Er wordt veel geschreven over ‘zij’ en ‘hen’, waarbij regelmatig pijnlijke en beschuldigende woorden gebruikt worden, pijnlijke namen worden uitgedeeld, en woorden als elite en systeem en geld veelvuldig vallen. De kern van dergelijke verhalen is vaak dat anderen iets doen waar we geen grip op hebben en dat wij het slachtoffer zijn van wat zij willen en doen. Is er nog eenheid?
Hoeveel vertrouwen hebben we nog in onze mensenwereld?
We overzien onze wereld misschien niet meer zo en houden ons wat meer bezig met ideeën over hoe we wereldwijd alles moeten organiseren en hoe er kleine groepen “zij” zijn die de enorme groep “wij” moedwillig van alles aandoen. Een populair verhaal is daarin dat “wij” dom gehouden worden, en misbruikt.
Als ik het zo voorbij zie komen, dan lijken we (meer dan voorheen) erg bezorgd, boos en in verwarring, en dat lijkt vooral ingegeven door zorgen over onze wereld en onze toekomst en anderzijds een verlangen naar vrijheid, gelijkheid en autonomie. En in klein verband ligt natuurlijk ook het bestaan en de veiligheid van onze geliefden hoog in onze aandacht. Voor hen willen we vechten, hard werken en alles goed maken, maar andersom raken kunnen we ook voor hen in wanhoop geraken en ons schamen. We reageren misschien vaker, en heftiger dan vroeger, afgunstig of boos op anderen die het beter lijken te hebben en die de zekerheid en invloed hebben die we in ons eigen bestaan zo missen.
De spiegel van onze pijn in afgunst
Eigenlijk is onze afgunst slechts een spiegel van de onzekerheid en pijn die we onder elkaar waarnemen en voelen. De pijn van waaruit we spreken blijkt dan helaas erg verblindend en noodt tot rigoureuze veroordeling en woede naar anderen die niet “wij” zijn. En we krijgen dan contact met de strijdlust in onszelf, maar ook met de onmacht die we ervaren en waar we verandering in willen brengen. De wereld is groot, en we beseffen dat wij als individu daarin niet de spelregels bepalen.
Vanuit die onzekerheid en angst gaan we misschien mee in verhalen over hoe bepaalde mensen ons in de weg zitten, of verhalen over hoe we onderdrukt worden door structuren en systemen, en dan is het gemakkelijk je hoofd verliezen en aan te haken bij die eenvoudige beelden die ons wordt aangereikt. We kiezen voor het inkrimpen van onze loyaliteit.
Oproep tot verzet
Wij hebben pijn, dus als die beelden dat verklaren en een uitlaatklep voor onze emoties geven, dan zijn we snel bereid in dat vlot te stappen en te gaan roeien met de anderen die daar al zijn. We stellen onszelf niet de vragen meer die een gat in het vlot zouden prikken, nee het is gemakkelijker om aan onze emoties vast te houden en de saamhorigheid met anderen die pijn hebben.
“Weg met het geld!”, “Weg met de graaiers”, roepen we, en worden slachtoffer van degenen die al zo vol haat, angst of hebzucht zitten dat ze alleen nog maar die emotie zaaien en voeden, en vervolgens verdrinken we in onze eigen emoties en die van degenen naar wie we luisteren en elkaar. Helder denken en waar-nemen is moeilijk als je zo vol met emoties zit. Je zult alleen nog zoeken naar nog meer bevestiging van je gelijk, en natuurlijk is die te vinden onder wat anderen als jij rondstrooien.
Overbonden met jezelf en de ander
Ik beschouw dergelijk schrijven zelf als onverbonden, onverbonden met je eigen pijn en behoeften en onverbonden met degenen over wie geschreven wordt. Pijn is niet hetzelfde als schuld, en een oorzaak of aanleiding houdt niet perse schuld in, en daarin treed ook verwarring op.
Dergelijke verhalen sluit anderen, die net als wij zijn, buiten simpelweg op basis van onze eigen pijn, en maakt het daardoor ook moeilijker om wat we willen nog te bereiken. De veronderstelling is dat ‘zij’ anders en vooral slechter zijn dan wij, en daarin zit meteen het zaadje van een strijd.
