Hoe haal je geweld uit contact? Hoe maak je jezelf vrij van van dwang, manipulatie en negatieve oordelen? Geweldloze communicatie, het beroemde antwoord van Marshall Rosenberg op geweld, leert ons hoe we vastgelopen contact weer kunnen open. Het demonstreert hoe stressvolle emoties oplossen wanneer we op een bepaalde manier luisteren en hoe we ons zelf onze eigen stress kunnen uiten, zodat het ook gehoord wordt.
Deze methode creëert nabijheid waar dat onmogelijk leek en brengt ons tot het meest eerlijke en betekenisvolle contact dat we kunnen hebben. Het vertelt ons ook een verhaal over wat geweld is, waar het begint. Kunnen we die pijn ook horen?
De uitdaging van contact
Contact blijkt zelfs voor de besten onder ons best moeilijk. Niet alle contact natuurlijk, want we zijn best goed in maskeren en afstand houden. De echte uitdaging van contact zijn onze emoties en de emoties die we minder goed verdragen vermijden we of vallen we aan. Toch zijn we bovenal sociaal en zoeken elkaar op.
We weten dat we elkaar nodig hebben om te creëren, of krijgen, wat we willen. Dus houden we contact en hebben media waarin we in de gaten houden wat er met anderen aan de hand is en wat de mensen die we willen volgen aan het doen zijn, of zelfs wat ze denken.
Open en eerlijk
Het geeft een enorme vrijheid om jezelf open en eerlijk te kunnen delen onder alle omstandigheden, maar in de praktijk delen we onszelf maar gedeeltelijk. Misschien houden we wat het meest belangrijk is voor de meeste anderen verborgen, misschien zelfs voor onszelf. Hoe we gezien en ervaren worden is belangrijk voor ons en daarvoor hebben we een uiterlijke vorm gecreëerd.
De grootste eerlijkheid, ons intieme delen, reserveren we vervolgens voor de meest intieme relaties. Deze relaties hebben we gekozen om veilig te zijn.
De uitdaging van nabijheid en intimiteit
Nabijheid kan best ongemakkelijk zijn en misschien houden we er gewoon niet zo van om ons emotioneel kwetsbaar te voelen. We weten hoe rot het voelt om zelfs met woorden aangevallen te worden en die kans willen we liever niet geven.
We vermijden vervolgens te moeilijke situaties door onszelf terug te houden en niet te uiten wat echt in ons is. Of we wapenen onszelf met een schild van dreiging en boosheid om anderen op afstand te houden en te ontmoedigen. Hierin toont zich dan de grens van waar we mee kunnen omgaan.
Eenzaamheid in contact
Zouden we anders willen? Is het niet vermoeiend om zo je imago te moeten managen? Voel je niet de eenzaamheid van de onechtheid van wat je deelt in relatie tot wat werkelijk in je leeft? Is er niet iets dat hoezeer je ook in contact bent met anderen, nooit echt vervuld is en blijft trekken?
Wat is er eigenlijk echt aan jou? Wat leeft er echt in jou? Wat vind je zo moeilijk dat je dit ervoor over hebt? Weet je het antwoord eigenlijk wel, of is dit de vorm die een uitdrukking van wie je bent omdat je niet anders meer weet of denkt te kunnen?
Contact en emoties zijn vaardigheden
Waar het hier om gaat zijn vaardigheden die je kunt leren. Er zijn anderen die het anders doen en meer mogelijkheden creëren voor zichzelf. Wat is het verschil?
Je vermogen in allerlei omstandigheden staat in direct verband met hoe je je voelt en je vrijheid staat in verband met de mate waarin je in staat bent jezelf kalm te houden. Sta je innerlijk in brand dan zijn je mogelijkheden om een situatie op te lossen, in belangrijke mate beperkt. Zelfs je denken staat dan in brand en wordt vervormd. De stressreacties nemen het over.
Hoe beweeg je naar veilige nabijheid en intimiteit?
Kunnen we baat hebben bij een methode die ons leert hoe we soepel tot meer intimiteit komen en ons daarin veilig kunnen bewegen? Kunnen we baat hebben bij een methode die ons leert hoe we kunnen luisteren op een manier die een situatie echt helpt?
Kunnen we autonoom blijven, volstrekt open, eerlijk en ontspannen, wanneer iemand iets van ons vraagt en we dat niet willen? Ongeacht wie dat is?
Hoe kunnen we omgaan met onze innerlijke demonen? Onze innerlijke criticus? Onze angsten, boosheden, kwellingen? Hoe houden onszelf kalm en behouden we onze innerlijke ruimte? Hoe stoppen we de kwelgeest die ons maar blijft straffen?
