In de menselijke geschiedenis zijn er vredelievende culturen geweest, waaronder (naar verluid) de Tibetaanse cultuur. Velen van hen hebben hun ruimte moeten opgeven of zijn verdwenen. Wil je weten welke lessen de geschiedenis van dit soort culturen ons leert over vrede? Wil je de valkuilen ontdekken van hen die voorgingen? Lees dan vooral verder…
Wat de overname van Tibet ons wellicht demonstreert is dat een (vooral?) ook een vredelievende cultuur die zich afscheid van de rest van de rest van de aarde, en daarmee alle anderen buitensluit en afwijst, zich niet duurzaam kan handhaven. Een dergelijke cultuur is niet meer in verbinding en niet voorbereid op de bewegingen van zijn omgeving. Een dergelijke systemische fout kan niet ongestraft bestaan. Dat wat wordt uitgesloten wil erkenning en zichtbaarheid, ook als het geweld is.
Naast dat vrede niet duurzaam kan bestaan als het uit verbinding is, demonstreert Tibet dat vrede ook niet duurzaam kan bestaan als het zwak is, of wanneer de beoefenaar of cultuur fysiek weerloos is. Boeddhistische monniken in andere culturen beoefenen daarom ook sinds eeuwen zelfverdediging en vechtkunst zodat ze in staat zijn zichzelf staande te houden en desnoods de ander te overwinnen. Pas vanuit dat vermogen, vanuit een positie van kracht, is er keuze om vrede, en is de vrede overtuigend voor anderen.
Vrede toont zich niet in de weerloosheid van de beoefenaar, maar in de keuze om vrede te leven en vrede te zijn, vanuit het feit dat geweld mogelijk is. Als de beoefenaar zwak is of weerloos, dan zal er geen andere mogelijkheid zijn dat toe te geven aan een grotere kracht die snel een overmacht vertegenwoordigt. Dit soort vrede heeft niets te bieden. De zichtbaar dodelijke kracht kan wel vrede bieden, heeft een keuze gecreëerd om beide kanten op te kiezen, en kiest ervoor om de kracht die potentieel voor geweld gebruikt kan worden, om te zetten in een krachtige vrede. Door de aanwezigheid van keuze is deze vrede het meest overtuigend.
De weerlozen hebben geen keuze, want hun vrede komt voort uit zwakte en hun staan zal eerst getoetst moeten worden voor het overtuigt. Fysieke kracht en gewelddadigheid zal geen respect voor vredelievendheid hebben als het uit zwakte voortkomt, eerder minachting en woede, en het zal over een dergelijke vrede heen walsen, en daarbij alles vernietigen of nemen waar het zin in heeft.
Siddhartha, de befaamde Boeddha, was een zeer intelligent en diep denker die zijn leraren tot wanhoop bracht met zijn diepgaande vragen en heldere analyses. Hij was daarnaast ook een uitmuntend en geoefend vechter, zowel te voet als te paard. Er was niemand die hem in een oefengevecht, krachtmeting of wedstrijd de baas was. Hij was volgens de overlevering gedreven en excellent op elk terrein waarop hij zich begaf. Onbevreesd en vaardig bleef hij in elke confrontatie overeind, en moest uiteindelijk de ander opgeven of toegeven dat de Boeddha een beter antwoord had. En ook nadat hij Boeddha was ging hij af op gevaarlijke types zoals een ontspoord seriemoordenaar waar de hele gemeenschap voor in doodsangst was. Juist vrede kan zich niet permitteren om zwak te zijn.
Vrede hoeft niet perse door uiterlijk vertoon of uiterlijke kracht bewezen te worden, dat kan ook door innerlijk sterk te zijn. Ook een dergelijke vrede is in staat om respect op te roepen, al zal het langer duren, maar een dergelijke vrede zal geen wereldse ruimte of goederen kunnen beschermen. Een dergelijke vrede zal alles verliezen (zoals de Tibetanen), zelfs de lichamelijke integriteit en -vrijheid.
