Toen ik me afvroeg of we niet iets belangrijks zijn vergeten, schreef ik over de beweging van herinneren en eren. Het zijn bewegingen die niet erg passen bij onze huidige cultuur, waarin we vooral kwaliteiten van jeugd lijken te bewonderen, maar het is wel een noodzakelijke beweging als je betekenis en compleetheid wilt vinden. Vandaag breng ik je daarom de vraag “Hoe kan ik je eren?”.
De beweging van de ziel
De beweging naar betekenis en heelheid is veel trager dan onze cultuur op dit moment wil leven. Je hebt verdieping, stilte en tijd nodig om deze oproep zelfs te verstaan en begrijpen.
Deels is dat normaal, maar het is ook een beetje een prijs die we betalen voor ons drukke snelle bestaan. In een eenvoudiger leefwijze, zou het contact met die beweging in onszelf veel sneller vanzelf geregeld worden. Maar wie heeft er nu nog tijd en aandacht om te vertragen? Alleen de zieken en werklozen die niet mee mogen doen?
Ons innerlijk en uiterlijk geren maakt dat we er snel aan voorbij gaan en dat er soms crisissen nodig zijn om ons uit onze eigen drukte te halen, naar een plek waar afleiding en beweging plots wegvallen en we geen andere keuze meer hebben dan te voelen wat ons nog ontbreekt.
Zo’n crisis geven we dan namen als ziekte, of burn-out, of depressie, maar in alle gevallen gaat het om een niet voorziene plotselinge verandering in je mogelijkheden en omstandigheden.
Als je normale mogelijkheden wegvallen ga je vroeger of later afvragen wat echt belangrijk voor je is, wat je echt mist en wat echt betekenis voor je heeft. Dat gebeurt ook omdat je dan ontdekt dat een leven zonder het meeste wat je dacht dat belangrijk was eigenlijk best prettig kan zijn.
Daarbij komt dat in een crisis je ontdekt hoe betekenisvol en behulpzaam je relaties eigenlijk waren. Je krijgt misschien wat meer eerlijkheid terug en leert daarin ook over hoe je zelf in relaties stond. Wie blijft dan nog over en wie zijn voor jou belangrijk? Waar ga je het zoeken? Voor zingeving zijn persoonlijke crisissen erg behulpzaam.
De oproep in jezelf
Deze beweging naar betekenis en heelheid heeft tijd nodig om je te bereiken en op je in te werken. Soms gebeurt dat heel zacht en bijna ongemerkt, maar het kan ook met een schok en een heftige noodstop. Eigenlijk overkomt het je misschien meer dan dat het een bewust doel is.
Het kan wel bewust worden, wanneer je eenmaal de oproep in jezelf hebt begrepen. Je verlangen wordt dan gehoord, maar het doel ervan (waar het verlangen eigenlijk naar wijst) is daarmee nog niet perse helder.
Soms ontdek je de betekenis van een verlangen pas als je er bent. Oh, dus dat zocht ik eigenlijk! Ook verlangens dragen vele maskers voor ze begrepen zijn.
Onze zoektocht naar heelheid, een ons verlangen naar een diepe verbinding met onze oorsprong, blijft ons voortdrijven en laat ons eigenlijk nooit echt gaan. Iets in ons blijft trekken, zachtjes duwen en masseren, terwijl we opgaan in de wilde beweging van nu. Net zolang tot het verlangen vervuld wordt.
Dat is ook de taak van een diep verlangen. We verlangen niet echt naar het nieuwste speeltje, de volgende bezigheid. Verlangen gaat dieper dan dat. Verlangen is ook veel stabieler en meer gefocust dan onze wil. De laatste is onderhevig aan elke trend van de dag, en past meer bij de schichtige willekeur van onze emoties.
Helemaal vrij, of toch niet?
Schijnbaar wordt je vrij gelaten in je beweging. Je mag de innerlijke oproep levenslang vermijden, als dat is wat je wilt. De stem van je ziel is slechts een zachte fluistering, en een waar je heel gemakkelijk overheen kunt gaan.
Toch is alles ook niet als het lijkt. Waarheid zit op een dieper niveau dan dat, zelfs dieper dan ons emotie en gevoel. Het zou dus ook zomaar kunnen dat je altijd al in verbinding was met je oorsprong en dat je slechts probeert te herinneren. Er was geen gevoel waardoor je dat kon weten, maar je werd er wel door bewogen, bijna als een marionet.
Wanneer we met familieopstellingen gaan kijken naar de diepere patronen, dan ontdekken we regelmatig dat elke beweging (dus ook jouw worsteling, eenzaamheid, of afkeer) slechts een offergave was, aan je systeem van oorsprong (=je familie).
Je dacht zelfstandig te zijn, maar in feite zat je vast aan lijntjes die slechts buiten je bewustzijn om gingen. Geloof en wil deden er niet toe, het gebeurde gewoon en op diep niveau bleef je trouw aan waar je uit voortkwam.
Wat is ervoor nodig om een goed zoon of dochter te zijn in jouw familie? Het is een vraag die we met familieopstellingen vaak ontdekken. Het blijkt dan dat al de patronen en emoties slechts uitdrukten dat je echt bij je familie hoort. Je bent misschien niet zo alleen als je dacht. Je hoorde er altijd al bij en je droeg zelfs bij op manieren die je niet door had.
De verbinding was slechts onbegrepen en onbemind en je herkende hem niet. Je dacht te worstelen met je oorsprong of ervan weg te willen en nu ontdek je het omgekeerde verhaal in dezelfde feiten. Schokkend en troostend tegelijk. Opeens krijgt alles betekenis in een groter verhaal.
Nu je eenmaal beter weet, herinnert hetzelfde patroon je opeens keer op keer aan dat je erbij hoort. Dat verandert alles! De verbinding zit al in jezelf en de onrust is er niet meer. Vreemd en eigenlijk ook heel vertrouwd.
In de opstelling ervaar je uiteindelijk ook het thuiskomen en het kan zijn dat de opsteller jou en je systeem kon helpen naar een warme ontvangst door je ouders.
Herstel van de onderbroken uitreiking
Dat zijn van die momenten die anderen die erbij zijn kunnen herinneren aan dat ze dat eigenlijk ook zo graag willen, waarna ze de wil en moed vinden om het nogmaals hun diepste verlangen te volgen.
Onderschat niet wat dat vraagt aan iemand met een onderbroken uitreiking, of hechtingsproblemen. De angst voor een herhaling van de kwetsuur gaat daar ook erg diep.
Daarom moet het verlangen krachtig genoeg gevoeld worden en het gewicht van de eenzaamheid groot genoeg zijn. Het thuiskomen van een ander kind bij diens ouders kan dan net de druppel zijn die het in beweging zet. Een mooie kans voor een bekwame opsteller om het kind te helpen naar herstel.
Hoe verandering kan verlopen
Nu kan je denken: Oke, dat weet ik dan nu, maar ik voel geen verandering. En daar heb je ook helemaal gelijk in. Er is namelijk een verschil tussen weten en weten. Ik doel natuurlijk op dat het weten, waar ik hier over schrijf, dieper moet gaan dan alleen je gedachten.
Het is meer een in balans zijn met je plek, je leven en je zielsbeweging, als je die woorden je wat zeggen. Eigenlijk is het ook onmogelijk goed uit te leggen, zonder dat je de ervaring hebt. Zonder ervaring resoneert het te weinig in je en dan blijft het teveel hangen in je denken.
Je denken begrijpt dit echter niet. Het mist de compleetheid van de ervaring. Je hebt dus een echte ervaring van thuiskomen nodig (wat je ook als representant kunt vinden als je deelneemt voor anderen) en een onbewust leren.
De geruststelling die daarop volgt, begint ergens diep van binnen en stroomt vervolgens naar alle niveaus van je zijn. Cryptisch, hè, als je alleen de woorden leest en ze nog niet gekoppeld hebt aan een levende ervaring. Wat betekenen die zinnen eigenlijk allemaal.
Veranderen is een onbewust proces
Misschien wat eenvoudiger verwoord: Familieopstellingen geven je een nieuw innerlijk beeld en een levende ervaring. Dat verandert iets in je, dat tijd nodig heeft om zijn consequenties te tonen.
Je weet terwijl het gebeurt al dat iets is verandert, maar je hebt ook tijd nodig om te ontdekken waar dat allemaal verschil maakt. Na een tijdje is dan het nieuwe ook weer normaal en leef je gewoon verder zonder stil te staan bij hoe nieuw het eigenlijk nog is. Ik zeg dus vaak na een opstelling: Geef het wat tijd om vanzelf zijn weg te vinden.
In hypnose-taal heet dat proces: integreren. Het betekent slechts dat het nieuwe normaal wordt. De beste geslaagde hypnose doet dat integreren al meteen tijdens de hypnose, zodat je direct erna niet eens meer echt kunt voorstellen hoe het eerder was en het nieuwe al meteen normaal is.
