Gisteren schreef ik een open uitnodiging op Facebook. Het vroeg om de naam te delen van iemand die belangrijk voor je is, iemand die je verloren hebt. Het bericht was gericht aan degenen die om wat voor reden ook anderen hebben verloren. Het bood een open ruimte om een verlies te delen en iemand te herinneren en eren. Elk verlies telt en verdient een platform.
Een directe aanleiding om weer te schrijven, was dat ik een reactie van een bekende las, die had geschreven:
Ik heb net deze zondag, een voorheen fitte, kennis verloren aan corona. Het is geen grapje, of kleinigheidje. Hartstikke zonde. Hij had een hart van goud en was een wijs man.
Eerder had ik in een reactie van iemand gehoord dat een van haar zussen aan het vaccin tegen Covid-19 was overleden door ontstoken bloedvaten. Het deed me beter begrijpen, wat haar bewoog om heel vasthoudend en actief tegen dit vaccin te ageren.
Het is niet alles wat ze is, of alles haar beweegt, maar ik kan me voorstellen dat het impact heeft gehad. Het is denkbaar dat haar strijd deels een uitdrukking is van haar liefde voor haar overleden zus. Dan is het erg zorgzaam om op te staan jen je stem luid te laten horen.
Ik schreef zelf dus over de verliezen aan beide kanten en hoeveel groter het verlies zou zijn als we elkaar loslaten, of besluiten dat het verlies van elkaar niet meer belangrijk genoeg is om ons in beweging te brengen.
Zoals wel vaker gebeurt, kwamen de eerste reacties heel snel en waren nog wat afwijzend, of strijdend. Een enkeling viel over wat ik had geschreven over mensen die tegen vaccinatie zijn. Strijders blijven strijders.
En omdat het zo begon, was ik even bang dat de oproep niet gehoord zou worden en anderen ontmoedigd zouden raken om op deze plek hun verlies te delen. We doen dat vaak niet als we bang zijn onder vuur te komen. Als de ruimte te scherp, of te luid,
blijkt, blijven zachtere stemmen weg.
Maar na even wachten, werd ik gelukkig prettig verrast en kwam een ander antwoord.
Er kwamen reacties van degenen die de uitnodiging hadden ontvangen en omarmd.
Er kwamen anderen, die begonnen te delen over een persoonlijk verlies en daarin lagen zachte ontmoetingen.
Ik was niet alleen in mijn verlangen naar een plek waar aandacht zou zijn voor rouw en medeleven en elkaar.
Ik was blij met al deze reacties, want het uitnodiging was ook zacht geweest. Het was een aanbod om te luisteren naar een persoonlijk verlies en een platform voor de stem van een ander.
Gelukkig was het veilig genoeg geweest, of in elk geval belangrijk genoeg geweest, om de uitnodiging op te pakken.
Het is heel krachtig om de naam te noemen van een overledene, van iemand die je dierbaar is en die je herinnert en eert.
We doen dat ook wel in workshops en ook daar blijkt dat wanneer je met aandacht je eigen naam zegt en dat vervolgd met “de zoon van” (of dochter van) en de namen van je ouders.
Het uitspreken van die toverzin doet veel, want het verbind je aan je oorsprong en erkent de plek die je daar hebt. Met jou krijgen ook je ouders een plek achter jou, als de schouders waarop je staat en de bron die maakte dat jij er bent. In die zin wordt je werkelijk deel van je familie.
Het erkennen van een verbinding met belangrijke bronnen in je leven is belangrijk. Eren is belangrijk en iets waar ik regelmatig over schrijf. We eren degenen die vielen en die we verloren, om wat ze ons gegeven hebben. We eren hun offers die betekenis gaven aan ons bestaan.
Hun bestaan was belangrijk en heeft ons bestaan aangeraakt en veranderd op een waardevolle manier. Dat is belangrijk. Het noemen van hun naam geeft uiting aan respect voor iemands anders offer en erkent de waarde van diens bestaan voor jou.
