Opeens waren ze overal, in een storm van geschreeuw, chaos, rook, knallen en kogels, onmiddellijk gevolgd door een echo van pijnkreten, bloed, verminkte ledematen en vallende lichamen. Uit het niets werden ze overspoeld door een vijand en opnieuw moesten ze grimmig vechten voor hun leven. Het was al snel duidelijk dat winnen onmogelijk was, tegen deze overmacht, en vluchten de enige optie.
Degenen die dat nog konden trokken zich zo snel als ze maar konden terug naar de rand van het rif. Er was geen kans tegen deze enorme overmacht, geen tijd om te aarzelen, slechts een enkele kans (voor sommigen) om het vege lijf te redden. De meesten zouden op dit rif achterblijven en waarschijnlijk het leven laten.
Meer dan 150 man was omhoog geklommen en slechts 32 vonden hun weg terug naar beneden. De nederlaag was compleet. Beneden aangekomen, bleek dat ze 100 man hadden achtergelaten om op het rif om te sterven. Net voor hun aftocht vroeg de commandant om artillerie steun en die vuurde inmiddels een hels dodelijk vuur vanaf boten in de kust. Dat zou niemand ooit kunnen overleven.
Er waren geen manschappen voor een reddingsactie. De commandant was de wanhoop nabij en probeerde nog iets te doen, maar toen inzicht volgde, zat hij er al snel verslagen bij, in het besef van de impact van deze complete nederlaag. Wat was er gebeurd? Hoe kon dit? Hij had veel van zijn manschappen verloren en geen hoop meer om ze te redden.
Gisteren leek het nog goed te gaan. Ze hadden flink strijd moeten leveren, maar hadden het belangrijkste deel van het rif kunnen innemen: de tweee bunkers. Er waren ook toen flink wat verliezen geweest, maar dat weet je vooraf in zo’n strijd.
Deze mannen offerden hun lichaam en veiligheid op voor het goed van hun gemeenschap, van de wereld zelfs, maar aan het eind van de strijd, gisteren, hadden ze ook een verdiende winst geproefd. Dit was geweest waarvoor ze kwamen. Maar het was al eerder gelukt en eerder verloren. De vorige eenheid was bijna volledig weggevaagd en niemand begreep hoe.
De nacht was verder rustig verlopen. Ze hadden zich ingegraven en hadden wat tijd om op adem te komen en zich voor te bereiden op wat nog komen ging. Waakzaam blijven moest, maar het belangrijkste deel van de strijd leek voorbij.
De volgende dag zouden ze de rest van het rif innemen en dan zouden ze sterk staan om verder te gaan. Het tij was die nacht echter onverwacht gekeerd. Vroeg in de ochtend kwam de vijand in grote getallen terug en niemand wist echt hoe dat kon, al had iemand inmiddels opgemerkt dat ze uit de grond leken te komen.
Tot dit punt lijkt dit een verhaal te zijn over strijd, oorlog en moderne krijgers, zoals zoveel verhalen die we elkaar vertellen. Dat komt omdat we de hoofdpersoon van dit verhaal nog niet hebben ontmoet. De hoofdpersoon nam zelf niet deel aan de strijd en deed niet aan vechten. Dit verhaal gaat dus niet over het overwinnen van een strijd, of zelfs een strijder die iets overwint of verliest, integendeel…
Desmond kwam voor iets heel anders. Hij weigerde absoluut om te doden, zelfs om een wapen aanraken. Hij was een gelovig man die zijn bijbel altijd bij zich had. Desmond beriep zich op een belofte aan zijn God. Hij zou nooit meer een wapen aanraken en nooit iemand doden. Wat doet een persoon met zo’n waarde in het heetst van de strijd aan het front? Hoe kan zo’n persoon zelfs soldaat worden? Het werd niet begrepen.
Desmond Doss was een gewetensbezwaarde die wilde dienen als soldaat, maar dan wel zonder wapen. Er was veel tegenstand geweest tegen dat idee, maar Desmond had (net als anderen in zijn generatie) in zichzelf de dringende oproep gevoeld om bij te dragen aan een strijd die de hele wereld op dat moment bezighield: de tweede wereldoorlog en de strijd tegen fascisme.