Een beetje saai misschien, maar erg effectief. Andere keren heeft net na de sessie nog wat tijd nodig om zijn weg te vinden, wat slechts betekent dat die integratie achteraf plaatsvindt. De uitwerking is er in beide gevallen.
Gedachten zijn, in dit geheel, slechts een gevolg van wat dieper lag en lang niet zo belangrijk als je denkt. Het probleem van denken is dat het zichzelf belangrijk vindt en centraal zet.
De rest is er echter ook en werkt onafhankelijk van of het overschat wordt (emotie) of onderschat (de werking van je ziel). Wat waar is stoort zich niet aan wat je erover denkt. Je bewustzijn is niet machtig genoeg om je onbewuste onder de duim te houden (anders had je nooit een probleem in jezelf).
De oorzaak ligt dus dieper dan dat en de oplossing dus ook. Het speelterrein hier is niet bewust, dat dacht je alleen maar. Maar met familieopstellingen, of liever “systemisch werk”, leren we ook over die andere niveaus. De verandering moet eerst daar plaatsvinden.
Is verbinden zacht en gemakkelijk?
In tegenstelling tot wat vaak geschreven en gedacht wordt, loopt verbinding vaak door pijnlijke ervaringen heen. Ook liefde moeten we vooral daar vinden en op die plek vindt dus ons belangrijkste leren plaats. Het is onze reactie op ongemak dat ons beweegt. Daar ontdek je ook waarheid over jezelf.
Je kunt bijvoorbeeld je kracht pas kennen doordat het is uitgedaagd en met weerstand en tegenkracht in aanraking is gekomen. Dat is misschien niet gemakkelijk voor je, maar wel een noodzakelijke manier. De weg om kracht te ontwikkelen zal je nog veel meer onder druk zetten.
Jouw reactie bepaalt vervolgens veel van de uitkomst. Ontwikkel je kracht of iets anders? Dat was aan jou. Er is altijd een keuze tussen het aangaan, of weggaan. In dat laatste geval zal je moeten blijven weggaan, want de uitnodigingen blijven maar komen.
Verbinden is pijnlijk
In een verbinding wordt alles voelbaar en merk je iets van jezelf en de ander. Dat betekent dat al je teleurstellingen en gekwetstheid daar voelbaar worden.
Vaak vinden we daarom de betekenisvolle verbinding en liefde door de pijn heen, in plaats van op rustige zorgzame plekken. We ontkennen dat vaak omdat we eigenlijk zoeken naar de betekenis van liefde in zorgzaamheid, steun en warme bevestiging.
Die betekenis van liefde is veel gemakkelijker voor ons omdat het niet uitdaagt. Onze sprookjes zitten er vol mee als een prijs voor de ongemakkelijke reis. De reis zelf vergeten we dan maar liever.
De realiteit van liefde is een andere, die zit vol met die pijnlijke momenten en ontmoetingen, die we maar oh zo goed kennen. We spreken dan misschien over liefdeloos en harteloos, maar is onze analyse wel juist, of slechts de stem van onze moeilijke relatie met de pijnkant van liefde.
Hoe sterk is een liefde zonder pijn? Hoe wordt liefde sterk? Hoe kan je zelfs weten hoe sterk liefde is? Onze relatie met pijn en ongemak lijkt wat verwrongen en niet helemaal op feiten gebaseerd.
Ook liefde heeft pijn nodig
Helaas voor ons blijkt keer op keer dat juist ook pijn, teleurstelling en tegenslag een uitdrukking is van liefde. Het is het offer dat liefde uitdrukt en de kwetsuur die diepere betekenis aan liefde geeft. Is dat iets dat je al begrijpt?
Is leven zonder die beweging niet gewoon een ander woord voor de wens-fantasie die we over dood hebben? Als soort lijken we graag een prettige gedachte te hebben over ons voortbestaan. Het zelf wil zich graag handhaven, ook voorbij het lichaam.
Maar onze fantasieën over de goede versie van dood gaan beschrijven meestal dat al het lijden dan is opgelost en we alleen nog maar gelukkig zijn.
We proberen in een continue staat ven geluk te leven (hoe verbonden ben je daar nog?), verlicht te worden (nog een synoniem voor onze dood-fantasie?), onthecht zijn (van leven?), liefde te zijn (hoe kan dat door al het andere tot niet-liefde te bestempelen?). De verhalen hebben doorgaans gemeen dat pijn en tegenslag er nogal negatief in afgestempeld wordt.
Betekenis vinden in tegenslag en ongeluk
Hoe kunnen we dat geluk blijven ervaren zonder een contrast met al dat andere? Hoe kan geluk betekenis hebben zonder iets anders ernaast? Klopt ons sprookje wel? Heeft ons sprookje naast rust niet ook iets van turbulentie nodig? In de biologie werkt dat zeker zo en daar ligt ook onze oorsprong.
Zelfs de mindfulness leraar Thich Nhat Hanh zegt dat hij niet zou willen bestaan in een wereld zonder pijn. Dat is de man die bijna uitsluitend spreekt over vrede. Waarom denk je dat zo’n man dat zegt? Zijn hele leven werkt hij aan de verspreiding van vrede.
Ook liefde moet opgroeien
Als liefde alleen maar zachtheid tegenkomt dan is het nog ongetest en heeft weinig diepgang en kracht. Ook liefde heeft daarom een betekenisvolle weg nodig waarin het leert over zichzelf en gewortelde kracht en wijsheid kan ontwikkelen.
Onze expressie van liefde
Alle betekenisvolle uitdrukking van liefde heeft de vorm van het opgeven van iets van waarde. De ouder die zich inzet voor de kinderen, de mannen die hun leven offeren voor vrouwen en kinderen, voor hun land, de vrouwen die ploeteren om hun kinderen te verzorgen en vaak ook nog hun ouders.
Maar ook de leider die zich in gevaar brengt door op te komen voor de zwakkeren en onderdrukten, die rechtvaardigheid probeert te brengen en welvaart.
Allemaal offeren we iets voor onze liefde. Dat is onvermijdelijk. Liefde vraagt nu eenmaal om offers als bewijs voor zijn bestaan. Liefde heeft deze prijs nodig zodat we weten dat het betekenis heeft. Het heeft tegenslag en pijnlijke ervaringen nodig om volwassen te worden en krachtig.
Zelfs als we rouwen over een verloren geliefde of om het ongeluk van een ander, is dat een offer. De diepte en lengte van ons rouwen is ook een bewijs aan onszelf van onze liefde voor die ander.
De weg naar geborgenheid
Het is mogelijk dat een verbinding verandert en dat het daarin rustig en zorgzaam wordt, maar vaak dat is pas nadat alles is genomen wat de verbinding te bieden had, inclusief je gemis, weerstand, en hoogmoedige woede.
Het is allemaal liefde, alleen niet in een vorm die we gemakkelijk herkenden voor wat het was. Het is een mooi moment wanneer je ontdekt dat je ongewild (en totaal onbewust) al die tijd al een grote liefde leefde en dat alles wat je meemaakte en opofferde gewoon jouw antwoord was op de uitnodiging van je systeem.
Je probeerde te helpen, of net te zijn als iemand anders in het systeem, die het moeilijk had, of werd buitengesloten. Misschien hield je zelfs de wacht bij een jong overledene, wiens vertrek te zwaar was voor degene wiens verlies het eigenlijk was. We helpen elkaar op zoveel manier die we niet doorhebben. Erg mooi als je erbij stilstaat.
Je hoorde er altijd al bij en voelde daar gewoon niets van. Gek, hè, hoe dat kan werken.
Vissen in dieper water
Dit alles speelt zich op een veel dieper niveau af, dan je willen en je voelen. We moeten daarom zoeken in dat diepere niveau en daar ontdekken wat de waarheid is over deze patronen. Wanneer we dat doen is het erg helpend om te vertragen en tijd te nemen om het te laten werken.
Je hoeft daarin gelukkig niets te geloven wat iemand je vertelt. De manier waarop we afstemmen is gewoon door jouzelf te doen en dat maakt dat je directe ervaring je wegwijs maakt. De begeleiding kan helpen om de context voor dat leren te creëren en om je te wijzen op dat wat je misschien anders gemist zou hebben.
Dat wat van belang is, speelt zich op een ander niveau af.
Bert Hellinger, De witte Prins
En als je dat hebt meemaakt, dan zal je herkennen wat waar is en zal het iets in je veranderen. Je zult het gaan begrijpen, ook al duurt het misschien even eer het merkbaar is. Dan kan je ook nieuwe vaardigheden gaan ontwikkelen, die je in die nieuwe richting verder helpen.
Ik vertrouw je niet meer
Ik snap heel goed als de waarheid hierboven je moeite zou kosten. Het idee dat je deel bent van iets groters, kan een lastig te aanvaarden idee zijn als je uitreiking te pijnlijk is geweest.