Een antwoord is: Leer hoe je kunt luisteren met andere oren.
Communicatie en vrijheid beginnen van binnen
Geweldloze communicatie lijkt zo simpel als je de basisvorm leert, maar dat is slechts de vorm en die is snel vergeten als je onder vuur komt te staan, of innerlijk in brand staat.
Geweldloze communicatie toepassen in de praktijk vraagt dus meer dan alleen een vorm. Het vraagt ook het vermogen om spanning te dragen en innerlijk ruimte te houden, het omgaan met emoties, en misschien een helpend en volwassen denkbeeld over vrijheid en mogelijkheden. Kan geweldloze communicatie ook daarin helpen?
Emotiewerk in communicatietraining
Wanneer ik dus zelf communicatie aan anderen leer, weet ik dat ik zowel concrete manieren moet aanleren, als moet werken met wat er innerlijk gebeurt wanneer we in stressvolle emoties terecht komen.
Het heeft weinig zin om te weten wat je kan doen als je zo in brand staat dat je alleen nog je eigen pijn en kwelling kunt delen. Dit innerlijke werk moet dus deel zijn van wat je leert over contact.
Leren toepassen wanneer het moeilijk is
Het zal je misschien verrassen, maar zelfs trainers in geweldloze communicatie vinden deze les moeilijk en hebben wanneer het erop aankomt deze mogelijkheden soms niet meer paraat.
In mijn eigen praktijk ben ik dus velen tegengekomen die Geweldloze communicatie geleerd hadden, maar slechts weinigen die het konden toepassen.
Elk van hen wilde natuurlijk wel graag geweldloos ontvangen worden, want ze hadden wel geleerd dat ontvangen worden op die manier erg prettig is, maar veel van hen verdroeg niet de vrije reactie van degenen die op hun eigen manier uiting gaf aan een onvrede, behoefte, of innerlijke kwelgeest.
Wanneer je innerlijk in brand staat, of je behoefte aan gehoord en ontvangen worden is zo groot dat je niet in staat bent dat te parkeren en eerst de ander te horen, dan is contact onmiddellijk onmogelijk geworden. Alle mogelijkheden hangen dan af van die ander (die mogelijk ook in brand staat).
Eerste hulp in contact
Marshall Rosenberg vertelt ons dat we in een situatie waarin iemand nog zo in brand staat dat hij niet meer kan ontvangen eerst eerste hulp moeten bieden. Als we dat zelf niet kunnen (omdat we ook eerste hulp nodig hebben), dan zal er een derde aanwezig moeten zijn die elk van ons kan horen en die deze eerste hulp voor ons (en aan ons) kan bieden.
Natuurlijk bestaat de eerste hulp uit geweldloos ontvangen en dat is wat we leren wanneer we geweldloze communicatie aanleren. De eerste hulp moet mogelijk ook herhaald worden, want emoties kunnen keer op keer weer ontbranden en de oren sluiten.
We moeten die investering echter doen wanneer we willen dat ook wij ontvangen kunnen worden. Het heeft nu eenmaal geen zin om te communiceren als er niemand is die kan verstaan.
Geweldloze communicatie is iets dat je doet, niet iets dat je vraagt.
Communicatie moet daarom beginnen met elk van ons. Wanneer we willen dat contact verbetert, willen dat stressvolle situaties echt oplossen, dan moeten we de methode zelf gaan toepassen wanneer het moeilijk is om dat te doen. Natuurlijk moeten we dat eerst leren.
Echt aanwezig kunnen blijven en je innerlijke ruimte open houden is daarin misschien wel de belangrijkste les. Woorden zijn niet altijd de oplossing en kunnen zelfs verstoren. Ontvangen kan dus stil zijn. Nabijheid is misschien wel het meest belangrijk, dus als je innerlijk nabij kunt blijven, dan is dat een goed begin.
Je zult merken dat wanneer je de lessen eenmaal vaardig bent, dat al je eerdere gedachten over wat mogelijk was, verkeerd bleken en zich opeens een wereld van nieuwe mogelijkheden aandient. Misschien is dat het moment waarop je pas werkelijk tot leven komt. Elke stap brengt je dichter bij dat doel.
Leren onder vuur
Wat ikzelf weet over hoe om te gaan met conflicten is daarom ook geleerd onder vuur. Aanwezig blijven wanneer dat moeilijk is, kan alleen daar worden geleerd, omdat het en uitdaging nodig heeft om te leren je innerlijke ruimte te bewaren en ervaring op te doen.