Hij had zijn leeftijdgenoten en vrienden naar het leger zien gaan en wilde net hen soldaat worden om aan het front van de tweede wereldoorlog bij te dragen. Maar Desmond wilde niet doden, hij wilde levens redden. Desmond had zich aangemeld voor de rol van gewondeverzorger.
Hij dacht: Waar anderen doden, zou iemand kunnen helpen om de gewonden te verzorgen en levens te redden. Er moest plek zijn voor iemand als hem die niet kwam om te doden. Dat was zijn dus zijn inzet. Hij was evenzeer bereid om zijn leven te offeren voor dat doel als anderen, alleen niet om zelf te doden. Klinkt dat een beetje als Gandhi? Misschien wel.
Hoe kon Desmond ook niet bijdragen, in de wetenschap van zo velen hun leven in gevaar brachten voor het bestrijden van deze vijand? Hoe kon hij veilig thuis blijven, wetend dat de leefwijze van zijn gemeenschap gevaar liep en anderen voor hem vochten? Met dat idee kon hij niet leven en dus had hij zich aangemeld als gewondenverzorger om zonder wapen naar het front te gaan.
Niemand in het leger geloofde al in zijn kracht en moed. Hij was ook maar een tengere vriendelijke jongeman. Ze dachten dat hij een lafaard was die bang was voor de strijd en niet durfde vechten. Officieren en onderofficieren vreesden dat hij een blok aan het been zou zijn en een slecht voorbeeld voor de militaire moraal. In zijn militaire basisopleiding is er dus alles aan gedaan om hem te laten opgeven.
Ze hadden natuurlijk ongelijk (waarom anders dit verhaal) en Desmond hield vol en deed alles wat van hem gevraagd werd, zonder klacht of commentaar en met volle inzet. Maar zelfs dat was nog niet genoeg, want hij moest en zou trainen met een geweer. Als hij dat zou doen, dan mocht hij blijven… en anders…
Hoe ongelijk ze hadden bleek pas later, toen het er echt toe deed. Zijn daden veranderde hoe anderen over hem zouden denken en uiteindelijk werd hij zelf een belangrijke aanwezigheid voor zijn eenheid.
Zover was het nog lang niet. Eerst moest Desmond dus een prijs betalen voor zijn roeping om te dienen aan het front, om daarna wegens het weigeren van een bevel (om een wapen op te pakken) voor de krijgsraad te komen. Hem dreigde een lange gevangenisstraf en zijn waarden en zijn trouw aan deze waarden, werden dus flink getest.
Voordat we vanaf hier verdergaan, wil ik nog even terug naar de oorsprong van Desmond. Als familieopsteller ben ik namelijk geïnteresseerd in waar iemand vandaan komt en hoe de familieverbanden doorwerken. Dat zien we hier ook aan het werk. Waar komen zijn waarden vandaan en is er een reden waarom hij in dienst moest?
Door het verhaal van Desmond en zijn broer heen loopt voorspelbaar ook nog een vader-zoon verhaal. Het is denkbaar dat de zonen een onbewuste oproep volgen uit hun familiesysteem. Deels stappen ze in de schoenen van de vader, deels lijken ze een oorlogstrauma van de vader te willen oplossen.
Er lijken in elk geval wat overlappen te zijn en zoals in veel families stappen de kinderen in de voetsporen van hun ouders maar hopelijk met een andere uitkomst (waar dan de poging tot herstel zit).
Desmond was de zoon van een vader die had gediend in de eerste wereldoorlog. Net als Desmond had hij de oproep van zijn land gevolgd en ook toen gingen de mannen uit zijn jeugd diezelfde weg. Iedereen met wie hij was opgegroeid was in dienst gegaan om te dienen in de eerste wereldoorlog.
