We zijn erg geschrokken van de aanslagen in Brussel. Het extreme geweld komt dichterbij en meer dan voorheen is er een kans dat iemand die we kennen en liefhebben direct betrokken raakt. Neutraal blijven is dan niet meer mogelijk en we hebben de verantwoordelijkheid als mens en volwassene om iets te doen, om te beschermen en de problemen op te lossen. Angst en boosheid strijden om de aandacht, terwijl alles om ons heen ook gewoon doorgaat alsof er niets is gebeurd. Dat laatste is ook belangrijk, maar ons vertrouwen in veiligheid is geschaad en de oproepen naar krachtige reacties en bescherming zijn steeds duidelijker hoorbaar.
Met de aanslagen in Parijs, Brussel en andere bevriende landen, zijn religie, extremisme, verlies en pijn wel weer heel actueel. Na zo’n bericht ben je meteen alert of er iemand betrokken is aan wie je gevoelsmatig verbonden bent. Op mijn telefoon was een voicemail ingesproken van iemand die in haar paniek een verkeerd nummer had gebeld, omdat ze dacht dat misschien een familielid in Brussel zou zijn.
Ik kende haar niet, maar heb teruggebeld zodat ze kon weten dat de verkeerde persoon haar vraag had gekregen. Gelukkig had ze inmiddels ook van haar geliefde zoon gehoord, die in een ver buitenland bleek te zitten. Ze was gerustgesteld, maar nog steeds erg overstuur en in de war. Ik was blij voor haar en begreep dat de schrik nog wel even zou na-ijlen.
Als je iemand kent die misschien op de plek van een aanslag is geweest, dan is er geen rust meer, geen vrede, tot het verlossende moment waarop je bericht krijgt dat alles goed is met die persoon. Ik kan van mijn kant alleen maar meeleven en, waar dat gevraagd wordt, zorgen voor de mensen die het aangaat. Het lijden van een plotseling verlies door geweld gaat diep.
Onze grootste uitdaging op dit moment is om rustig te blijven en onze angst te kalmeren.
Een andere vrouw gaf, in reactie op mijn eerdere artikel om samen te staan voor vrede, steun door te vertellen dat ze in een wijk woonde waar moslims leefden en wist dat die samen met ons huilen om het geweld in Brussel. Het is belangrijk dat ook dat soort ervaringen ons bereiken, omdat onze angst het veiliger vindt om alle mensen uit een schijnbaar zelfde groep over een kam te scheren.
Het geweld brengt ons dichter bij elkaar als mens, maar verdeelt ons ook omdat het toont wat de risico’s kunnen zijn van het vertrouwen van personen die dat niet waard blijken. We kijken om ons heen en zien opeens mensen in wiens hart misschien ook dit geweld verborgen zit, en we verwachten tenminste dat onze boosheid en afkeer ook zichtbaar moeten zijn in de personen die we in onze kring toestaan. Buitenstaanders zijn niet welkom waar harten vol van angst en boosheid zijn.
Natuurlijk zijn we op zoek naar daders, we willen zelf iets kunnen doen en onze opwinding en boosheid een uitdrukking geven. We zoeken elkaar op, en hitsen elkaar op om duidelijker te kiezen en actie te nemen. De meesten van ons zijn niet echt in een positie waarop ze iets kunnen doen om het probleem daar op te lossen, maar we kunnen hier onze angst uitleven op degenen die dom genoeg zijn om het geweld te steunen en op degenen die uiterlijk of in de naam van hun geloof overeenkomsten hebben met de cultuur die we schuld geven.
We zijn op dit moment niet zo geïnteresseerd in de voedingsbodem waaruit dit geweld is ontstaan en onze eigen rol daarin, maar hebben NU direct oplossingen nodig om allereerst onze veiligheidsgevoel te herstellen om daarna degenen die we verantwoordelijk achten te straffen. We willen geen gesprek of nuance meer, maar resultaat.
Iedereen die Islam aanhangt, in wat voor vorm ook, is nu verdacht omdat we niet kunnen onderscheiden wie daarin nog te vertrouwen is. Het geweld lijkt vooral door Islam gerechtvaardigd te worden, ook al zit daaronder de politiek van wrede dictatoren en fanatieke Godsdienstleiders en decennia lange frustratie van volkeren die kansarm en onderdrukt hebben geleefd in een gebied waar geweld en armoede dagelijkse realiteit was. Loyaliteit verbind ons maar verdeelt ook de kampen.
In het kader van dit geweld is het verleidelijk om vrede te zien als een zwak aanbod. Vrede is weerloos tegen dit soort geweld, en als we onze emoties voelen is er ook helemaal geen vrede. Hoe kan vrede ons helpen om dit soort geweld in te tomen en voorkomen, waar zo duidelijk is dat die andere groep niet te vertrouwen is en niets liever wil dan bloed laten vloeien en slaven maken? De offers en risico’s zijn simpelweg te groot. Geweld vraagt om een krachtiger antwoord.
Onze grootste uitdaging is op dit moment misschien om rustig genoeg te blijven en onze angst voldoende te kalmeren om het goede te doen. Willen we alles wat we belangrijk vinden zomaar opgeven en daarmee precies datgene doen wat de terreur beoogt? Willen we geweld beantwoorden met in blinde paniek om ons heen slaan en onze eigen vrijheden en rechten zomaar opgeven bij het eerste grote offer dat voor die vrijheid en rechten van ons gevraagd wordt?
Als we onszelf kunnen kalmeren en weer wat steviger staan in onszelf, is het dan mogelijk dat terrorisme juist kan bereiken wat het niet wil? Is het denkbaar dat de uitkomst van deze terreur gaat zijn dat we ons verenigen en gaan samenwerken over alle grenzen en verschillen heen? Is het mogelijk dat we sterker worden door wat we meemaken en duidelijker in plaats van dat we bij de eerste pijn direct het kind met het badwater weggooien?