Het is dus niet perse gemakkelijk of comfortabel om bepaalde lessen over contact te leren, maar het is wel waardevol en belangrijk en je zult merken dat je andere uitkomsten kunt krijgen en heel snel ook.
Marshall Rosenberg
Als ik Marshall zie dan is mijn eerste reactie niet een van nabijheid. Als je niets van deze man zou weten, zou je misschien eerder een wat strenge of harde man zien, mogelijk zelfs een boze, of dreigende man (afhankelijk van je persoonlijke historie), dan een zachtaardig persoon. Je zou alert kunnen worden. of zelfs afkeren, als je niets anders over hem wist.
Dit is niet de man waarvan je verwacht dat hij eerlijkheid en zachtheid aan de wereld zou geven, maar dat is precies wat hij deed.
Als je de getuigenis van Marshall hoort, dan kwam zachtheid bij hem ook niet vanzelf. Hij was eerder geneigd tot ongeduld en strengheid, dan geduld en zachtheid, maar misschien juist daarom leerde hij hoe geweld werkte en hoe een alternatief zou moeten zijn. Hij heeft het geweld opgezocht en heeft daaruit geleerd.
En als hij in zijn workshops eenmaal spreekt en zijn anekdotes vertelt, wanneer hij demonstreert hoe zijn methode werkt, dan verandert opeens alles. De groep wordt geraakt, tranen stromen, er wordt gelachen, en aan het eind is er een hechte groep mensen, die op allerlei manieren verzacht en geopend zijn voor zichzelf, elkaar en de wereld.
De uitdaging aangaan van pijn en strijd
Marshall werd ook uitgenodigd naar gebieden waar geweld floreert, oorlogsgebieden, en heeft daar onder andere gesproken voor een groep Palestijnen die veel ontnomen was. Natuurlijk waren er reacties op het feit dat hij daar als Joodse man stond, maar dat zijn de momenten waarop Marshall floreert.
Marshall blijft staan onder vuur en in plaats van af te sluiten nodigt hij de pijn uit zich te openen en tonen. Daarin demonstreert hij dan hoe je pijn kunt ontvangen en ontmoeten en daarin nabijheid en begrip kunt vinden. Het zijn opmerkelijke transformaties die dan plaatsvinden.
Enge eerlijkheid
In zijn workshops zingt Marshall liedjes, die hij begeleid met zijn gitaar, en gebruikt handpoppen, om de veroordelende kwelgeest (gerepresenteerd door de jackhals) te laten spreken en het meedogende open hart (gerepresenteerd door de giraf, het zoogdier met het grootste hart).
Deze man heeft zijn eigen ruimte gecreëerd en neemt je daarin mee. Samen kijk je daar naar ingebrachte interacties en gebeurtenissen en leer je alternatieven die een andere uitkomst geven. Het zijn mooie momenten die gekoesterd worden. Maar het is niet altijd gemakkelijk om toe te passen.
Eerlijkheid is best eng, maar als het lukt en je bent geduldig genoeg, dan veranderen patronen. Het onderstaande filmpje komt uit een van zijn workshops.
Psycholoog die geen verslagen wilde schrijven
Op 7 februari 2015 overleed Marshall Rosenberg en hij liet ons een waardevolle erfenis van een wereldwijd toegepaste methode, inclusief veel materiaal om van te leren, en een enorme groep ervaren trainers en beoefenaars. Een opmerkelijke prestatie.
Marshall Rosenberg was een Joods Amerikaanse psycholoog die, toen hij (naar eigen zeggen) genoeg had van het schrijven van behandelverslagen, stopte met zijn praktijk en op zoek ging naar iets anders. Dat andere werd een communicatiemethode. Hij heeft vervolgens de rest van zijn leven gevuld met het toepassen en doorgeven van deze methode.
Marshall was en is geliefd onder velen die hem kenden en volgden en de vruchten van zijn methode hebben ontvangen. Ook toen de ziekte van Alzheimer hem deed vergeten waar hij was in zijn trainingen, werd hij liefdevol door hen gedragen. Zouden we dat niet allemaal willen?
Van geweld naar natuurlijk geven
Maar hoe zit het nu met het geweld in geweldloze communicatie? Wat bedoelde Marshall daarmee en waar probeerde hij uit te komen met deze methode? Dat zijn wezenlijke vragen. Laten we met het laatste beginnen, aangezien het eerste niet zo is uitgespeld.
In zijn workshops introduceert Marshall het doel van zijn methode als: “Je iets leren wat je al kan.” Hij vervolgt “De reden waarom je dat opnieuw moet leren is omdat je het vaak vergeet omdat je bent opgeleid om het te vergeten.”