Soms wil je het liefst onmiddellijk ver van weg van zo’n idee, naar de relatieve zekerheid van individualiteit, maakbaarheid en je eigen suprematie (of zo je wilt: goddelijkheid).
Het lijkt veel veiliger om te denken dat je goddelijk bent (ook weer zo’n verwijzing naar dood?) en onbegrensd machtig, maar misschien is ook dat minder waar dan je hoopte.
Een baby in reuzenland
Misschien zit er ook een onbewuste herinnering in verpakt, van een baby in reuzenland, en uiteindelijk werkt je biologie dat idee ook tegen. Leken je ouders niet ook onbegrensd machtig toen je nog een baby was? Je bent nu groter en zelf een reus, maar de troostende herinnering leeft voort in je dromen en verhalen en je geloof is de stem van je verlangen geworden.
Je bent nu eenmaal lid van een complexe diersoort die uitermate sociaal is en geprogrammeerd op zorgzaamheid en groepsvorming, dus het is geen wonder als je door de groepsbewegingen wordt beïnvloedt of zelfs gestuurd.
Deel zijn van een groep
Jouw diepe herinnering koppelt “uitgesloten worden” aan doodgaan, want in jouw diersoort gaat het niet goed met een dier als het alleen verder moet en niet de steun en veiligheid van de kudde of groep krijgt. Je innerlijke drijfveer om een plek in een groep te behouden is misschien wel veel groter dan je dacht.
De beweging om bij de groep te horen zit je in de genen en elke groep zal een prijs verlangen voor dat privilege. Groepslidmaatschap moet bewezen en gekocht worden, soms in bloed, vaak in zweet, tranen en loyaliteit. Jij moet bijdragen aan die groep en je psychologie ondersteunt dat principe.
Dat je die prijs al ruimschoots betaalt, zei het onbewust, zal niet mogen verbazen. Het zit in je bloed. Als je eenmaal lid bent van de groep (jouw stam) zal die je ook niet meer gemakkelijk laten gaan. Liever zet ze je onder druk om te conformeren aan de regels van de stam.
In culturen waarin besnijdenis van vrouwen plaatsvind zijn het dus eerder de vrouwen dan de mannen die de meisjes onder druk zetten om dat ook te laten doen.
Staat je brein in de weg?
Maar het is ook niet gemakkelijk om groepslid te zijn met zo’n complex brein als de onze. Deel zijn van iets groters herinnert misschien aan dwang van buiten, aan machteloosheid, teleurstelling, gekwetstheid, en onvrijheid en dat wil je niet.
Je pijnbeweging probeert je los te maken, terwijl je aard zich probeert aan te sluiten en verlangt naar eenheid en deel zijn van iets. De ziel wil altijd terug naar zijn bron.
Je ziel wil terug naar thuis
Mijn ervaring is dat loslaten en weggaan niet echt werkt als het gaat om je oorsprong. De weg naar heelheid loopt door de verbinding en dus richting je systeem en je bron van pijn.
Je ziel wil terug naar huis en is helemaal in balans met alle offers die dat kost, zelfs met dood. Op het niveau van je ziel maakt leven en dood geen verschil. Dood is daar slechts een terugkeer naar de bron waar het uit ontstond.
Gevormd door kwetsuren
Maar daar heb je nu nog weinig aan, wanneer je pijnlijke ervaringen hebt die nog in je doorwerken, ervaringen waarin je overweldigd werd en iets belangrijks van je genomen werd. Misschien worstel je daar al zo lang mee.
Het heeft je gevormd en verandert en het heeft je geleerd dat je nooit meer zo kwetsbaar wilt zijn. Je besloot dan maar alleen verder te gaan, want bij een groep horen was niet meer veilig, misschien was het ook niet meer mogelijk voor je, althans niet in de vorm die je dacht.
Het vertrouwen is weg. Jouw offer is dat je voortaan alleen verder gaat. Misschien was het niet de gebeurtenis, maar het was zeker jouw reactie die de kwetsuur kracht gaf. Nabijheid is pijnlijke herinnering en een verbroken verlangen.
Sterk moeten zijn
Het kan zijn dat er nog maar weinig ruimte in je leven is voor zachtheid en nabijheid en warmte en zelfs herinneren en dat je graag zelfstandigheid en activiteit leeft. Het kan zijn dat je heel boos bent, maar mogelijk voel je dat zelf niet eens meer.
Je bent een krijger geworden die zijn kracht leeft. In je fantasie is de krijger oppermachtig en daar kan je niet meer gekwetst worden. Het kwetsbare kind is dood, leve de krijger.
Misschien zit de echo van moeilijk opgroeien en pijnlijke ervaringen nog aan de oppervlakte en is deel zijn van iets dus vaak pijnlijk geweest en niet gemakkelijk.
Emotioneel opgroeien
Het idee van terugkeer wint aan aantrekkingskracht naarmate je meer van dat soort herinneringen en spanningen hebt opgelost. Meestal gebeurt dat vanzelf, wanneer je emotioneel verder opgroeit, en dat is iets waar je leven je hopelijk in zal helpen.
Volwassen emoties zijn veel rustiger dan hun wispelturige kindversie en worden sneller begrepen. Je hebt levenservaring nodig om wijs te worden. Je moet geleerd hebben dat de waan van de dag niet het einde van alles is. De herhaling van patronen lang genoeg geleefd hebben om hun effect te hebben ervaren.
Een “kind” heeft nog te weinig ervaring daarvoor. Die kan niet uit eigen ervaring spreken en heeft nog te weinig mogelijkheden om zich echt in te leven. Ook daarom hebben kinderen ouders nodig, hoe oud ze ook zijn. Het is gewoon nog te klein en te jong (en te wild en gretig).
Zachte momenten
Het opnieuw deel van iets willen zijn, kan ook ontstaan in de momenten waarin je wordt herinnerd aan oude verlangens. Verlangens aan een gemakkelijker en warmer bestaan, waarin je waardevol was en steun kreeg.
Soms weten we niet eens dat we het hadden, maar als we het tegenkomen in de buitenwereld komt de emotie misschien nog steeds. Iets dat je “raakt”, wijst je dan daarop. Dat had niet gebeurd zonder een herinnering en zonder een verlangen. Dan leer je dus iets over jezelf.
Op die momenten smelt iets van je pijn en ontdek je hoe hard je eigenlijk aan het werk bent geweest om dat gemis te compenseren. Dan ontdek je dat je eigenlijk graag wat nestwarmte had gewild, alleen niet meer de kwetsbaarheid die je hebt ervaren.
Je begon als deel van iets
Ooit hoorde je ergens bij en dat was misschien niet zo gemakkelijk voor je. Je wereld, en wat je daar vond, bleek minder dan perfect aan je behoeften te voldoen en je verlangen naar verbinding bleef onvervuld, of werd zelfs ruw afgewezen. Misschien raakte je gekwetst, of boos, of werd je verlangen zelf gebroken. Je hebt hard gewerkt om te overleven.
Je leerde vervolgens leven met de eenzaamheid en leerde op jezelf te staan en te wantrouwen en je gaf dat namen zoals kracht, realisme, volwassenheid en zelfstandigheid. Je hebt het uitreiken afgezworen en je wilt niet meer hechten. Liefde is een te pijnlijk verlangen.
Als je maar volwassen was en vaardig genoeg, dan zou je nooit meer kwetsbaar hoeven zijn. Wat je misschien niet leerde was om te houden van je leven en jouw plek daarin, maar dat was ook veel te zweverig en soft. Daar was je te druk voor en ging teveel op in wat je bezighield.
Misschien was dat ook teveel gevraagd. Dat kwam pas later.
Het was een goed iets dat al die krachtige reacties er waren, maar misschien was het was ook een bewapening in een strijd waarin je gedwongen was om je staande te houden.
Je verlies voortleven
Levend zonder de warmte, zonder de nabijheid die je eerder nog zo zocht. De wereld was gewoonweg te ruw en onveilig voor je en wat je leerde hielp je daarmee omgaan. Je probeert te vergeten wat je hebt verloren, wat je hebt opgegeven.
Je hebt het inmiddels aanvaard als iets onvermijdelijks. Het heeft je sterker gemaakt en je draagt je lot dapper. Je hebt een nieuwe vorm gevonden, ofschoon het tekort nooit helemaal wegging, maar je kon ermee leven.
Je weet dan nog niet dat verlies ook een positieve emotie en betekenis kan krijgen en dat het ook rijkdom aan je vorm en bestaan kan geven. Dat komt later pas. Later als het vergeten stopt en je weer herinnert wat je ooit wist en wilde.
Ongewenst pijnlijke herinnering
Vooral in de stille momenten, wanneer je even je harnas aflegde, bleek de herinnering nog levend. Het kost je kracht om dat weg te houden, maar je probeert het in elk geval. Alles beter dan dit verdriet voelen.