Dat soort eren kan ook spanning verzachten en je helpen ontspannen (soms met een uiting van vloeibaar geworden pijn).
Na die eerste reacties kwamen dus reacties van mensen die iemand wilden eren, of gewoon even wilden bedanken voor wat ik had geschreven en hun stem bij de mijne wilde voegen.
Ik heb hen netjes bedankt voor het delen en natuurlijk ben ik ook bij de nabestaanden gaan staan in het verlies. Ook de erkenning van het verdriet dat ze deelden, van hun gemis, is waardevol. Dat geeft toestemming aan het rouwen en herinneren en soms raakte ook dat weer iets en kwam het verder los.
Niet veel woorden in die interactie, maar wel een mooie erkenning en zachte momenten. Je merkt op zo’n moment waar de verschillende reactanten innerlijk zijn en wat belangrijk is. Ik spiegel vaak wat ik krijg, dus zachtheid krijgt zachtheid terug.
Als ik zo terugdenk was het een mooi element in mijn avond. Best veel mensen hadden de uitnodiging ontvangen en opgepakt en de stemmen waren dus merendeels respectvol en dankbaar geweest.
Er was zelfs iemand die teruggaf dat er iemand op dat moment afscheid aan het nemen was. Hopelijk gaf de mogelijkheid om dat hier te delen daarin ook wat steun. De inbreng was welkom en gaf de mogelijkheid om nog even bij iemand die dat zocht te kunnen zijn.
Vandaag heb ik gehoord dat een dierbare voor mij het aardse verlaat, in de loop van de komende uren. Ik kon haar niet meer zien. Haar man ligt nog in het ziekenhuis.
Het fijnste was misschien wel dat de erende reacties zowel kwam van mensen die wilden vaccineren en mensen die dat niet wilden. Beiden hadden anderen verloren en beiden konden elkaar hier ontmoeten. Verlies treft ons allemaal. Ik zal hier een fragment delen…
Ik wil graag mijn 2 broers herdenken, die te jong (35 en 40) aan kanker zijn overleden. En mijn vader, ook kanker… [red] … En 10 jaar geleden kreeg mijn partner ook kanker. Wij zijn al heel lang met gezondheid bezig. Daar past een experimenteel en giftige injectie niet bij.
Vervolgens wordt ik op de achtergrond benaderd, door iemand die het moeilijk vindt om in de openbaarheid te reageren. Zo’n persoon is dan afgeschrikt door de felheid van de reacties op het onderwerp en wil steun laten horen, maar niet in het vuur staan.
Ik kreeg dus ook via die weg een compliment en bedankje. Die persoon vond het goed dat ik, zo afgewogen als ik kan, opriep om in verbinding te blijven en samen als gemeenschap bij elkaar te staan.
Het was deze persoon niet opgevallen dat er meer erende reacties waren geweest, dan aanvallen en afkeuringen. Ze was een beetje gestruikeld over de eerste paar reactanten.
Nou daar heb je gelijk in. Ik heb met name de strijders onder je post gelezen en de anderen drongen minder binnen. Voortaan maar even proberen om dat om te draaien.
Natuurlijk stel ik het op prijs als iemand uitreikt om steun te geven, te bedanken, of complimenten te delen. Ik ben mens en ook voor mij is het lastig om sterk te staan te midden van vuur, dus ook ik heb steun nodig.
Maar het is ook een verlies dat zoveel mensen zich zo laten afschrikken, door de toon en felheid van een debat, dat de enigen die gehoord worden de luidste en felste roepers zijn.
Ik begrijp het wel, want het is niet gemakkelijk om in een vuur te gaan staan, en te ervaren dat er opeens een flinke groep mensen over je heen kan vallen. In de praktijk gebeurt dat ook regelmatig, waardoor velen buiten dat veld blijven en zich niet uitspreken. Als je niet stevig staat is het erg moeilijk om daarmee om te gaan.