Wat je bent vergeten, aldus Marshall, is om te verbinden op een manier die natuurlijk geven mogelijk maakt. Vervolgens zingt hij een lied waarin hij uitlegt wat hij bedoelt met natuurlijk geven.
Geven met de blijdschap van een drie-jarig kind
Het liedje gaat over je natuurlijke vermogen tot geven en ontvangen en hoe fijn het is om ontvangen te worden en te kunnen geven. Het liedje past prima in de andere methode die me dierbaar is, systemisch werk, waar geven en ontvangen ook een centraal onderwerp is.
Geweldloze communicatie herinnert aan het plezier van een 3-jarig kind dat een ijsje deelt. Als we ons vrij voelen dan willen we graag geven en zijn we ook in staat om te ontvangen.
Vanuit die energie zou je mogen geven en je zou alleen moeten willen krijgen wat een ander vanuit deze energie geeft. Want als iemand zich gedwongen of geforceerd voelt om te geven, dan zal je snel ontdekken dat je daarvoor altijd een prijs betaalt.
Het alternatief van geweldloze communicatie
Misschien goed om expliciet te maken dat geweldloze communicatie alleen is bedoeld om zelf te gebruiken. Het werkt niet als een vraag aan anderen, maar alleen in de mate waarin je het zelf toepast. De hoeveelheid innerlijke ruimte die je hiervoor hebt is bepalend voor wanneer dat mogelijk is.
Natuurlijk is het mogelijk dat een ander je helpt door ook geweldloze communicatie toe te passen, maar daar heb je verder geen invloed op. De situaties waarin je die hulp wilt zijn ongetwijfeld situaties waarin de ander dat niet toepast en mogelijk is dat slechts omdat die ander innerlijk ook in stress modus is (innerlijk in brand staat).
Jouw eigen invloed en verantwoordelijkheid ligt daarom in jouw eigen Jouw vermogen om in steeds meer situaties deze methode toe te passen. Dat is dan jouw eerste gift. Het betekent wel dat je ruimte in jezelf moet vinden om kalm genoeg te blijven om dit te kunnen.
De erkenning dat er ook in jou een neiging tot geweld zit, zou belangrijk kunnen blijken. Oplossingen en waarheid vinden we vaak waar we niet heen willen en dat komt meestal door ongemakkelijke gevoelens.
Hans Schuijff
De erkenning van ongemakkelijke waarheden helpt je om deze gevoelens op te lossen, zodat je bewegingsruimte en levenslust zich kan herstellen. Het maakt je completer als mens en je kan altijd om hulp vragen.
Een eerste stap in geweldloze communicatie is dus niet zozeer om het geweld van anderen te herkennen en pareren, dan wel het innerlijk spel in jezelf. Het begint dus met hoe jij luistert/ontvangt en reageert in jezelf en hoe dat vervolgens naar buiten komt. Ik zei al: Marshall was een psycholoog.
Geweldloze communicatie is een persoonlijk hulpmiddel dat je kan helpen om allereerst je eigen impulsen te leren kennen en verzachten om van daaruit je wereld te veranderen.
De wereld komt dus als tweede. Eerst leren luisteren (ook naar jezelf), daardoor leer je hoe je meer in het moment aanwezig kunt blijven, en pas daarna ga je zelf delen en leer je omgaan met wat je terugkrijgt.
De eerste oefenpartner voor deze methode ben je dus zelf. Geweldloze communicatie brengt je eerst naar je eigen geweld en leert je die te ontmoeten en helen.
Van hart tot hart contact
Geweldloze communicatie is geen antwoord op alles, maar een adequaat hulpmiddel voor het eerder genoemde doel: het leggen en helen van de verbinding tussen mensen. De manier van communiceren is dus vooral daarop gericht. Luisteren is belangrijker dan spreken in deze methode.
Geweldloze communicatie kan ook gerust stilzwijgend plaatsvinden, door slechts aanwezig en stil te luisteren en je innerlijke ruimte zacht te houden, dat vraagt verder geen woorden. De verbinding is het belangrijkst.
Maar als je met woorden gaat werken dan zijn die woorden gericht op specifieke elementen. Die elementen liggen in de kern van hoe we ervaren en wat ons motiveert.
Als je op dat niveau weet te luisteren, of spreken, dan kom je in een ruimte waarin je elkaar veilig kunt naderen, of in andere woorden: de ruimte van de hartverbinding.
De communicatie waar het hier over gaat is communicatie die gericht is op het tot stand brengen van een verandering. Per slot is dat wat we beogen in een conflict situatie, of anders gezegd een situatie van (schijnbaar) tegengestelde belangen en doelen.
