Ik wil in deze laatste weken van 2016 nog even tijd nemen om naar je uit te reiken. Het is zo fijn dat je er bent en dat we elkaar kunnen bereiken. Rond Kerstmis reiken we uit naar degenen die het minder hebben, maar ook naar vrienden en familie. Samen komen we verder wanneer we dat uitreiken blijven doen en gebruiken om meer te creëren van wat we nodig hebben en te staan voor wat goed is. Wat goed is zal niet altijd gemakkelijk zijn, maar het is altijd belangrijk om voor te gaan staan.
Staan voor duurzame verbinding
Om het beter te maken moet elke oplossing duurzaam zijn en voor allen goed uitwerken. Duurzaam is daarom niet alleen voor onszelf, zelfs niet alleen voor het menselijk ras, maar voor de gehele levende aarde. Als we die wederzijdse afhankelijkheid erkennen, dan worden we betere rentmeesters voor onze omgeving en betere metgezellen voor elkaar. Dat is de uitdaging van onze tijd.
Ontkenning van de verbinding
Het idee van individualiteit is mooi, maar ontkent ook dat we een ruimte delen en dat alles samenhangt. Het maakt dat we kunnen denken dat onze gedachten en daden geen consequenties hebben voor andere levende wezens, of dat we ons daarmee niet bezig hoeven houden. Met die gedachte beginnen dan de problemen.
Het idee van individualiteit is ook het zaadje van de gedachte dat we beter zijn dan anderen en zij dus minder zijn dan wij. Het zijn niet alleen overheersers die denken beter te zijn dan de rest, slachtoffers denken dat ook (hoe paradoxaal dat misschien ook lijkt). Ook zij verdelen (in daders en slachtoffers, de goeden en de slechten) maar laten na om te verbinden en verantwoordelijkheid te nemen.
Meer overeenkomsten dan verschillen
Compassie begint pas waar “ik” verandert in “wij”. Het begint wanneer die ander deel is van die “wij” en daarmee het onderscheid ietwat verdwijnt en plaats maakt voor op zijn minst gelijkwaardigheid. Onze expressies blijken dan nog te kunnen verschillen, onze creatieve uitingen, maar in de kern hebben we dan meer overeenkomsten dan verschillen.
We willen veel van hetzelfde. Hoe anders, kan je massa-“wat-dan-ook” verklaren? Zelfs in de behoefte tot individualiteit en individuele expressie volgen we massaal elkaar. Sociale media is een ander bewijs van onze behoefte om voortdurend in verbinding te staan met anderen.
Alles is verbonden
De eenheid begint misschien met even stil worden en het besef dat we bij elkaar horen en dat alle leven verbonden is. We zijn geboren uit leven en worden uiteindelijk weer voedsel dat moeiteloos wordt opgenomen in datzelfde leven.
Alleen onze gedachten kunnen zich losdenken van dat feit, ons lichaam kan dat niet. Leven is een turbulente beweging die ons keer op keer terugtrekt naar het hier en nu, terug naar ons lichaam en wat het ervaart. Ons lichaam heeft vaak te lijden van hoe we denken en leven, maar onze reactie is vooral ontkenning en negeren van dat lichaam. Zo hoeft het echter niet te zijn.
De verbinding helpen
Leven is in zijn aard al gewelddadig en wreed genoeg, daar hoeven wij niet nog wat aan toe te voegen. We hebben het vermogen om verder te zien, handelen en voelen dan slechts onszelf en te doen wat goed is voor de toekomst die we willen en nodig hebben. Wij kunnen de verbinding helpen als we daarvoor kiezen. We kunnen betere rentmeesters zijn voor onze ruimte en elkaar.
Erbij horen, lid van een gemeenschap
De vanzelfsprekende verbinding en de zingeving van ergens bij horen, van lid zijn van een gemeenschap, is erg helend en heel passend voor Kerstmis. Een gevoel van verbinding en gemeenschap is belangrijk voor een sociale soort en misschien is dat wat onze verslaving aan sociale media en nieuws enigszins verklaart.
Omsluiten en terughalen wie zich heeft afgekeerd
Misschien is de behoefte van degenen die zich afkeren wel groter dan van degenen die de verbinding al gevonden hebben. Zij zijn onvervuld en op zoek naar iets wat ze nog maar moeilijk verdragen, maar hun behoefte is groot. Het doet teveel pijn.