Desmonds vader was levend uit de oorlog teruggekomen, maar hij was de enige. Alle mannen met wie hij was opgegroeid en met wie hij in dienst was gegaan, waren in de strijd gesneuveld en Desmonds vader had het moeilijk met dat verlies en de herinneringen aan wat hij in de oorlog had meegemaakt.
Het was een pijn die maar niet wilde helen en Desmond vader zocht vervolgens verlichting in alcohol (een gangbare vorm van zelfmedicatie). Helaas had hij een kwade dronk en baseerde zijn opvoeding op een strenge versie van het christendom. Het woekerende geweld van binnen kwam vaak naar buiten en de vader had er geen grip op.
Het was dus een harde omgeving voor de zoons om in op te groeien met een getraumatiseerde vader, zijn wade dronk en de veel bestraffingen en slaag. Niet alleen kregen de kinderen er vaak van lang, regelmatig met de riem of een zweep, maar ook de moeder kon er in zijn dronken buien flink van langs krijgen.
De vader leed diep onder zijn herinneringen en gemis en kon daar niet echt uiting aan geven. Hij ging ten onder aan het feit dat hij overleefd had en niet met de anderen was gestorven (dat soort schuld is trouwens ook een patroon in familieopstellingen). Helaas kon ook de drank hem niet helpen om te vergeten.
Desmond kom het verdragen als hijzelf slaag kreeg, maar als het geweld zich op zijn moeder richtte… dat kon hij slecht verdragen. Hij sprong er dan tussen om haar te helpen en te voorkomen dat zijn vader haar zou vermoorden of verder mishandelen.
Een keer had zijn vader een pistool gepakt en dreigde zijn moeder ermee en daarop was Desmond ertussen gesprongen en had het pistool afgepakt en zijn vader ermee bedreigd. Het was het zoveelste incident en Desmond was zelf ook boos geworden en stond daar met haat in zijn hart.
Zijn vader wilde niet meer leven en verwelkomde zijn dood, maar de zoon zou zijn vader niet doden. Desmond heeft dus niet geschoten. Later vertelt hij daarover dat, ofschoon hij zijn vader niet doodgeschoten heeft, hij hem in zijn hart wel gedood had. De schuld was dus al in hem. Hij had op dat moment zijn vader uit zijn hart gestoten. Een onhoudbare situatie voor een kind.
Het was niet de eerste keer dat geweld fout ging. Eerder in zijn leven had hij al een keer zijn broer bijna gedood, toen hij met hem aan het vechten was en dat escaleerde naar een punt waarop hij een steen pakte en daarmee een mep tegen het hoofd van zijn broer had gegeven. Iedereen schrok, ook Desmond, van zijn eigen daad. Hij leerde hoe snel geweld fout kan gaan.
Dit soort ervaringen had Desmond doen besluiten om aan zijn God te beloven om nooit meer geweld te gebruiken, nooit meer te doden. Hij bleef de rest van zijn leven trouw aan die belofte, die waarde, en ontwikkelde zich tot een hulpvaardig, positief en vriendelijk mens. Desmond had veel geleerd van de pijn en het geweld van zijn vader en het geweld dat in hemzelf naar buiten was gekomen. Hij was door zijn eigen pijn gegaan en had een weg naar buiten gevonden. Hij wilde alleen nog helpen.
Toen kwam de tweede wereldoorlog, net op het punt dat hij zijn toekomstige echtgenoot leerde kennen, en ging hij het leger in. Zijn vader had nog een flink trauma van de vorige oorlog overgehouden en moest eerst met bloedend hart toezien hoe zijn ene zoon, de broer van Desmond, naar het strijdperk ging en daarna ook hoe zijn andere kind, Desmond zelf, vertrok. Het was zijn grootste angst en pijn. Nu zou hij misschien zelfs zijn zoons verliezen aan oorlog. Hij verdroeg dat idee nauwelijks en trok zich nog verder terug.
Ergens moet hij ook trots zijn geweest op zijn zoons, want hij overwon zichzelf toen zijn zoon steun nodig had. Toen het leger zijn zoon probeerde tegen te houden en zelfs voor de krijgsraad bracht, was het uiteindelijk zijn vader die voorkwam dat hij veroordeeld werd.
