Als iemand geweld pleegt tegen een kind, of als een vrouw mishandeld wordt, of als een weerloos iemand wordt neergeschoten, dan reageren de meesten van ons met grote verontwaardiging en woede. Aan de galg met de dader, of tenminste lang in het gevang. Onze eerste impuls is oog om oog, tand om tand. Wie zoiets doet moet op zijn minst uit roulatie en liefst zelf ook lijden. Begrijpelijk natuurlijk. We willen de slachtoffers en elkaar beschermen. Dat werkt zolang het een incident is. Als een type geweld vaker voorkomt, moeten we ook verder kijken: Is er misschien een probleem dat we liever niet erkennen dat leidt naar al dit geweld?
Het geweld van enkelen, is vaak slechts een zichtbare uiting van het geweld, de angst en de woede in velen. Verdienen daders het meer om te sterven, dan de velen wiens woede en angst zij uitdrukken? Zou het beter zijn als we de bron aanpakken, en niet de “uiter”, of de uiting? Zou het beter zijn als we de wortels van de uiting oplossen?
Voordat ik verder ga met dit onderwerp, wil ik je nog even vertellen dat ik het fijn vind als je na het lezen van de rest ook nog de moeite neemt om het artikel te delen op Facebook en markeert als “vind ik leuk”. Ook ben ik benieuwd naar je reacties via het formulier onderin of op mijn Facebook-pagina. Alvast bedankt voor je aanwezigheid hier.
Als we de wortels van geweld willen oplossen, zullen we een beter antwoord nodig hebben op onze (ook collectieve) gevoelens, een beter antwoord op wanhoop, angst en woede, op onze eigen onvrede. Zij die de strijd aangingen of uit hun dak sprongen, waren slechts een representant van wat in ons allen is. En wat we nodig hebben is tenminste een betere omgang met onszelf, met elkaar, en met onze emoties en frustraties. Wat we nodig hebben is het creëren van betere en meer duurzame omstandigheden. Het is dan niet meer goed genoeg om slechts te wijzen naar degenen die het geweld naar buiten brengen, en die te straffen of uit de gemeenschap te verwijderen, we zullen dan verder moeten kijken dan dat.
Vergelijk het eens met een mens die ziek wordt en naar een dokter gaat… is het in dat geval voldoende dat je een symptoom onderdrukt wordt, of is het nodig dat de onderliggende oorzaak wordt opgelost zodat de ziekte als geheel verdwijnt? Is het denkbaar dat dit symptoom van toenemend geweld er slechts naar wijst dat onze manier van leven, ons collectief, “ziek” is?
Is het nodig dat we moeten zoeken naar wat deze “ziekte” veroorzaakt zodat we het kunnen oplossen? En wat is het dan wat dit collectief nodig heeft, zodat we het geweld-symptoom gaan zien afnemen? En is het denkbaar dat ook het collectief (onze cultuur, hoe we ons organiseren, en hoe we vraagstukken benaderen) ook weer slechts een symptoom is van wat er in onszelf als individu aanwezig is? En wat is dat dat dan, en wat vraagt het van ons?
Als meer en harder straffen een oplossing was, dan hadden we het al opgelost. Dat is net als duwen op een puist, wat heel pijnlijk kan zijn en niet perse de gewenste reactie geeft. En zelfs als de puist barst zijn er velen na hem, want een puist open duwen lost een acne niet op. En als uitslaand geweld slechts een symptoom is van iets diepers, wie zouden we dan nog meer moeten straffen, als mede verantwoordelijk? En welk aandeel hebben we zelf, als individu en als collectief in deze situatie? Zijn we bereid om daarnaar te kijken? En welke consequenties proberen we daarin te vermijden? Het blijft veel vragen opwerpen. Wat is het dat nodig is?
Wellicht is de consequentie, van dit willen oplossen, dat we iets (misschien zelfs veel) moeten opgeven, om daardoor datgene te krijgen wat we eigenlijk nodig hebben. Mogelijk moeten we leren om gul te zijn naar diegenen die weinig hebben, en moeten we onze angst voor schaarste overwinnen. We hebben elkaar nodig, en als we dat beginsel vergeten, laten degenen die we niet laten meedoen (of dat niet kunnen) ons dat via geweld weten. Mogelijk zit het nog dieper dan dat, en zijn we met alles wat we verkregen en bereikten ook iets belangrijks kwijtgeraakt wat we nodig willen terugvinden. De prijs van hoe we nu leven is ook voor onszelf, op individueel niveau, heel hoog, en misschien is het nodig dat ons besef daarvan groeit.
Misschien mogen we hulpvaardigheid leren en cultiveren, zodat we elkaar meer vinden in wat we te doen hebben, en samen meer hebben dan we alleen zouden kunnen. Misschien hebben we zelfs een andere cultuur nodig die als basis de groepsverbanden en gezamenlijkheid heeft, die zachtheid en wederzijdse steun als basis heeft.
De ik-gerichtheid drijft velen tot eenzaamheid en wanhoop en duurzame stress, in elk geval tot duurzame ontevredenheid. Het ik-tijdperk leidt tot een milieu dat gevaar loopt, en dat als gevolg van deze gerichtheid dreigt te lijden en uiteindelijk onze eigen voortzetting (vertaal: onze kinderen en kleinkinderen) bedreigt. Het ik richt zich vanuit zijn aard op de korte termijn en hoopt dat de lange termijn hem niet inhaalt en om de oren slaat.