Hoe kunnen we hen weer erbij laten horen? Kunnen we de pijn van deze ontmoeting nemen en verdragen, zodat we uiteindelijk voorbij de pijn kunnen komen naar waar het goed is? Soms komt erbij horen met wat ongemak voor het ontspant. Als je erover nadenkt is het de kern van Kerstmis om iedereen erbij te laten horen, ongeacht herkomst of verleden.
Kersttraditie
Als kind voelden de dagen rondom kerst altijd extra warm. Ik hou van de donkere dagen in december en associeer het met lekker thuis zijn, met nostalgische films, met familie, kerstmuziek, het geboorteverhaal van Christus en bovenal met het knisperen van een open haard.
De kerstversiering hing toen nog aan echter sparren en aan echte sparrentakken, dus ook de geur van deze bomen (of liever de hars) hebben nog warme associaties bij me. De traditionele kerst is een warme deken van thuis en verbinding als een goed boek met een kop zoete warme chocomelk.
Erbij horen in een warme gemeenschap
Als kind van ex-officieren van het Leger des Heils en een vader die later directeur zou zijn van een bejaardenhuis, waren er ook altijd verplichte bijeenkomsten, zoals het feest in het bejaardenhuis en de kerstbijeenkomst in het Leger des Heils. Al met al toch een fijnere periode dan de rest van het jaar met iets meer feest, aankleding en warmte.
Ik was een huiselijk kind die zijn tijd eerder met crea, koken, of boeken en films vulde, dan met een veelheid aan mensen en ervaringen. Misschien kwam dat ook omdat ik mijn plek tussen mensen niet altijd zo vond en mensen niet altijd fijn waren.
Ik was meer een schuchter en vroeg wijs kind, die leerde over mensen door toe te kijken, te lezen en denken en gesprekken te hebben. Oud geboren, gaat het gezegde. Ik vond rustige activiteiten als lezen, koken of gesprekken hebben fijner dan ravotten en voetballen. Meestal vinden dat soort kinderen geen plek onder leeftijdsgenoten, althans niet in hun jeugd.
Kou maakt warmte meer voelbaar
Het contrast met de december-kou buiten maakt het gevoel van warmte binnen alleen maar intenser. Het was niet zozeer de warmte tussen mensen om me heen, maar de illusie die ons werd getoond die beloofde dat het wel zou kunnen.
Hoewel je misschien zou verwachten in een religieuze organisatie als het Leger des Heils gemakkelijk een plek te vinden, blijken ook daar mensen gewoon mensen. Dus ook daar is er strijd, concurrentie en buitensluiten en wordt er meer gezongen over blijdschap dan dat mensen blij echt zijn. Religie is een serieuze zaak waarin weinig echt gelachen wordt en waarin je moet aanpassen om erbij te horen.
De droom van een warm thuis
De droom toonde echter iets anders. Het toonde dat we een thuis zouden kunnen vinden, in een zorgende en betrokken gemeenschap. Deze droom zegt dat het samen gemakkelijker zou zijn en je bestaan verwarmd zou worden als je in zo’n gemeenschap leeft.
Waar vind je zo’n liefdevol en betrokken gemeenschap, die ook nog om kan gaan met onderlinge verschillen? Waarom creëren we dat niet in plaats van al die strijdlust. Het is een droom die moeilijk is op te geven, maar die we maar niet weten te creëren. Er is veel geweld en drukte te vinden, maar zo weinig echte compassie en rust.
Gemeenschap versus individu
Het contrast tussen droom en alledaagse werkelijkheid is voor velen groot. We vergeten graag dat we een gemeenschap zijn en laten elkaar achter met het idee dat ieder voor zich het maar moet redden. Er was echter nooit een tijd waarop iedereen dat kon. Degenen die we achterlaten, raken daardoor teleurgesteld en keren zich noodgedwongen af in eenzame verbittering.
Het is de gemeenschap zelf die keer op keer moet uitreiken en omarmen, zodat degenen die het niet kunnen erbij kunnen horen. Het is de gemeenschap, niet het individu, die een gemeenschap maakt en doet slagen. Het is het individu die ook de macht heeft om een gemeenschap van binnenuit te vernietigen door haar waarden te ondermijnen.