De herinnering blijkt echter weerbarstig en taaier dan jij kan volhouden. De kwetsuur is er nog, slechts onderdrukt en ontkent. Hoe kom je daaruit? Hoe maak je het weer zacht?
Het antwoord is mogelijk zo simpel als het moeilijk voor je lijkt: ga waar je helemaal niet wilt gaan. Het is gemakkelijker als je daarin een bekwame helper meeneemt.
De trage invloed van tijd
Door de jaren heen, en misschien met wat hulp, veranderen je emoties, ze worden rustiger, net als je tempo. Door de invloeden van je leven leer je wat je eigenlijk belangrijk vind, waar je eigenlijk naar wilt streven en ook dat maakt je leven rustiger en meer geconcentreerd.
Je hebt momenten gehad waarin een patroon lang genoeg is geleefd om het gewicht te gaan voelen. Je prettige alleen zijn veranderde in eenzaamheid, je helpende aard veranderde eerst in boosheid en wrok en daarna in verdriet om vervolgens een verlangen te worden.
De betekenis van crisismomenten
Depressie kwam en ging, burn-out kwam en ging, misschien zelfs ziekten, of iets als psychosen, misschien verloor je mensen en relaties. Allerlei mensen kwamen voorbij, sommigen welkom, sommige minder welkom, sommigen mochten niet gaan, anderen wilden niet gaan.
Achteraf begrijp je wat het deed en wat de betekenis ervan was. Het was op zijn minst een leerschool waarin je menselijker en zachter door werd (zeg ik hoopvol, kom anders eens praten).
Eigenlijk herken je het nu je leven als een veel zachtere en meer liefdevolle beweging dan je dacht dat het was. De emotie was misschien wel het grootste probleem. Daar ben je nu beter in. Het mag er ook meer zijn.
Ouder en wijzer worden
Het is vooral de lengte van je leven die maakte dat je de grotere bewegingen begon te herkennen. Ouderdom heeft zo zijn voordelen, vooral als je weet op te groeien. Zelfs het tempo van je emoties is vertraagd. Je hoeft niet meer zo nodig.
Laat de jongeren van nu maar hitsig en druk zijn, dat past beter bij hun energie. Ook zij leren wel wat ze moeten leren en ook zij zullen hun invloed op het geheel uitoefenen, net als jij.
Mens worden onder mensen
Wat niet zo gemakkelijk bleek, was om je eigen “grootsheid” af te leggen en weer kleiner te durven zijn. Te erkennen dat veel van wat je nodig hebt, niet onder je invloed en controle ligt. Gaandeweg heb je ook geleerd dat je niet zo almachtig was als je had gefantaseerd.
Niet alles bleek om jou te gaan en er waren ook anderen, die het moeilijker hadden dan je dacht en die net als jij ook onder moeilijke omstandigheden hun menselijkheid probeerden te ontdekken.
Jij was maar klein, toen alles begon en je voor het eerst je harnas aantrok. Je besloot om een krijger te zijn. Je kon er niet echt iets aan doen. Er was veel dat je toen nog niet begreep.
Inmiddels ben je blij dat je gewoon een mens bent en niet beter of slechter dan anderen. Je hoeft ook niet meer zo boos te zijn op anderen die net als jij zijn.
Betekenisvolle relaties
Iedereen blijkt aan het dragen en niemand blijkt nu echt schoon of perfect te zijn. Dat dacht je slechts, en dit zou opnieuw een teleurstelling kunnen worden of een kwetsuur, maar het is het niet.
De prijs en consequentie van je eerdere gedachten bleek gewoon veel te zwaar en de afstand naar anderen veel te groot. Je wilt niet meer alleen zijn. Het was te eenzaam en te boos, wanneer je eraan terugdenkt. Je wilt iets anders voor jezelf. Perfectie hoeft niet meer. Leven is belangrijker.
Perfect imperfect leven
Dit is eigenlijk veel fijner. Je vind het fijn om alles te kunnen delen en je daarin ontspannen te voelen. Je vind het fijn dat anderen je toegankelijk vinden en dat er mensen zijn die dicht bij je staan.
Je relaties hebben nu meer inhoud en betekenis en je bent eerlijker in contact. Er is geen reden meer om je anders voor te doen.
Zondaars kunnen het heel goed hebben onderling.
Bert Hellinger
Zelfs je eigen kinderen kunnen nu beter met je overweg en het is plezierig om met hen om te gaan. Je bent er ook meer voor hen, niet zo afgeleid als vroeger. Kleinkinderen zou misschien wel wat zijn. Je bent ver gekomen op je reis en zit nu veel steviger in je lijf.
Ontspannen kan je alles aan wat je anders onderuit zou hebben gehaald. Je leeft nu op een goede plek en hebt plezier in wat je meemaakt.
Terugkeer naar thuis
Ergens in je leven kwam dat punt waarop je terug wilde, terug naar waar je vandaan kwam. Daar wilde je weer deel zijn van iets groots en ouds. Het was een lange reis met veel bochten en bulten.
Het was ook een leerzame en interessante reis, als je achteraf terugkijkt, en je vond er veel hulp, soms vooral wanneer je niet vroeg.
Zoals je niet kon staan met je gekwetste kind, vol strijd tegen onderdanigheid en klein zijn, heb je inmiddels je wortels verzorgd en hebt toegestemd in je oorsprong. Er was al veel goed daar, al is het maar dat jij eruit bent ontstaan en een sterk volwassen mens bent geworden.
Je bent zachter geworden
Je hebt ook je zachtheid hervonden en bent nu weer in staat om te ademen en echt contact te hebben. Erbij horen is nu een goed iets geworden en de pijn van ooit heeft betekenis gekregen en is opgelost. Nu je niet meer onderdanig of superieur bent, kan je klein zijn en daar een rustige kracht in vinden.
Je kan nu het grotere zien en die ontmoeting verwelkomen. Het is fijn om deel van dat grotere te zijn, ook al betekent het dat je slechts een klein deel ervan bent en veel minder machtig dan je dacht. Misschien wel precies daarom.
Eren komt van binnenuit
Het is niet zo gemakkelijk om je oorsprong te eren… tot het vanzelf komt. Als het van binnenuit komt, omdat je wortels gezond zijn en hersteld, dan is elke ademhaling en elke stap een eerbetoon aan je ouders en allen die waarde gaven aan je pad. Eren is geen schreeuw, maar een fluistering die overal in meeluistert, je mag het gerust de beweging van je noemen.
Eren doe je niet voor anderen, als je het doet dan is het alleen voor jezelf. Waar het gebeurt geeft het betekenis aan jouw bestaan via de erkenning van het bestaan van anderen. Het is jouw beweging van liefde naar de ander toe en is heel rustig.
Het zegt: Ik hoor erbij, want jij hoort erbij. We zijn allemaal even belangrijk en even klein in het oog van het grotere. Ik eer wat je hebt geofferd voor mij en dat grotere en ik offer net als jij. Onze ervaring is anders maar vergelijkbaar in waarde en betekenis. Ik ben net als jij.
Onze oorsprong eren
De eerste plek waar we eren is naar onze eigen oorsprong. Daar eren is een uitdrukking van ons eigen bestaan en een erkenning van wat we kregen.
Als we daar kunnen eren is dat een teken van de vrede die we hebben gesloten met ons eigen bestaan en historie en dat is een fijne plek om te zijn.
Eren gaat echter verder en we ontdekken waar we het nog moeilijk vinden en er nog strijd is. We herinneren ons dat onze oorsprong veel groter is dan alleen onze ouders en familie, we zijn lid van veel meer groepen dan alleen dat. Familie was slechts ons startpunt.
Dus eren eren we als vrouw alle mannen en als man dus alle vrouwen en hun bijdragen en offers. En we eren ook allen die eerder kwamen van ons eigen geslacht.
We kunnen nog verder gaan en eren de historie van onze cultuur en wie daaraan bijdroegen, we eren de eigenaren, leiders en machthebbers binnen deze cultuur, we eren onze soldaten en al diegenen die hen ondersteunden samen met alle offers die ze pleegden.
Als we genoeg eren komen we iedereen wel tegen. De slachtoffers, de daders, de schoonmakers en de vervuilers en iedereen die we liever de schuld zouden geven dan begrijpen en eren. Eren is daarom ook een reis door onze weerstanden en oordelen.
Gaandeweg komen we steeds dichter bij ons mens zijn en lost steeds meer strijd zich in ons op. Er zijn geen mensen meer om van weg te gaan, we gaan liever naar hen toe en delen iets van betekenis met hen.
Dat is gemakkelijk als je aan het eren bent, zoals het maar in contact is en echt. We zijn niet op zoek naar verhevenheid, wat slechts weer je hoogmoed zou zijn en het contact moeilijk zou maken.
Eren is vooral belangrijk voor slachtoffers
Eren is vooral belangrijk waar we onszelf nog slachtoffer wanen, omdat in slachtofferschap strijd met, en wraak op, daders verborgen kan zitten. Natuurlijk reikt ons hart uit naar slachtoffers, per slot voelden we ons ook zo vaak onmachtig tegen een gewelddadige overmacht.
