eerder heeft gezegd maakt enig verschil, je mag vooral nooit die eigen woorden spiegelen, behalve als je het leuk vindt de wind van voren te krijgen.
Ideeën uitwisselen met een gevoelsmens
Dat iemand rationeel kan modelleren en zich zo uiten, zegt nog niet dat daaronder niet een gespannen ton met emoties die enkel met bevestiging en verering om kan gaan. Dat het lijkt of die persoon op zoek is naar dialoog en het uitwisselen van ideeën maakt nog niet dat die de vaardig is om voorbij zijn eigen oordelen te kijken wat daar nog meer te vinden is, of zelfs open staat voor andere ideeën.
Dat het uitzenden van ideeën geen probleem geeft, betekent nog niet dat ontvangen ook mogelijk is. Een gevoelsmens zit vaak vol met ideeën over het kwaad van de wereld en waarom hij of zij slachtoffer is of wij dat zijn. Merendeels is een gevoelsmens iemand die ofwel nu aan het lijden is, ofwel uit diep en langdurig lijden afkomstig is.
Vaak is dan de pijnplek nog heel gevoelig met nog nauwelijks een korstje of nieuwe huid erover. We houden ons groot naar anderen en verbergen onze diepe pijn in de hoop dat die ander het niet merkt. En als je met zo iemand over ideeën in gesprek gaat zal je snel onlogische argumenten tegenkomen, merken dat de ander afhaakt uit het gesprek en begint jou onderuit te zagen in plaats van je boodschap.
Ga je hart leven!
“Ga uit je hoofd”, sufferd! “Je moet voelen”, net als ik. Ideeën en logica zijn de vijand, of tenminste de valkuil, nee voelen… “Je moet niet zo willen begrijpen”. “Man, zeker?” “Ga je hart leven!” Alsof het een iets met het ander te maken had. Het zijn slechts signalen dat het de ander niet om ideeën en kennis gaat maar om veiligheid en bevestiging. Aan jou of je dat wilt geven, maar verder dan dat zal het gesprek niet gaan.
De ander wil niet verliezen en heeft het gevecht nu naar een andere context gebracht: de relatie en de motieven. Het overwicht wordt hervonden door jou als “kapot” te kaderen en zichzelf als de helende boodschapper die jou wel zal vertellen wat je nodig hebt om gerepareerd te worden.
Ik ben een beetje dom geweest
Je er ook ietwat ingetuind doordat je gewoon niet herkende dat de ander slechts een lokaas uitzond op een terrein waarop hij of zij helemaal niet wilde spelen of echt vaardig was. De explosieve reactie zat vol onmacht en angst. De ander had gewoon geleerd dat het uiten van dit soort gedachten (merendeels van anderen) wat aandacht en bevestiging opleverde, en was niet echt voorbereid op een inhoudelijke dialoog met iemand die sterke argumenten heeft.
Toen je het idee uitdaagde bleek al snel dat het daarover niet ging, dat het slechts ging over het gevoel dat die persoon erbij kreeg. Het ging over verbondenheid met een groep of concept, niet over het idee zelf. Althans niet voor die persoon. Voor jou ging het misschien wel over het idee, al was ook jouw motief een gevoel of behoefte. Wat resoneerde er in jou toen je het ontving eigenlijk? Waarom gedroeg je je zo masochistisch dat je jezelf tot bliksemafleider en boksbal promoveerde?
Gevoelsmensen die ideeën gaan promoten als waarheid
Het is vreemd dat wij gevoelsmensen zo geneigd zijn ons te presenteren op een terrein waar we ons eigenlijk helemaal niet prettig in voelen en waar we eigenlijk niet vaardig genoeg in zijn. Het terrein van idee-vorming en uitwisseling van ideeën, de wereld van cognitief leren waarin we vele jaren geschoold zijn. We herhalen veel, maar denken zelf eigenlijk niet zo diep na.