Het individu moet gemeenschap wel afwijzen om zich te onderscheiden, maar verliest kracht als het teveel los komt te staan. Het kan alleen die kracht terugvinden door ofwel terug te keren naar de gemeenschap ofwel een nieuwe gemeenschap te stichten desnoods ten koste van de voorgaande gemeenschap. Velen komen echter alleen te staan en verliezen uiteindelijk kracht en zelfs hoop.
Is de gemeenschap bereid het verloren kind, het individu, weer op te nemen en een thuis te geven? Is gemeenschap sterk genoeg om haar waarden overeind te houden en te beschermen tegen het rebellerende kind? Het Christen-kind was dat wel, want die had de waarde van afgescheiden alleen staan genoeg ervaren. Zijn gemeenschap zou blijven uitreiken met geduld, zachtheid en compassie, althans dat zou je hopen na zijn offer en voorbeeld.
Huiselijke sfeer
Kou buiten is niet zo erg als je in een monumentaal pand woont, met in de klassieke huiskamer een grote open haard, die op dat soort dagen meestal gevuld was met warm knapperend brandende afvalstukken eikenhout. Dat is gelijk een andere decembergeur, die tot op de dag van vandaag nog nostalgische gevoelens in me oproept. We vierden niet zoveel feest en veel aandacht ging naar roeping en plicht, dus dit was een fijne afwisseling.
Bij dat vuur stond dan ‘s-avonds meestal de televisie aan met oude bekende films van bijvoorbeeld James Steward, een Charles Dickens verhaal, Peter Pan of het aloude verhaal over Scrooge en de geesten van kerstmis. Het waren eenvoudige waarden met een sausje fantasie en goede bedoelingen die vooral tonen dat ik nog uit een ander tijdperk stam. Het tempo was anders toen, en onze ruimte werd nog niet in die mate als nu gevuld met een stormvloed van berichten.
Feest van saamhorigheid en menselijke warmte
Kerstfeest is een feest van geborgenheid, saamhorigheid, traditie, hoop en menselijke warmte. We reiken iets meer uit naar elkaar in deze periode. Het verhaal van Christus herinnert ons aan de offers die soms ook van ons gevraagd worden en aan hoe opoffering en persoonlijke moed zichtbaar maakt hoe wreed en onredelijk onze emoties soms ook kunnen zijn.
Het kerstverhaal herinnert ons ook aan hoe we graag willen dat er iemand is die ons bestaan gemakkelijker maakt door onze schulden, frustraties en problemen over te nemen en voor ons te zorgen, of we dat nu verdienen, of misschien niet altijd zo.
De geboorte van een kind dat werd geboren uit armoede en die de grote verlosser bleek te zijn, is een heel menselijk verhaal. Zijn armoede was die van een boeddhistische monnik zonder bezit, maar deze jongen was bijzonder en had bijzondere gaven (aldus het verhaal). Hij kan er natuurlijk weinig aan doen dat zijn levensverhaal zoveel leed in de wereld bracht en rechtvaardigde. Dat was toch vast niet zijn bedoeling?
Nieuwe culturen met andere tradities
Natuurlijk komt niet iedereen uit een christelijke traditie en velen hebben deze ook losgelaten en misschien verruild voor een ander traditioneel verhaal rondom een man die cadeaus geeft aan kinderen en die oproept tot medemenselijkheid en het elkaar verwelkomen en helpen op een geheel andere manier.
De uitkomst van dat verhaal hoeft niet zoveel anders te zijn en het resultaat is nog steeds vaak dat we met familie, vrienden, vreemden en groepen bij elkaar komen om de gemeenschappelijkheid te vieren. We zijn net iets meer bereid aan elkaar te geven en de armen en daklozen kunnen op iets meer warmte en steun rekenen in deze koude dagen.
Daarnaast delen we in toenemende mate onze ruimte met groepen mensen die geen van beiden in hun cultuur hebben en voor wie deze dagen die betekenis dus helemaal niet hebben. Zij vieren weer andere feesten en wie weet hoe ze deze Nationale traditie waarnemen. Je hoeft niet ergens in te geloven om mee te vieren met vrienden, denk ik dan maar.