We hebben in een ik-tijdperk ook bijna alleen concurrenten, dus vijanden, en bijna niemand waar we echt bij terecht komen en veilig bij zijn. Anderen zijn in het ik-tijdperk even ik-gericht en dus niet te vertrouwen, en de logische reactie op gefrustreerde behoeften is in het ik-tijdperk geweld. Zorgzaamheid wordt daar gezien als zwakte, en zachtheid is een gebrek. De basis van concurrentie is geweld.
De menselijke aard is eigenlijk anders, is sociaal naar andere mensen en dieren. Het is slechts onze angst en ons onvermogen om goed voor onszelf en elkaar te zorgen, die ons uit elkaar drijft. De weg van individuele ambitie is een doodlopend pad voor het collectief. In de Verenigde Staten zit 1 op 100 burgers in de gevangenis, een schokkend getal, en ook hier in Nederland zijn er velen die opgesloten zijn vanwege hun daden.
Wat een enorm verloren potentieel spreken we hier over. Want voor elke gevangene is er minstens een andere persoon (en waarschijnlijk veel meer dan één) die zijn werkende leven besteedt aan wetgeving, opsporing, handhaving, herstel van schade, opvang van slachtoffers, en alles wat een gevangenis en de bouw en instandhouding ervan nodig heeft. En dan hebben we het nog niet over de revalidatie en controle na de gevangenschap.
Niet alleen is dit een signaal over hoe we leven, wat we zelf doen en hoe dat uitwerkt, maar het is ook een enorm verlies voor het collectief, zowel in termen van productiviteit en geld, als (misschien even belangrijk) in menselijk lijden. Elke gevangene betekent minimaal één, en waarschijnlijk veel meer dan één, slachtoffer. En als we kijken naar het grotere plaatje zijn ook veel van de gevangen eigenlijk slachtoffer van de manier waarop wij besloten hebben samen te leven.
Laten we eens diep schouwen naar de oorzaken in onszelf en onze leefwijze, naar de manier waarop we ons collectief hebben georganiseerd en wat de consequenties daarvan zijn voor menselijk lijden en menselijk potentieel. Laten we voor de ondergrond en de wortels gaan zorgen, zodat de planten die we groeien gezonder zijn.
Hieronder vind je een paar video’s om verder inspiratie op te doen. Het zijn mooie voorbeelden met concrete antwoorden op een gewelddadig leven en hun slachtoffers, en een bijdrage aan een betere maatschappij. Dit soort initiatieven zijn belangrijk en constructief, ze tonen dat het ook anders kan en dat het werkt. Zij tonen dat het beter is om de mouwen op te stropen en te tonen hoe het ook kan. Om te tonen hoe goed een andere mensvisie kan werken.
Deze mensen werken met zware criminelen, om ze te leren wat ze nodig hebben, en weten daarmee werkelijk waardevolle transformaties te bereiken. Ik vond ze inspirerend. In plaats van straf biedt dit programma een vorm van mannelijkheid die vele mannen nooit gekend of geleerd hebben, en eigenlijk missen, een vorm vol broederschap, ondersteuning en zachtheid.
De volgende video laat daders en slachtoffers aan het woord, en degenen die het Grip Programma hebben doorlopen. Het raakte me. Deze mannen hebben de pijn volledig genomen en zijn nu op een plek waar ze willen en kunnen teruggeven aan de gemeenschap, een gemeenschap die de volgende generatie daders al aan het trainen is.
Deze mannen (en ik bedoel echt mannen omdat ze nu ook stevig staan als man en diepgang, doorvoelen en stevigheid tonen) geven de volgende generatie een andere optie, door ze te helpen om andere keuzes te maken in hun leven, en zichzelf te helen van het geweld, ze te helpen betere antwoorden te vinden op hun woede een frustratie, zodat ze kunnen omkeren voordat het te ver is gegaan.
Deze mannen helpen ook hun slachtoffers om verzoening te vinden en geven aan de dood die ze hebben veroorzaakt positieve betekenis doordat ze het oppakken om zichzelf en de wereld waar ze uit komen te transformeren. Dit tegen de druk in van een gemeenschap die hen dat niet kon leren en die op allerlei plekken alleen een voedingsbodem voor nieuw geweld heeft gecreëerd. Ik hoop dat het ook jou inspireert.
GRIP Graduation at San Quentin from Insight-Out on Vimeo.
Deze video geeft wat inzicht in wat de basis en inhoud is van het programma uit de voorgaande video. Een inspirerend verhaal, en een oproep om betrokken te raken. Een man met diepgang, mededogen en overzicht. Jacques Verduin is de pionier achter het Grip Programma. De getallen die hij noemt zijn ronduit schokkend als je ze laat doordringen. Dit is wat wij nu creëren. De volgende video geeft wat inzicht in wat de basis en inhoud is van het programma uit de voorgaande video.
En ook deze man is betrokken bij het Grip-programma en zegt inspirerende dingen. De moeite waard om eens te horen.
Wanneer je de bovenstaande tekst hebt gewaardeerd, druk dan nog even op de onderstaande Facebook knop, en deel ook het artikel verder. Laat me in een reactie hieronder weten wat je erin geraakt of geïnspireerd heeft, of waar het nog aanvulling of verdere overweging vraagt. Ik ben benieuwd naar jouw aanvullingen en ervaringen, en wat het in je losmaakte, en hoop dat je dat laat weten. Ik wens je veel inspiratie.
✔ Reageer ✔ Deel ✔ Vind het leuk
Geef een reactie