Eigenlijk zijn we slechts op zoek naar een veilige plek waar we gezien en gewaardeerd worden, en welkom worden ontvangen, een thuis. Het probleem is dat we nog niet weten nog hoe we ons zomaar thuis kunnen voelen tussen anderen, en die plek dus denken te moeten verdienen (wat helaas ook vaak waar blijkt).
Het gaat om de verbinding
Wat we zochten is de verbinding die ons een plek en een bestaan geeft, en een missie of roeping is daarvoor het beste surrogaat dat we kunnen verzinnen. Als we elkaar in geloof vinden, dan zijn we in elk geval niet meer alleen of waardeloos.
Het ging niet om het idee of geloof zelf, het ging eigenlijk over de verbinding die we daarmee vonden. Eigenlijk wilden we slechts toetreden tot een voor ons aantrekkelijke groep. Kritiek bedreigt onze plek in deze groep en dat is heel beangstigend misschien zelfs levensbedreigend.
Wees gewoon eens eerlijk over jezelf!
Waarom zeggen we niet gewoon waar we echt naar op zoek zijn, en vragen de ander om hulp daarbij? Zou het kunnen dat we het dan moeten hebben over emoties die we zwak vinden en waarvoor we ons ietwat schamen? Zou het kunnen dat we een sociaal aanvaard masker hebben opgezet, waarin veel buiten beeld blijft? Maar als je dat van jezelf weet, waarom kies je dan voor een spel van argumenten en ratio, wetend dat je niet op dat niveau vervullend contact kunt vinden, dat je eigenlijk een andere nabijheid een andere intimiteit zoekt.
Waarom zeg je niet gewoon: Ik voel me ontzettend onzeker, wil je me vertellen dat in elk geval JIJ mij waardevol en belangrijk vindt? Waarom zeg je niet gewoon: ik heb bevestiging en steun nodig! Waarom vraag je niet: wil je me gezelschap houden, want ik voel me zo alleen. Wil je me helpen en je kracht lenen, want ik weet niet wat ik met mezelf en mijn leven aan moet. Wil je me vertellen wat ik moet doen alsjeblieft, wil je me een doel geven?
Soms vergeet ik dat het eigenlijk over de verbinding gaat en dan reageer ik te heftig op iets of iemand die mijn geloof bedreigt of uitdaagt. Dan reageer ik alsof die persoon mij heel wat aandoet door me te laten nadenken over een waarheid die mij zoveel heeft gegeven, mij in verbinding bracht met zoveel mooie mensen en een waardevol leven. Zou ik dat verliezen als ik kritisch zou zijn naar de ideeën van dit geloof?
Mag het wat eerlijker? Kan het wat eerlijker? Nee, dat kan nog niet, want mensen die op die manier eerlijk zouden zijn redden het als regel niet in onze op strijd gebaseerde samenleving. Wij vereren kracht, vooral de kracht van woede, De manier om te overleven is het vinden van een missie, je vervolgens op te winden (boosheidsenergie opbouwen) over dat het nog niet klaar is, en dan daar je energie in te brengen.
Oppompen en ervoor gaan als overlevingsstrategie
Oppompen en ervoor gaan, dat is ons ideaalbeeld, of het nu om relaties gaat of om maatschappij of om werk. Oppompen en ervoor gaan, en om te overleven moet je een mix bezitten van agressie (voorwaartse doelgerichte energie) en weerbaarheid (het vermogen om met tegenslag en afkeuring om te gaan). Focussen en doorzetten, dat is wat succesvol maakt. Wij aanbidden degenen met de meeste kracht, zolang ze maar aan onze kant staan.
Opgepast: Emotie is niet logisch noch rationeel
Als iemand zich gevoelsmens noemt ben je eigenlijk ook al gewaarschuwd. Elke andere reactie dan instemming wordt dan mogelijk niet verdragen en je kunt beter eerst toetsen oe groot de draagkracht is door veel controle aan de ander te geven. En anders… EMOTIE IS NIET RATIONEEL, weet je wel? Hoezo mijn eigen woorden teruggeven? Daar kan ik niet mee omgaan, en dus krijg jij nu mijn woede in je schoot als nooit tevoren. Herkenbaar?