Ook als je op zoek bent naar klanten of je reputatie moet schoon en neutraal blijven, dan is het ook beter om niet te spreken dan om je stem duidelijk hoorbaar te maken. Neutraal spreken is veel lastiger te hanteren, dan niet spreken.
Als je publiek licht ontvlambaar is, dan is stil blijven gewoon gemakkelijker, dan zeg je ook niets verkeerd. Niet verwonderlijk dat velen ervoor kiezen om niet tegen haren in te strijken. Heel jammer, maar ook begrijpelijk.
Het is dan wel een terechte vraag hoeveel mensen werkelijk vertegenwoordigd zijn in een openbare dialoog. Als velen wegblijven om de wespen te vermijden, hoeveel zijn dat dan?
Degenen zonder stem spreken niet meer. Degenen die liever uit het vuur blijven, hoor je ook niet. Dus wie spreken er wel en hoe groot is die groep, in relatie met ons allen? Is het uiteindelijk de luidste en felste minderheid, die er met de vlag vandoor gaat?
Op sociale media kan je dat nauwelijks beoordelen, want als je een keer reageert op een onderwerp over vaccinatie of covid-19, dan staat het volgende moment je hele tijdlijn vol met alleen nog maar die stemmen.
Het lijkt dan al snel alsof de actiefste stemmen het hele volk vertegenwoordigen, terwijl het misschien maar een handvol actieve verzamelaars betreft die zieltjes aan het winnen zijn. Kijk op de tijdlijn van een sociaal activist en je ziet maar een enkel thema terug.
Als politiek wapen zijn dat soort berichten maar beperkt effectief, maar ze kunnen wel veel van ruimte innemen en bepalen.
In de achterhoede vertelt zo’n stille stem me dan bijvoorbeeld hoe ze inmiddels heeft besloten om bepaalde onderwerpen maar te vermijden. Ze vindt het fijn dat ik een stem geef aan wat ze eigenlijk willen zeggen, maar zelf doet ze dat niet meer.
Degenen die zo komen, kost het teveel (emotie en energie), of ze staan niet stevig genoeg en hebben er last van als ze onder vuur komen (ik ook).
Maar regelmatig zijn het ook sowieso schuchtere stemmen, die eraan twijfelen of hun vaardigheid met woorden in staat is om duidelijk genoeg weer te geven wat ze willen zeggen.
Wat ik dan vooral tegen deze mensen zeg (nadat ik ze bedankt heb voor het vriendelijke uitreiken) is dit:
Als je stopt met je stem inbrengen en die anderen de hele ruimte laat, dan geef je die andere mensen eigenlijk op. Misschien is dat niet wat je wilt. Als je van je medemens een verloren zaak maakt, dan is dat een groot gemis, want dan hebben we elkaar al verloren.
De Witte Prins
Natuurlijk wil geen van hen de anderen opgeven, of afwijzen, het zijn liefdevolle types, maar ze weten niet hoe we elkaar nog kunnen bereiken. Het is ook best moeilijk om openbaarheid in een gesprek te stappen. Ik snap dat wel.
Dit zijn mensen die willen verbinden en willen ontvangen, die zachtheid zoeken, en ze vinden het moeilijk om in felle confrontaties zich te handhaven. Het vraagt veel van je bereidheid en je moet met de emoties kunnen omgaan. Dat vraagt tijd om te ontwikkelen.
Vervolgens raken ze ontmoedigd en geven het daarom maar op en steunen slechts nog op de achtergrond, via privé berichten.
Nadat ik daarop eerst laat ik weten dat, kijkend naar het geheel aan reacties, ik opmerk dat er veel meer mensen de uitnodiging hebben opgepakt (ook vandaag nog), dan er waren met andere geluiden.
De kritische geluiden waren er wel, maar niet in meerderheid en niet van mensen wiens standpunt en reactie nog niet ruimschoots bekend was.
In totaliteit was het dus een mooi warm feest van gelijkgestemden, die hier een plek vonden voor het herinneren en eren van het verlies van hun geliefden en in het eren van waarde in hun leven. Er was eigenlijk maar weinig wrijving in de uitkomst van de oproep.