Uitdagend en turbulent 2016
Het afgelopen jaar zijn we misschien wat meer uitgedaagd in onze gevoelens van saamhorigheid en geborgenheid dan sommige andere jaren. Onze ruimte heeft zich, misschien meer dan anders, gevuld met onderwerpen als discriminatie, islam, terrorisme, crisis, economische ongelijkheid, polarisatie en oorlog. Als ook een kerstmarkt doelwit wordt van terreur en verandert in een menselijk drama, dan is nostalgische naïviteit snel gesneuveld.
Velen reiken innerlijk uit naar slachtoffers, maar hun hart bloed dan mee en misschien woekert het begin van een oorlog vervolgens ook in hen. Oorlog geeft zichzelf door op die manier. Verlies maakt ons soms boos en dan zijn we gemotiveerd om die energie op iets of iemand bot te vieren in de hoop dat we minder zullen lijden. Helaas leidt oorlog in praktijk alleen maar tot meer lijden en nooit tot minder.
Veel is veranderd sinds 1980
We kunnen gerust vaststellen dat er veel veranderd is sinds de tijd dat we nog maar 2 televisiezenders hadden en kerstmis bijna alleen nog ging over Christus, kerstversiering en verhalen en feestjes die ons hart verwarmden. Op zijn minst is onze wereld groter en beangstigender geworden en is de stroom van informatie intenser en sneller geworden waardoor we minder aandacht geven aan wat voorbij komt.
We zijn van ver gekomen en hebben nu minder tijd voor elkaar en voor nostalgie en we zijn wat meer en vaker bang en boos en voelen de onmacht daarin. Sommigen willen graag vergeten en teruggaan, anderen rouwen en helpen, weer anderen willen strijden en overwinnen. Roering alom.
Onschuldig kind met een zwaar lot
Ik denk nog even terug aan een pasgeboren kind dat zich nog nergens van bewust is en gekoesterd wordt in de armen en de cultuur van zijn ouders. Het kind werd zo verluid geboren met een levensopdracht om vrede te brengen door zichzelf te laten doden en voor allen een voorbeeld te zijn. Geen kleine opdracht natuurlijk, en zo’n offer vraagt een grote liefde die alleen kan ontstaan uit grote loyaliteit en menslievendheid.
De verbindende kracht van cultuur
Dit verhaal verbind ons ook met allen, want diezelfde loyaliteit verbindt een terrorist aan zijn cultuur van herkomst en hun lijden. Wanneer we inzien dat dezelfde kracht in elk mens zit en meer motiveert dan welk idee ook, dan beginnen we te begrijpen hoe sterk de kracht van cultuur is.
Cultuur is dat wat we van vooral onze moeders hebben gekregen en ook van onze vaders en in het vasthouden aan die cultuur vinden we onze liefde voor die moeders en vaders. Het is iets dat we niet zo snel opgeven, als we het al kunnen. Loyaliteit is de sterkste bewegende kracht in liefde.
Haat is een aangeleerde emotie
Geen kind is geboren met haat, dat wordt pas geleerd door tegenslag en cultuur. Soms is het een opdracht die we aannemen van de groep of degenen die voor ons kwamen en vaak is het een resultaat van verlies en pijn. We worden bang voor elkaar en dat wantrouwen maakt het dan moeilijk elkaar nog te ontmoeten. Het is een dilemma, want soms is wantrouwen heel terecht en vaak zit het in de weg. Hoe weet je het verschil?
Leren vertrouwen
Vertrouwen wordt moeilijk als we elkaar niet ontmoeten als we niet echt met elkaar leven, maar op afstand naar die ander kijken als een vreemde die niet ons is. Gemeenschappelijke problemen kunnen zorgen dat we toch gaan samenwerken en elkaar gaan leren kennen, maar daarvoor moeten we dan wel iets doen.
Wat weten we van die ander uit eigen ervaring. Hebben we die ander al van nabij ontmoet en leren kennen? Staan we nog wel open voor elkaar? Vertrouwen op die ander begint met bereidheid om pijn te ontmoeten en te vertrouwen op onze eigen vermogens.
Moedig leven en gaan staan
Het Christenkind leefde ons een onbevangen moed voor. Hij had zijn oordelen, die hij deels haalde uit zijn persoonlijke geloof, maar had vooral ook de moed om misstanden openlijk en geweldloos te confronteren en om zijn lot met bereidheid te ontmoeten. Hij was natuurlijk ook bang voor het lijden dat eraan kwam en heeft momenten van twijfel gehad, maar uiteindelijk was hij bereid en ging staan.