Gevoelens of emoties
Als we “gevoelens” zeggen, bedoelen we meestal emoties. Zelfs als iemand zegt het te onderscheiden van emotie, is dat meestal slechts een indeling waarbij bepaalde intenties (emoties) worden verheven tot beter dan andere intenties en bedoelt de persoon dus vooral een meer aantrekkelijke selectie van zijn of haar emoties. De meeste mensen maken niet echt onderscheid tussen gevoel en emotie.
Emotie en gevoel is ook niet echt verschillend omdat beiden slechts een natuurlijke functie zijn van ons lichaam dat wordt aangestuurd door overtuigingen en gedachten, oftewel ons brein en verstand. Soms komt het ons wel goed uit om dat verband te ontkennen, en grijpen dan liever naar andere verklaringsmodellen die meer magisch zijn dan simpelweg ons brein. Woorden als energie, ziel en God komen dan in beeld.
Ontkenning van het lichaam
Veel mensen hebben sowieso geleerd om hun lichaam compleet te ontkennen, door het tot een lager zijn en instinct te reduceren. Dat is misschien in veel spirituele en religieuze beoefening nog het duidelijkst. Wij zijn niet ons lichaam, roepen we dan, maar vergeten dat ons lichaam dat niet weet en ons gretig blijft aansturen en vullen met motieven. Slechts onze geest, aangevuurd door verlangens en overtuigingen, is in staat tot een dergelijke zelf-ontkenning. Gevoelsmensen verheerlijken juist hun lichaam terwijl ze andersom dan weer hun geest miskennen en ontkennen.
Cyclus: Eerst exploderen, daarna schamen en excuseren
Het zijn van gevoelsmens betekent daarom ook dat deze persoon onvoldoende controle heeft over haar eigen gedrag en dat van daaruit gemakkelijk onbeheerst en impulsief kinderlijk gedrag kan volgen waar de omgeving het maar mee moet doen. Dus onbeheerst drammen en zeuren en exploderen omdat het zo menselijk is. Lichaamsbewustzijn, misschien, maar weinig emotionele intelligentie en zelfbewustzijn.
En achteraf is er dan het schuldgevoel en de schaamte die gecompenseerd wordt met krachtig gebrachte zinnen als “Ik ben nu eenmaal een mens en geen robot” of “Ik ben nu eenmaal een gevoelsmens” of “Het kwam door de alcohol. Heb ik me soms wat misdragen?”, “Het is niet mijn schuld, het kwam door…” Klinkt bekend? Trouwens komen die zinnen ook weer uit woede-energie als reactie op de zwakte in de eigenlijke emotie. Boosheidsenergie is een welkom dienaar.
Zelf-rechtvaardiging
Vaak genoeg gebruiken we het label gevoelsmens graag om ons wat minder sociaal aangepaste gedrag te rechtvaardigen, en met bravoure roepen we dan dat iedereen vooral uit zijn hoofd moet gaan omdat alleen gevoelens uit een diepere bron van waarheid komen. Denken is slecht voor je, is een impliciete mantra van veel gevoelsmensen.
En als we dan om ons heen kijken en zien waar al die andere gevoelsmensen toe in staat zijn, als we zien waar al die onbegrensd uitgeleefde gevoelens ook toe leiden, dan moeten we ook daarvoor een verklaring geven. Dan komen we met antwoorden die impliceren dat de ander een slecht, oneerlijk of fout mens is (weer een identiteitsetiket in plaats van een gedragsetiket), of nog onbewust, of misschien niet menselijk genoeg. Of we maken indelingen waarin we goede gevoelens en minder goede gevoelens onderscheiden, echte en onechte liefde, hoofd en hart, echte vriendschap en onechte, enzovoort.