De vraag voor een opsteller gaat echter totaal niet over schuld, of macht, maar luidt vooral: Wat is hier de helende beweging? Dat is een compleet andere vraag met andere antwoorden.
De aard van slachtofferschap
Slachtoffers bestaan ook in vele gradaties en soorten. Het is niet genoeg om die allemaal over dezelfde kam te scheren. Als je de verhalen verzameld zal je merken dat er een oneindige bron is van slachtofferverhalen. De meeste ervan zijn vooral gevuld met emotie en onbegrip.
Logischerwijs zijn deze verhalen ook nogal eenzijdig en dus onvolledig. In dit stadium gaat het echter niet om de inhoud. Een lijdend mens vraagt om onze zorg en die zorg mogen we verlenen. Eerste hulp is belangrijk, ook eerste hulp in de emoties. Verwerken en werken komt later.
Dat is allemaal begrijpelijk, omdat slachtofferschap in zijn aard uitdrukt dat degene zijn ervaring nog niet verwerkt of begrepen heeft. Een slachtoffer zoekt nog naar een manier om het betekenis te geven aan wat gebeurde en om te kalmeren. De terugkeer naar een veiliger en rustiger innerlijke staat is hier het belangrijkste doel.
Hoe doen we recht aan zo’n situatie? De verhalen zijn gepassioneerd en vinden gemakkelijk een echo in ons omdat we ons nog onze eigen onmacht herinneren en het geweld dat we al vanaf onze vroege kind-tijd mochten leren kennen. Niemand van ons heeft zich daaraan kunnen onttrekken.
Mee branden met iemand in pijn
Het verhaal dat het dichts bij onze eigen pijnplek zit, raakt doel en zet ook ons in vuur en vlam. Misschien bewegen we uit betrokkenheid en loyaliteit met iemand die ons lief is. De aanblik van diens pijn, zet ons misschien meer dan bij anderen ook in brand en we bewijzen onze liefde door mee te branden.
Zo heeft elk van ons zijn “favoriete” slachtoffersituaties die ons keer op keer in brand zetten. Maar wie is er echt voor het slachtoffer terwijl wij zo branden? Zijn we echt aan het steunen en helpen, of stoken we slechts het vuur verder op met ons eigen vuur? Kunnen we helpen zolang het ons nog zo raakt? Zijn we zelf nog teveel slachtoffer in dit onderwerp?
Waar ik spreek over slachtofferschap had ik ook gerust over verlies kunnen spreken, want een slachtofferervaring heeft dat zeker in zich. De ervaring van plotseling verlies beweegt ons dus op vergelijkbare manieren, maar vaak even blind en instinctief. Hooguit ontbreekt daar een dader om ons aan vast te klampen.
Het is niet zo gemakkelijk om te helpen in dit soort situaties. De bewegingsruimte is niet groot en de draagkracht bij degenen die het aangaat is al flink overschreden. In brand gaan is uiteindelijk veel gemakkelijker, ofschoon het minder helpend blijkt dan gedacht wordt.
Helaas zijn er velen die heel lang in zo’n staat kunnen blijven hangen. Een enorm verlies van leven waar we allen een prijs voor betalen. Er is veel ongeadresseerde pijn onder ons en te weinig echte hulp.
Hulp onder onmogelijke omstandigheden
In het artikel over de mannen van Jacques Verduin sprak ik over hoe deze mindfulness leraar geïnspireerd werd om liefde in werking te zijn (eigenlijk dezelfde inspiratie die aanleiding was voor De Witte Prins). Hij wilde weten of liefde onder moeilijke omstandigheden zou kunnen overleven.
Jacques besloot naar de grootste hel te gaan die hij zich kon voorstellen en koos daarvoor de gevangenis in San Quentin. In die gevangenis zitten mensen opgesloten die verschrikkelijke en gewelddadige daden hebben begaan. Hij ging daar naar gevangenen die daar al 10, 20 of 30 jaar gevangen zaten en begon naar hen te luisteren en hen te helpen.
Deze mannen hadden zwaar geweld gepleegd, vanuit drugs, “gang”-lidmaatschap, of pure woede en frustratie. Ze hadden daarin flink wat slachtoffers achtergelaten, want bij elk vermoord mens hoort ook een familie en een gemeenschap.
In hun oorspronkelijke staat hadden deze mannen geen toegang meer tot mededogen omdat ze zoveel razernij in zichzelf hadden en niet wisten om te gaan met de spijt en de schaamte van hun daad. De strijd bleef maar voortrazen.
Hulp aan daders helpt ook het slachtoffer
Jacques wilde daarin helpen, niet alleen voor de mannen, maar vooral ook omdat deze mannen de pijnlijke uitwas zijn van de pijn die we als gemeenschap onvoldoende adres geven. Deze mannen kwamen uit gemeenschappen die het sowieso al moeilijk hadden en wisten zich geen raad met die omstandigheid.
Wat hij tot stand bracht is niet minder dan een wonder. Waar in Amerika weinig hulp geboden wordt, bleken deze mannen een echte helpende mannengemeenschap te worden. Dat hielp niet alleen deze mannen maar ook de gemeenschappen en slachtoffers.
Ze leerden hun daad te erkennen, maar zich niet door hun daad te laten bepalen. Slachtoffers die dat wilden werden ontvangen en heelden met hen door hun kant te horen en hun oprechte spijt (zonder vraag om vergeving) te ontvangen.
Degenen die weer naar buiten mochten zijn hun gemeenschap verder gaan helpen, zodat jongeren die in bendes dreigen te komen daar niet meer heen hoeven. Dit is hoe het ook kan.
Het programma heet GRIP, wat betekent dat ze razernij omzetten in kracht. Deze kracht is erg helend en de mannen steunen ook elkaar in hun pijn en vanuit die steun werkt dat heel goed door naar slachtoffers en de gemeenschappen die zoveel pijn hadden van hun daden.
Ik raad je aan om het lange artikel over Jacques Verduin en het GRIP-programma te lezen, zodat je het beter zult begrijpen. Je zult er broederschap en liefdevol geven vinden en een gewone man die een beweging maakte om te helpen waar anderen dat niet of niet goed genoeg deden.
Wat hij creëerde was een inspirerende helende gemeenschap, maar daarvoor moest hij naar een plaats met enorm veel pijn en woede om daar een groep verstoten mannen te ontvangen en helpen leren omgaan met hun razernij en schuld. Ik gebruik het woord transformeren niet gemakkelijk, maar hier is het zeker op zijn plek. Ik eer Jacques Verduin met heel mijn wezen. Diepe buiging!
Eenzijdigheid is niet helpend
De verhalen zijn meestal ook eenzijdig en onvolledig in hun aard, en je moet erop vertrouwen dat het slachtoffer genoeg in staat was om alles te begrijpen en zelfs ontdekken.
Slachtoffers hebben per definitie hun ervaring nog niet verwerkt en dat onverwerkte zit dus ook in het verhaal van hun ervaring. Je eigen ervaring als slachtoffer is ook niet genoeg, omdat het denkbaar is dat je dezelfde blinde vlek hebt als de ander.
Hoe ik dat weet? Simpel. Ik heb vele malen ervaren, dat wanneer een pijn oplost het verhaal zijn kracht en functie verliest. Het verhaal mag dan min of meer blijven en blijft deel van de persoonlijke historie, maar er is geen pijnlijke echo meer waardoor het ook niet meer steeds herhaald hoeft te worden. Kom het maar ervaren.
Dat weet ik uit mijn eigen ervaring maar is ook de kern van wat ik ervaar in het helpen oplossen van pijn via familieopstellingen. Maar als je dat nog niet kent, snap ik wel dat je daar weerstand tegen kan hebben.
Als het zich oplost zal een pijn echter een positieve uitwerking hebben en het gevoel verandert. Elke pijn, ongeacht de omstandigheden waaruit hij voortkwam.
Slachtofferschap is niet genoeg
Slachtofferschap alleen is niet genoeg en zeker geen reden om getekend en gekweld te blijven leven. De betekenis en uitwerking van alle omstandigheden kunnen allerlei richtingen in verlopen.
Zelfs extreme gebeurtenissen zoals opgesloten worden in het kamp Auschwitz heeft heel verschillend uitgewerkt. De ene persoon is de rest van zijn leven psychisch kreupel en vol oorlog en kwelling, de andere heeft vrede, menselijkheid en wijsheid gevonden.
De ervaring van beiden was min of meer vergelijkbaar in omstandigheden, de reactie heel verschillend. Een opmerkelijk feit, maar vooral: Hoe kunnen we aan de kant van degene komen die uit zoveel lijden iets goeds wist te halen? Als helper en als medemens wil ik dat antwoord graag hebben.