Het bewijs bestaat dan uit het feit dat de vrede langdurig en te midden van grote persoonlijke, en zelfs lichamelijke, offers krachtig overeind en gefocust blijft, dat de beoefenaar gedisciplineerd blijft zowel in gemoed als beoefening. Een dergelijke vrede zal te midden van werelds geweld vroeger of later zo’n test uitlokken, want het lijkt aan de buitenkant zwak, en weerloos.
Deze test zal pas doorstaan zijn als de beoefenaar (net als Gandhi) langdurig moedig, waardig, respectvol en innerlijk sterk blijkt te zijn… als de beoefenaar onder grote uitdagingen een stabiele rust, vrede en ontvankelijkheid blijft vertonen. Een dergelijke test is dan nodig om kracht van zwakte te onderscheiden. Ook de Boeddha Siddhartha zei al dat verlichting niet zo gemakkelijk is te herkennen, je zult het verschil pas merken als je iemand langere tijd en in verschillende situaties meemaakt. Een dergelijke test zal dus langer duren dan in een situatie van uiterlijke kracht en het vermogen tot beschermen.
Hoe mooi een cultuur als de Tibetaanse ook is, of in elk geval lijkt (er zijn ook geluiden van een rebellerend Lama over harde lijfstraffen en een elitair stelsel met overheersing door de Lama’s), een cultuur dat te ver uit verbinding gaat en teveel naar binnen gericht is in zijn vrede, die vergeet sterk te zijn en deel uit te maken van de wereld als geheel, zal afhankelijk zijn van de kracht van anderen die deze bescherming voor hen gaan bieden.
Als je helemaal op jezelf staat en niet weerbaar bent, dan wordt je een Free Tibet beweging na de inname van je land en de vernietiging van je cultuurgoed door een gewelddadige overmacht. Nu komt de bescherming van de Tibetaanse gemeenschap in ballingschap van het vermogen van India en andere landen om krachtig stand te houden tegen een Chinese leger. De Tibetanen zijn nog steeds kwetsbaar, maar India gelukkig voor hen niet. De keuze van Tibet om zich af te scheiden van de rest van de wereld bleek echter een onverstandige en nu heeft de wereld zich in allerlei vormen weer in de binnenkring gebracht.
In kleiner verband geldt dat ook binnen een maatschappij als de onze, waar het geweld centraal is gemonopoliseerd door de overheid. De burger kan zich daardoor permitteren om relatief zwak te zijn en leeft in relatieve bescherming en vrede, maar doet dat onder de potentie van geweld van het Nederlandse leger, de politie, en van de partnerlanden waarmee Nederland op Europees- en wereldniveau samenwerkt om deze veiligheid te blijven beschermen of afdwingen. Het is een gewapende vrede, met nog steeds uitslaand geweld. De Nederlandse burger is daar echter redelijk van verschoond, en kan het geweld en de krachtmetingen uitbesteden aan degenen die dat hebben aangenomen. Wij mogen in vrede levende Boeddha’s zijn onder de bescherming van anderen.
De weg van een Boeddha is geen weg van bezit en veiligheid, maar alleen een weg waarin in elke omstandigheid de positie van maximale vrede wordt ingenomen. Dat betekent dat in zijn aard, het Boeddhisme, niet erg weerbaar is in de wereld, en bezit ziet als een bron van lijden. De beoefening is daarme vooral een oplossing is voor de individuele binnenwereld en een weg naar de eigen vrede, en door die te vinden is het mogelijk om met anderen die ook deze beoefening hebben een vredelievende gemeenschap te stichten, een vredelievende manier van samenleven te vinden.
De eerste beoefenaars van dit pad waren bedelmonnikken, en daamee in essentie zwervers, die leefden van wat ze vonden en de giften van burgers in de gemeenschap. Door nauwelijks bezit te hebben bleven ze verschoond van de zorgen en verantwoordelijkheden die gepaard gaan met dat bezit, en konden ze door hun beoefening gemakkelijker innelijk vrij worden en meer vrede ontwikkelen dan mensen met een gewoon leven of zonder deze beoefening. Hierdoor konden ze het doorgeven van de beoefening als ruilmiddel gebruiken, zoals dat in de middeleeuwse westerse maatschappij ook gold voor de de gebeden van Rooms Katholieke monniken.