Het Christenkind omarmde de onaanraakbaren van zijn tijd en mensen die verschopt en veroordeeld werden. Hij ging staan voor degenen die een vrouw wilden stenigen en wees hen op hun eigen zonden. Bovenal bleef dit kind een liefdevol mens die velen binnenliet en hielp.
Zijn staan was niet een staan om te vechten, maar was een rustig staan die slechts blijft staan. Een dergelijk staan is heel kalm en zelfverzekerd maar hoeft niets te doen. Dat doen blijkt van de agressor te komen die het staan wil buigen, en daarmee wordt het geweld van die agressor effectief zichtbaar en zal dat geweld uiteindelijk gaan buigen en besluiten om te gaan.
Geweld heeft voeding van strijd nodig om te blijven bestaan. Staan op zichzelf geeft onvoldoende voeding als het vredelievend is. Dan is alleen de kracht van overheersing en dwang aan het werk en zal zichzelf uiteindelijk vermoeien.
Natuurlijk wordt het staan wel uitgedaagd in een poging het geweld op te roepen zodat er een gevecht ontstaat dat als voeding gebruikt kan worden. Het kind liet zichzelf echter vermoorden en gaf daarmee het geweld een eindige uitlaat en een schuld. Het toestaan en slechts ontvangen van geweld is een grote dienst aan vrede in een gemeenschap.
Opoffering voor een groep is een universele beweging
Je hoeft niet in een God te geloven om geraakt te worden door deze bereidheid tot zelfopoffering en door zijn consequente inzet voor het goed van velen. Natuurlijk wordt er ook over dit verhaal gevochten, maar als je het menselijke verhaal eruit licht dan is er ook veel herkenning.
Zijn verhaal is in veel opzichten niet anders dan het verhaal van een Mahatma Gandhi die ging staan tegen apartheid in Zuid-Afrika en tegen de Britse overheersing in India en die daarvoor een persoonlijke prijs betaalde en uiteindelijk zijn leven.
Het Christus verhaal kent veel overeenkomsten met de levensreis van Steve Biko die in Zuid-Afrika opstond tegen apartheid en opriep om het idee te bestrijden dat een groep mensen intrinsiek beter was dan een andere groep mensen. Ook hij betaalde voor zijn zichtbare opstaan eerst zijn vrijheid en later zijn leven.
Moedig opstaan tegen geweld
Er zijn Joden die in de tweede wereldoorlog verlicht uit de kampen zijn gekomen en een lichtend voorbeeld werden voor hun medemensen. Zij weigerden ten onder te gaan en vonden de kracht en liefde om op te staan en medemenselijk te blijven juist onder moeilijke en uitdagende omstandigheden.
Het zijn allemaal prachtige en intense verhalen van lijden en moedig en geweldloos opstaan uit dat lijden. Dat betekent een bereidheid tot het ontvangen van pijn en een innerlijke kracht die niet wijkt voor angst en pijn.
Opstaan tegen ideeën, maar mensen omarmen
Natuurlijk was het onrecht in hun tijd heel duidelijk, een onderdrukte groep weet dat het onderdrukt is. Wat misschien wel moeilijk was is om dit lijden te vertalen in een stevig staan zonder vijandsbeeld. Al deze mensen bevochten met ideeën en niet andere mensen.
Zij beseften dat de impulsen en behoeften van die ander ook in henzelf zaten en wisten van daaruit zowel die ander als gelijke en mens te blijven ontmoeten. Zij streden door te blijven staan niet door te slaan en ze weigerden zelf de overheerser te worden. Zou jij dat ook kunnen? Wat zeggen je angst en boosheid daarover? Het is gemakkelijker om terug te slaan dan pijn te ontvangen.
Zijn wij moedig genoeg?
Zijn wij moedig genoeg om openlijk te staan voor wat belangrijk is? Zijn wij bereid om te staan zonder geweld te plegen, ook al voelen we het verlies en onze angst woekeren? Zijn wij bereid om werkelijk te ontmoeten wat in ons is en in die ander en te leren om daarin innerlijk overeind te blijven staan (aanwezig te blijven)? De krijger kan geen pijn uit de weg gaan, dat is zijn lot.