Kan terrorisme de grenzen tussen ideologieën en godsdiensten overwinnen, en ons bij elkaar brengen als een veelkleurig volk dat samen wil werken voor vrede en veiligheid voor alle mensen? Is het mogelijk dat we in reactie op geweld juist verenigen, waar alles in ons nog zegt dat we willen verdelen omdat we denken dat we veiliger zijn in een afgesloten bunker dan op straat? Hoeveel vrijheid zit er in die bunker? Hoeveel vrijheid zit er in het samen opstaan voor onze principes en waarden?
Ik wil veiligheid, net als jij. Ik ben mens, net als jij. Ik weet dat geweld nooit wint, en dat we moeten erkennen waar wijzelf fouten hebben gemaakt en die moeten herstellen. Ik hoop dat jij niet kiest om IS te spiegelen en hetzelfde als zij te doen naar mensen die dat niet verdienen. Als wij beter zijn, moeten we ook beter reageren en kiezen. Zijn onze waarden een prijs waard om voor te staan? Hebben onze voorouders voor niets gestreden, gebloed en geofferd?
Het enige wat ik nu kan doen, is goed voor mijn eigen innerlijk zorgen. Zeker in tijden van emotionele turbulentie wordt ik uitgenodigd om duidelijk te zijn over mijn intenties. Onze leiders hebben een moeilijke taak om op het geweld te reageren uit onze naam. Het is mijn, onze, taak om hen te steunen in hun oplossing.
Onze leiders hebben onze steun, ideeën en wijsheid nodig, maar vooral hebben ze het nodig dat wijzelf goed zorgen voor onze emoties. Wij kunnen hooguit helpen bij het herstel en normaal blijven doorleven. Elk ander antwoord dan dat is slechts winst voor IS, en ze winnen al te vaak in de harten van degenen die schrikken en bang worden, of die zich onderdrukt voelen en op zoek zijn naar een uitlaatklep voor hun onvrede over ons.
Het is domheid als kinderen juichen om bomaanslagen, of die anderszins steunen, maar het is ook een teken dat groepen in onze gemeenschap zich nog niet herkend voelen en nog geen plek tussen ons voelen. Zij voelen zich nog geen deel van wij en laten dat op dit soort momenten weten. Wanneer is de spiegel duidelijk genoeg om naar elkaar toe te bewegen en de muren af te breken?
De oplossing heeft misschien tijd nodig en aandacht, maar het probleem toont zich helder. We winnen van IS als we in staat zijn de grenzen binnen onze samenleving te overbruggen en zelf bereid blijven onze medemens goed te behandelen en elkaar de hand te geven als die wordt aangenomen. We moeten open staan voor iedereen die met ons voor vrede wil staan en die een kans geven.
Het heeft weinig zin om heel actief op zoek te gaan naar allerlei sensatie en speculaties. Dat haalt alleen onze emoties overhoop en maakt ons kwetsbaar voor opportunistische leiders. Het is als de moeder die volledig in paniek raakt omdat ze ziet dat haar zoon huilt met een geschaafde knie. Door haar paniek staat de zoon alleen en moet zijn eigen knie verbinden om vervolgens de moeder te kalmeren.
Laten we niet die moeder zijn, maar iemand die beschikbaar is voor degenen die onze zorg en aandacht nodig hebben. Er is al zoveel onrust en boosheid, moet ook ons hart in brand staan en onze geest vertroebelen? Ik stel voor dat we eerst kalmeren, het was schrikken en IS doet dingen die onze ogen en oren vullen met pijn en afkeer en die we niet werkelijk begrijpen.
Laten we eerst onszelf begrijpen en met mildheid ontvangen om onze eigen schrik en pijn te helen. Laat het handelen voor nu maar aan degenen die daarin een taak hebben. Laat de media maar even liggen, die zijn er straks ook nog wel. Je gevoel is belangrijker, en degenen die jouw zorg en aanwezigheid nodig hebben.
De terroristen doen het goed. Hun doel is om ons angst in onze harten te brengen en te zorgen dat we zelf onze structuren en vrijheden gaan afbreken. Dat is ook wat we al sinds het vallen van de Twin Towers in New York aan het doen zijn. We hebben vrijheid verloren en zijn tegen onze eigen wetten in gegaan, en veel mensen wantrouwen inmiddels groepen die in geloof of uiterlijk doen denken aan wat ons verteld wordt in allerlei berichten.
We vonden de stammenculturen uit het Midden-Oosten toch al lastig in hun gebruiken en reacties, en en ook te afgescheiden in taal en leefwijze om ze te leren kennen. Ze leken onderontwikkeld en nog erg streng in hun religieuze beoefening, dus dat vertrouwen is snel omver gebracht.
Hun godsdienst is gewelddadig en de mensen kennen we niet, dus wantrouwen is snel gezaaid. Totalitaire extremistische regimes genoeg om naar te verwijzen met in onze ogen barbaars wrede en onrechtvaardige straffen.
Dan is er ook nog de Koran, die ongeveer net zo gewelddadig lijkt te zijn als ons Oude Testament of de Joodse Torah, maar die door allerlei groepen en landen in de wereld nog echt op de letter wordt nageleefd. Het is alsof we een eeuwen terug gaan in de tijd en het Christendom van toen tegenover ons hebben.
Ook hier hebben we lang bloed gevloeid voor de scheiding van kerk en staat en de vrijheid van geloof. De totalitaire en wrede religieuze overheersing door allereerst de Rooms Katholieke kerk, die ook politiek werd gebruikt om stammen hier te verenigingen, en haar Inquisitie is inmiddels bijna vergeten en ruimschoots ingeperkt.