Het verstand als grote regulator
Meestal bedenken wij gevoelsmensen niet dat juist dat verstand dat we zo afkeuren, nodig is om ons (en elkaar) te redden van onze gevoelens. We bedenken niet dat tussen het gevoel en het uitleven van dat gevoel een keuze zit waarin ons verstand een belangrijke rol heeft. We hebben het liever druk met ons goed voelen en aanvaarden dat we soms overgenomen worden door een sterk en lang onderdrukt rotgevoel dat we niet willen.
Liever dan ons gebrek aan wil, vaardigheid en inzet te tonen, verheerlijken we datgene wat ons het meeste dwars zit (ons gevoel). En we kunnen dat, omdat het niet onze schuld is en we geleerd hebben dat wij goed zijn zolang we geen schuld hoeven te nemen. We leren dus schamen en sorry zeggen en herhalen hetzelfde in allerlei vormen omdat het ons maakt tot wie we zijn. Ons verstand heeft het nakijken.
Best een vreemde diersoort
We zijn in veel dingen behoorlijk inconsequent en zeker niet helemaal te voorspellen, ook niet als je iemand lang kent. Dat maakt mensen ook wel heel interessant, en creëert veel mogelijkheden tot helpen en leren. Therapie en coaching en spirituele hulpverlening en cursussen alom. En veel van die cursussen en begeleiding leert ons denken aan te passen en ons gevoel te kalmeren.
De mens is de enige diersoort die andere mensen nodig heeft om te bepalen wat het moet eten en hoe het zich moet gedragen. De meeste dieren weten dat van zichzelf al.
Slechts zelden kom je een zelfontwikkelingsvorm tegen die niet ook een mensbeeld en eigen theorie over leven meegeeft. En als het om geloof en religie gaat mogen die ideeën vaak niet kritisch benaderd en getoetst worden, je moet ze simpelweg geloven. Eigenlijk gaat het steeds over een model dat de samenhang weergeeft tussen gedachten, gevoelens, motieven en lichaam, en dat een keuze maakt hoe je daarbinnen moet zijn en bewegen om gelukkiger te zijn en meer vervullende relaties in je leven te krijgen.
Geluk, liefde, succes en rijkdom als synoniem voor prettig gevoel
Geluk en liefde zijn merendeels andere woorden voor meer prettige gevoelens te krijgen en meer vervullende relaties. En wat maakt relaties meer vervullend? Inderdaad, minder onprettige en meer prettiger gevoelens. Ook succestrainingen brengen met andere woorden merendeels hetzelfde via het bereiken van doelen en vergaren van rijkdom en bezit.
Het is een erg aantrekkelijk boodschap die zelfontwikkelingsland ons biedt, en daarmee een oneindige markt, want wie heeft nu geen verlangen naar betere gevoelens, een beter leven en een omgeving die meer bevestiging teruggeeft van hoe belangrijk en waardevol je bent (en daarmee in theorie jouw rotgevoel compenseert en je een prettiger gevoel geeft)? Een indringende behoefte die geen duurzame vervulling kent, een natte droom voor kapitalisten.
Een enorme IK-industrie
Gezamenlijk vormt al die scholing en begeleiding samen met alle lectuur en literatuur die ons mede proberen te vormen misschien wel de grootste markt en industrie in onze mensenwereld. En impliciet ligt daarin de erkenning dat er wel heel wat mis is met ons mensen, dat de intelligente machine die ons brein en lichaam zijn gedurende zijn gebruiksduur veel gebreken en fouten oploopt die dan weer gerepareerd moet worden.
Ik, Ik, Ik
We kunnen er geen genoeg van krijgen, al die gevoelens en met onszelf bezig zijn, en zoeken continue naar informatie (en betalen daarvoor) over hoe gelukkige en succesvolle mensen dat bereikt hebben. Omgekeerd willen we ook graag ontdekken dat de groten en succesvolle toch eigenlijk net als wij zijn (dus toch niet helemaal zo gelukkig of succesvol en vrij). En hop, weer zijn een paar industrieën gevormd.