We proberen dat vaak op een manier die onhandig is of zelfs tragisch en weinig kans van slagen heeft. Dat verstoort dan de relaties die we nodig hebben of willen. Geweldloze communicatie biedt je een andere mogelijkheid waarin je elkaar beter kunt bereiken en situaties zich moeiteloos kunnen oplossen.
Vier elementen in geweldloos communiceren
Wanneer je binnen het raamwerk van geweldloze communicatie communiceert, dan gaat het over de volgende vier elementen:
- Waarneming
Wat gebeurde er precies waar je op reageerde? Blijf bij de feiten en maak dit los van interpretaties. - Gevoel
Welk gevoel kreeg je daarbij? Hierbij is het belangrijk om gevoelens te leren onderscheiden van pseudo-gevoelens, omdat pseudo-gevoelens eigenlijk analyses zijn van een relatie of situatie en niet het gevoel zelf. Ik voel me genegeerd, spreekt niet echt een gevoel uit. Soms ben je misschien dolblij dat je genegeerd wordt, andere keren maakt het je boos of verdrietig. - Behoefte
Welke behoefte raakte gefrustreerd waardoor je het gevoel kreeg? Belangrijk om behoeften te herkennen op een niveau waarop er meer alternatieven mogelijk zijn, anders heb je geen mogelijkheden om het te vervullen. - Verzoek
Iets wat uitvoerbaar is en waar de ander ja of nee tegen kan zeggen.
Het spreekt voor zichzelf dat elk van de elementen uitleg, struikelblokken en lessen bevat die in workshops en trainingen worden overgedragen.
Het vervullen van gefrustreerde behoeften
Natuurlijk is het startpunt een gefrustreerde behoefte of een rotgevoel (het gevolg ervan), waardoor ofwel jijzelf, of een ander, een verandering wil bereiken. Ons gedrag wordt daarmee gekaderd als behoeftebevrediging en wordt gedreven door gevoelens die ons in beweging brengen.
Rotgevoelens wijzen ons op behoeften die in geding kwamen en door deze elementen kunnen we dat leren begrijpen en leren we om alternatieven te vinden en zelf verantwoordelijk te kunnen dragen voor de vervulling van onze behoeften.
Ofschoon ik hier in navolging van de vertaalde boeken het woord behoefte gebruik, vind ik het belangrijk om ook even te duiden dat Marshall in het Engels het woord “need” gebruikt wat gevoelsmatig een wat sterkere woord is dan behoefte.
Een “need” is iets dat je echt nodig hebt, en gaat dus dieper dan iets dat je alleen maar wilt. Het gaat dus bijvoorbeeld over je behoefte aan veiligheid, je behoefte om ergens deel van te zijn, de noodzaak om jezelf authentiek uit te kunnen drukken.
Maar het gaat ook over je behoefte om vrij te delen, je behoefte om te ervaren dat je waarde hebt, je behoefte aan genieten, je behoefte aan ruimte, of zoiets als je verlangen om jezelf te ontwikkelen. Hou dat dus in gedachten wanneer je het binnen deze context over behoefte hebt.
Ontvangen gaat voor geven
Als je tegenover een boos, bang of verdrietig persoon komt te staan dan kan je luisteren naar deze elementen en de ander helpen om zich op die manier te begrijpen en uit te drukken.
Jouw eerste gift, als beoefenaar van deze methode, is om de ander te ontvangen en dat op een manier te doen waardoor de ander door heeft dat jij hebt ontvangen.
Marshall stelt zelfs dat als je een ander op dit niveau succesvol een ander hebt begrepen en de ander heeft ook jou op dit niveau begrepen, dan is elk conflict gemakkelijk (binnen een half uur) oplosbaar. Op dat niveau zijn we allemaal gelijk en begrijpen we elkaar.
Het gaat wat te ver om hier alle details verder uit te werken, maar het verandert alles als je hierin slaagt. Tot dat moment kan het lijken of iets onoplosbaar is.
Delen kan pas als er ruimte is om te ontvangen
Belangrijk om te weten is dat zolang de ander zich nog niet genoeg ontvangen weet, er nog geen (of onvoldoende) ruimte zal zijn voor je eigen verzoek aan die ander.
Je vermogen om te luisteren en ontvangen blijkt altijd het eerst belangrijk in het oplossen van situaties. Je vermogen om jezelf uit te drukken en delen, en je vermogen om te vragen, heeft ruimte nodig die door het eerst wordt gecreëerd.
Eerste hulp bieden
Geweldloze communicatie leert je daarom te schakelen tussen het ontvangen en zelf delen, waarbij ontvangen altijd eerst nodig is als de ander in brand komt te staan (in stress schiet en eerste hulp nodig heeft).