Zijn vader was op eigen initiatief in zijn oude uniform naar zijn oude commandant gegaan (inmiddels een generaal) en had die om hulp gevraagd. Met een brief van de generaal ging hij vervolgens naar de krijgsraad en zorgde dat de brief daar gelezen werd. Hierdoor werd de rechtszaak geseponeerd en zijn zoon daadwerkelijk naar het front kon.
De brief herinnerde de raad dat de grondwet het recht om te dienen garandeert ook met gewetensbezwaren. Dankzij zijn vader kon Desmond kon dus zijn roeping volgen en in de voetsporen van diezelfde vader treden, alleen dit keer zonder geweer en zonder doden.
Voor een enkel moment was zijn vader nog in staat geweest om zijn eigen pijn en angst te trotseren en net lang genoeg weer een held te worden om zijn zoon te steunen. Het was een wonder, dat zeker mag ontroeren, en ook de ultieme erkenning van wat zijn zoon probeerde te doen. De vader helpt de zoon, de zoon helpt de vader. Echt een mooi verhaal.
Desmond mocht dus nu opgeleid worden tot gewondenverzorger en kon daarna richting het front, zonder wapen. Hij had nog niet echt de steun van de leiding, maar in elk geval zou hij niet meer tegengewerkt worden. Een belangrijk moment in zijn verhaal.
Dus we zijn nu terug het punt in dit verhaal waarop Desmond samen met zijn eenheid voor een hoog rif staat in Okinawa Japan. Hij klimt samen met zijn eenheid langs touwladder het enorme rif op, het gevaar tegemoet. De strijd begint en Desmond doet dapper wat hij als hospik geacht wordt te doen. Hij springt in het gevaar en begint mannen te redden.
Desmond haalt mannen uit het vuur en trekt/draagt ze naar veiligheid, legt verbanden aan, geeft morfine-shots en gaat daarmee door tot ver nadat de strijd voor die dag is gewonnen. Terwijl anderen al aan het rusten zijn is hij nog lang bezig met het vinden en verzorgen van de gewonden.
Door zijn moedige gedrag, om zonder aarzeling het gevaar in rennen en mannen daar te verzorgen en mee te nemen, wint hij al aan respect, maar dat is nog maar fractie van wat volgt. Voor dit moment krijgt hij een gewapende soldaat toegewezen, die bij hem zal blijven om hem gewapend te beschermen.
Desmond had bij aankomt van collega gewondenverzorgers al geleerd dat hij moet verbergen dat hij gewondeverzorger is omdat hospiks voor de japanners een doelwit zijn. Hij heeft dus geen kruis op zijn arm en zijn helm is verwisseld voor een helm zonder markering. Maar hij heeft dus nog steeds geen wapen, slechts een tas met wat verband, morfine en banden voor tourniquets.
Samen met zijn beschermer rust hij pas nadat alle gewonden van die dag zijn verzorgd en zijn afgevoerd om bij de rand van het rif naar beneden gehesen te worden. Het was een vermoeiende dag, maar het zwaarste zou nog volgen.
De volgende dag begint met een Japanse overmacht die uit het niets van alle kanten op ze af rent. Er is geen redden aan en heel snel moeten ze vluchten. Al degenen die dat nog kunnen (een minderheid van de eenheid) klimt het rif naar beneden. Zoals gezegd zijn het slechts 32 soldaten van meer dan 150.
Maar nu komt het. Iedereen ging naar beneden, maar niet Desmond. Desmond staat boven aan dat rif en aarzelt. Hij bidt naar zijn God “Mijn God, wat wilt u nog van mij? Ik snap het niet” en blijft verward aarzelen en wachten op een antwoord. Wat moet hij doen?
Uiteindelijk hoort hij het geluid van nog levende gewonden en besluit terug te gaan en hen te helpen. Inmiddels is de artillerie bezig met zwaar geschut het rif te beschieten. Dat is zowel gevaarlijk als een soort beschutting, want nu is het voor de vijand niet veilig om rond te lopen en is heeft Desmond daarom minder kans om ontdekt te worden. Hij heeft het terrein voor zichzelf.