Is het echt zo helpend om sympathie en loyaliteit aan het slachtoffer te geven? Maken we slachtoffers sterker door hun onmacht te uit te vergroten en de oorlog te verlengen? Ikzelf zou heel voorzichtig zijn in het laatste. Mijn doel is de oorlog op te lossen, niet om de strijd te verlengen of intensiveren.
Wat doen we met daders?
Doen we daders recht als we hen vergeten of veroordelen? Is het genoeg om door de ogen van een slachtoffer te kijken? Zijn we zelfs uit op recht of zijn we blind in onze wraakzucht? En waar komt die wraakzucht eigenlijk vandaan, als wijzelf niet het slachtoffer zijn in deze situatie?
Ook familieopstellers zijn eerst mens
Ook onder familieopsteller collega’s vind ik gemakkelijk voorbeelden van enerzijds beoefenaars die overal trauma’s op plakken en daarmee de liefde mogelijk miskennen en anderzijds situaties waarin bijna geen van de collega’s goed in staat blijkt om zich los te maken van het eigen morele oordeel.
Het is lastig om nog open naar een situatie te kijken nadat je partij hebt gekozen voor een slachtoffer en de dader hebt veroordeelt. Je oordeel staat dan al vast en dat beïnvloedt je waarneming.
Als familieopsteller moeten we onpartijdig blijven en zelfs onze loyaliteit laten beginnen bij degenen die buitengesloten worden. Je bent dus meerzijdig loyaal en houdt de deuren open daar waar een hulpvrager ze gesloten heeft. Dat moet wel.
Hier hangt ook veel af van de volwassenheid van de helper. Ben je bijvoorbeeld in staat om je eigen brand te herkennen en zelf iemand door te sturen naar iemand die wel kan helpen?
Of sus je jezelf in de gedachte dat je intentie genoeg is en dat je er juist wilt zijn voor het slachtoffer. Het is een moreel dilemma dat vanaf afstand helder is, maar waarin velen geneigd zijn te kiezen voor het laatste.
De wil om het slachtoffer niet alleen te laten is dan te groot en sowieso moet je zeker in je schoenen staan om klanten weg te sturen. Een dergelijke helper beantwoordt dan de oproep om warmte en steun van het slachtoffer, maar ook niet meer dan dat.
Het zicht van deze helper is dan te zeer belemmerd en dus ook de mogelijke oplossingen. Hoe deze beperking uitwerkt zal dan moeten blijken. Hulp kan altijd later nog elders gevonden worden of de opsteller ontwikkelt zich en begint weer te zien.
Het slachtoffer zelf weet vaak niet beter en heeft slechts een emotie die roept, maar daar verwachten we dat ook niet. Als er hulp is dan is de helper echter open en in staat tot meervoudige loyaliteit, vooral ook richting degenen die veroordeeld worden.
Meervoudige loyaliteit als je wilt helpen
Dus draag je een slachtoffer en bent stil bij die persoon, zodat die niet alleen is, terwijl je innerlijk ook allen die afgewezen en veroordeeld worden in je eert en overeind houdt. Je ontvangt, zonder te vergroten, of teveel mee te bewegen, en je wacht geduldig op wat zich toont.
Deze methode vraagt daarom ook mensen met een ongewoon vermogen, die in staat zijn om ook daders, ouders en machthebbers te eren, vooral als ze veroordeeld en buitengesloten worden. De daad kan moeilijk zijn, maar de mens moet je in ere kunnen houden. Zou jij dat al kunnen?
Mij helpt het inzicht dat ik nog weinig weet over elke situatie en dat het goed is om eerst te kijken wat de betekenis is en welke krachten er aan het werk zijn. Maar natuurlijk zijn er meer wegen naar Rome. Uitstel van oordeel kan echter heel helpend zijn en zelf rustig en open blijven is noodzakelijk.
De onderliggende werkelijkheid van dader-slachtoffer dynamiek
Wat je ontdekt tussen daders en slachtoffers is trouwens heel wonderlijk. De grens tussen dader en slachtoffer ligt zeker niet zo vast en scherp als we graag geloven.
Dat blijkt slechts een geruststellende gedachte waarmee we de wereld begrijpelijk houden voor onszelf. Emotie verdraagt eigenlijk ook geen nuance, dus daar mogen we niet in verdwijnen.
Het kan gerust zijn dat we ontdekken hoe een slachtoffer eigenlijk dader is en een dader eigenlijk slachtoffer, of hoe geen van beiden keuze had en er een derde invloed of persoon was die hierin belangrijk was.
Als je diep kijkt dan verandert dat meestal het verhaal. En meestal is dat ook goed, omdat zo een oplossende beweging zichtbaar wordt. Per slot waren we op zoek naar heelheid en betekenis en niet uit op wraak of strijd.
Zo kan het zijn dat moeders ook een incestbeweging maken, of dat vaders die maken maar dat de moeder eigenlijk de oorzaak ervan was. De wereld van onderliggende dynamiek is wat dat betreft veel diverser dan onze oordelen.
Uiteindelijk gaat het dan om het vinden van een helpende beweging voor een slachtoffer met behoudt van de verbinding naar diens systeem. Verbinden blijkt helend en niet verbinden deel van het probleem.
Wonderbaarlijk genoeg zal het eindpunt vaak een diepe vrede tussen daders en slachtoffers creëren (zoals dat ook kan tussen zieken en hun ziekte). Op het niveau van onze ziel speelt de aard van een daad eigenlijk een heel ondergeschikte rol en vrede is daar dus niet van afhankelijk.
Gelukkig zochten we naar waarheid en helende bewegingen, dus het maakt ons in die zin ook niet meer uit. Als de mens weer in overeenstemming is met de zielsbeweging, dan is dat een goede uitkomst. De betekenis van deze verbinding is dan weer positief en ontspannen.
Goed luisteren en rustig blijven
Dus zijn we bij een slachtoffer en luisteren achter het verhaal, terwijl we ook onze eigen reactie herkennen en de echo van ons verleden. Misschien is dat niet gemakkelijk, maar we moeten daarvoor inspannen.
We stellen ons oordeel uit en blijven zo stil als we kunnen terwijl een slachtoffer zijn pijn en behoefte ontvouwt. We zorgen voor het slachtoffer en gaan nog niet verder dan dat. Als we teveel in brand staan vragen we om een pauze, of laten anderen luisteren die nog wel rustig zijn.
Al die tijd blijven we zo open als we kunnen, terwijl we zorg dragen dat vooral degenen die ongewenst zijn een plek in ons behouden. Dat is nodig voor later. Elk mens heeft waarde en is belangrijk, en we weten nog niet genoeg over de verbindingen hier. We kunnen ons niet laten afschrikken.
Opstellers zijn er vaak voor de wat moeilijkere bewegingen en dat betekent dat ze steeds open en onbevangen moeten kijken op zoek naar de onderliggende waarheid.
De vrijheid van slachtoffers
Het is de vrijheid van het slachtoffer om zicht te wapenen en boos en opgewonden te zijn. De helper moet aanwezig blijven terwijl het slachtoffer probeert weer terug te keren in zijn kracht en zelfvertrouwen. Is er nog iets positiefs dat uit de situatie meegenomen kan worden? Waarschijnlijk blijkt dat later nog, wanneer een opstelling gedaan wordt.
Voor een antwoord op wat de helende beweging is in specifieke situaties, zou je eerst een opstelling moeten doen op dit situatie. Het volgende gaat dus niet specifiek in op situaties en personen. Het geeft slechts een aantal overwegingen en elementen die terugkerend gevonden kunnen worden.
Verborgen hoogmoed van slachtoffers
Een van de elementen van slachtofferschap is, dat er naast pijn, ook een verborgen hoogmoed kan opspelen, helemaal als je krampachtig aan slachtofferschap vasthoudt.
De onschuld van het slachtofferschap wordt in dat geval uitvergroot en kan allerlei miskenningen en daden vanuit het slachtoffer geloofwaardig rechtvaardigen (zelfs het eigen daderschap).
Daderschap van slachtoffers
Een voorbeeld van daderschap richting de oorspronkelijke “dader” kan zijn dat een slachtoffer maar blijft doorgaan met straffen en uitleven (naar bijvoorbeeld een partner die vreemd ging) en daarin elke mogelijkheid tot herstel van vertrouwen en gelijkwaardigheid blijft blokkeren.
Als de straf tezeer uit balans raakt met de daad, dan is er geen sprake meer van een reactie en wordt het een daad op zichzelf. Als een uitwisseling van pijn plaatsvind en de relatie blijft, dan is het dus goed om de reactie op een pijnlijke daad iets kleiner te houden dan de daad zelf.
Vergeven als onzichtbare wraak
Ook vergeven van een dader kan het eigen daderschap verhullen en een onzichtbare wraak plegen, omdat het de situatie evenzeer vastzet en gelijkwaardigheid blokkeert. Ik schreef daar al eerder over in het artikel over vergeving en het verlangen naar onschuld.