Eerste hulp is daarom een belangrijk deel van geweldloze communicatie. Soms moet je veel eerste hulp bieden voordat er ruimte is om te merken dat je dat later nogmaals moet doen als het weer stagneert. Emoties zijn een belangrijk struikelblok hier, maar ook een oplossing als ze genoeg ontvangen en begrepen worden.
Geweld voelt ongemakkelijk
Ofschoon deze methode zijn bestaan ontleent aan conflict en geweld, is de focus ervan duidelijk gericht op medemenselijkheid en de verbinding. Thema’s die goed passen in waar ook ik mee bezig ben.
Geweldloze communicatie werkt zo goed, dat het logisch is dat velen het onprettige woord “geweld” uit de naam wilden halen. Je kunt daarom dezelfde methode onder vele namen terugvinden, die meer nadruk proberen te leggen op de positieve intentie van deze manier van communiceren.
Je krijgt dan namen als “verbindend communiceren” of “communiceren van hart tot hart”, wat misschien ook promotie wat gemakkelijker verteerbaar maakt. We zijn nu eenmaal snel geneigd om af te keren van alles wat moeilijk of onprettig voor ons is.
Toch is er ook wel iets voor te zeggen om dat niet te doen en geweld gewoon in de naam te laten als een erkenning van ook dat aspect.
De oplossing ligt vaak waar we niet heen willen
In systemisch werk heb ik gemerkt dat oplossingen meestal liggen waar we vandaan bewegen en dus op plekken die we vermijden en die onprettig voelen.
Het is het ongemak waar we vervulling vinden, niet het gemak. De oplossing vaagt dan meestal een vorm van erkenning en toestemmen. Vanuit die les zouden we juist deze oorsprong van geweld moeten omarmen.
Marshall heeft de naam gekozen en bleef pijnlijke plekken opzoeken. Het was daar waar hij zijn waarde vond en zijn plek. Een kracht van Marshall was dat hij niet niet alleen ontwikkelde en doorgaf, maar vooral ook toepaste.
Er zit veel schoonheid en eerlijkheid in deze vorm en natuurlijk vraagt het aandacht om met onprettige impulsen om te gaan. Misschien goed om te herinneren dat impulsen dragelijker worden naarmate we meer in onszelf hebben opgelost.
Deze methode is uit geweld geboren, net als veel dat goed en waardevol is in ons bestaan. De computer of telefoon waar je nu aan zit zit vol met oorlogstechnologie die dat bewijst. Het zijn twee kanten van dezelfde munt. Het was allemaal nodig zodat ook dit moois kon ontstaan en ofschoon het nooit comfortabel zal voelen, moeten we ook dat een plek geven en de waarde erkennen.
Resteert alleen nog de vraag: wat is het geweld in geweldloze communicatie? Wat bedoelen we precies?
Het geweld in geweldloze communicatie
Als je luistert naar het verhaal van Marshall, dan gaat dat over het natuurlijke plezier dat we hebben in het geven. Als we ons vrij voelen dan is geven en delen iets dat we vanzelfsprekend en met plezier doen.
En toen kwam onze vorming waarin we leerden dat er mensen zijn die de baas over ons zijn omdat ze “beter”, of rijker, of groter, of machtiger zijn dan wij en we leerden dat we ons naar hen moesten richten om beloond om gestraft te worden en dat we ons moesten schamen, schikken en boete doen.
We leerden dat de machtigen en groteren mochten bepalen hoeveel wij moesten lijden wanneer we iets deden dat ze niet wilden, of niet deden wat ze wilden dat we deden. We leerden dat er mensen waren
Geweldloze communicatie beoogt dus om ons leven weer heerlijk te maken, de kwaliteit van leven te herstellen, ons opnieuw in contact te brengen met de natuurlijke stroom van leven en ons plezier in het volgen van onze vrije beweging. In die vrije stroom delen we onbevangen en voelen ons vrij.
Geen klein doel, denk ik dan.
Het spel “Maak leven heerlijk”
Marshall Rosenberg herinnert ons dat we weten hoe snel de kwaliteit van leven verloren kan worden, door simpelweg een gedachte. Hij herinnert eraan hoe snel we stoppen met geven als we het gevoel krijgen dat we moeten.
We spelen een uit twee spelen vertelt hij. Het eerste heet “Making life wonderful” (Je leven heerlijk maken). Dat spel vergroot onze levenskwaliteit.
Het spel “Wie heeft gelijk?”