Dat trof meteen ook als doel, want de reactie was meteen:
Nou daar heb je gelijk in. Ik heb met name de strijders onder je post gelezen en de anderen drongen minder binnen. Voortaan maar even proberen om dat om te draaien.
Maar dat was nog niet het belangrijkste om te zeggen. Het volgende is eigenlijk de kern en geeft aan waarom het belangrijk is dat we allemaal aanwezig blijven met onze stem…
Je hoeft jezelf en je ruimte niet door anderen te laten bepalen. Blijf je eigen stem inbrengen en blijf gewoon rustig en correct naar die anderen, ongeacht hoe luid hun stem is.
De Witte Prins
Misschien zijn we geneigd het meest aandacht te geven aan degenen die hard schreeuwen en ons angstig maken met hun taal en drift. De activisten worden dan beloond doordat ze de bovenhand en de ruimte krijgen, ongeacht de kwaliteit van hun argumenten.
Activisten zijn niet je beste gehoor, want ze zitten al vol met hun standpunten en afkeer en hebben weinig tot geen geduld met al het andere.
Luister goed naar die ander en probeer te ontdekken wat die persoon drijft en wil, maar blijf ook trouw aan jezelf.
De Witte Prins
Gepassioneerde activisten tolereren niet dat je aan hun thema komt en kaderen alles in een conflictraamwerk, dat is nu eenmaal de aard van activisme. Je bent of voor of tegen en daartussen is niets. Eigenlijk vind je daar vooral emotie.
Het heeft veel energie, maar is ook een beetje een blinde en dove kracht. Als je zo luid roept dan is dat wat je roept al snel nog het enige wat je nog kan horen.
Dus medestanders zijn welkom, maar de rest moet opzij en dat is een aanvaardbaar verlies voor hen. Er is geen dialoog meer op zo’n plek.
Jouw stem is ook belangrijk en er zijn mensen die hem zullen horen en ook jou zullen steunen en bedanken.
De Witte Prins
Toch sijpelt er hier en daar soms wat van de mens door als je in gesprek blijft en je het netjes houdt. De stem achter de herrie is soms veel belangrijker, dan de herrie zelf, maar je moet wel blijven om die te mogen horen. Eerst moet je de klappen en de afkeer ontvangen en dan hoor je de echte waarde.
Het is niet nieuw, want ook bij onze workshops moeten we soms even wachten en doorgraven voor we bij de echte waarde komen. We geven niet meteen het mooiste aan elkaar. Dat moeten we soms eerst verdienen.
Dus als ik hoor over iemands verlies, dan ben ik dankbaar en opent er weer iets. Niet perse in die ander, maar wel in mij. Ik kan vanaf dat moment beter ontvangen en door het geschreeuw heen beter de pijn horen.
Dan ben ik meteen op een plek waar ik het liefst ben. Dicht bij de ander op een afstand waarin de ander gewoon een mens is net als ik.
Ik kan die mensen dan weer horen en hoor over hun pijn en verlies en misschien wat ze nodig hebben, om dat stuk weer te helen.
Dat is ook het enige waarop ik mag hopen, want een gesprek is niet altijd welkom bij iemand met een missie en je krijgt dus ook wel de deksel op je neus. Dat hoort erbij. Het is niet echt persoonlijk.
Als ik terugkijk naar wat ik heb geleerd over hoe wereldoorlogen ontstaan, dan weet ik dat individuen in een volk niet in oorlog willen zijn, maar dat er steeds in de aanloop van oorlogen een economisch falen lag, waarin het volk erg bang werd voor de eigen positie.
De tweede wereldoorlog was onder andere mogelijk, omdat de maatregelen die op Duitsland waren gelegd, na het verliezen van de eerste wereldoorlog zo stringent waren, dat Duitsland in een hyperinflatie terechtkwam en de winkels leeg waren.