Omdat ze nauwelijks bezit hadden was hen eigenlijk niets af te nemen, en omdat ze geen woning hadden waren ze vrij om overal heen te gaan waar er ruimte en verzorging was. Het Boeddhisme is dus niet gericht op het beschermen van een bezit of woongebied, maar op het bevrijden ervan en het overkomen van hechtingen aan van alles. De beoefening richt zich op diep onderzoek waardoor op allerlei aspecten van mens-zijn een balans kan worden gevonden die meer vrij houdt van lijden. De betekenis ervan is dat op elk moment iemand die bereid is tot het inzetten van geweld of een grotere externe kracht, de ruimte en het bezit van de monnik of beoefenaar kan innemen. Het beschermen van gebied en grenzen is daarmee dus eigenlijk geen onderdeel van deze beoefening.
Dat er culturen zijn waarin die lacune is opgelost door wel weerbaarheid en lichamelijke kracht te ontwikkelen door middel van het trainen van het lichaam en het beoefenen van gevechtsport, heb ik hiervoor al genoemd. Op die manier is er zowel een innerlijke beoefening op zoek naar meer vrede en innelijke balans, als een uiterlijke door het trainen van het lichaam. Beide vormen kunnen door hun herhalende aard tot een meditatie worden, en de innerlijke vrede handhaven. En ook tussen deze beide zal een Boeddhist balans zoeken, als gevolg van zijn beoefening.
Het uitoefenen van actief geweld zal niet waarschijnlijk zijn, omdat het tot meer geweld zou leiden, maar wel het demonstreren van het vermogen om zichzelf te verdedigen. De mate van onthechting van de Boeddhistische monnink zal ten alle tijden ook een bereidheid demonstreren om elk bezit op te geven, dus ook vanuit vrijwilligheid is dat denkbaar. Andersom zie je ook Boeddhistische monniken wel demonstreren en zich verdedigen als hun tempel bedreigd wordt, dus het blijft een punt dat niet overal dezelfde invulling krijgt.
Natuurlijk kunnen we ons een ideale wereld voorstellen waarin alleen maar vrede is, en niemand geweld nodig heeft omdat iedereen genoeg heeft en niemand onvrede wil. Een dergelijke wereld zal waarschijnlijk een droom blijven omdat het veronderstelt dat elk mens zijn verlangens voldoende heeft overwonnen. In een dergelijke wereld zouden we echter nooit weten of we sterke en stabiele vrede hebben ontwikkeld of gewoon zwak zijn, maar dat verschil zou er dan ook niet meer toe doen, omdat de vrede dan ongetoetst zou blijven.
In een groeiende populatie van meer dan 6 miljard mensen zal dat waarschijnlijk ook wat hoog gegrepen zijn, het verlangen dat we allen hetzelfde willen en even vaardig zijn, dat niemand meer wil rebelleren, vechten of ondragelijke pijn draagt, dat elke ambitie van elk mens al vervuld is… Ik zou er mijn adem maar niet voor inhouden en zou er maar rekening mee houden dat de ontwikkeling van innerlijke en uiterlijke kracht nodig blijft. Wat je moet doen om die kracht te ontwikkelen is ook wel een mooie meditatie eigenlijk, en getest worden versterkt je. Het geeft ons in elk geval een doel en wat zinvols om te doen en een pad van ontwikkeling. En das best mooi.
Laat me eens weten wat jouw gedachten hierover zijn, en schrijf een reactie. Deel het faceboek zodat ook anderen het ontdekken, of markeer hieronder dat je het leuk vindt. Ik hoor graag van je.
✔ Reageer ✔ Deel ✔ Vind het leuk
Geef een reactie