Zijn wij bereid om ons lot ook te ontmoeten als er tegenslag en pijn op ons pad ligt? We delen allen dat we bang zijn en soms ook boos en dat in ons soms grote gevoelens woekeren die met geweld willen voldoen aan onze enorme behoefte hebben aan verbinding en veiligheid. We kunnen elkaar daarin ontmoeten en naar elkaars behoeften leren luisteren. Misschien ontdekken we dat we niet zo verschillend zijn als we misschien denken.
Imperfect bereid
Ik ben maar een mens en soms minder goed of dapper dan ik graag zou willen. Ook ik ben bang voor geweld en heb behoefte aan geborgenheid, veiligheid en verbinding. Ik heb niet alle antwoorden, maar ben niet bereid om anderen tot vijand te bestempelen. Als ik iets nog niet begrijp, dan reageer ik met nieuwsgierigheid en een bereidwillige inzet om meer te leren over wat ik nog niet begrijp.
Ik ben dapper genoeg om andere reacties te tonen dan gebruikelijk zijn en om tot andere conclusies te komen dan velen. Het is niet gemakkelijk om je eigen groep te vormen, of zonder bescherming van een groep te leven, maar het is nodig als je wilt dat iets beter wordt en de groep het antwoord niet perse heeft. Je hoeft echt niet perfect te zijn om iets bij te dragen. Voor mij klopt het en dus is het goed voor mij.
De test toont pas de moed
In zekere zin ben ik misschien moedig, maar dat is nog niet tot de grens getest. De prijs die ik betaal is nog niet heel groot geweest als ik het vergelijk met de mensen die fysiek geweld moesten ondergaan, stierven door dit geweld, of die hun thuis en haard moesten verlaten om veiligheid te zoeken. Hun offers zijn veel groter geweest. Je weet pas wat je zult doen als je er bent.
Soms voel ook ik me heel verdrietig, kwetsbaar of onmachtig, en dan denk ik aan een wereld waarin ik misschien niet echt goed pas. Vooral op momenten dat ik denk dat ik niet meer pas, geen plek heb of dat mijn aanwezigheid en handelen er niet toe doet (niemand aanraakt), kunnen dan even zwaar voelen.
Soms wil ik dan alleen nog maar weg naar een plek waar het gemakkelijker zal zijn en ik niet meer zoveel hoef (een cocon), een plek waar ik alleen mezelf nog hoef te ontmoeten en mensen die gemakkelijk voor me zijn. Ik stel me voor dat vele anderen dat soms ook wensen. Het is een escape, maar geen oplossing.
Steeds besluiten om op te staan
Keer op keer besluit ik dus om toch te blijven en verder te werken, te blijven leren, te manifesteren wat in me is en om te staan voor waarden die ik belangrijk vind. Het gaat daarin niet om de ander, maar om de ontmoeting met leven en om deelnemen in plaats van toeschouwen.
Deelnemen is altijd moeilijker dan toeschouwen omdat je daarmee mede verantwoordelijk wordt en dus een taak op je schouders neemt. Deelnemen betekent dat je iets inzet en dus iets kan verliezen. Vaak genoeg doet deelnemen daarom pijn en kost moeite. Het maakt je zichtbaar en voelbaar en anderen gaan zich in reactie op je deelname ook voelbaar maken.
Je kunt niets beter maken door alleen toe te schouwen en ook klagen is in feit nog steeds toeschouwen en mist de verbinding met gemeenschap. Pas als klagen verandert in bijdragen wordt de waarde van wat je aanwezigheid duidelijk.
In een gemeenschap geeft iedere lid waarde aan anderen in de gemeenschap. Dat is hoe een gemeenschap wordt gevormd en groeit. Het is hoe ook liefde groeit. Actie is slechts een manifestatie van het zelf.
Uiteindelijk zal je jezelf daarom moeten delen op een meer intense manier dan alleen de klokkenluider of aanwijzer. Gemeenschap vraagt om meedragen van haar problemen en verantwoordelijkheden. Daarmee stap je dan in de ruimte van een gemeenschap wiens waarde je ook mag genieten.
In gemeenschap leven en doen we samen, dat is de kernwaarde van gemeenschap. Elk gemeenschapslid is belangrijk en draagt bij. We zijn zelfs geboren in gemeenschap.