Ofschoon we het de tweede wereldoorlog noemen, begon het onderliggende probleem dus al voor de eerste wereldoorlog en duurde voort tot na de tweede wereldoorlog. Het is dus een voortzetting van en niet een nieuwe oorlog.
Mensen waren aan het verhongeren en konden geen baan krijgen. De werklieden verloor hun eigenwaarde tot een niveau dat elke strohalm aantrekkelijk was. Er was veel werkloosheid en degenen met werk konden ook niet echt overleven. Een economie heeft een gezonde middenklasse nodig en die ontbrak.
Dus toen er iemand kwam die Nationalisme sprak en een stem gaf aan het lijden van dit volk, iemand die zijn volk een positief doel gaf en uitzicht op trots op henzelf, iemand die de pijn kende en het volk uitzicht gaf op en trotse versie van zichzelf…
Die persoon werd met beide handen omarmd en het volk zelf ging aan de slag om de rest van het volk in gareel te brengen. Die persoon was de stem van hun ongenoegen en pijn.
Er zijn er die daar nu weer op hopen, dat wij als volk wanhopig genoeg worden om een stem van onvrede te aanvaarden en met elkaar in oorlog te gaan. Vechten is gemakkelijker dan helpen. Nationalisme is weer in opkomst.
Je kan iets lezen over het krachtenveld in de aanloop naar de tweede wereldoorlog in het interview met Bert Hellinger, dat ik eerder hier publiceerde .
Bert was Duitser en spreekt over hoe je als gezin je niet langdurig kon onttrekken aan deelname (ofschoon zijn familie dat wel probeerde) en hoe dood zijn angstaanjagend effect en betekenis verloor in een omstandigheid waarin iedereen op elk moment het leven kon verliezen.
Hij beschrijft niet hoe je een kruiwagen met bankbiljetten nodig had voor een enkel brood, maar wel over de sociale druk in de gemeenschap om mee te doen en het broederschap tussen soldaten aan het front.
Hij vertelt daarover vanuit een stem die we liever niet horen, omdat hij het meemaakte vanuit een land die we lang tot vijand bestempelden. We kijken naar de uitkomst, liever niet naar de oorzaken en onderliggende problemen waardoor het ontstond.
De les is dat we moeten starten met broederschap en zusterschap en ons best moeten doen om te voorkomen dat zo’n crisis in het volk ontstaat. Dat kunnen we alleen samen en inclusief iedereen die een stem heeft en spreekt voor zichzelf of voor iemand die geen stem meer heeft.
Aan de stem die mij apart nam heb ik nog gezegd dat als je zelf niet in de openbaarheid wilt spreken, of als je niet vertrouwt op de kwaliteit van je eigen stem, dat je ook kunt kiezen om stemmen te steunen die voor je spreken.
Die steun kan ook openbaar en vraagt niet meer dan een enkel woord of een klik van een muis.
Al met al moeten we elkaar zien vast te houden en pogingen blijven doen om elkaar te bereiken, te helpen en bruggen te bouwen. Als we dan toch samen een ruimte bewonen, dan is het veel beter als we elkaar vertellen over waar we iets nodig hebben en hoe we elkaar kunnen bijstaan.
De luide stemmen die voor hun vrijheid kampen, kunnen gelijk hebben, of vol verwarring zijn, maar wat zeker is, is dat ze proberen de rest te bereiken. Het zijn degenen die stoppen met spreken waarvoor we het meest mogen vrezen.
Blijf dus gewoon proberen en laat je stem horen.
Ik zou het fijn vinden als je in reactie op dit bericht ook zelf iemand wilt delen die belangrijk voor je is, of is geweest, om die ook hier een plek te geven. Noem de naam, of vertel iets over die persoon en wat die voor je betekende of deed.
Mocht je datzelfde liever willen doen onder mijn bericht op facebook, dan is dat natuurlijk ook welkom. Laat je stem horen! De ruimte is nu voor jou!
Geef een reactie