Helaas spelen we een groot deel van onze tijd een ander spel: “Wie heeft gelijk” en in dat spel verliest iedereen. Dat is het spel waarin we denken in winnen of verliezen, indelen in goed en slecht, gelijk en ongelijk, machtig en machteloos.
In dit spel gebruiken we straf en beloning om onze zin te krijgen en bepalen de machtigen hoeveel straf of beloning de machtelozen verdienen. In dit spel moet je verdienen om te krijgen en doen wat je niet wilt uit schaamte, boete, of plicht. Dit spel haalt snel alle vreugde uit leven.
Als je in dit spel fout bent, verdien je om te lijden. Straf en beloning zijn beiden deel van dit spel, beiden hetzelfde.
Geen straf meer, geen beloning, geen schaamte, geen inductie van schuld, geen concepten als plicht en verplichting. Het heeft al genoeg geweld veroorzaakt. In culturen waarin deze denkwijze niet bestaan, is er ook geen geweld, aldus Marshall.
Het begin van jakhals denken
Deze wilde vorm van denken ontstond volgens theoloog Walter Wink (auteur van The “Powers That Be”) zo’n 5000 jaar geleden. Toen ontstond de gedachte dat mensen van nature slechts zijn en dat je ze moet straffen om te zorgen dat ze doen wat je wilt.
Je moet zorgen dat ze zichzelf haten voor wat ze doen en zo begonnen we een taal te ontwikkelen die Rosenberg de Jakhals taal noemt. Het is een taal die ons afsnijdt van leven en die geweld erg gemakkelijk maakt.
Moralistisch denken
Het eerste element van de jakhals taal bestaat daarom uit moralistische denken. Het is een denken die indeelt in wie waardig en goed is (en daarom een beloning verdient), tegenover wie onwaardig en fout is (en daarom gestraft moet worden en moet lijden). Wie is aantrekkelijk, wie onaantrekkelijk, wie verdient te lijden en wie verdient te leven? Het is geen fijn spel.
Om dit spel te spelen moet je mensen opleiding om geweld plezierig te vinden. Dat begint jong. In 75% van kinderprogramma’s die we tonen verslaat de held zijn vijanden door ze in elkaar te slaan of te doden. Dat is de climax van het programma.
Als we dat leren, kunnen we zelfs gewelddadig zijn naar onze kinderen. We gebruiken een taal vol moralistische oordelen, waarin we bepalen wie goed is en wie slecht, wie gelijk heeft en wie ongelijk, wie normaal is en wie abnormaal, en we leren onze kinderen om zich te schamen en schikken. We doven de vonk van leven in hen, terwijl we ze leren om te gehoorzamen.
Als een ouder al zo omgaat met de eigen kinderen, hoe denk je dat ze om zullen gaan met mensen uit andere culturen die gewoonten hebben die ze niet waarderen? In culturen die zo denken heb je natuurlijk geweld.
Marshall vertelt dat hij meerdere dialecten van die jakhals taal heeft geleerd.
“Als ik door de stad rijd en ik zie iemand die rijdt op een manier die me niet bevalt, dan draai ik mijn venster open en roep “IDIOOT!!”. In theorie komt die ander vervolgens tot inkeer.”
Marshall Rosenberg
Toen hij zijn taal wat wilde verfijnen ging hij naar de universiteit en leerde daar professionele Jakhals. In plaats van “Idioot!!” roept hij nu “Psychopaat!”.
Het probleem zit hem in het geven van etiketten. Het werkwoord zijn is hier een groot probleem. Er zijn mensen die geloven dat ze weten wat goed is en hoeveel precies genoeg is en dat zij degenen zijn die gerechtigd zijn om dat te bepalen.
Ambtsprache oftewel bureaucratische taal
In een interview met Adolf Eichman, een veroordeelde oorlogscrimineel uit de tweede wereldoorlog, werd gevraagd of het moeilijk was om tienduizenden mensen naar hun dood te sturen. Zijn antwoord verraste: “Nee, het was heel eenvoudig. We hadden taal die het gemakkelijk maakte.”
Het tweede element van de jakhals taal is daarom bureaucratisch taalgebruik of in de woorden van Adolf Eichman “Amtsprache”. Het is een taal die keuze en verantwoordelijkheid ontkent voor onze eigen daden.
Als je dan gevraagd word waarom je iets deed kan je antwoorden: “Ik moest het doen” en als gevraagd wordt waarom dat zo was verwijs je naar de opdracht van je leidinggevenden, of naar bedrijfsbeleid.
Jou treft dan geen blaam. Je had geen keuze en was niet verantwoordelijk. Zie je hoe dat werkt? Jij blijft onschuldig hoeveel geweld je anderen ook aandoet. De taal geeft je een ingebouwde zondebok (die natuurlijk ook zelf weer naar een zondebok wijst).