We hebben het vervangen door een seculiere macht, die zich baseert op verkiezingen door de burgers zelf, en een idee van vrijheid die diversiteit toestaat en andere groepen welkom heet in ons midden. We zijn een handelsland dus zijn er altijd andere invloeden geweest.
Nu zijn we bang weer terug te komen in die tijd van religieuze overheersing. De angst om onze leefwijze en vrijheid kwijt te raken en verplicht weer te moeten voldoen aan wetten van een niet zelf gekozen geloof die we als primitief, onredelijk en wreed ervaren.
Heel beangstigend voor een gemiddeld westerling, vooral omdat we allemaal wel weten dat zelfs een volhardende minderheid al veel invloed kan krijgen in de politieke arena. Hoe zal dat gaan met een fanatieke geloofsgroep, als hun aandeel in de bevolking richting een meerderheid beweegt? Brrr, toch?
De meeste angst is gebaseerd op allerlei media-uitingen en voorlieden die ons vooral die boodschap brengen. We begrijpen niet veel van die cultuur die een heel andere leefwijze aanhangt en hechtere groepen vormt dan wij gewend zijn. Wat we merken van moslims in de media is vooral dat ze niet gemakkelijk zijn in de omgang en dat woorden als beledigen opeens weer regelmatig genoemd worden.
In onze gemeenschap was dat woord al nagenoeg uitgestorven, omdat we verondersteld worden om te kunnen gaan met andere opinies. Maar Islam lijkt een kort lontje te hebben en snel te dreigen met geweld of de doodstraf door Fatwa’s. Het werkt wel, want wereldwijd censureert media zichzelf al tegen die dreiging, en loopt op de tenen waar het Islam betreft.
Islam is voor haar gemeenschap een belangrijke identiteit, iets dat wijzelf misschien wat zijn kwijtgeraakt in onze vrijheden en relatieve vrede. Teveel identiteitsgevoel zit ook in de weg als je leeft van handel. Dat is meer voor nationaliteiten die leven van wat uit de grond komt, zoals (olie?)boeren.
Misschien is dat de aantrekking van Islam voor jongeren, dat ze via Islam weer duidelijk bij een groep horen en een heel duidelijke leefwijze aangereikt krijgen. Ze krijgen veel van de gemeenschap, en de nog opgevolgde rituelen van Islam houd het geloof in haar beoefenaars levend.
De wortels naar hun cultuur van herkomst wordt door veel van deze jongeren nog erg geleefd en ook de gemeenschap laat niet gemakkelijk iemand los die erbij kwam. De Christelijke kerk staat er wat machteloos naar te kijken en zou misschien wel wat jaloers kunnen zijn bij een dergelijke toewijding van een religieuze gemeenschap. Haar kerken lopen meer en meer leeg, en de meeste mensen die zeggen Christelijk te zijn, zijn dat alleen nog in naam omdat hun ouders het waren.
Voor media en politici is het niet moeilijk om ons naar angst te sturen. Een enkel idee dat tussen al die vluchtelingen en vroegere gastarbeiders ook een aantal terroristen schuil gaat is eigenlijk al genoeg. Vertel vervolgens dat Imams achter gesloten deuren een radicaal geloof prediken (in een taal die we niet begrijpen) en dat moslims ongelovigen mogen bedriegen en moeten uitroeien, is al genoeg. Marokkaanse jongeren doen zichzelf ook niet echt een dienst in de beeldvorming. Gooi ze maar het land uit wordt dan als snel geroepen.
Ze zijn te anders, te lastig, te boos, zelfs als we niet kunnen aantonen dat zij geen terroristen zijn. Waarom risico’s nemen? Beter dat ze weggaan. Het idee van een gesloten land trekt, hoe onmogelijk het ook voorspelbaar is om die enkelen die voor terreur nodig zijn buiten te houden. Een paar moslims slecht, dan alle moslims het land uit. Gemakkelijk bedacht, maar niet goed voor samenwerking en vertrouwen, niet goed voor vrede, niet goed voor veiligheid. Misschien hebben we moslims die ons willen steunen wel nodig om die geweldplegers echt te begrijpen en vinden.
Als gewone mensen willen we daar eigenlijk niet mee bezig zijn. We hebben vrede nodig en veiligheid om te kunnen floreren en ons rustig en gelukkig te kunnen voelen. Welvaart heeft voldoende vrede nodig, en we weten allemaal hoe kwetsbaar dat is.
We kijken naar onze overheid, met zijn leger, wetten en politie, die we het primaat hebben gegeven op geweld en die nu verantwoordelijk is voor het verzorgen van onze veiligheid en welvaart. Onze angst is dat ze dat niet genoeg te kunnen waarborgen, en dus krijgen ze ons wantrouwen, onze onvrede en boosheid meer dan ooit. Het ging ook al niet goed met onze economie.
We hebben troost nodig en herstel van ons vertrouwen en onze rust, maar vooral ook antwoorden op hoe we een gemeenschap kunnen bouwen die duurzaam in vrede kan leven. Hoe kunnen we zorgen dat geweld, ofwel niet ontstaat, ofwel niet in onze eigen leefomgeving komt? Een burenruzie is al erg genoeg, maar tot voor kort waren bommen en aanslagen voor ons iets van Irak of de Gaza-strook of misschien Afrika. Dat soort geweld was ver weg, en we vertrouwden dat het zo zou blijven.
Als je vrede wilt, of liefde, dan is de eerste verplichting die je daarmee aangaat, om heel goed te luisteren. Allereerst dien je te leren wat het precies is en dan wat voor omstandigheden en belemmeringen er zijn om die vrede en veiligheid te bereiken Hoe werkt vrede eigenlijk en waarom blijft geweld het toch steeds bedreigen? Hoe kan het dat geweld steeds lijkt te winnen?