Duidelijker begrip van eenheid
In spiritualiteit spreken we graag het komen tot eenheid, en over het algemeen wordt daar dan weer heel verheven en wat ongrijpbaar over gesproken. Ik vraag me echter af, zou het kunnen zijn dat eenheid heel praktisch kan betekenen dat je anderen gaat betrekken in wat je wij noemt? Kan het zijn dat eenheid niet zozeer een energie is of een spiritueel ideaal, maar dat het een principiële keuze is om ons denken en handelen te baseren op de aanname (ook best een feit te noemen) dat we allemaal verbonden zijn in leven en dat het betekent dat anderen ALTIJD net als wijzelf zijn?
Wat zou de consequentie zijn als we zo praktisch omgaan met een begrip als eenheid? Kunnen we aannemen dat we een verbinding of relatie hebben met elkaar wat je ook doet? Kunnen we aannemen dat het waar is dat als er iets gebeurt in onze omgeving of in het milieu dat het ook iets met ons te maken heeft en dat het iets toont over onszelf en hoe wij doen?
Eenheid is een heel praktisch en tastbaar concept
Zou het kunnen dat eenheid niet iets is dat je bereikt door jarenlang te mediteren en zuiver te leven, dat het niet veronderstelt dat je geen heftige emoties meer hebt, maar dat het slechts betekent dat je erkent dat wat een ander overkomt ook met jou te maken heeft, en dat wat een ander voelt, doet en denkt ook belangrijk voor jou en voor elkaar is? Zou eenheid een keuze kunnen zijn om alles in te sluiten en daarop je denken en handelen te richten?
Er is minder ik in eenheid, maar misschien is dat ook wel goed omdat die ik vaak wat wispelturig is en niet altijd zo betrouwbaar en vriendelijk. Veel ikken zijn een bron van vooral veel hebzucht en afscheiding. Stel je eens voor: Hoe zou een ik zijn als hij onderdeel is van een wij, van een wij die groter is dan alleen gelijkgestemden? Daar is weinig verheven aan, daar is weinig aan dat ongrijpbaar is, en daar volgt in elk geval meer solidariteit en loyaliteit uit, alleen dan naar iedereen en alle levende wezens. En ja, uiteindelijk ga je ook andere gevoelens krijgen en elkaar anders ontvangen als we allemaal een wij zijn.
De oorlog van binnen komt naar buiten
Als ‘zij’ niet ‘wij’ zijn is er oorlog, die oorlog is er eerst in onze emoties en vervolgens tussen ons. Oorlog en afkeuring betekent dat er nog maar weinig communicatie, vertrouwen en begrip zal zijn voor vijand van onze keuze, en daardoor krijgen “zij” al onze uit pijn en onvrede geboren emoties en schuld in de schoot zonder een mogelijkheid om een vriend te zijn of voor ons te zorgen (zonder op de knieën te gaan en zelf onderworpen te worden).
Als iemand niet zonder openlijk gezichtsverlies kan veranderen, wordt het erg moeilijk om dat te doen. En ondertussen zoekt de boosheid en frustratie die uit onze denkbeelden voortkwam een uitlaatklep, en daar dienen ‘zij’ voor. En zij mogen terugwijzen naar ons.
En het jammere is dat daardoor onze toch al gefrustreerde behoefte aan veiligheid nog meer wordt bedreigd, voor we het weten worden we ook bang voor wij of ontstaan er nieuwe groepen die zij heten. Verdeeldheid creëert nog meer verdeeldheid, en polariseert bestaande verdeeldheid.
Schoppen tegen degenen die ons proberen te helpen
Triest genoeg zijn ZIJ vaak juist degenen die hebben gekozen hun beroep of roeping te maken om te zorgen dat het ons goed blijft gaan of dat het beter wordt, dus we gedragen ons daarmee ook niet erg vriendelijk noch dankbaar. En in zekere zin is het de herhaling van gedrag en emoties die we als kind naar ouderfiguren hebben geoefend.
Die zij waarover wij spreken hebben vaak veel problemen op hun bord en maken zich ook zorgen over hoe het met ons allen moet gaan. En misschien zitten ook zij vast in denkbeelden die ze in hun levensloop hebben geleerd en verzameld, en worden net als wij beïnvloed door hun omgeving en media.
Wat als wij ons startpunt is, verruiming van loyaliteit
Hoe anders zou het zijn als ons startpunt zou zijn dat ook zij behoren tot wij, als er alleen maar wij was? Het zou een radicale verandering in je loyaliteit betekenen, maar het is mogelijk. Hoe anders zou onze conclusie zijn als we hen insloten in onze wij en het probleem adresseren en oplossen in plaats van degenen die hun best net als wij en daarbij nog wat meer verantwoordelijkheid op zich nemen?