De taal van de giraf
De giraf heeft het grootste hart van alle landdieren. Daarom is het gekozen als representant voor de taal van mededogen. De taal van de giraf verlangt dat je er altijd bewust van bent dat je keuze hebt.
We willen leven dienen, totdat we denken dat we daartoe gedwongen worden. Als we denken dat iemand ons gaat bekritiseren, of verwijten, dat ze hun liefde gaan terughouden, dan haalt dat snel het plezier uit wat we ook doen.
Rosenberg verwijst naar Viktor Frankl, die betoogt dat de krachtigste behoefte van een mens is om betekenis te vinden in zijn bestaan. Marshall zelf wijst op de natuurlijke behoefte om leven te dienen en daaraan bij te dragen.
Drie elementen van geweld
Waarin zit het geweld?
Rosenberg wijst ons op drie elementen die het fundament van geweld vormen:
- Het onderdrukkend/overheersend gebruik van macht.
- Een denkwijze die moralistisch is en die vrije keuze en verantwoordelijkheid ontkent en die gebruik maakt van straf en beloning als correctief instrument.
- Een taal die deze destructieve denkwijze bevestigt en implementeert.
Het werkwoord “zijn” deelt ons in categorieën en maakt het gemakkelijk moralistische oordelen te plakken. Zeggen dat iemand lui is maakt alleen niet dat diegene meer voor je wilt doen. Dat soort taal is daarmee deel van een probleem en vervreemd ons van onze natuurlijke levenslust.
In die denkwijze zijn we niet gelijkwaardig en zijn er superieuren die bepalen hoeveel je moet lijden en hoeveel beloning of straf je verdient. De straf kan fysiek zijn, maar die is te snel vergeten. Veel krachtiger is het om iemand geestelijk te straffen en kortwieken. Daarvoor gebruiken we schuld en schaamte en kwellen we elkaar psychisch.
Als we ons bewust zouden zijn van hoe hoog de prijs is die we betalen, dan zouden we het veranderen. Dan willen we geen taal meer gebruiken die “fout zijn” impliceert. Dan willen we geen macht meer OVER anderen, waarbij we die anderen moeten onderdrukken en sturen met straf en beloning.
Dan kunnen we bewegen naar macht met mensen, waarbij anderen zelf kiezen om met ons mee te doen, omdat het hun eigen behoeften vervult.
Geweld in geweldloze communicatie is dus elke onderdrukking van onze levenslust en onze natuurlijke autonomie, in de vorm van een denkwijze die verantwoordelijkheid en vrije keuze ontkent en ons probeert te vervreemden van onze natuurlijke beweging, via oordelend denken en een systeem van straf en beloning.
Misschien is de grootste truc van dit geweld dat we ook zelf zijn gaan geloven in de juistheid en waarheid van dit destructieve systeem, zijn gaan geloven in dit idee van macht en ons zijn gaan schikken. Dit systeem vraagt onze medewerking om te kunnen bestaan en laat ons vergeten dat we keuze hebben. We zijn gaan geloven en zijn medeplichtig geworden omdat het normaal leek.
De rest van de uitingen van geweld zijn daar de uitwassen van.
Voorbij het geweld
Voorbij dit geweld mogen we vragen, maar niet eisen, mogen we geven, maar alleen als het onze behoefte dient en het met blijdschap kan. Voorbij dit geweld zijn we vrij om onze eigen oplossingen te vinden en te kiezen voor acties en consequenties.
Voorbij het geweld hebben we meer mogelijkheden om eenzelfde behoefte te dienen en groeien we op tot een mens die de autonomie van anderen respecteert en om kan gaan met verschillen.
Voorbij het geweld willen we verantwoordelijkheid zijn voor onze behoeften en de vervulling ervan. Daar vinden we anderen die met ons mee willen doen, omdat dit ook voor hen goed is. Daar zijn we zelf aan het stuur.
Voorbij het geweld is er ruimte om elkaar te leren kennen op een niveau die betekenis geeft aan onze verbinding.
Zijn we daartoe in staat? Kunnen we de lessen vergeten, over winnen en verliezen, straffen en belonen, en kunnen we onszelf herontdekken? Kunnen we opnieuw verbinden met leven en de blijdschap terugvinden van het drie-jarige kind?
We hebben misschien nog wat tijd nodig, maar het is een mooie reis en we reizen hem allemaal. Laat me gerust eens weten hoe het jou vergaat, welke verrassingen je tegenkomt en wat je nog zoekt. Wie weet waar we uitkomen en het is fijn reizen zo.
Geef een reactie