Vergeven lijkt eigenlijk alleen goed voor slachtoffers, omdat ze daarmee zichzelf nog schoner kunnen wanen en hun onschuld naar buiten toe extra kunnen promoeten.
Vergeving zet daders impliciet vast in hun schuld en daad. Het werkt als een soort stempel of brandmerk in die zin en dat is giftig voor elke relatie.
Vergeving blokkeert een dader om het ooit nog te herstellen. Die beweging wordt expliciet afgewezen, waardoor er altijd een ongelijkwaardigheid zal blijven.
Het is ook gemakkelijk voor het slachtoffer die nooit meer hoeft na te gaan of erkennen wat voor eigen aandeel in de situatie er was. De volledige schuld blijft zo mooi en voor altijd bij de dader (terecht of onterecht, dat zullen we nooit meer weten).
En wat een hoogmoed, eigenlijk. Want wie ben jij, dat je denkt mij te kunnen vergeven? Wat denk je over jezelf als je dat doet? Hoe boos moet je zijn om dit te willen? Wauw!
Vergeving is heeft enorme miskenning in zich, die we eigenlijk zouden moeten verstaan als een vorm van daderschap van slachtoffers naar hun daders. Toch doen we dat niet, mede in gegeven door wat religie ons voorhoudt.
Moeten we ons afvragen: Hoe hoogmoedig is onze religieuze beoefening eigenlijk? Misschien wel.
Hoogmoed kan eenvoudig in bescheidenheid en nederigheid verpakt worden, maar als de impliciete boodschap is “Ik ben beter dan jij, want…” dan is dat toch echt hoogmoed. Dat zijn slechts de waarden van ons eigen cultuur naar het anders zijn van de ander.
Verzoening als betere oplossing
Als je op zoek gaat naar een wat eerlijker beweging die meer in balans is, dan zou verzoening hier meer op zijn plek zijn. Verzoening gebeurt pas nadat alle betrokken eerlijk hun eigen aandeel hebben genomen.
Verzoening vraagt ook aan een slachtoffer eerlijkheid omtrent de eigen keuzes en verantwoordelijkheid, zowel voor, tijdens als na de daad. Niemand neemt meer als wat van hemzelf is en niemand geeft iets aan een ander. Alleen dat wat waar is en het eigen aandeel wordt erkend en binnen de eigen verantwoordelijkheid gehaald en niets wordt daarin weggelaten.
Als dat is gebeurd, dan is alles anders en is het mogelijk om elkaar weer te naderen, of rustig weer uiteen te gaan. Dan is de gelijkwaardigheid in de relatie als vanzelf weer herstelt. Ja, ook daders en hun slachtoffers hebben een relatie in die daad.
Verzoening is niet perse de gemakkelijke beweging, maar het is in elk geval eerlijk en gelijkwaardig. Uiteindelijk vinden we daar veel eerder dan bij vergeving de rust, veiligheid en menselijkheid terug waarnaar we verlangden.
Is onschuld vrij van geweld?
Het is nu eenmaal gemakkelijker om onschuldig te zijn, dan om een schuld te dragen en openlijk, of stiekem, kunnen we onszelf als slachtoffer tot de betere mens bestempelen en de dader tot schuldig en helemaal fout.
Los van wat hoe gewelddadig onze reactie op geweld zich dan toont, zit daar vaak genoeg ook onrecht in verborgen. Het straffen en buitensluiten van een dader gebeurt niet zonder prijs. Ik vraag me daarom af wat is de helende beweging hier en waarom blijf je die prijs betalen?
Het lijkt soms zo moeilijk om op te staan en herstellen vanuit slachtofferschap. Dit herhaalt zich keer op keer in vele vormen.
Misschien dacht je aan een specifiek voorbeeld, toen ik begon over slachtoffers of daders, eentje waarin een dader volgens jou echt fout was en een slachtoffer duidelijk onschuldig. Hoe kan je zo’n dader of diens daad eren? Nee, dat is onmogelijk.
We eren voor onszelf
Maar we eren niet voor de daders, of voor de slachtoffers, we eren omdat het iets in ons herstelt en erkent. Eren helpt om de pijn te helen. Eren erkent de verbinding die er al is, en oordeelt niet op basis van de ervaring in die verbinding.
Hoe belangrijk blijkt een dader voor een slachtoffer als de daad zoveel invloed had en zo’n lange echo? Wat voor hulp en voeding heeft dit slachtoffer nodig om weer op een plek van veiligheid en vrede te komen?
Slachtofferschap vind je overal
Maar het is niet alleen in een voorbeeld dat we het moeilijk vinden. Velen van ons ervaren zoveel overmacht en slachtofferschap dat we weinig anders kennen.
Hoeveel van ons strijden tegen bedrijven en instanties, tegen cultuur, maatschappij, overheid? Hoeveel jongeren strijden met ouderen en omgekeerd?
Hoeveel strijden met andere culturen en proberen via schuld iets op te lossen, bijvoorbeeld in een discriminatieverleden en zelfs het geweld van slavernij?
Het zijn zulke grote en oude thema’s en we hebben ons daarin al zo verdeeld. Waarom blijven achterkleinkinderen met elkaar vechten over de fouten of offers van hun voorouders? Hoe herstellen we dat?
Zachte mannen en sterke vrouwen
Hoeveel mannen strijden er nog steeds met vrouwen en hoeveel proberen inmiddels afstand te nemen van de mannencultuur?
Hoeveel vrouwen zijn bang voor mannen, of eigenlijk heel boos, en veroordelen en sluiten hen buiten als de daders en gevaarlijke geweldplegers die belangrijke en pijnlijke momenten in hun historie hebben gekleurd?
Hoe goed kennen deze mannen en vrouwen de werkelijke omstandigheden waaruit de ander zich beweegt?
Hoeveel feministen en zogenaamd sterke vrouwen (de schreeuwers en onbuigzame amazones) zijn eigenlijk aan het prediken dat het goed is om ook als vrouw een man te zijn en mannelijke macht en waarden te leven?
Hoogmoed en onbegrip
Hoe vaak wordt daar nog hoogmoed bovenop gegooid door te claimen dat eigenlijk vrouwen beter zijn dan mannen? Hoeveel miskenning zit daarin? Is dat omgekeerd ook nog zo?
Hoeveel vrouwelijkheid is echt te vinden in dit nieuwe stereotype en hoeveel van die kracht is boosheid en strijd in plaats van innerlijke kracht?
Is een kattenkop, een vrouwelijke pester die lik op stuk geeft en scherp van tong en oordeel is, echt zoveel meer vrouw, dan die vrouw die thuis beschikbaar is en hard werkt voor een goed leven voor haar kinderen en omgeving?
Historisch besef
En is het echt iets nieuws, de mondige vrouw die lik op stuk geeft? Hoeveel historisch besef is hier eigenlijk?
Zou het kunnen dat die vermeende vrouwenkracht een vijand nodig heeft om zich te manifesteren en verkopen?
Nieuwe gevangenis
Zou het ook kunnen dat niet iedereen ernaar verlangt de wereld in tte trekken en aanzien te verwerven. Zou het kunnen dat de nieuwe keuzen die geopend zijn slechts een nieuwe onvrijheid vertegenwoordigen, die evenzeer gevangen zet?
Is jezelf over de kop werken in een baan de nieuwe groepscultuur waar je nu dwingend aan moet voldoen? Hoe zit dat dan met de kinderen die in de opvang worden uitbesteed, zoal ze ooit (in de jeugd van mijn ouders) naar weeshuizen, kostscholen, internaten en kerkgenootschappen gingen?
Het is anders, maar is het echt nieuw en beter? Wie denkt daarover na?
Respect voor ouders en voorouders
Hoeveel vechtende feministen respecteren echt de moeders van ooit, in plaats van die moeders (die thuis voor hun kinderen zorgden en hard werkten) te degraderen tot onmachtige en onderdrukte mensen die hun potentie niet leefden?
Zijn deze mensen bekend met het respect in die tijd en met de veel uitdagender omstandigheden waarin deze werkverdeling is ontstaan? Hebben ze begrip voor het gewicht van de verantwoordelijkheden die toen op de schouders van zowel vrouwen als mannen lagen en de offers van beide geslachten?
Waarom oordelen we zo negatief over een tijd die we nauwelijks nog kennen en onze voorouders die zo hard gewerkt hebben en zo’n grote prijs voor hun nazaten betaald hebben?
Erkenning en daderschap
Vraagt de wens om erkenning te krijgen, voor je waarde als vrouw, of als mens, niet ook van je dat je die erkenning allereerst zelf geeft en die veroordeling tussen ons uit haalt?
Wat is jouw daderschap hierin? Wat heb je de anderen aangedaan, tegen wie je vecht en voor wie je zegt te vechten?