Ze mij, ja hier! Ik ben belangrijk!
Beroemdheden hoeven in ons tijdperk niet veel meer te kunnen dan bekend zijn, en vervolgens hangen we aan hun lippen en staren naar hun beelden, hun mening is door hun bekendheid opeens erg belangrijk. Gelukkig zijn er onder hen mensen die behoorlijk wat betrokkenheid en wijsheid ontwikkelen, maar dat is zeker niet noodzakelijk.
Gezien en gekend worden is het grote geld in het informatietijdperk met al zijn media, en er zijn er genoeg die dat spel tot in de puntjes beheersen. Natuurlijk zijn er nog heel veel meer die alles opzij zetten om het te leren. Begeerte es de naam van het spel, en succes moet schaars zijn om het aantrekkelijk te maken. Beroemd en geliefd worden, is de grote begeerte en een ingang naar alle gevoelens waar we zo naar hunkeren.
Ondertussen kunnen we ons gevoel sturen met het consumeren van beeldverhalen en klanken. Maar he, wat gek, je zou verwachten dat we met al deze mogelijkheden alleen prettige en fijne gevoelens zouden opzoeken, maar dat is zeker niet het geval. Het lijkt erop dat we naast bewondering vooral herkenning zoeken, en we smullen het meest van alle tegenslagen en levensdrama’s. De informatie die we aandacht geven lijkt vaak vooral gericht op opwinding en dus angst, boosheid en verontwaardiging. Hoe komt het toch dat we vooral dat aangeboden krijgen? Houden we niet van kalm en prettig? Zoeken we opwinding en afleiding in een leven dat we verder te saai vinden?
Nieuwe kruiken, alles hetzelfde
Al die trainingen veranderen niet echt heel veel aan wat we elkaar vertellen, hooguit leren we andere woorden voor hetzelfde. Er is geen verandering in onze primitieve structuur, waarin onbegrepen emoties zich spontaan vormen en we (vooral onze eigen) emoties blijven verheerlijken en uitleven. Als iemand al leert, dan wordt hij of zelf ook leraar of neemt afstand van de massa en leeft een rustig en anoniem leven. En opnieuw is er een motief: leraar worden is aantrekkelijk want dat trekt bekendheid en aanbidding en dus tal van prettige gevoelens.
Identiteit: Een toefje Emotie, een sterke wil, en wat gedachten en overtuigingen
Kom niet aan iemands emoties of emotie-structuur, en al helemaal niet onuitgenodigd. De kans dat je tot bliksemafleider voor iemands woede wordt verheven is dan erg groot. Ofschoon ik geen zicht heb op objectieve gegevens, vermoed ik dat de gevoeligheid voor het aan iemands kinderen komen of aan iemands emoties aardig gelijkwaardig zal zijn.
Emotie is de grootste component van wat we identiteit noemen, en vlak daarna komt onze wil (die merendeels onze emotie dient) en ons denken (dat merendeels een bron is voor onze emoties en een rechtvaardigingsmachine). Het instrument van al deze elementen, het lichaam komt slechts impliciet aan bod, of wordt om zijn uiterlijk het directe instrument van onze emoties (Hoe zie ik eruit? Vind je me niet mooi? Ik ben een lustobject). Zou het toeval zijn dat alle drie deze identiteitsdelen zoveel met emotie te maken hebben?
Genieten en woede
We willen heerlijke gevoelens en ook de ruwe bruisende energie van het woede-gevoel kunnen velen graag waarderen (we hebben geleerd dat we sterk zijn in woede). Woede willen we nog wel, als we tenminste de vrijheid in onszelf hebben om deze energie te volgen.
Gelukkig hebben veel van ons dat geoefend, en massaal leven we daarom onze woede uit op nietsvermoedende voorbijkomend dingen, dieren of personen, misschien iemand die zich aanbiedt als bliksemafleider door je terecht te wijzen, of zelfs een vraag te stellen bij wat je aan het doen bent.