Geweld is heel gemakkelijk in onze tijd. We hebben tal van machines die ons veel sterker maken en tijd en afstand overbruggen, en zie maar kalm te blijven als iemand een geweer tegen je hoofd drukt en van plan is de trekker over te halen. Geweld hoeft niet vaardig te zijn of zelfs intelligent. Iedereen met geld en motivatie kan het inzetten.
Zullen we ooit met ons allen wereldwijd in vrede kunnen zijn en tegelijkertijd genoeg vrijheid hebben om van welvaart en geluk te kunnen spreken? Vooralsnog blijkt vrede een lokaal fenomeen dat we slechts tijdelijk hebben bereikt. Onze vrede is betaald door anderen, soms anderen in hele verre landen die ons geweld (of de onderdrukking door iemand die wij steunden) hebben mogen ervaren. Er is veel wanhoop pijn en boosheid in die gebieden, en veel mensen hebben weinig kans gekregen op een adequate seculiere opleiding.
Dat geweld en de pijn die daar zit, komt nu ook meer en meer terug. Het zit in vluchtelingen net zo goed als in terroristen. Zij hebben geleden onder oorlogen en dictatoriale regimes en hebben hulp nodig. Het is historische kortzichtigheid van onze kolonialiseren en van internationale politiek waar we nu zelf de vruchten van mogen proeven. Een pijnlijke spiegel, die een behoorlijke prijs vraagt.
We kunnen onze ogen niet sluiten voor onze eigen wandaden, en zullen ook die moeten erkennen om tot een oplossing te komen. We dachten Goden te zijn die alles konden oplossen, maar het ontspoorde en bleek niet te werken. Hoogmoed komt tot zijn val, gaat een oud spreekwoord al, en wij zijn aan het vallen. We zullen ook zelf echt moeten worden over onszelf en guller en behulpzamer zijn dan we waren.
We hebben oorlog gevoerd in verre landen als Afghanistan, maar hebben dat land daarna achtergelaten met een gehalveerde bevolking en een volledig ingestorte infrastructuur en zonder eenzelfde inspanning in humanitaire hulp te bieden. Na miljarden dollars wapens erin te stoppen, vaak in het geheim, hebben we hen achtergelaten met de herinnering aan de oorlog, geen steun of educatie, en met de wapens en ervaring om de oorlog verder te voeren.
Als een dergelijke bevolking na zo’n oorlog voor bijna de helft uit jonge kinderen bestaat en het land niet over geld, scholen en infrastructuren beschikt, dan is het een mooie voedingsbodem voor ellende en extremisme. Waarom zijn ze toch zo boos op het westen, denken we dan?
Ze voelen zich in de steek gelaten en weten vaak niet eens dat hun Russische wapens uit westerse steun afkomstig zijn. Zij beschikken niet over dezelfde informatie en kansen als wij. Dat is onze creatie. Onze oorlog is daar uitgevochten, maar meer dan oorlog voeren en doden hebben we niet gedaan. Een belangrijke fout.
Wij zijn hier van al die oorlog verschoond geweest, dat hebben de coalities gedaan met Amerika als leidende kracht. Voor ons waren het slecht beelden en verhalen in de media over iets ver weg. We zijn gespaard van dit verhaal en hebben het al helemaal niet aan de lijve mogen ervaren. Wij waren ondertussen bezig met het opbouwen van onze welvaart en een gewoon leven in relatieve vrede. We wilden en hoefden het ook niet te weten, tot nu toe.
Het woord vrede of liefde, is in ons verbonden met veel ideaalbeelden die we al vroeg leerden kennen via sprookjes, films, boeken en andere verhalen. In ons beeld gaat het alleen over alles wat licht en gemakkelijk is en wat we verlangen, terwijl we de keerzijde ervan die pijn bevat liefst negeren. Iedereen weet dat liefde alleen maar fijn en mooi is, de warme liefde van een moeder voor haar dochter, een vader voor zijn zoon, geliefden naar elkaar en hun kinderen. Om van woorden als universele liefde maar niet te spreken.
Je mag je gerust afvragen of een dergelijke beleving van die begrippen wel duurzaam is. Wat is de realiteit van vrede en wat omvat het als je echt bereid bent om te kijken en in te leven? Is het wel een duurzame uitkomst of slechts een ideaal dat in werkelijkheid niet langer dan een kort moment duurt zolang er geen andere invloeden zijn dan wijzelf?
Wat is de volwassen versie van vrede eigenlijk? Welke invulling van vrede, heeft enige kans op een duurzaam bestaan in de wereld? Zijn wij mensen wel in staat tot duurzame vrede?
Als we van mensen uitgaan, zou ik moeten antwoorden: Nee, niet zonder inspanning en bereidwillige offers, want steeds opnieuw blijken we strijders die proberen alle omstandigheden aan te passen naar onze individuele voorkeuren. Strijd haalt zowel in onszelf als in de wereld vrede overhoop en is eerder te beschrijven als turbulentie of verstoring van vrede.
We kunnen ook uitgaan van de natuur of de aarde zelf, maar dan kan ik in eerlijkheid ook alleen maar “Nee, vrede is niet duurzaam” antwoorden. De natuur kent helemaal geen vrede, slechts een cyclus van groei en verstoring, of anders gezegd: een cyclus van creatie en vernieuwing, afgewisseld met een periode van destructie of omwoelen.
De destructie maakt ruimte voor nieuwe groei, nieuwe zaden om te ontwikkelen, terwijl de oude planten of dieren voedsel zijn geworden voor die vernieuwing. Leven kent geen momenten van stilstand en zelfs wat wij dood noemen is levend. Alles in de natuur is ofwel levend, ofwel (levend) voedsel van leven.