Beweging van de groepsziel
Mogelijk zijn hier grotere bewegingen gaande, waar de argumenten niet eens belangrijk in zijn. Individuen hebben doorgaans weinig invloed op bewegingen die hele culturen of volkeren in hun weg meeslepen.
We moeten dus dieper kijken naar wat hier speelt, in plaats van blind onze oordelen te volgen.
Op afstand naar elkaar schreeuwen
Maar ik vraag me wel meteen af. Hoe moet je over vrouwelijkheid en vrouwenkracht denken. om zoveel onbegrip te leggen op al die vrouwen die eerdere kwamen en zoveel afkeuring op mannen? Wat wordt die mannen en die vrouwen aangedaan in dat oordeel?
Het houdt daar ook niet op want de strijder kan gerust ook anderen tot de eigen groep bombarderen en daderschap toedichten doordat ze niet meedoen in de strijd, ofwel onwetendheid toedichten doordat ze niet mee doen in de strijd.
De claim is dan dat het een gerechtvaardigde strijd is waar je als lid van de eigen groep eigenlijk aan mee moet doen, maar wie zegt dat die anderen hetzelfde doel hebben of zelfs tot dezelfde groep willen behoren?
Is het lafheid, of onwil of is het gewoon dat de strijder een kleinere groep vertegenwoordigt dan die claimt (ambitieuze vrouwen i.p.v. alle vrouwen)?
Wanneer je strijdt voor vrijheid, dan moet dat op zijn minst ook de vrijheid omvatten om bij het oude te blijven of niet mee te doen. Maar soms is strijden ook niet echt nodig en klopt de analyse niet eens.
De strijder vergeet dat echter snel en bombardeert anderen al snel tot slachtoffer en dader waar zijzelf dat niet zouden doen. Is dat een betere wereld dan waar we vandaan komen?
Nog steeds is er volop strijd en nog steeds wordt er miskent en ontkent en onderdrukt, alleen de groepen wisselen misschien van plek. Meer strijd en vooral meer van hetzelfde.
Iedereen slachtoffer
Je moet als slachtoffer trouwens ook niet denken dat je een primaat hebt, want ook anderen zijn slachtoffer en er kan zelfs concurrentie zijn over wie het meest recht heeft op slachtofferschap.
Ook mannen claimen inmiddels slachtofferschap tegen hoe verdacht ze zijn en hoe vaak ze onterecht beschuldigd worden. Witten schieten in de verdediging en claimen slachtofferschap omdat de donkeren maar blijven komen met de term discriminatie en het slavernijverleden.
Ouders claimen slachtofferschap met syndromen als het verlaten ouder syndroom, moeders die hun kind verloren hebben, groeperen zich en vragen ook om iets, hun slachtofferschap is tegen het leven zelf en ook zij zoeken heelheid en betekenis voor het verlies.
Wat te denken van de hsp-vrouw (meestal) tegenover de narcistische ex-partner (ook meestal). Niemand vraagt meer wat hier precies speelde of aan de hand is, want we hebben het te druk met het zorgen voor degene die zorg vraagt en pijn roept.
Diegene spreekt over de kinderen, maar er blijkt geen echte zorg voor die kinderen in wat er geroepen wordt. Uiteindelijk gaat alle aandacht en zorg eigenlijk naar het slachtoffer en zijn de kinderen slechts een speelbal waarvan niet duidelijk is wie nu wie wat aandoet.
Opeens staat er een hele groep in rep en roer en heeft de vermeende narcist (die mogelijk slechts een goede vader was die moest omgaan met een borderline partner) het nakijken. Die wordt niet eens gehoord.
Allerlei onderwerpen lenen zich voor de verdeling in daders en slachtoffers en ik constateer zo ontzettend veel strijders en pijnplekken die maar niet lijken op te lossen de spreekbuizen en versterker van de sociale media.
Er lijkt geen einde te komen aan bronnen van slachtofferschap en het aantal groepen die het claimen. Iedereen met een oprisping van boosheid komt met een eigen verhaal over een nieuw slachtofferschap.
We kunnen terecht vaststellen dat er veel pijn is onder mensen en dat relaties niet gemakkelijk zijn. Er zijn minstens zovele gekwelde mensen die het moeilijk hebben als er strijdpunten zijn.
Is leven zo pijnlijk? Waarschijnlijk wel. Of zijn we in het tijdperk van sociale netwerken gevoeliger geworden en staan sneller in brand? Media heeft meestal niet echt een kalmerende rol, aangezien sensatie meer aandacht vraagt. Daar zal het dus zeker niet oplossen.
Natuurlijk mag er best zorg verleend worden, dat zouden we ook zeker moeten doen, maar laat die zorg dan naar minder strijd leiden en echte oplossingen, niet naar meer. Is dat teveel gevraagd?
Hoe kan hulp kalmeren en pijn oplossen in plaats van het uit te vergroten? Hoe kunnen we helpen in dit soort omstandigheden? Wie en wat kunnen we eren? Deze vragen houden me bezig en zijn deel van wat ik hier doe.
Woede zonder ogen
Woede is vaak blind en slachtofferschap biedt altijd een mooie jas waarin je een woede kan verpakken (en verkopen). Vooral als de dader al min of meer is voorgeselecteerd door lid te zijn van een verdachte groep. Schreeuwen lijkt dan gemakkelijker dan diep luisteren.
Als je bij een groep gevoegd kan worden die aan de daderkant staat dan is er een gemakkelijk excuus om niet meer te hoeven horen en is elkaar bereiken misschien niet eens meer mogelijk.
Schuld zonder einddatum
Gesprekken over schuld lijken eindeloos. Als witte man mag ik in veel onderwerpen misschien beter niet meedoen. Helaas ben ik misschien nog niet wijs genoeg.
Waar zijn we vergeten om elkaar te eren en respecteren en staan in plaats daarvan op afstand tegen elkaar te schreeuwen (of dat nu innerlijk is of uiterlijk)? Is elk slachtoffer gerechtvaardigd om zelf een dwingeland en dader te worden?
Mannen en vrouwen eren
Wanneer we dat oplossen gaan we als man alle andere mannen eren en ook ons eigen man zijn. We herinneren de vele lasten en offers die door mannen gegeven en gedragen zijn en vinden waardering voor hun kracht en zorgzaamheid.
Als vrouw herinneren we en eren alle eerdere vrouwen en wat hun waarde en waardigheid was en hoe ze ons hebben geholpen zoals we hier zijn. We hoeven niets aan die ander te veranderen, ze niet een kopje kleiner of groter te maken, want iedereen heeft bijgedragen en heeft waarde.
Hooguit begrijpen we nog veel niet. Maar waarom oordelen als je ook leergierig en geïnteresseerd kan zijn?
We herkennen de verschillen in plek en bijdrage nu als een samenwerking waarin beide geslachten hebben samengewerkt en geofferd, ook al begrijpen we misschien niet altijd hoe dat ging.
We eren de schouders waarop we staan en die het mogelijk hebben gemaakt om zo te leven als we nu leven met al onze mogelijkheden en beperkingen en we vinden in onszelf de bereidheid en het verlangen om ook van betekenis te zijn en bij te dragen.
We gaan ieders waarde ontdekken en worden daardoor zelf vollediger en rijker als mens. Hoe meer mensen we kunnen ontvangen en binnenlaten hoe meer we onszelf ontdekken en begrijpen dat we net als die ander zijn.
Overheersers en onderdrukten kunnen elkaar eren
We eren de offers van degenen die we overheerst hebben zoals degenen wiens voorouder overheerst en zelfs mishandeld zijn de offers van hun voorouders eren en een weg vinden om ook de nazaten van hun overheersers te eren omwille van de gezamenlijke geschiedenis.
Hoe we hier zijn is ook deel van die geschiedenis en we hebben beiden geleden onder die geschiedenis. Dus waarom elkaar niet opzoeken?
Het wordt gemakkelijker als je het eerst op die manier oplost en van daaruit in gesprek gaat over hoe je wilt dat een gezamenlijke toekomst eruit ziet.
Eren als uitdrukking van de verbinding
Eren vraagt niets, het geeft ook niets weg, want het is slechts een erkenning van waarheid en waarde. De ander hoort erbij en dus hoor jij er ook bij. En we zijn allen zowel verschillend als gelijkwaardig.
Het is bijzonder hoe dat werkt. Meestal is eren ook woordeloos, zoals verbinden en waarheid ten diepste zo vaak blijken te zijn. We eren het meest als we stilvallen. Dat is ook het moment waarop we het meest echt blijken te zijn en het meest verbonden.
Daar is niets op te lossen en helemaal niets om los te laten, want alles moet er zijn en is welkom en gaat vanzelf wanneer het zijn functie heeft gehad.
Natuurlijk kan het even duren voordat het vanzelf komt, maar daarvoor is er dus hulp op je pad. Wat denk je van een familieopstelling als goede start? Niet om te leren eren, maar om te ontdekken. Het zou zomaar kunnen dat het je verder helpt.
Je bent welkom.
Geef een reactie