Oppeppen en managen van emoties
Maar gewoon de stroom van bruisende wildheid is ook al genoeg, vaak ondersteund door wilde luide muziek, dans, seks, drugs (alcohol of erger) en wat je verder maar kan bedenken. Ook in woede is het leven een feest! De innerlijke drug in de vorm van onze eigen hormonen brengt de boel op gang, en als dat niet genoeg is hebben we genoeg middelen uitgevonden om de innerlijke rem weg te halen en ons goede gevoel wat verder op te pompen. Om na het uitlaten van de woede ons weer te kalmeren met andere middelen. Feest is belangrijk.
Woede is spannend
Woede wordt door velen heerlijk gevonden en opgezocht, de spanning, de uitlaat, de confrontatie, de ruwe kracht die door je lichaam bruist. Zolang woede stroomt kan je ook daarin voelen dat je levend en sterk bent, helemaal als iemand anders ook nog een gelijkwaardige woede aan je teruggeeft zodat je kan voelen hoe sterk je wel bent. Niet te lang natuurlijk, en je moet wel enigszins gelijkwaardig zijn in woedekracht om dit sociale spel enigszins interessant te maken.
Zelfdestructieve knoppen
Natuurlijk moet de woede niet geblokkeerd raken, want dan richt hij zich tegen jezelf en raak je in gevecht met je eigen woede. Dan kom je op een pad van zelf-repressie en kan gemakkelijk eindigen in allerlei psychische en psychosomatische ziektebeelden, variërend van huidklachten tot aan depressie. Woede heeft alleen dan zin als het zich ook voldoende kan uiten, in een omgeving die er ook voldoende mee kan omgaan.
We willen sterk zijn en niet zwak
De aantrekking van woede is ook een negatieve aantrekking: we willen namelijk niet zwak zijn, hebben geleerd dat gevoelens als schaamte, angst, verdriet en onmacht ons passief maken en doen terugtrekken uit de mensengemeenschap en daarmee ons groepslidmaatschap bedreigen, We proberen die emoties dus te compenseren door andere emoties op te roepen zoveel als we kunnen.
Stapels emotie
Emoties zijn in beweging en vaak genoeg stapelen we ze op elkaar. Dus wordt bijvoorbeeld angst, onmacht of schaamte vervangen door een krachtiger gevoel zoals boosheid, die we vervolgens op vertrouwde wijze kunnen uitleven en die ons weer vullen met krachtig. We gaan ervoor!
Emoties leren kalmeren
En als we niet meer zo boos willen zijn en genoeg hebben van de reacties op boosheid, dan kunnen we leren kalmeren. Dat moeten we al snel sowieso leren, want boosheid is net als elke gewoonte: we worden er steeds beter in naarmate we vaker oefenen. Om je eigen explosiviteit dus te begrenzen en nog een aantal relaties over te houden, zal je dus ook in staat moeten zijn om jezelf te kalmeren.
Dat kan deels door het uitleven op veiliger manieren (dans, seks, werk) en deels door ontspanningstechnieken (meditatie, deelgroepen, yoga, enzovoort). Je wilt per slot niet dat je groepslidmaatschap onmogelijk wordt, en woede voelde al me al toch niet zo goed als je dacht. Met al je bravoure over je kracht en dat het zwak was om niet boos te kunnen zijn, wil je toch liever niet boos meer zijn. Je hebt de prijs van boosheid nu lang genoeg geleefd.
Verschoppelingen onder emoties
De ander kant van emotie is dat er ook emoties zijn die (naast het resultaat dat we eruit halen) ook bijwerkingen hebben, en dat er emoties zijn die we het liefst in onszelf ontkennen en wegstoppen. Niet alle emoties openen ons lichaam als blijdschap, en niet alle emoties vullen ons met een krachtige naar buiten gerichte energie waarmee we deuren kunnen openen en muren doorbreken (en onbewust sluiten en verbranden)
Deze verschoppelingen onder de emoties roepen soms wel aandacht op van de omgeving, maar te weinig waardering, en in deze emotie voelen we ons niet zo open, bruisend, kriebelend, aantrekkelijk en levend, en al helemaal niet levendig. Het zijn merendeels gevoelens die ons doen terugtrekken en wonden likken, of die ons op afstand doen toekijken in plaats van mee te doen, gevoelens die ons verkrampen en bevriezen, deze emoties hebben we nooit gewild.