Merendeels zijn levende cellen al geconsumeerd voor ze goed zijn gestorven. Je zou bijna kunnen stellen dat alleen wij mensen dood voedsel eten uit onze chemische fabrieken. Maar door voedsel is niet gezond.
Als vrede dus alleen maar stil, zacht en vrij van prikkels is…, als vrede een heel rustige en onverstoorde innerlijke staat is…, als vrede vrij is van elke pijnprikkel of verstoring…, dan willen we iets dat niet normaal is voor onszelf als levend wezen. Misschien is de vrede die we willen daarmee helemaal niet mogelijk zonder een vorm van geweld van en naar onszelf.
Tot dat laatste zijn we wel in staat. Ons enorme brein is meer dan in staat om allerlei gevoelens te creëren los van waarnemingen in de buitenwereld. Het kan zich zelfs helemaal afsluiten van die buitenwereld. Dan voelen we gewoon niet meer wat er in ons lichaam gebeurt, of schakelen de verbinding uit tussen onze waarnemingen en de gevoelens in ons lichaam.
Het is heel wonderlijk dat we tot zo’n duidelijke ontkenning van onze waarnemingen en ons lichaamsprocessen in staat zijn, maar ons brein is geweldig. Ons brein kan zich volledig vrij denken, terwijl ons lichaam en onze keuzen dat niet perse zijn. Maar eigenlijk is ook dat niet duurzaam omdat we daarin slechte rentmeesters zijn voor onze leefomgeving en andere levende wezens die met ons samenleven. Een dergelijke vrede willen we dus niet.
In de realiteit van ons bestaan moet vrede daarom gewapend en sterk zijn, en in staat om zich voldoende te handhaven. Dat is geen passief proces maar een actieve keuze die om naleving en bijsturing vraagt. Het betekent dat we ons moeten herinneren wat we willen en waar we voor staan, en daar iets voor moeten doen.
Zonder kracht en weerbaarheid zou onze vrede alles inleveren en zou elk geweld ons meteen verjagen of uitroeien. We hoeven die kracht echter niet perse zelf te hebben, als je bedenkt dat wij in gemeenschappen leven met een zeer complexe structuur, waarin allerlei gespecialiseerde taken door verschillende groep mensen wordt uitgevoerd. Zonder die specialisatie en de hulp van allerlei mensen, die je persoonlijk niet eens kent, zou je waarschijnlijk snel ontdekken dat je niet lang zou overleven.
We zijn een zeer sociale en ontwikkelde diersoort die het onmogelijke heeft bereikt door generatie op generatie voort te bouwen op het vermogen verder te gaan met de oplossingen van anderen en langdurig te specialiseren. Heel onze leefwijze is op taakverdeling en specialisatie gebaseerd. Het is zo vanzelfsprekend dat we ons zelfs kunnen permitteren het te ontkennen door onszelf onafhankelijk en zelfstandig te noemen. In werkelijkheid zijn we allemaal afhankelijk van vele anderen.
Wat wij kennen is merendeels geen normale natuur meer. Zelfs als we de industriële revolutie afwijzen vinden we veel ervan toch wel erg gemakkelijk. Alledaagse oplossingen, zoals brillen, contactlezen of zelfs de simpele paperclip of pen, hebben nauwelijks nog ons bewustzijn als een wonder van ons intellect.
De natuur is bijna volledig vernietigd of totaal aangepast aan onze wil. We weten niet eens meer hoe dat ooit was en hoe natuur ooit gesmaakt heeft. Veel van de vernietiging en slavernij van natuur is gelukkig aan ons bewustzijn voorbij gegaan, maar we het is bijna compleet. We hebben onze warenhuizen, cafetaria’s, communicatiemiddelen en vervoersmiddelen nu gewoon nodig, en leven in een door mensen geregisseerd rots landschap.
Ons brein beschermt ons voor het bewustzijn dat wijzelf niet meer echt vrij zijn en dienaren zijn geworden van de machines en oplossingen die we ooit voor ons gemak maakten. De menselijke regie uit zich overal en ons succes brengt volken die ooit uit elkaar konden blijven steeds vaker in contact. De prijs van ons brein is dat het ook ons opoffert voor wat het bedenkt en dat het niet houdt van rust en vrede.
Gemakshalve vergeten we die enorme afhankelijkheid graag, en denken dan zelfstandig en onafhankelijk te zijn, maar het is puur voor ons zelfbeeld dat we dat nodig hebben. We willen niet weten hoe beperkt onze macht werkelijk is en hoe klein we individueel zijn in het oog van de wereld. We willen onze grenzen niet graag erkennen, of dat we elkaar nodig hebben. We willen niet erkennen hoe onmachtig we ons voelen om duurzaam vrede tussen mensen te bereiken zonder diversiteit en vrijheid op te offeren.
Inmiddels hebben we zo ongeveer alles wat ooit vrij was in bezit genomen, en kunnen we dus alleen nog over iets beschikken als we de eigenaar tot delen kunnen bewegen (of als we geweld gebruiken om het af te nemen). De grond, de goederen, zaden, voedsel, energie, water, het heeft allemaal een eigenaar en dus niet meer vrij verkrijgbaar.
Zelfs onze genetische blauwdruk is steeds minder vrij nu zelfs de informatie over genen tot bezit kan worden gemaakt. Over al dat bezit wordt veel gestreden, en waar gestreden wordt zijn verliezers en is geweld. Wat gratis en vrij was is het niet meer, en wie eenmaal meer bezit dan hij of zij nodig heeft voor zichzelf, ziet zijn bezit alleen maar groeien.