Steeds opnieuw bidt hij “Heer, help me om nog een te redden” en keer op keer gaat hij terug het gevaar in, op zoek naar nog een levende soldaat. Elke nog levende soldaat verzorgd hij en brengt hem snel naar de rand om hem met een touw naar beneden het rif af te laten gaan.
De soldaten die beneden de wacht houden hebben niet meteen door wat er gaande is. Opeens zien ze een lichaam aan een touw naar beneden komen en een tijdje daarna nog een en nog een. Ze weten dan nog niet wie dit doet en hoe het komt dat deze gewonden afdalen. Ze gaan echter aan het werk en brengen de gewonden verder naar de artsentent, waar ze verder verzorgd worden.
Zo gaat het maar door, steeds een gewonde die naar beneden komt en elke keer bidt Desmond “Heer, help me om er nog een te redden” om gelijk weer het gevaar in te duiken. Nu ze weten dat Desmond is achtergebleven en nog gewonden probeert te redden laat zijn officier het bombarderen stoppen.
Ze begrijpen nu wat er gaande is en dachten zo te helpen, maar nu verliest Desmond zijn dekking en dat maakt het alleen maar gevaarlijker. Nu het veiliger wordt om buiten te zijn komen ook de Japanners weer naar buiten en gaan op zoek naar overlevenden die ze kunnen doden.
Desmond moet uit hun zicht blijven en ziet toe hoe ze sommige gewonden doden, terwijl hij snel nog anderen probeert te vinden en redden. Het is een spannende strijd tegen de klok.
Soms ontsnapt hij maar ternauwernood is, maar op een gegeven moment ontdekt hij daarbij ook het geheim van de Japanners. Er is een enorm gangenstelsel onder het rif gegraven. Toen Desmond moest vluchten en in een gat in de grond kroop, komt hij in dat enorme gangenstelsel terecht.
Even is Desmond bang dat zijn geluk afgelopen is. Hij komt een Japanner tegen in de gangen en even weet hij niet wat er zal gebeuren. De Japanner blijkt echter gewond en nadat Desmond besluit zijn wond te verzorgen en hem een morfineshot geeft, gaat hij verder en laat hem met rust.
Desmond weet nu hoe het mogelijk is dat de Japanners zich in veiligheid konden brengen en artillerie konden overleven, nu weet hij hoe ze na hun eerste overwinning met zo’n overmacht weer konden terugkomen om het rif terug te veroveren. Als Desmond dit avontuur overleeft, zal die kennis ertoe leiden dat de Japanners het rif verliezen, maar voor is er nog die ene meer die zijn hulp nodig heeft.
Desmond gaat de nog de hele nacht door met zoeken, helpen en redden, tot de japanners zo op zijn spoor komen dat hij uiteindelijk zelf zijn leven moet redden door ook naar beneden te klimmen. Natuurlijk neemt hij ook dan nog iemand mee. In totaal heeft hij die nacht niet alleen 75 Amerikaanse soldaten gered, maar ook een aantal Japanse overlevenden verbonden en naar beneden gebracht. Die laatsten hebben het niet gered. Pas beneden voelt Desmond echt hoe moe hij zelf is en krijgt ook hij verzorging.
Desmond zelf bleef dienstbaar, vroom en leefde een bescheiden dienstbaar leven. Het mooie aan deze man is dat hij zijn waarden en kracht demonstreerde door zijn leven en zijn geloof gebruikte om zelf een goed mens te zijn.
Er zijn zovele anderen die geloof gebruiken als wapen om anderen te onderdrukken, buiten te sluiten, of af te keuren en chanteren. Dat is niet wat deze man deed. Het geloof van Desmond deed slechts waar elk geloof begint: inspireren en helpen om de best mogelijke versie van jezelf te zijn.