Herinnering aan een machteloos gekwetst kind
Ze doen ons ook teveel denken aan de tijd dat we nog klein waren en niet belangrijk genoeg om naar geluisterd te worden, het herinnert ons aan een tijd waarin anderen de sterkeren waren en ons hun wil oplegden. Hoe dat voelde, willen we niet meer voelen, zelfs niet het warme verdriet dat ons daarna troostte. We willen niet echt meer klein zijn, hooguit vrij en vol levenslust en nieuwsgierigheid kunnen spelen als een kind.
Verlangen naar heelheid
Natuurlijk is er meer dan blijdschap en woede alleen, er zijn tal van emoties die in de hoek staan in afwachting tot ze er weer bij mogen horen. En het is niet ons primitieve emotieve deel dat ervoor zal zorgen dat ze er weer mogen zijn. Dat deel wil alleen maar blijdschap, vrijheid en kracht voelen, en zich veilig wanen van alles wat moeilijk is en onprettig.
Wie brengt de weeskinderen terug, zodat we weer compleet kunnen zijn? Laat je hieronder lezen, en schrijf je reactie. Ik zal het zeker lezen.
Katja
Ik moet dit nog een paar keer lezen om het echt door te laten dringen denk ik. Ik herken veel van mijn weerstand tegen opdringerige gevoelsmensen (helaas stikt het er van) maar vind de heftig sarcastische toon ook wat verdacht. Daar schuilt veel emotie achter. Nou kom ik ze nogal veel tegen sinds ik me met hoogbegaafdheid bezig houdt. Hoogbegaafden noemen zichzelf ook bijna altijd HSP. Ik heb met beide labels niet zo erg veel maar intelligentie en cognitie vind ik wel bijzonder boeiend. Als ik wil sparren met mensen op flink abstract niveau daarover zit ik al snel bij de Mensa of HB gemeenschap. Mixed emotions daarover.
Maar bedankt voor deze kritische noot. Het heeft me in ieder geval doen lachen en ook absoluut doen nadenken. Het legt de vinger op een paar plaatsen waar ik (cognitieve) jeuk had en dat brengt verlichting. 😉
Hans
Hallo Katja, bedankt voor je reactie en graag gedaan natuurlijk. Ik verhelp graag innerlijke jeuk (of breng het terug aan, naar believen).
Natuurlijk toon je jezelf ook echt een gevoelsmens, als je het hebt over je reactie op opdringerige gevoelsmensen en hsp’s en als je vertelt hoe je trekt naar cognitie en intelligentie. “Echt een hsp”, denk ik dan. Je lijkt wel een mens. Een gemiddeld hsp kan ook helemaal niet zo goed omgaan met andere hsp’s. Die ander zal al snel een narcist lijken, met al die dwingende gebruiksaanwijzingen en egocentrische aandacht.
Voor mij is het wat onzinnig om te spreken over gevoelsmensen, omdat ik ervaar dat iedereen er een is en we slechts verschillen in de manieren van omgang met de eigen gevoelens en de mate van emotie-bewustzijn (of zo je wilt Emotie intelligentie). Zelfs de meest ongevoelige lijkt maar zo omdat hij zijn gevoelens nauwelijks verdraagt en misschien wat snel verstart of heeft geleerd met succes dwang te hanteren of imponeren. In famileiopstellingen leer je ook daarover.