Het gebruik van bezit levert geld op wat weer tot meer bezit leidt. Degenen zonder dergelijk bezit blijven arm of worden zelfs armer. Armoede is een duurzaam probleem dat vrede bedreigt en is in een dergelijke samenleving niet echt op te lossen, behalve als rijken bereid zijn om met armen te delen en hen een startpunt te geven. Ook die hulp aan vrede vraagt echter continu aandacht en bijstelling.
Het voorgaande betekent dat als wij over vrede spreken, dat we het hebben over een situatie waarin we relatief veilig zijn van fysiek geweld en kunnen vertrouwen op regels die ongeveer hetzelfde voor ons allemaal gelden. Vrede is dan een gevoel dat velen van ons mogen hebben binnen die relatief voorspelbare en rustige omstandigheden.
Voor degenen die (om wat voor reden ook) tegen de regels in naar geweld en wapens willen grijpen, hebben we getrainde krijgers in de vorm van een groep politieagenten en militairen. Zij zijn getraind om onze leefwijze te beschermen tegen bedreigingen. Het betekent ook dat die agenten en militairen bereid zijn geweest om voor onze veiligheid en welzijn hun eigen veiligheid op te geven. Vechten sluit vrede en veiligheid uit.
Onze oplossing is dus dat velen in relatieve vrede kunnen leven door het offer van een relatief kleine groep. Die kleine groep maakt het mogelijk dat wij ons kunnen beroepen op bezit, en redelijkerwijs erop kunnen vertrouwen dat ons bezit van ons kan blijven, en het maakt mogelijk een afgesproken recht op het gebruik en de baten van bezit ook dat enigszins gegarandeerd is. Die anderen die hun vrede opgeven voor ons, zijn dus heel belangrijk voor onze vrede en het eren van die kracht is deel van wat vrede moet zijn.
Zo doen wij de meeste dingen. Specialisatie en taakverdeling maken mogelijk dat elke taak slechts een deel van ons belast terwijl de rest de baten ervan kan genieten. Niet wij allen, maar slechts een deel van ons is dus in gevecht om ons vrede te geven. Het is belangrijk dat wij dan ook vrede leven, want door slecht voor onze emoties te zorgen doen we hun offer snel teniet. Zij hebben wapens en nemen de pijn van onze leefwijze, en daardoor blijft onze wereld relatief vrij van wapens en geweld. Dat deel dat over onze emoties gaat is echter onze eigen verantwoordelijkheid.
Het is niet dat ons brein van vrede houdt, maar wij hebben ook daarvoor veilige uitlaatkleppen gemaakt. We mogen spelen met geweld en wapens zolang we dat alleen maar als toeschouwer doen of in streng gereguleerd vormen van amusement. We smullen ervan, niets zo vermakelijk als geweld, althans zolang het binnen de juiste context blijft en onszelf en degenen die we lief hebben niet bedreigt.
Natuurlijk is er nog onvrede genoeg over, we zouden geen mensen zijn zonder onvrede. Ons brein is gewoon te groot om genoegen te nemen met alleen maar vrede en zoekt daarom ook voortdurend naar opwindende prikkels zoals gevaar. Daar is ons brein ook voor bedoeld, het is een probleemzoeker en probleemoplosser. Gevaar of onveiligheid is het eerste probleem dat het wil vinden en oplossen.
Als ons brein niets vindt om op te lossen of bezig te houden, dan wordt het daarom ook rusteloos (wat we verveling noemen). Dus hebben we inmiddels een eindeloze bron aan prikkelmachines ontwikkeld om ons brein maar eindeloos bezig te houden tot het bijna omvalt van vermoeidheid. Beter dan dat het echt gaat vechten in de wereld.
Onze emoties brengen ons bijna continu uit onze vrede, en we zijn daaraan zowel verslaafd als dat we er last van hebben. Emoties zijn een continue bron van zoeken, discussie, vechten, vluchten en afscheidingen. We roepen dat we meer vanuit ons gevoel moeten even, maar als we dat zeggen dan hebben we het eigenlijk alleen over heel specifieke gevoelens en vooral niet die gevoelens waar we last van hebben. we hebben veel verschillende woorden voor gevoelens en emoties, wat een bewijs is voor het belang dat we eraan hechten.
Toch is er geen voel-verbod, om de vrede te handhaven. We zouden dat ook onzinnig vinden, gezien onze menselijke aard en de aard van natuur en leven. Een dergelijk verbod zou volstrekt onhoudbaar blijken. De enige manier om niet meer te voelen is innerlijk sterven, en dat proberen we ook massaal onder het mom van spiritueel leven, maar niemand wil of kan het echt, dus blijft het gelukkig bij bezigheid (waar ons brein erg van houdt).
Gedachten zijn een ander motor van onvrede. Ze brengen ons voortdurend in de problemen en zijn samen met gevoelens (die veelal uit gedachten ontstaan) de grootste motor van gewapend geweld. Vaak liggen er sterke emoties aan de basis van gewelddadige acties en reacties. Maar dat is ook logisch, want we reserveren het woord emotie voor die gevoelens die ons in beweging brengen. Emoties zijn gekoppeld aan een duidelijke betekenis in ons. Het sterkste motief is daarbij angst, en daarvan afgeleid emoties zoals afgunst en woede (beiden reacties op angst).
Nee, religie brengt geen vrede, zoals ook andere ideologieën en denkbeelden alleen maar groepen aantrekken die elkaar om de verschillen bevechten. Net als elk ander idee is religie ofwel een scherp en wreed wapen of een bron van liefde en vrede, afhankelijk op wie het is gericht en in wiens handen het wordt gebruikt. Als religie een hamer op zoek naar spijkers zal de spijker niet blij worden, en is vrede niet waarschijnlijk.