Desmond demonstreerde de uitkomst van zijn geloof, in plaats van het te prediken of op te leggen. Hij was de best mogelijke versie geworden van wie hij volgens zijn grootste waarden zou kunnen zijn. Alle eer ging naar zijn God.
Deze man was een geweldloze held die trouw bleef aan zijn waarden, zelfs toen zijn eigen groep hem aanviel en oneerlijk behandelde. Hij weigerde te doden en ging daar waar zijn vader een groot trauma had opgelopen. Misschien heelde hij zelfs wat voor zijn vader door het geweld in te stappen, maar niet eraan deel te nemen.
Je zou in beide bewegingen de loyaliteit aan zijn vaders historie kunnen herkennen. Een soldaat worden zoals zijn vader en tegelijkertijd afstand nemen van de oorlog, die zijn vader zo getraumatiseerd had, door alleen te gaan om hulp te verlenen (die zijn vader zo hard nodig had?). Een mooie oplossing voor een kind dat in geweld is geboren.
Kinderen hebben vaak een rol in het oplossen van oude trauma’s in hun familiesysteem, dus dat is niet ongewoon. Maar deze man deed iets uitzonderlijks, zonder oog voor zelfbehoud, en wordt daarom geëerd.
Zijn verhaal is het voedsel voor boeken en er is zelfs een prachtige film over gemaakt, die ik je graag aanraad. Het toont een ontroerend vader-zoon verhaal en een verhaal van het opgroeien tot een man die wil helpen en die zijn kracht in geloof vindt.
Het is een verhaal van hoe iemand moedig kan zijn terwijl hij ook uit de strijd blijft, hoe iemand wijsheid ontwikkelt heeft en zijn geloof slechts gebruikt om goed te leven en een voorbeeld te zijn.
Het mooie is dat als dit van binnenuit komt het niet meer bijzonder is. Niet verwonderlijk is Desmond dus bescheiden, niet als schijn-bescheidenheid die om aandacht vraagt, maar oprecht. Hij hoeft niet op een voetstuk. Hij is gewoon zichzelf.
Als er geen oorlog woedde en als hij was gestopt om zijn roeping te volgen, dan hadden we Desmond nooit leren kennen, herinnerd, of geëerd, maar dan was hij ook niet de man geweest die hij was. Trouw zijn aan wat waar is in jezelf maakt je soms bijzonder, maar het is vanzelfsprekend voor degene die niet anders kan.
Desmond had dat in zich en bleef een bescheiden, dienstbaar en positief mens tot aan zijn dood trouw. Hij leefde zijn waarden en in zijn geval waren dat aantrekkelijke waarden, maar niet perse zonder offers.
Desmond leefde in een tijd van groot conflict, je zou het zelfs een groot kwaad kunnen noemen, en maakte de een moeilijke keuze die hem in groot gevaar zou brengen. Hij was niet dom, impulsief of naïef in de keuze die hij nam. Hij wist dat geweld een prijs heeft en dat hij een prijs kon betalen door naar het front te gaan.
Dat soort verhalen maakt geen avonturenbundel. Eerder is het voedsel voor legendes. Het kan zelfs religies tot geboorte brengen en culturen inspireren. Zo’n verhaal is heel krachtig. Hij is niet alleen, want anderen hebben ook vergelijkbare verhalen geleefd, vol offers, gevaar en dienstbaarheid aan iets groots. Sommige van dat soort mensen worden al vele generaties door hele volken herinnerd, zelfs gevierd.
Niet voor niets is dit verhaal dus vastgelegd in een indrukwekkende film en meerdere boeken. De film kan ik je aanraden. Hij heet Hacksaw Ridge en is geregisseerd door Mell Gibson.
Desmond Doss, die ik hier graag eer, leefde van 7 februari 1919 tot 23 maart 2006. Gedurende zijn leven heeft hij verschillende militaire onderscheidingen gekregen. Zijn werk op het strijdperk heeft hem lichamelijk een prijs gekost, waardoor hij een decennium zelfs doof was, maar hij bleef dezelfde bescheiden vriendelijke, positieve, hulpvaardige persoon.