Zouden we dan vechten met wij, of samenwerken? Zouden wij vrienden zijn of vijanden? Zouden we meer naar elkaar luisteren als zij tot wij behoren, of zouden we elkaar blijven bestoken met verwijten en pijn? Wie zijn die zij eigenlijk en wat proberen ze te doen voor ons en zichzelf? En wie zijn die wij eigenlijk en wat proberen wij te doen en bereiken voor onszelf en elkaar?
Eenheid als basis voor heelheid
Als de zij oplost in de wij, dan is er in elk geval automatisch eenheid, en is er alle reden om het lichaam te genezen, dan kunnen we beginnen met nieuwsgierig zijn en ideeën vormen over hoe we prettiger en gezonder kunnen samenleven. Is een geïnteresseerde en helpende houding niet altijd beter dan de creatie van oorlog? Je mag het zelf bepalen: leef je in eenheid, of leef je in verdeeldheid.
Als je het weer eens over zij hebt, of hen, of hem of haar, dan weet je je antwoord, dan is de verdeeldheid een feit. En als je dan daarbij blijft en vecht voor je gelijk, dan mag je kiezen: blijf je daar, of kom je bij ons? Bij ons is het beter, want bij ons is er eenheid en rust en een mogelijkheid om elkaar te bereiken. Naar ons wil je misschien luisteren, terwijl je dat naar hen misschien moeilijk vind.
Je hoort bij ons
Beschouw het maar als een uitnodiging. Wat mij betreft hoor je bij ons, en ben je zo welkom met je zorgen en pijn als met je blijdschap en steun. Ik neem die houding omdat we samenleven (zei het misschien op enige afstand), en omdat we verbonden zijn op vele manieren, en of je het wilt of niet, de verbinding met zij, zullie en hen is er ook.
Je kunt kiezen of je die wilt erkennen en een oplossing zijn, een bruggenbouwer en steunpunt. Uit gerust je pijn en emoties, maar heb het over je emoties, niet over schuldigen. Per slot hebben wij die jij zij noemt ook zekerheden en onzekerheden, en emoties, pijn en angst, zorgen en onvrede, en zijn ook die wij bezig om het beter te maken voor geliefden en omstanders.
Ook zij horen bij ons, en dus bij jou
Er is veel wij onder zij, hooguit misschien wat andere uitgangsposities, ervaring en ideeën. Maar kunnen we daar niet samen aan werken als we het kunnen hebben over wat werkelijk belangrijk is? Begin dus met wij, en vraag “Wat probeer je eigenlijk te bereiken, en hoe?” en vervolgens “Kan ik je ergens bij helpen?”.
Hoe zou je wereld eruit zien als je dat zou kunnen? Hoe zou het zijn om een idee van eenheid te gebruiken om van zij een wij te maken, onafhankelijk van wat zij denken dat zijzelf zijn? Je kunt dat zelfstandig doen, het is volledig jouw besluit en alleen van jou of je van zij een wij maakt. Je houding zal volstrekt veranderen als je het doet.
Waar kies jij voor?
Je hoort erbij en doet ertoe. Dat feit is onafhankelijk van wat wie dan ook je vertelt! Nu moet je alleen nog besluiten dat het zo is. Ik wil je daarbij wel helpen als je daarom vraagt. Per slot ben ik een wij net als jij.
Geniet van je dag!
En nu ben ik benieuwd: ga je wat teruggeven door het artikel te delen en een reactie te schrijven?
René Arns
Wat een inspirerend stuk Hans! Erg leuk en helder opgeschreven en het stemt hopenlijk velen, net als mij, tot nadenken.
Wat je aansnijdt vind ik een wezenlijke uitdaging: hoe geef je aan de eenheidsideaal in de harde dagelijkse praktijk handen en voeten? Daar worstelen velen mee. Wat mij trof is een enkele zin: Hoe kan ik je helpen? Ofwel: Wat kan ik voor jou betekenen? Dat is mijn instelling geworden en ik probeer daarnaar te leven en te handelen. Is inderdaad een shift in denken en doen, maar levert heel erg veel voldoening en vervulling op. O zo simpel, maar o zo ingrijpend. Dat alleen al kan de wereld veranderen.
Ik ben ervan overtuigd dat die wereld inderdaad maar één gedachte ver weg is: De zij moet een wij worden.
Bedankt, ik ga hem delen op facebook!
Groet,
René
Hans Schuijff
De vraag “Wat kan ik voor je betekenen?” is ook een heel belangrijke vraag. Dankjewel voor je reactie en je verhaal.