Het zijn vooral wij mensen die bepalen hoe het uitwerkt. Als we vrede willen, dan is de enige basis die we daarvoor hebben onze eigen stellige keuze om niets anders dan dat in onszelf te voeden en daarbij ruimhartig ruimte te laten voor dat wat anders is dan wijzelf.
Vrede is en handeling die kracht vraagt en volharding en vaak ook opoffering. Je kunt niet meer vechten als je vrede wilt, maar met de standvastigheid, compassie en wijsheid in jezelf vinden om het steeds opnieuw te voeden en handhaven.
Vrede wordt vaak duur betaald, zo toont ook ons verleden, De betaling is vaak in bloed en volharding. Meestal komt iemand tot vrede nadat genoeg offers (in bloed of anderszins) betaald zijn om al het andere minder waardevol te maken. Vanaf dat moment is vrede de hoogste waarde en kan het alleen bestaan als het ook gegeven wordt aan anderen. Dan is er de bereidheid om ondanks een prijs de vrede in onszelf te handhaven en vrede te herstellen tussen mensen.
Als vrede is wat je echt wilt, dan ga je elkaar niet meer verdelen om ideeën, en wordt veel wat je misschien nu nog belangrijk vindt weg. Ik weet dat je anders denkt, maar wat ik nu het allerbelangrijkste vindt, wat ik nu het allerliefste wil is dat het goed is tussen ons en dat we contact met elkaar kunnen hebben.
Waarschijnlijk ga je herkennen dat mensen niet zo verschillen van elkaar en dat we allemaal pijn voelen en behoeften hebben. Misschien krijg je uit jezelf behoefte om bruggen te bouwen om de verschillen te overbruggen. Als individu kan je die keuze maken, een massa of groep blijkt daar nauwelijks toe in staat.
Als de vrede er is, zullen we nog steeds sterk moeten zijn en bereid zijn om offers te betalen om het in stand te houden. Vrede nodigt je uit om te vergeten, maar je mag niet vergeten wat je waarden zijn, wat werkelijk belangrijk voor je is. Anders wordt je kwetsbaar voor elk geweld en zal je wil onmiddellijk wijken bij de eerste uitdaging.
Dan wordt je misschien als de Boeddhistische monnik die 20 jaar in een grot heeft gemediteerd om zijn drift op te lossen. Al snel in een eerste gesprek stond hij weer in vuur en vlam. Hij had slechts de prikkels verwijderd die zijn drift activeerde. Vrede moet getest worden en vraagt voeding om stevig te worden. Daarvoor heb je prikkels nodig die het uitdagen.
Je zult vrede moeten beschermen en voeden, zowel in jezelf als in de wereld. Je zal kracht nodig hebben en wijsheid en geduld om vrede vol te houden. Misschien zal je gewelddadige middelen moeten gebruiken om te beschermen tegen dezelfde middelen in handen van diegenen die nog geen vrede zoeken of die alleen willen winnen. Vrede is dan barmhartig en terughoudend en zoekt ander manieren terwijl het slechts beschermt zonder aan te vallen.
Er zijn geen gemakkelijke antwoorden op het gebied van vrede, en we kunnen ons in het zoeken naar vrede niet permitteren om zwak te zijn en anderen aan hun lot te laten. Maar zomaar naar blind geweld grijpen is ook geen antwoord. We moeten beter zijn dan dat. Terroristen zijn in hun aard mensen die zich verbergen om te verschijnen op plaatsen waar ze de meeste publieke aandacht kunnen krijgen en de meeste angst in onze harten kunnen oproepen.
We moeten bereid zijn om te aanvaarden dat een vrije en open maatschappij daarin nooit helemaal veilig kan zijn en dat we onze vrede moeten beschermen terwijl anderen voor ons op zoek gaan naar de bronnen van deze terreur en oplossingen om duurzame vrede voor ons mogelijk te maken.
Het is moeilijk om te aanvaarden dat we persoonlijk machteloos zijn en dat we op het pad van pijn kunnen komen. De pijn van een auto-ongeluk of ziekt of vliegtuigongeluk nemen we voor lief omdat daar geen dader voor is en we toch niet weten wanneer en waar het kan komen.
Misschien moeten we ook aanvaarden dat we verstandig kunnen zijn in onze keuzen maar dat we ook onze angst voor dit probleem van terreur moeten aanvaarden omdat daarvoor veelal hetzelfde geldt. Als je wist waar het kwam zou je daar niet zijn, en je vrede kan niet bestaan waar je voortdurend in angst en wantrouwen naar je medemens kijkt. Ik wens je veel sterkte in je keuzen en wat je te doen hebt. Als je naast met wilt staan voor vrede, dan ben je welkom om een reactie te plaatsen.
Dick
De islam stelt zich zo vijandig tegen de westerse en in feite tegen elke beschaving op, dat culturele, politieke en militaire conflicten onvermijdelijk zijn. De islam wordt hier in West-Europa karakteristiek neergezet als een gevalletje “goede Tsaar, slechte bojaren”: Mohammed was lief en vol vrede, maar de navolgelingen, die zijn boodschap niet helemaal begrepen, hebben er een potje van gemaakt.
De geschiedenis bevestigt dat de volmaakte islam gewelddadig en imperialistisch is: direct na Mohammad’s dood veroverden de khaliefen Abu Bakr, Omar, Uthman en Ali zonder provocatie de halve wereld. Deze khaliefen hadden decennia met Mohammad opgetrokken en gevochten. Als iemand de ware islam kende, dan waren zij het wel.
Mohammed nam ook de wapens op, om zijn vijanden aan te vallen en hen met geweld de islam op te leggen. Geweld is nodig om uiteindelijk een situatie van vrede te bereiken.