Voor mij is hij een witte prins die we mogen leren kennen. Hij heeft een weg gevonden om zijn menselijkheid te behouden onder moeilijke omstandigheden en heeft een hulpvaardig leven geleid, waarin hij zowel bereid was tot grote persoonlijke offers als dienstbaar zijn aan iets dat groter is dan hemzelf.
Zijn bescheiden levenshouding siert hem en met zijn leven gaf hij ons een mooi voorbeeld. Witte prinsen gaan op de bres voor anderen, maar laten anderen ook vrij in hun eigen ervaring. Ze stappen gerust in een strijd, maar slechts met hulp om uit de strijd te komen. Vaak is de strijd in henzelf al opgelost, waardoor ze in staat zijn om velen binnen te laten en omarmen.
Witte prinsen kunnen wijs zijn, of misschien zijn ze slechts in een goede positie om wijs te worden. Het zijn eerder helpers dan deelnemers. Ze staan een beetje los van de groep die ze helpen, maar dat is nodig om en maakt dat ze anders kunnen reageren. Vaak maken ze minder onderscheid en vaak reageren ze niet zozeer vanuit moraal als vanuit medemenselijkheid.
Voor een goede opsteller en therapeut is het goed om een witte prins te zijn en het vermogen te hebben om mensen te dienen en als mens te ontmoeten zonder sterke voorkeur.
Soms is daar een moeilijk pad voor nodig, helemaal als je iemand bent die opvalt door zijn daden. Oorlog is zo’n pad en het haalt zowel het slechtste als het beste in mensen omhoog. Sommige helden zijn strijders, anderen strijden niet, maar zijn moedig op andere manieren.
Desmond was een van die laatsten, een niet-strijder. Zijn oorlog was al gestreden voordat hij de wereldoorlog in stapte. Hij had de strijd al opgelost en wilde alleen nog maar helpen.
We eren onze strijdende helden, onze krijgers die hun leven gaven, of wisten te winnen, maar hier eren we ook de niet strijdende helden, de helden die de oorlog al voorbij zijn.
Vandaag eren we Desmond Doss, een man die, nadat iedereen die dat kon al was gevlucht, als enige achterbleef om nog 75 soldaten te redden. Niet alleen hielp hij soldaten uit zijn eigen kamp, hij gaf ook hulp aan een aantal soldaten die hem zouden doden als ze dat nog konden. Hij had geen haat meer in zijn hart en zijn liefde was niet langer selectief.
Voor mij heeft Desmonds leven alles in zich om in het plaatje van een witte prins te passen. Hij mag daar gerust staan naast mensen als Gandhi, Mandela, Boeddha, Thich Nhat Hanh en zelfs Jezus (ofschoon die meer predikant was en beoogde anderen te veranderen).
Desmond Doss leefde een leven van grote waarde en betekenis. Het had betekenis voor degenen die hij hielp en aanraakte met zijn aanwezigheid, maar ook voor hen die door zijn verhaal geïnspireerd raakten. Wat kan je meer vragen van een leven, dan precies dat? Ik hoop dat ik net zo waardig mag blijken in mijn leven, als hij demonstreerde in de zijne.
Wil je meer lezen over Desmond, probeer dan de Engelstalige wikipedia-pagina over Desmond Doss, of laat je inspireren door de Film, of een van de boeken. Ik hoor graag wat het met jou doet. Misschien in je reactie hieronder?
Als je zelf eens aan de slag wilt met een eigen familiepatroon, dan kan je inschrijven voor een van de workshops familieopstellingen. Ik zie je daar graag.
net het verhaal gelezen, het is stil in mijzelf en om mij heen.
Ik denk/voel dat ik begrijp hoe kinderen in de schoenen van hun ouders kunnen gaan staan. Mijn moeder kon geen kinderen krijgen tgv de Japanse bezetting, Uiteindelijk kwam ik en zij kon mij niet opvoeden enz. Ach wellicht kom ik u eens tegen. vriendelijke groet van Margie