Luisteren is belangrijk, dat is waar leren kan beginnen. Een stap nemen naar een ander mens, zelfs als het verkeerd uit kan pakken. Als je stevig bent in jezelf dan kan je zacht blijven van buiten.
Even parkeren, rusten en helen
We mogen al die verhalen en al dat zoeken natuurlijk ook parkeren, al is het maar voor heel even, zodat we elkaar en onszelf kunnen helen en koesteren. Dat zijn momenten als het kerstfeest, waarin we elkaar helen door de verbinding echt te vieren en verwarmen. Daar vieren we dat we in elkaars leven aanwezig mogen zijn. Dat is belangrijk en geeft ruimte en kracht. De verbinding is belangrijk.
Een persoonlijke getuigenis van Oprah
Je cadeau is aandacht
Cadeaus zijn fijn, maar het fijnste cadeau is altijd je aandacht en de erkenning van jouw verbinding met die andere mens. Wat je doet voor een ander mens heeft betekenis als het met aandacht gebeurt, en is leeg als je er slechts wat gemakkelijk geld tegenaan gooide.
Kleine gebaren tellen! Reik dus eens uit, ook als die ander misschien niet zo vriendelijk ontvangt. Vriendelijkheid is wanneer je die ander helpt om over een persoonlijke drempel heen te komen die anders het ontvangen kan blokkeren. Wees dus vriendelijk en geef op een manier die ontvangen kan worden.
Iedereen is nodig!
Wat we ook vinden van die ander, we kunnen ons niet permitteren om die ander te laten gaan of alleen te laten staan. We hebben elkaar nodig en leven uiteindelijk in dezelfde ruimte samen. We moeten daarom een manier vinden om met elkaar te leven en elkaar genoeg te leren kennen en betrekken dat we veiliger voor elkaar zijn. Dat vraagt inzet en soms ook offers en wat moed.
Ik wens je
Lieve vriend, ik wens je natuurlijk een hele fijne kerstdag en straks een mooie jaarwisseling. Ik wens gezelschap voor de eenzamen en troost voor de mensen wiens verlies extra zwaar voelt in deze periode. De daklozen wens ik een dak en wat warm voedsel, de hopelozen nieuwe hoop en de gelovigen een mooi geboortefeest in herinnering van hun redderskind. Ik wens je mooie cadeaus, kerstmuziek en films of activiteiten die je een warm gevoel geven.
Degenen die de Kerstman lief hebben, wens ik veel Ho Ho Ho en ha ha ha en voor ons allemaal een warm hart en wat mensen waaronder je je geborgen, thuis en fijn voelt. Ik wens ons allen veiligheid en medemenselijkheid, broederschap en zusterschap en alles wat nog meer mag. En ik wens een volle batterij en een goede verbinding voor degenen die Whatsapp, Facebook en andere sociale media lief hebben.
Bovenal wens ik dat je je vaak thuis mag voelen en verbonden met wat je doet en met wie je bent. Geef je zegeningen door en deel het goede waar je kan. We zien elkaar vast gauw weer. Graag tot dan!
Laat me hieronder jouw kerstboodschap of reactie lezen…
Mary, Did You Know
Een van mijn favoriete kerstnummer over het traditionele kerstverhaal. Moeder Maria als mens en moeder van een jonggeborene die een groot lot zou dragen. Hoe zou het voor haar geweest zijn?
Irene Van Saet
Dag Witte Prins
Dank voor al je super mooie boodschappen ze boeien me omdat ze een warme rijke inhoud hebben wat jammer dat je zo ver woont …
familieopstellingen : de grootste genezing noemt mijn dokter homeopaat het…..ik ben dankbaar dat ik mijn dokter ben tegengekomen en dat ik jou ook tegenkom in een andere vorm, omdat jij in Nederland woont en ik in België : ik voel me soms meer het eerste land dan het tweede doet er niet toe….. zolang ik mensen zoals jij kan lezen en mijn dokter en velen anderen kan ontmoeten …..
alle liefs voor jou én ik blijf jou lezen met veel dank vanuit België
Hans
Hallo Irene,
bedankt voor je warme compliment. Fijn om te horen dat je mijn schrijfsels waardeert. Daar schrijf ik ze ook voor.
groetjes, Hans