“Vijandschap en haat zullen altijd tussen ons staan, totdat jullie alleen in Allah geloven”-Koran 60:4.
“Bevecht de ongelovigen totdat er geen verwarring zal zijn en het geloof in Allah de overhand heeft”-Koran 2:193…
Voor de islam betekent ‘vrede’ dat uiteindelijk de hele wereld aan Allah is onderworpen. Dus,het kan in Nederland pas ‘vrede’ zijn, als heel Nederland aan de sharia onderworpen is. Vrede met niet-moslimlanden is slechts een tijdelijke verhouding.
Hans Schuijff
Dank voor je reactie, Dick. Je komt met terechte overwegingen.
Ik ben bekend met stukjes van de islamitische geschiedenis en had dus ook al geleerd dat Mohammed de oorlog in de koran heeft ingebouwd en dat vrede met een islamitische groep niet betrouwbaar hoeft te zijn.
Ik heb begrepen dat Mohammed de opdracht geeft om de “vijand” (niet-moslims) in slaap te sussen, terwijl je je eigen kracht weer opbouwt, om toe te slaan als je sterk genoeg bent en je vijand denkt dat er vrede en veiligheid is. Dat ingebouwde bedrog maakt het lastig om te vertrouwen op afspraken en veiligheid.
Vrede is moeilijk te vinden en fanatiek religieus, of politiek, geloof, maakt het alleen maar moeilijker. Wij mensen zijn niet simpel en onze geest kan zich aan van alles vasthouden en daarin een doel tot vernietiging vinden.
Leiders als Stalin en Mao hebben honderden miljoenen mensen naar een gewelddadige dood geholpen, nog meer dan Hitler in de tweede wereldoorlog, en ook het christendom heeft veel bloed en lijden aan de handen kleven.
De kruistochten, de inquisitie, de kinderen die door priesters misbruikt zijn, en wat te denken van de oorlog tussen katholieken en protestanten of zelfs het feit dat de Paus zijn volgelingen verbiedt om contraceptie te gebruiken ook als het dodelijke ziekten kan voorkomen? Dat zijn geen gemakkelijke onderwerpen om op te lossen.
Ik heb tot mijn verrassing zelfs boeddhistische monniken gewapend zien strijden voor iets als “Eigen volk eerst!”. Ze praten als nazi’s die hun land willen zuiveren van mensen (in hun ogen buitenlanders) die er vaak al 30 jaar of meer in vrede leven en helpen opbouwen. Zelfs de free Tibet beweging is moeilijk vanuit het Boeddhisme te onderbouwen.
Het Boeddhisme heeft geen gewelddadige opdracht, noch heeft het een gewelddadig dogma, maar ook die religie (voor zover je een beoefening zonder godsbeeld zo wilt noemen) brengt mensen en groepen voort die vol afkeer en woede zijn en beginnen te vechten en doden met hun geloof in de hand.
De bron van hun geloof spreekt uitsluitend over het opgeven en oplossen van alle bronnen van lijden en geweld. Het predikt een pad uit het lijden en naar kalm zelfinzicht en hulpvaardige relaties. Het spreekt over zelfreflectie, vrede, onthechten gaan en het opgeven van bezit.
Dus hoe ontstaan ook uit zo’n gemeenschap en filosofie gemeenschappen vol woede en geweld? Is dat de religie, of zijn wij mensen zo gewelddadig en emotioneel instabiel in onze aard, dat we alles gebruiken om onze eigen groep superieur te maken over een andere? Ik vrees dat het laatste meer waar is dan dat we simpelweg naar een boek kunnen wijzen.
Het geweld is onder ons en deel van ons en we zullen daarin onze weg moeten vinden. Ook jij loopt daarin gevaar, want degene die wijst naar het gevaar van de andere groep is ook zelf een gevaar om dat te spiegelen.
Zijn politieke denkbeelden, religie en cultuur misschien slechts excuses om te doen wat we eigenlijk willen: het onschadelijk maken, onderwerpen en/of vernietigen van alle anderen die niet behoren tot de groep waarmee we ons identificeren?
Het artikel waarop je reageert, pleit niet voor naïviteit, of een gemakkelijke vrede. Het is geschreven in het besef dat vrede moeilijk te vinden is en dat er meestal een hoge prijs betaald wordt om zelfs een tijdelijke gewapende vrede te bereiken. Vrede kan niet vanuit zwakte ontstaan.
Het zou kunnen dat vrede en integratie tussen volkeren slechts mogelijk is via de baarmoeder en dat dit dus slechts kan in het tempo van vele generaties over een of meer eeuwen. Ondertussen gaan de oude strijden ook nog steeds door en blijven we bloed vloeien.
Elk thema dat voorbij komt blijkt generaties strijd op te leveren en vervolgens nergens een eindpunt te vinden. Religie is daar slechts een van en de strijd tussen christenen en islamieten is al eeuwen gaande.
Op het niveau van groepstegenstellingen is het wellicht niet oplosbaar. We zullen dus iets anders moeten uitvinden. Misschien hebben we een kans op het niveau van individuele mensen.
Helaas zijn er ook altijd anderen die geen belang hebben bij vrede, of die te vol met angst, pijn of boosheid zitten, en die het moeilijker zullen maken om de strijd te stoppen. Wantrouwen is gemakkelijker te vormen dan vertrouwen.
Ik ben nog niet zeker dat we vrede waardig zijn, of ooit zullen zijn. Gandhi heeft het een tijd geprobeerd, maar ook dat is gefaald. We zullen het in elk geval moeten verdienen en de prijs die het vraagt moeten betalen.
Oorlog, vrede… niets komt gemakkelijk, niets ervan komt zonder prijs. Dank voor het vervolg.
Hans