Veel gedachten en bewegingen starten eigenlijk met een gevoel in ons lichaam en zijn dus slechts reactief. Als er onprettige gevoelens zijn dan beweegt de een weg, of trekt zicht terug in zichzelf, de ander gaat erin op en gaat meedoen of helpen, en weer een ander gaat vechten en beschuldigen. Eigenlijk is dat allemaal hetzelfde in een andere verschijningsvorm. De ene reactie is niet beter dan de anders, slechts anders. Ook ik moet dus wel regelmatig lachen om hoe raar we eigenlijk zijn. Ik lijk wel een mens. 😉
Een gemiddeld hsp heeft een aantal levensvaardigheden onvoldoende ontwikkeld en kan dan veel baat hebben bij hulp in zelfregulatie of de omgang met emoties en het leren over hoe ontmoetingen en aanwezigheid eigenlijk werken. Dat is echter geen sinecure voor iemand die eigenlijk al erg belast is door de innerlijke (over)reacties op externe en innerlijke prikkels. Het is daarom logisch dat ze zich wat terugtrekken en hun omgeving proberen rustig te houden en rekening te houden met hun gebruiksaanwijzing en beperking.
Het is ook logisch dat gevoelige mensen vaak veel externe bevestiging nodig hebben, omdat ze innerlijk eigenlijk erg onstevig staan en onzeker zijn over hun recht tot bestaan of erbij horen. Natuurlijk wordt er dan druk gewerkt aan manieren om dat recht tot bestaan te verwerven, bijvoorbeeld door spiritueel of anderszins bijzonder te worden en anderen uit te nodigen om de broodnodige bevestiging te geven die zo verdiend is.
Nuttig zijn maakt dat je er mag zijn, maar wat als je niet kan geven? Het verdragen van eigen feilbaarheid is ook een moeilijk punt, want zelfs de suggestie kritiek drukt meteen heel zwaar op dat recht om te zijn en wordt dus vaak heel slecht verdragen. Overreageren houdt je in elk geval ver van de situaties die je echt niet verdraagt, ook al is de overreactie zelf ook niet gemakkelijk.
Het zijn dus vooral harde werkers op het gebied van spiritualiteit, afstemming, een of andere vaardigheid of intelligentie. De verhalen waarmee ze zich overeind houden zijn hebben tot doel hun leven wat gemakkelijker te maken binnen de beperking van hun gevoeligheid, dus zijn ze niet perse erg waar of echt helpend en vaak bevestigen of verheerlijken ze de beperking of komt een oplossing van buiten van een of andere magische bron of technologische toekomst. Vaak zijn ze dus magisch van karakter (of andersom onrealistisch rationeel). Allemaal pogingen om het veiliger te maken en houvast te krijgen. Ze zijn snel “weg” als het onveilig lijkt en het lijkt snel onveilig.
Als het moet kan ik best nog van alles roepen over allerlei van dit soort etiketten, hele boeken vol, maar doorgaans vind ik de ontmoeting met een ander mens in diens echtheid veel interessanter. Deze mens heeft er dus een ding van gemaakt om in de verbinding te duiken en daar een ander mens te ontdekken in al zijn kwetsbaarheid, kracht en schoonheid. Dat is best een fijn beroep, al kan het wat kosten om op die plek te komen. Het is altijd de moeite waard.
Uiteindelijk stemt elk mens onmiddellijk en zeer fijngevoelig af op elk ander mens. De ontmoeting is echter niet voor iedereen zo goed te dragen. Daarom hebben we tal van manieren om hem dragelijk te maken en te vermijden en spreken dan over anderen die zo lastig zijn etc., terwijl we eigenlijk geen raad weten met onze innerlijke reacties op hen.
De verbinding ontdekken en daar een ander mens vinden… de eenzaamheid in jezelf oplossen door een echte intieme ontmoeting met een ander mens… jezelf delen met een ander zodat die ander dat ook terug kan doen… is er iets mooiers dan die ontmoeting? Wat er komt is niet perse comfortabel of gemakkelijk, maar wel eerlijk en persoonlijk. Rijk…
Wie weet, kom ik jou daar ook eens tegen. We gaan het wel merken.